KUTTEKOVEN (Borgloon) Zelfs op een bewolke dag kan de bloesem mooi zijn.
BLOESEMS IN KUTTEKOVEN
Het is zeker nu het moment om Haspengouw te bezoeken de kersen bloesem is nu op zijn best, de peren beginnen nu mooi te worden en de appelen zijjn met enkele dagen er ook. Zelf op een bewolkte dag zijn de bloesem prachtig enkele sfeer beelden uit Kuttekoven.
1ERE MARCHE DU PRINTEMPS. / LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND-HALLET. / GRAND-HALLET 28/03/2012.
1ERE MARCHE DU PRINTEMPS.
LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND-HALLET.
GRAND-HALLET.
Grand-Hallet is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw met nog veel akkerbouw en veeteelt.
Vanaf de 9de eeuw maakte het dorp deel uit van het graafschap Avernas. Na van de opheffing ervan ging Grand-Hallet deel uitmaken van het baljuwschap Hannuit in het hertogdom Brabant. Het dorp was deels in het bezit van het kapittel Sint-Lambertus van Luik en deels van de abdij Maagdendaal van Oplinter. Bij het ontstaan van de gemeenten in 1795 werd Grand-Hallet een zelfstandige gemeente. In 1965 werden de voormalige gemeenten Petit-Hallet en Wansin aangehecht maar in 1977 werden de drie dorpen allen deelgemeenten van Hannuit. De Sint-Blasiuskerk is de parochiekerk en in de dorpskom staan nog verscheidene gerestaureerde oude huizen die gebouwd werden in tufsteen die in de plaatselijke groeve gedolven werd. Wij wandelendoor het dorpje en bekijken de huizen die in tufsteen gebouwd zijn. dan wandelen we de velden in en gaan dan weer het volgende dorpje binnen dan wandelen we naar Lincent, ook hier weer groet boerderijen.
Op de hoek van de straat een huis met een mooi beeld op de voorgevel een engel met pijl en boog, wel mooi. Dan komen we aan het kasteel van Lincent. Tussen de kerk en de Kleine Gete ligt het kasteel van Linsmeel (Lincent) dat gebouwd werd in de tweede helft van de 14de eeuw en opvalt door zijn massieve torens. Dit kasteel was vroeger eigendom van de heer MICHAUX. Daarom wordt het nog steeds het kasteel Michaux genoemd. Naast het kasteel bevindt zich een gesloten hoeve, de boerderij Michaux. Wij wandelen door het dorp en keren dan terug langs een klein pad waardoor we weer achter het kasteel komen. Ook hier weer prachtige oude gebouwen in gele tufsteen.
Dan komen we aan de Romaans-Gotische kerk Saint-Pierre. Wij wandelen naar de kerk om er even naar te kijken, je kunt door de deuropening naar binnen kijken en je zie de mooie ronde pilaren waar vroeger het dak op ruste vandaag is de ruïne een rustplaats voor de inwoners een mooi parkje rond de kerk, gewoon mooi.
We wandelen verder en verlaten Lincent om terug naar Grand-Hallet. We komen aan het kasteel met grote hoeve. Het hele complex is wit geschilderd en oogt mooi vanop een afstand. Het is een indrukwekkend geheel. Op de boerderij is nog altijd een landbouwbedrijf gevestigd. Nog even en we zijn weer terug op ons vertrekpunt. Een mooie en aangename wandeling.
MARCHE DU PRINTEMPS. / MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE. / NANDRIN 25/03/2012.
MARCHE DU PRINTEMPS.
MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE.
NANDRIN.
De gemeente Nandrin strekt zich uit in de Luikse Condroz, de vierbaanse N63 doorsnijdt het hart van de gemeente. Zowel links als rechts van die weg liggen fraaie landschappen met evenwijdige, vruchtbare dalen en vlakke, soms beboste heuveltoppen.
Nandrin bezit een aantal bezienswaardige gebouwen, die opgetrokken zijn in het grijze kalksteen van de streek. Soms wordt ook psammiet gebruikt, het harde zandsteen van de Condruzische heuveltoppen, zoals mooi te zien is in de fraaie romaanse kerk van Saint-Séverin. Op het gemeenteplein heb je de prachtige kasteelhoeve uit de XVII eeuw en de donjon uit de XIV eeuw. Nandrin is nog steeds een landelijke gemeente veel weilanden en akkers.
