In de omgeving van het plaatsje Irrel, niet ver van de grens met Luxemburg, tref je tal van bezienswaardigheden aan.
Eén van deze bezienswaardigheden is de Teufelsschlucht. We komen aan en gaan eerst het museum bezoeken in het infocentrum, hier kun je zien welke dieren hier leven en hoe de Teufelsschlucht ontstaan is. Wij hebben de tijd om nog van iets lekkers van de lokale keuken te genieten en dan gaan we de wandeling door en rond de Teufelsschlucht te doen. De route ernaar toe wordt keurig op de borden langs de weg aangegeven. De Teufelsschlucht is ontstaan door het neervallen van een stuk rotswand. Hierdoor oogt het landschap zeer ruig en is het prettig wandelen. Vanaf de parkeerplaats is het ongeveer 400 meter lopen naar het begin van de Teufelsschlucht.
Vanuit het niets kijk je een enorm diepe spleet in, omgeven door rotsblokken bedekt met mos. De wandeling in de rotsspleet is een absolute aanrader! Door de trap naar beneden af te lopen kom je meteen in het diepste gedeelte van de Teufelsslucht. Het betreft een nauwe spleet, omgeven met steile rotswanden. Onderaan de trap buigt de Teufelsschlucht naar links en is het oppassen geblazen. op verschillende plaatsen moeten we krom gebogen onder de lage rotsblokken door. Ook het lichtspel is geweldig. Van uiterst helder (zeer geschikt voor mooie fotos), tot bijzonder donker.
Aan het einde van de spleet bevindt zich andermaal een gecreëerde trap omhoog. Boven gekomen kun je genieten van een geweldig uitzicht op een dal en het stadje Irrel. Wij volgen hier een stuk van de Deutsch-Luxemburgische Felsenweg. Onder aan het pad is een houten bruggetje over de Prüm. Op deze brug zien we de watervallen (zeg maar stroomversnellingen) van de Prüm.
Het is en prachtige plek om even te verpozen, we klimmen terug uit het dal en wat verder ligt een klein maar gezellig restaurantje. Hier gaan we pauze houden en wat lekkers eten. Na een lekkere maaltijd en wat rust gaan we weer de route op.
Bij elke rots is het weer anders en het is een hele beleving. Soms klimmen en dan weer dalen dan weer onder de rotsen of erover. Heel mooi. Na een prachtige wandeling zijn we terug aan het bezoekerscentrum. Het is hier wel mooi.
We overnachten in Irrel zelf. We zullen maar eens opzoek gaan naar ons adres voor de volgende 4 dagen.
Irrel.
Irrel is de hoofdgemeente met verschillende dorpen. Het is een gezellig dorpje waar de het riviertje de Prum doorstroomt, er is ook een alcoholstokerij. De Südeifelbrennerie met een restaurant waar je lekker kun gaan eten.
Van de oude kerk staat alleen nog de toren in het centrum en de nieuwe kerk staat wat verder maar daar staat de toren ook apart. Het is een dorp waar alles te vinden is, en waar het gezellig vertoeven is. onze vakantiewoning ligt in het midden van het stadje, lieve mensen dei ons hartelijk ontvangen en ons even rondleiden in de prachtige tuin, een fles met bubbels staat koud voor ons onthaal, parking voor de deur en rustig gelegen meer moet dat niet zijn.
Voor het fotoalbum Teufelsschlucht op de link klikken
MARCHE DES LURSONS. / LES LURSONS DE LA REID. / LA REID 20/05/2012.
MARCHE DES LURSONS.
LES LURSONS DE LA REID.
LA REID.
Een wandeling door het prachtige landschap met veel vergezichten. Veel bos en natuur. Wij wandelen door de prachtige streek.
