Zij hadden het over onbeschaamd levensgenot terwijl ze tafelden op verfijnde wijze uitgebreid aperitieven , hapjes bij de vleet voorgerecht dan "le plat delicieux "en bijbehoren een dessert dat beestig lekker smaakte glaasje wijn als koetsier der verleiding die de tongen losser maakte de harten sneller deed slaan en hen dromen deed van verre landen stranden onder de palmen
waar terzeldertijd in het Afrikaanse hinterland honger loerde in elke donkere kasba die als een duivelse kat zou aanvallen de uitgebluste kinderen met bange ogen op zak bedelend om een portie rijst en wat water Overleven is daar al een godgeschenk zonder meer
Ingrid Lenaerts
|