Wij wandelen verder en komen in Soheit-Tinlot. We komen aan de kasteelhoeve. In 1247 maakt een charter gewag van een maison forte, bewoond door de weduwe van ridder Gérard de Soheit, heer van Soheit. Deze 13de eeuwse donjon, die tot op vandaag nog steeds bewaard is gebleven, gaf oorsprong aan dit grootse gebouwenensemble dat gedurende de 17de eeuw in drie stappen uitgebreid werd, met als sluitstuk de constructie van een hoektoren met vierkante basis. Het woongedeelte bevindt zich op de noordwestelijke hoek van het gebouwencomplex dat beschikt over een centrale koer, poortgebouw, bakhuis en een cluster van 18de eeuwse stallingen en een monumentale schuur met een spectaculair dakgebinte, eveneens daterend uit de 18de eeuw (1757). Vandaag zijn de restauratie werken volop bezig en word die bijzonder gebouw bewaard voor de toekomst. Er is nog veel werk aan om de restauratie te voltooien, maar eens gedaan zal dit een juweeltje van het dorp worden.
We wandelen weer verder door de velden en langs akkers geregeld komen we prachtige huizen tegen in lokale steen, gewoon mooi. Wij wandelen weer verder en komen in Fraiture, een bijzonder mooi dorpje met de overblijfsels van het kasteel. Chateau Neuf een Louis XVI stijl gebouwd in 1778 brandde af op 31-07-1963, nu blijven er alleen nog wat bijgebouwen en de prachtige hekken over. Wij hebben hier controlepost. We wandelen weer een eind verder en komen door de prachtige natuur, hier meer bossen op de heuvelflanken en in de dalen weilanden, in het bos staan de wilde anemonen die de bossen wit kleuren.
Wat verder komen we terug in Nandrin terug op het plein met zijn vijver, de omgeving van het plein is werkelijk mooi, het kasteel en hoeve en verschillende prachtige oude huizen. Een mooie en aangename wandeling.
TER HEIDE TOCHT. / W.S.V. WINTERSLAG. / GENK-WINTERSLAG. 24/03/2012.
TER HEIDE TOCHT.
W.S.V. WINTERSLAG.
GENK-BOKRIJK.
Waterschei was in de middeleeuwen één van de zes gehuchten van het toenmalige Genk dat voornamelijk uit heide bestond. In de 15e eeuw kregen de gehuchten, en dus ook Waterschei, een eigen burgemeester die de belastingen inde en die in gezamenlijk overleg beslissingen van bestuurlijk aard nam.
Waterschei bleef een arm Kempens heidegebied. In de 16e eeuw werd er te Waterschei een kleine schans gebouwd om de inwoners te verdedigen tegen vreemde troepen. Waterschei een dunbevolkt heidegebied met arme landbouwers. Met de ontdekking van steenkolen in 1901 door André Dumont in buurgemeente As zou het uitzicht van Waterschei grondig veranderen. In 1909 werd te Waterschei begonnen met de boringen. Deze boringen waren technisch moeilijk omwille van het grote gevaar op waterdoorbraak en pas in 1921 werd de eerste kolenlaag op een diepte van 658 meter bereikt. Waterschei werd één van de zeven mijnzetels uit het Kempens steenkoolbekken en de steenkoolproductie in de mijn van Waterschei startte in 1924. De heidegronden waren ideaal om een volledige site rond de mijn te ontwikkelen. De aanleg van de cités of tuinwijken startte in 1914 maar werd stopgezet tijdens de Eerste Wereldoorlog en pas in 1925 hervat. Zij werden gebouwd in de typische Engelse cottagestijl uit het begin van de 20e eeuw. Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog werd er nog een nieuwe tuinwijk aangelegd. Om het vele werk te kunnen uitvoeren werden gastarbeiders aangetrokken. De mijnen waren echter zwaar verlieslatend en als gevolg hiervan werd de mijn van Waterschei gesloten in september 1987.