We wandelen naar Winamplanche. Een prachtige dorpje met oude huizen en veel groen. We komen dan aan het kasteel Lebioles. Een stukje geschiedenis: Het is voornamelijk aan Georges Neyt (1842-1910) te danken dat één van de mooiste parels van het architecturaal patrimonium van de stad Spa er is gekomen. Neyt, diplomatiek gezant en gevolmachtigde minister, was een uitzonderlijk en visionair iemand, van wie men beweert dat hij een natuurlijke zoon van Leopold I was. Tussen 1905 en 1910 liet hij "Le Manoir de Lébioles" bouwen. Jammer genoeg heeft hij niet lang van zijn "Petit Versailles des Ardennes" kunnen genieten. In 1912 droeg de erfgename van Georges Neyt, prinses Clémentine, de jongste dochter van Leopold II, het landgoed over aan Edmond Dresse, een Luikse zakenman. In 1926 werd aan de familie Dresse de titel « Dresse de Lébioles » verleend.
De familie Dresse de Lébioles heeft daarna 69 jaar in het landhuis gewoond. Het waren vooral Liliane Dresse de Lébioles, de enige kleindochter van Edmond, en haar vader Armand die opnieuw leven aan het landhuis hebben gegeven door er tal van evenementen te organiseren, zoals voorstellingen van het "Théâtre National de Belgique", jachtpartijen, concerten en schitterende recepties. In 1980 verkocht Liliane het gebouw aan de "Société Immobilière de Belgique", die het op haar beurt doorverkocht aan een familie van hotelhouders. Die familie heeft het etablissement tot in 1999 als een eersteklas "hôtel de charme" uitgebaat en boekte daarmee veel succes. Toen het hotel in 1999 werd verkocht, betekende dat echter het begin van een periode vol tegenslagen voor het landhuis. De plannen voor een "nieuw" hotelconcept konden niet naar behoren worden uitgevoerd, het hotel werd ondermaats onderhouden en het was voortdurend het slachtoffer van vandalisme. Meer dan één jaar duurden de transformatie- en moderniseringswerkzaamheden. De schoorstenen werden hersteld, alle trappen werden ontmanteld en opnieuw aangebracht, en de historische vloerbekleding werd blootgelegd en met behulp van oude methoden weer in haar oorspronkelijk staat hersteld. Voorts werden de 120 vensters van het landgoed één voor één gerestaureerd, kregen de tuinen weer hun oorspronkelijke vorm en nog veel meer. Kortom, "Le Manoir de Lébioles" werd helemaal in zijn vroegere staat hersteld. Het is een prachtig zicht vanop de inrijlaan.
Dit stukje erfgoed is voor de volgende generaties bewaard. We wandelen verder en komen in Creppe een deelgemeente van Spa. Hier ook weer prachtige huizen in de lokale stijl.
Weer duiken we de bossen in met prachtige zichten. Veel afwisseling met geregeld wat dalen en klimmen. We komen zo terug aan ons vertrek. Een mooie natuurwandeling met prachtige zichten.
Nieuwe onderzoekgids voor de geschiedenis van vier steden in Haspengouw tot 1796.
EEN HANDIGE LEIDRAAD VOOR AL WIE ONDERZOEK DOET NAAR DE GESCHIEDENIS VAN HASPENGOUWSE STEDEN
In Limburgs Haspengouw waren er in het ancien régime vier steden:Bilzen, Sint-Truiden, Tongeren en Borgloon. In de geschiedenis van deze vier stedenzijn nog veel onderwerpen niet onderzocht, terwijl hiervoor toch goed geinventariseerde en vlot toeganhkelijke archieven bestaan. Deze onderzoekgids draagt bij aan de bekendheid van de beschikbare archieven uit het zuiden van Limburg. Bovendien geeft hij een beknopt overzicht van de voornaamste leemtes in het historisch onderzoek voor Bilzen, Borgloon, Sint-Truiden en Tongeren. Deze gids bevat voor elke gemeente een kort historisch overzicht met een schets van de bestuurlijke ontwikkeling in de Nieuwe Tijd, van de vijftiende tot het einde van de achttiende eeuw. Een kritisch overzicht van de historische bibliografie. Directe verwijzingen naar de beschikbare archieven. Gegevens van archiefinstellingen Concrete onderzoekstips. Deze gids is zeker een leidraad voor hen die meer willen onderzoeken.