Vandaag zijn er nog getuigen van het rijke mijnverleden. De mijnterril werd in 1999 geklasseerd als beschermd landschap. Zij werd op het einde van de twintigste eeuw beplant en aangelegd als natuur- en wandelsite. Vandaag doen we hem niet aan maar krijgen hem wel in het zicht. Wij wandelen door de bossen van de gemeente en een enkele keer komen we in Waterschei waar controle is.
We steken de spoorweg over waar het stationnetje van Waterschei dat vlak bij de mijnsite ligt, is een stopplaats op de toeristische stoomspoorlijn As-Waterschei-Eisden die door de vzw Kolenspoor wordt uitgebaat. Deze maatschappij legt ook bij elke thuiswedstrijd van KRC Genk een supporterstrein in vanuit Eisden en As. Na controle terug door de bossen en heide. Wij wandelen het Teut & Ten Haagdoorn natuurpark binnen. Hier grote heidestukken en wat bosjes. Een prachtig stukje natuur. Zo komen we terug op ons vertrekpunt. Een mooie en aangename wandeling.
21E MARCHE DES DJOYEUS. / LES DJOYEUS D'A TULTAY. / HODY 18/03/2012.
21E MARCHE DES DJOYEUS.
LES DJOYEUS DA TULTAY.
HODY.
Bij het naderen van de Ardennen ontplooit er zich voor ons een landelijke streek waar water en steen de landschappen hebben gebeeldhouwd en hun stempel op het leven van de mens hebben gedrukt.
Wij ontdekken de rijkdom van het architecturale erfgoed en de eeuwenoude traditie eigen aan de exploitatie van steengroeven. We vertrekken met de wandeling in het centrum van Hody met zijn prachtige Neo- classicistische kasteel uit 1770 gebouwd door een Luikse Bisschop. We wandelen door de velden, genieten van de prachtige omgeving komen zo in een klein dorpje Vien, met zijn prachtige kasteel en zijn park dat nu geel ziet van de narcissen, dankbaar dat we door het domein mogen wandelen en genieten van al het moois.
We dalen af naar de kerk. Het dorpje heeft verschillende oude traditionele huizen uit lokale steen, de boerderijen zijn versterkte hoeven met ronde hoektorens. Het is stil in het dorpje of de tijd er heeft stil gestaan. We wandelen verder en laten Vien achter ons en komen in Les Floxhes. Het is een landelijk dorpje met veel velden, akkers en bos. Gewoon genieten van de natuur en de mooie dingen die we tegen komen, we wandelen verder door het bos. En komen zo in La Rock, het volgende landelijk dorpje ook hier weer natuur volop. Door de velden en de uitgestrekte bossen en ontdekken de typische gehuchten.
Dan komen we Anthisnes. Indrukwekkend zijn de straten van deze vroegere kerkelijke heerlijkheid. Eerst is er de imposante vierkante massa van LAvouerie, het oud kasteel dat trots pronkt met zijn vijf verdiepingen, en zijn meestertoren uit de XIIde eeuw. In het woongedeelte bevindt zich een heemkundig museum. Voorts zijn er de prachtige gewelfde kelders, hier hebben we controle van de wandeling.
Aan de overkant van de straat staat de herenhoeve van Saint-Laurent. De enorme gebouwen hebben kranig de tands des tijds weerstaan. Vandaag zijn de hoeve en poortgebouw prachtig gerestaureerd. De kerk en overige gebouwen wachten op restauratie. De vroegere kerk, de hoektorens, de donjon uit de XIIIE, het poortgebouw met zijn nog steeds zichtbaar middeleeuws blazoen zijn een deel van het geheel.
We verlaten Anthisnes en wandelen terug naar Hody waar we even gaan kijken naar het kasteel. Een prachtige wandeling in een streek die vol bouwkundige wonderen, prachtige kastelen, boerderijen en huizen in de steen uit de lokale steengroeven.
MARCHE DES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT. / LES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT. / AUBEL 17/03/2012.
MARCHE DES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT.
LES COMPAGNONS DE SAINT-HUBERT.
AUBEL.
Aubel, dat in het hart van het Land van Herve ligt, is sinds 1630, toen voor het eerst de wekelijkse markt werd georganiseerd, het handels- en ontmoetingscentrum voor de dorpen in de omgeving.
Rond de Place Nicolaï getuigen rijke burgerhuizen nog steeds van de voorspoed van de stad. In het centrum herinnert het kapelletje van Saint-Hubert (1760)eraan hoezeer de heilige verbonden blijft met de geschiedenis en de folklore van dit stadje. Je ziet het ook aan de naam van de wandelclub hoe zeer de heilige nog verbonden is met de mensen uit Aubel. Uit vroegere tijden hebben de inwoners talrijke gebouwen bewaard, die soms diep verscholen zitten in een steegje. Een paar stappen van het marktplein en het vertrekpunt van onze wandeling bevindt zich de herberg Vieil Aubel (1500), die door de inwoners wordt gekoesterd. Eens we buiten het dorp zijn eist de verspreide bewoning die zo kenmerkend is voor het Land van Herve, weer zijn rechten op.
Op onze wandeling zijn schitterende hoeven te zien die aan een voorvaderlijke architectuur herinneren. Door hun venster met kruiskozijn in steen laten ze zien hoe de Maaslandse Renaissance hier een belangrijke invloed heeft gehad. We wandelen verder door het prachtige landschap van Herve en komen in het dorpje Saint-Jean Sart een van de mooiste plekjes is de kapel van Sint Rochus, deze was de beschermheilige voor de inwoners tegen de pest en besmettelijke ziekten. De boeren riepen deze heilige aan als bescherming voor hun vee en hun familie. De kapel gelegen op een heuveltje en bewaakt door twee lindenbomen, gewoon mooi. we wandelen even verder en komen langs een plantage van de cider van Stassen.
Wij wandelen verder door de weilanden steeds weer klimmen en dalen door het golvend landschap. In de verte duikt een ronde toren van een kasteel op door de mist en lichte regen lijkt het wel een sprookje. We wandelen verder en voor ons duikt de Abbaye de Val Dieu op. Ze is in het begin van de dertiende eeuw gebouwd door monniken van de orde van Citaux, de cisterciëzers. Een woordje geschiedenis De Heilige Robertus van Molèsmes wilde terug naar de zuivere beleving van de regel van Benedictus. De cisterciënzermonniken vestigden zich op geïsoleerde plekken. Hun doel was om zich terug te trekken van de wereld en te kiezen voor een omgeving die onbewoond was, meestal in valleien. De enige mogelijkheid om te overleven was het bewerken van de gronden, zodat deze zich ontwikkelden tot vruchtbare gebieden. De vallei van de rivier de Berwinne voldeed aan deze voorwaarde. Gelegen op de grens tussen het Hertogdom Limburg en het Graafschap Daelhem, onstond door de oprichting van de abdij van Val-Dieu de karakteristieke omgeving van het land van Herve.
Wij komen naar de abdij toe gewandeld door het park. Achter de abdij bevindt zich een monumentaal park uit de achttiende eeuw, dat de status van historisch monument heeft. In het park staan achttien bomen die beschouwd worden als Waals erfgoed. De aanleg is van zo'n bijzondere stijl dat je er verschillende biotopen kunt terugvinden. Rekening houdend met dit bijzondere kader en de staat waarin het park is gerestaureerd, deed een project ontstaan van een beschermd park, dat toegankelijk is voor publiek en vandaag mogen wij er door wandelen en genieten van de prachtige bomen. Als we door het park wandelen komen we aan de brouwerij, deze opende zijn deuren in 1997 en is ondergebracht in verschillende gebouwen van de abdij. Het bier is geïnspireerd op een recept van de monniken. Het betreft dus een echt ambachtelijk abdijbier van hoge gisting en zonder kunstmatige toevoegingen!
Wij nemen de tijd om wat rond te kijken op deze wel mooie site. Verlaten de abdij door het poortgebouw en steken de weg over om aan de Molen van de abdij te komen. Deze watermolen werd in 1354 afgestaan aan de abdij van Val-Dieu door Renard de Bombaye. Het huidig gebouw werd opgetrokken in 1716 en 1731. Het groot metalen bovenslagrad heeft een diameter van 6 meter en is 1,5 meter breed. Het werd in 1965 hersteld. In de jaren 1980 was de molen nog beroepsmatig in gebruik. Op 10 februari 1942 werd de abdij van Val-Dieu beschermd als monument, terwijl het park en omgeving (waaronder de watermolen) als site werd beschermd.