32E INTERNATIONALE WANDERUNG. / WANDERCLUB BÜTGENBACH. / BÜTGENBACH 19/05/2012.
32E INTERNATIONALE WANDERUNG.
WANDERCLUB BÜTGENBACH.
BÜTGENBACH.
De wandeling vertrekt bijna in het centrum van de gemeente. Rond om het marktplein bevinden zich talrijke toeristische bezienswaardigheden.
De Stephanuskerk, gebouwd in 1932 door de architect Cunibert in neo-Romaanse stijl. Ze is interessant door oude grafstenen, enkele meubelstukken uit een oude kapel uit de 15de eeuw, en door haar doopsteen uit de 13de eeuw. Op het marktplein in het parkje staat de kiosk. Wat verder "Hof Bütgenbach", een oude kasteelboerderij daterend uit de 15de eeuw. Ze werd herhaaldelijk vernield en weer opgebouwd. De voorgevel, intussen gerestaureerd en als monument erkend, herbergt nu een bejaardentehuis, alsook de galerij "Hof Bütgenbach". Het oude Huis Kirch, dat tijdens het offensief van de Ardennen in de winter van 1944-1945 als hoofdkwartier voor de geallieerden heeft gediend, en waar de toekomstige president van de Verenigde Staten, Generaal Dwight D. Eisenhower, enkele dagen heeft verbleven. Vandaag bevindt zich er een gedenkplaat ter ere van de Generaal Dwight D. Eisenhower.
We verlaten het dorp en wandelen en volgen een eind de weg naar Walkerstal. We stekken de Warche over en volgen een heel eind de Warche Tour hier hebben prachtige zichten over de vallei en het riviertje. Zo komen we in Weywertz. En verder wandelen we Nidrum binnen. Door het dorp met mooie huizen in lokale steen, veel met verzorg gerestaureerde oude huizen, we dalen af naar het dal door de groenen weilanden wat heel mooi is, prachtige omgeving.
We wandelen weer verder en komen aan de achterzijde van de stuwdam. De eerste constructie stroomafwaarts op de Warche is de stuwdam, die een meer vormt met een capaciteit van 11 miljoen m³. De dam werd in de jaren dertig van de vorige eeuw gebouwd door de Italiaanse ingenieur Boldo; het bouwwerk bestaat uit een reeks booggewelven, is 23 m hoog en 140 m lang. Het stuwmeer drijft een elektriciteitscentrale aan en regelt tevens het peil van het meer van Robertville. Wij wandelen over de stuwdam, hier kan je goed zien hoe d edam gebouwd is met ronde bogen. Je heb er ook een zicht over het meer en het Sport- en Vrijetijdscentrum Worriken dit is het middelpunt van deze toeristische attracties. Wij wandelen een eind rond het meer en komen langs de oude spoorweg terug in het centrum van Butgenbach. Hier eindig voor ons een mooie en aangename wandeling.
39e MARCHE DE LA GILEPPE. / LES GOE-LANDS. / GOË 17/05/2012.
39E MARCHE DE LA GILEPPE.
LES GOE-LANDS.
GOË.
Vandaag wandelen we in Gulke, soms ook Geuleke en in het frans Goë. Goë gelegen aan de Weser-Vesder. In een prachtig landschap.