Thans is in de molen een drank- en eetgelegenheid en een winkeltje met streekproducten gevestigd. Het gietijzeren raderwerk is nog draaivaardig. Er is ook een nog bedrijfsklare mechanische maalderij aanwezig. Die levert o.m. het meel ten behoeve van het restaurant, de abdij en voor particuliere bakkers uit de omgeving, met als merknaam "Abbaye Val Dieu". Het is mooi om even binnen te gaan en te kijken naar de nog maalvaardige molen.
We verlaten de site van Val Dieu en klimmen uit de vallei. Wij wandelen door het prachtige landschap en komen aan een monument uit de oorlogsjaren. De bunker en de omgeving zijn prachtig in orde gebracht en behouden voor de volgende generaties, er is een Panoramawijzer op de veldlocatie Knuppelstok. Te zien op de hoogtes van Saint-Jean-Sart, op de veldlocatie " Knuppelstock" , in de gemeente Aubel.
Op basis van de cartografie van het Nationaal Geografisch Instituut werd het hele landschap dat zich aan de wandelaar voordoet in een blauwe hardsteen van anderhalve meter doorsnee gegraveerd en versierd met bronzen details. Het geheel weegt ongeveer één ton. Wij bezoeken even de bunker en keren dan terug naar ons parkoers. Nog even door de weilanden om dan weer in Aubel aan te komen, het was een pracht van een wandeling in Het Land van Herve.
LENTETOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / HOEPERTINGEN 12/03/2012.
LENTETOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
HOEPERTINGEN.
Hoepertingen bezit een aantal prachtige monumenten, tegenover de Sint Vedastuskerk het kasteel van Hoepertingen.
Het kasteel is sinds 1929 in eigendom van de Annunciaten van Heverlee, die er van 1930 tot 1986 een school in hadden. Het kasteel heeft veel van zijn oorspronkelijkheid verloren. volgens een ets van Remacle Leloup van 1744 werd het waterkasteel met voorburcht omstreeks 1620 door Jean Willem van Scharenberg herbouwd. Resten van deze bouwfase in Maaslandse renaissance zijn zichtbaar in de twee trapgevels van de hoofdvleugel, de noordelijke hoektoren. Het poordgebouw van omstreeks 1700, met wapenschilden van diverse eigenaars gaf toegang tot de omgrachte voorburcht. De dienstgebouwen van de voorburcht werdeb gesloopt allen de ronde toren bleef behouden. Rond het kasteel is nog een deel van de gracht bewaard. Het kasteelpark bezit nog een paar oude bomen waaronder een van grootste tulpenboom van Limburg. Vandaag zijn er nog een 4 zusters die leven op het kasteel en de rest van de gebouwen doet dienst als verblijfscentrum en worden cursussen gegeven.
Tegenover het kasteel de kerk. De 11de-12de eeuwse romaanse westertoren is gemaakt uit silex. Hij heeft waarschijnlijk dienst gedaan voor drie kerken, de eerste kerk was een zaalkerk, de tweede, die dateert uit de 17de eeuw, is alleen het huidige koor overgebleven. De derde kerk is de huidige driebeukige basilica met zadeldak die in 1788 verbreed werd. De kosten voor de uitbreiding werd betaald door de abdij van Herkenrode, het wapenschild van Augustine de Hamme abdis van Herkenrode bevind zich boven de zuidelijke ingang. De abdij van Herkenrode heeft ook de uit 1790 gebouwde pastorie gebouwd. Het kasteel en ingangspoort is sinds 1963 beschermt en de pastorie sinds 1981 beschermt. Hoepertingen heeft nog een paar andere belangrijke monumenten zoals het Paanhuis het was een banbrouwerij van de 17de eeuwse heerlijkheid. Het huis heeft sinds de 17de eeuw verschillende functies. Banbrouwerij, plaatselijke gerechtshof, gevangenis en lokaal van de schuttersgilde van Sint-Sebastiaan gesticht in 1571.