We vertrekken met de wandeling aan de zaal gelegen aan de Vesder, wij steken de rivier over en gaan dan op de route naar het centrum van het dorp. We komen aan Schloss Thibert. Het witte kasteeltje valt wel op in de omgeving, wandel even de inrit op voor een foto van het kasteeltje, mooi verzorgt geheel met een prachtig tuintje ervoor, terug het parkoers op en we komen aan de kerk van Goë. Kerk Sint-Lambert heeft een gedraaide toren, de toren draait zeer licht maar is vooral duidelijk zichtbaar in het bovenste deel. Deze neiging lijkt te wijten aan een gebrek aan onderdelen. Een gedraaide torenspits, gespiraalde torenspits, getordeerde torenspits of schroefvormige torenspits is een toren waarbij het piramidevormige deel niet recht omhoog gaat maar een kleine of grote slag gedraaid is. De toren van een kerk bestaat meestal uit een vierkante stenen toren waarop een piramidevormige constructie geplaatst is als een soort kroon, de torenspits. Een gedraaide torenspits is een toren waar de spits een spiraal is en deze torens zijn vaak bedekt met leisteen. Er zijn ongeveer honderd klokkentorens van dit type in Europa. Ze zijn samen in de vereniging Clochers Tors dEurope verzameld.
Wij wandelen verder langs prachtige huizen uit lokale steen. Dan wandelen we de prachtige natuur in. Weilanden met hagen omgeven, waar koeien grazen toch mooi. Ook op de heuveltoppen bossen die alles nog mooier maken. We wandelen nu door een poortje, eentje van de nieuwe wandelingen in de streek door de weilanden met de mooiste plekjes te ontdekken. In de verte kunnen we de gedraaide toren van de kerk van Goë nog zien en we klimmen naar Pierresse. Hier rustpost en dan weer door de prachtige natuur veel afwisseling, door weilanden en bossen gewoon prachtig.
Nu komen we aan de afdamming van de Gilleppe. Eén van de oudste stuwdammen van Europa, waarvan het gewicht de dam op zijn plaats houdt en de watermassa in evenwicht houdt. Hij is gebouwd tussen 1869 en 1878, in 1971 opgehoogd en heeft een capaciteit van 25 miljoen kubieke meter water. In het midden gesierd met een leeuw van 13.5 meter hoog, het werk van Félix Bourré, en vervaardigd van 186 blokken steen. Een uitzichttoren biedt een prachtig panorama op met name het Hertogenwald we wandelen verder en we komen terug in het dorpje Goë.
Een wandeling door het dorpje en zijn gehuchten die je een kijkje te laten nemen in het typisch Ardens plattelandsleven en een aantal prachtige huizen te bekijken van vroeger. Huizen, die aangepast zijn aan het hedendaagse leven, met liefde gerestaureerd en gebouwd met stenen uit de omgeving, met lage plafonds en kleine raampjes, vaak voorzien van balken en houtwerk met traditioneel ijzerbeslag. Een wandeling die ons zeker bevallen is en die ons wat heeft laten zien van het leven in de streek.
15e HASTIERE - DINANT. DINANT - HASTIERE MET DE BOOT. / BATTEURS DE CUIR DINANT. / DINANT 12/05/2012.
15E HASTIERE DINANT.
DINANT-HASTIERE met de BOOT.
BATTEURS DE CUIR DINANT.
DINANT.
DE BOOT TOCHT.
Als we in Dinant aankomen ligt de boot al gereed om te tocht naar Hastiere aan te vatten, stipt 9H30 vertrekken we en laten Dinant achter ons.
We varen door een van de mooiste valleien van ons land. Hoge rotsen en veel bossen. Maar ook prachtige gebouwen. We komen in Anseremme ligt aan samenvloeiing van de rivier de Lesse in de Maas. De Priorij van Anseremme, aan de oever van de Maas, in de grandioze omgeving van de rotsen van Moniat, een prachtig gebouw en omgeving.