Verschillende grote en oude haspengouwse boerderijen. De dAwanswinning uit 1799, Bartholeynshoeve van 1700 en de 18de eeuwse Bilterhoeve het tweede paanhuis van de heerlijkheid en buitenherberg. Een bijzonderheid is de Sint-Jobskapel uit 1113. De wapenschilden van de adellijke familie bevinden zich nog altijd in de kapel. We wandelen een eind langs de oude fruitlijn door de velden en langs de akkers. Het is een mooie wandeling met veel afwisseling. Een wandeling met veel mooie gebouwen van historische waarde.
MARCHE DES JONQUILLES. / FOOTING CLUB FOSSES ASBL. / SART-EUSTACHE 11/03/2012.
MARCHE DES JONQUILLES.
FOOTING CLUB FOSSES ASBL.
SART-EUSTACHE.
Sart-Eustache landelijk met inde vallei velden en weilanden en op de heuvelruggen bossen.
Prachtig golvend landschap met hier en daar een grote hoeve passend in het landschap. Vandaag een zonnige dag maar met wolken geeft mooie fotos. ook als we langs het beekje wandelen door het bos mooi. Aangenaam om door te wandelen brugje over en weer brugje over is zelf wat speels om te wandelen. Dan weer een eind door de weilanden met bossen op de achtergrond.
We komen in Cocriamont een klein dorpje met prachtige oude huizen, een manege en kasteeltje. Wel prachtig gelegen. Wat verder twee poesen liggen te zonnen op de bank voor het huis, simpele dingen maar toch zo mooi. Weer verder langs dorpswegen en steken het riviertje over weer het bos in, een heel eind verder komen we er weer uit en gaan naar de tweede controlepost weer in een paardenhotel. We vervolgen onze weg en komen zo terug in Sart-Eustache.
Wij willen graag nog even het kasteel van Sart-Eustache zien om een paar fotos te maken. Een vierkante rode bakstenen toren, een toren in natuursteen met nog sporen van de ophaalbrug en een groot bakstenen gebouw. Een beetje verder nog een vierkante bakstenen huis alles gelegen in een prachtige omgeving. Hier eindigt voor ons de wandeling in Sart-Eustache.
MARCHE DES PRIMEVERES. / AL VILE CINSE BERNEAU. / BERNEAU. 10/03/2012.
MARCHE DES PRIMEVERES.
AL VILE CINSE BERNEAU.
BERNEAU.
Berneau een deelgemeente van Dalhem, ooit een oude vestingsstad en hoofdstad van het graafschap Dalhem.
Berneau bezit een klein museum met voorwerpen uit de Gallo-romeinse tijd. Spijtig vandaag niet open, we starten aan de bij gelegen zaal om het dorpje en de omgeving te verkennen. De gemeente bezit verschillende oude panden uit de 17de en 18de eeuw. In het centrum staat het Chateau des Comtes de Borchgrave van oorsprong 14de eeuws gravenkasteel. Thans is het in restauratie.
We wandelen het dorp uit onder het viaduct en dan het natuurreservaat in. Het natuurreservaat van Berneau gelegen aan de Berwijn, 11 ha met interessante avifauna en kalk minnende flora. Prachtige natuur, glooiend landschap en kleine hoeven uit vervlogen tijd. We komen zo in Bombaye - Bolbeek. Oorspronkelijk spraken de inwoners van Bolbeek één van de plaatselijke Nederlandstalige dialecten in Overmaas, die wegens het toebehoren aan de Republiek onder Hollandse invloed raakte. Bolbeek kende vanaf de achttiende eeuw echter een geleidelijke verfransing. In de negentiende eeuw was het dorp volledig Franstalig.
We wandelen door de prachtige omgeving genieten van de mooie gebouwen. Komen aan de kapel midden op de weg een mooie kapel en wel uniek gelegen. Ook in het centrum prachtige oude boerderijen. Na de controle gaan we verder door het landschap genietend van al het moois dat je tegen komt. Wat verder komen we in Neufchateau. Het landschap op zijn best, de grote hoeves met duidelijke verwijzing naar de adellijke families.
Mooi wat verder en we zijn terug in Bombaye, met de dubbel kasteelhoeve de steenweg over terug door het natuurreservaat en het kasteel van Berneau duikt voor ons op nog even en we hebben ons eindpunt bereikt. Een mooie en aangename wandeling.