Wat verder komen we aan het kasteel van Freyr. In Freyr zweeft een zweempje Versailles en dat is zowel te danken aan het fraaie kasteelinterieur als aan de prachtige tuinen. Ze liggen als het ware aangemeerd aan de Maas. Een van de blikvangers vormen de sinaasappelbomen. Ze worden enkel in de zomer buiten gezet. Het zijn er een dertigtal en enkele daarvan zijn meer dan 300 jaar oud! Ze zouden gekocht zijn van de hertog van Lotharingen, Stanislas Lesczynski, de voormalige koning van Polen en schoonvader van Lodewijk XV. We krijgen hier prachtige rotsformatie te zien bekend als Rochers de Freyr weer verder komen we in Waulsort.
Een harmonieuze bocht in de Maas maakt van deze zonovergoten plaats bijna een droomplekje. Waulsort heeft een jachthaven en een overzet. Het is overigens de laatste overzet op de Maas die nog in gebruik is. Langs de stroom staan majestueuze villas en oude hotels, die ons er aan herinneren dat Waulsort altijd een belangrijke aantrekkingskracht had.
Ook het oude benedictijnenklooster met gebouwen uit 1620. Nu moeten we door de sluis van Waulsort. Even wachten tot de sluis opengaat om binnen te varen en dan worden we versast. Nog even varen en we komen in Hastiere-par-Dela. Hier ontschepen we aan de Manoir Hastiere.
DE WANDELTOCHT.
Aan de oevers van de Maas, tussen Dinant en de Franse grens, ligt het kleine Hastière in een decor van bossen, zachtglooiende weiden en steile rotsen. Her en der in dit landschap nestelden zich schilderachtige dorpjes, kastelen en kapelletjes. Hier begin onze tocht te voet terug naar Dinant.
Het eerste wat we tegen komen is de romaanse abdijkerk. In de 10de eeuw rondtrekkende Ierse monniken een abdij stichtten bovenop een oude, aan de god Mercurius toevertrouwde, tempel. De abdij was bedoeld om reizigers, vreemdelingen en armen op te vangen. De Romaanse kerk, gebouwd in 1033-1035, werd zo getuige van de activiteit, de voorspoed en de lotgevallen van de inwoners. In 1568 werd de kerk in brand gestoken door de Franse Hugenoten, in 1793 werd ze verwoest door de revolutionairen ; ze werd heropgebouwd en is momenteel één van de mooiste exemplaren van de Romaanse Maaskunst. Wat moet je het meest bewonderen aan deze kerk ? De imposante toren ? De majestueuze grootsheid ? Het volume? De eenvoud of de inplanting langs de Maaskant op een doorwaadbare plaats van de Maas, waar de mensen mekaar konden ontmoeten ? wij gaan zeker een kijkje nemen binnen de kerk om het prachtige gebouw te bekijken. Na ons bezoek stekken we de Maas over.
En we wandelen langs de oever van de Maas. Verder een lang stuk langs de Maas gewoon prachtig aan de één kant de Maas en de andere zijde hoge rotsen. We komen aan Grotte Source du Fond des Vaux. En zo wandelen we Waulsort binnen. Komen aan de Sluis die we overstekken. Nu wandelen we weer een heel eind langs de Maas met prachtige villas op de oever. Nu wandelen we het bos in dat vol staat met witte bloemen van de Daslook. Nu volgen we Chemin des Cretias een stevige klim uit het dal met prachtige zichten op de omgeving, veel kleuren pracht met de gele velden vol met koolzaad. Boven gekomen hebben een prachtig vergezicht over de omgeving.
We komen in Falmignoul met huizen uit lokale steensoorten, wel mooi om te zien. Hier draaien we nu het bos in. Weer een hel stevige klim. We volgen de Vallee du Colébi boven gekomen kunnen we de op de uitkijkplaats een prachtig zicht op de Maas en op het Kasteel Freyr. Weer een eind door de bossen en mooi om te wandelen. We komen in Auseremme ligt aan samenvloeiing van de rivier de Lesse in de Maas, stekken het kerkplein over en wandelen nog een eindje langs de Maas tot we aan de samenvloeiing komen van Maas en Lesse. Nu volgen de oever van de Maas tot in het centrum van Dinant.
Voor ons duiken de grote rotspartijen op die ons naar Dinant brengen, De rots Bayard, een rotspunt met de vorm van een enorme menhir die net los staat van de rotswand. Slechts één rijstrook van de weg langs de Maas loopt tussen Bayard en de bergwand, de andere rijrichting is om de 'menhir' heen. We wandelen de stad binnen en kijken nog wat rond in de prachtige stad.
Als we de Citadel en de Collegiale kerk en al prachtige gebouwen, kastelen en kerken bijtellen, dan weten we meteen waarom deze streek het predicaat Valleien van vestingen en kastelen verdient. Een wandeling langs Maas altijd mooi. Zo eindigen we een prachtige 20 kilometer wandeling.
MARCHE DU 36E ANNIVERSAIRE. / LES MARCHEURS DU GEER. /BASSENGE 13/05/2012.
MARCHE DU 36E ANNIVERSAIRE.
LES MARCHEURS DU GEER.
BASSENGE.
De mergelstreek omvat het oosten van Limburg, het noorden van Luik en het Nederlandse Zuid-Limburg.
Mergel is een afzettingsgesteente bestaande uit een mengsel van klei en fijnverdeelde kalk. Het ontstond door opeenstapeling van dode diertjes met een kalkskelet op de bodem van de Krijtzee die hier tientallen miljoenen jaren geleden aanwezig was. Tussen de mergel zitten klompen silex of vuursteen. Het is een erg hard gesteente dat voornamelijk aangetroffen wordt in opgevulde graafgangen van kreeftachtigen. In de prehistorie gebruikte de mens silex voor het maken van wapens en andere gebruiksvoorwerpen. De Romeinse schrijver Plinius sprak van de steen die met een mes gesneden kon worden. De ontginning van de mergel begon in de 13de eeuw. De uitgekapte of uitgekapte mergel werd gebruikt als bouwsteen maar ook als bemesting en later voor de fabricatie van cement. Het mergelland werd door de mens afgegraven en uitgehold. Vandaag zijn er nog tal van groeves actief.
De ontginning zorgde voor het ontstaan van indrukwekkende gangenstelsels die ook gebruikt werden als schuilplaats in oorlogstijd. In de tweede wereldoorlog ging het plaatselijke leven gewoon door in de grotten: er waren slaapkamers, keukens, kapsalons en zelfs geboortehuizen. De Jeker, een zijrivier van de Maas, heeft de bovenste krijtlaag diep ingesneden en steile valleihellingen doen ontstaan. Die valleihellingen zijn geschikt voor hoogstamboomgaarden. Boven op het plateau vinden we akkers en in de natte vallei weilanden.
In dit afwisselend landschap met veel kleine landschapselementen voelt de das zich thuis. We zullen deze kleine beer waarschijnlijk niet ontmoeten, maar tijdens de wandeling zien we in de bermen van de holle wegen wel hun burchten zien. De dorpjes in het dal van de Jeker verwierven sinds de achttiende eeuw faam door de productie van strohoeden. De hoeden werden uitgevoerd tot ver in het buitenland. Toen de hoedenproductie het door nieuwe modes en concurrentie uit het verre oosten moeilijk kreeg in het midden van de 20ste eeuw, bracht een industrieel uit Parijs wat zwamvlok mee van de beroemde Parijse champignons.
Dit alles zien we op deze wandeling. Een fijne wandeling door het landschappelijk prachtige landschap.
MEIKLOKJESTOCHT. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 07/05/2012.
MEIKLOKJESTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
We vertrekken vandaag in het centrum van Diepenbeek. We wandelen even door de straten van het dorp en dan gaan we weer verder tussen wat bomen en struiken en komen zo aan de kapel. De eerste vermelding van deze kapel in 1626, toen stond hier een houten hut waar geregeld diensten gehouden werden, in 1738 werd er een stenen kapel gebouwd maar werd vernield tijdens de Franse revolutie en ze werd heropgebouwd in 1850. Er werden bedevaarten gehouden tijdens besmettelijke ziekten.
We wandelen verder en genieten van het mooie weer. We wandelen verder en komen zo aan het kasteel van Diepenbeek. De Rentmeesterij van Alden Biesen in Diepenbeek is een kasteel uit de 17e eeuw dat oorspronkelijk bewoond werd door de rentmeester van Alden Biesen. Deze rentmeesterij maakte deel uit van de Balije Alden Biesen onder de bevoegdheid van de landcommandeur die resideerde in de landcommanderij van Alden Biesen. De rentmeester had als taak de onroerende goederen en de financiën van de twaalf onderhorige commanderijen te beheren.
Vandaag is het een prachtige plek, er is een oude slottoren of donjon uit de 15e eeuw, een restant van militaire bouwkunst. Wij wandelen verder en wandelen nu langs de Demer. Nu wandelen we terug naar het dorp en wandelen over het gemeenteplein. We komen aan de kerk de Sint-Servatiuskerk aan het Marktplein.
In 1997 werd de 500e verjaardag van de toren gevierd. In de kerk zijn 17e-eeuwse houten gepolychromeerde beelden te vinden. Ernaast het gemeentehuis. Daterend van 1914 en neogotisch van stijl. Ertegenover de voormalige brouwerij en wat verder de kiosk op de stemmige Varkensmarkt. Nog wat verder en we komen terug in de Gildezaal waar onze wandeling eindigt.
We wandelen vandaag in Nederland met de club Jo-Ne Vijlen, zaterdag regen en vandaag ook, de wandelpaden zijn in modderpoelen herschapen, maar dit houd ons niet tegen om de wandeling te doen.
Als we het startlokaal binnen komen zien we Leo Jehae de oud voorzitter en al jaren een goede vriend van ons, spijtig dat het weer tegenvalt voor deze sympathieke club die alles in het werk stelt om ons een mooie wandeling te geven. We vertrekken uit het clublokaal door het dorp en na n paar honderd meter bereiken we het einde van de bebouwde kom, die gemarkeerd wordt door een 360 jarige lindeboom, een markant punt in Vijlen met ernaast het in 1904 gebouwde vakantieverblijf van prins Hendrik, echtgenoot van de toenmalige koningin Wilhelmina van Nederland.
Wij wandelen nu door de velden waar de gele koolzaad in volle bloei staat, wij verlaten even het parkoer om langs de Mariagrot aan de rand van het bos te gaan, opgericht na de Tweede Wereldoorlog uit dankbaarheid dat Vijlen gespaard bleef van het oorlogsgeweld. Dra terug op de route en door een prachtig bos, spijtig dat het zo regent we moeten goed opletten waar we lopen anders zouden we wel eens met een modderpak thuis komen. We wandelen nu in de Vijlenerbossen: een 650 ha groot bosgebied met tientallen soorten loof- en naaldbomen, bijzondere diersoorten en zeldzame plantengroei. Een heel eind wandelen we er door tot we aan de controlepost komen. Na de controle weer verder.
We komen nu bij een paar prachtige vakwerkhuizen, wat zijn ze toch prachtig en zo goed onderhouden ze gaan zeker nog een paar eeuwen mee waardoor een bijzonder stukje erfgoed bewaard worden. We verlaten de weg en gaan door de weilanden over het Koningsvoetpad richting kerk Vijlen. We wandelen nu in het Mechelderbeekdal en langs de Lombergbeek. De kerk komt nu wel dicht bij en nog ven een klim om naar het hoogste punt van Vijlen te klimmen. Nog even door het dorp en dan komen we terug aan in het clublokaal waar onze wandeling eindigt. Ondanks de regen, de modder is het toch een mooie tocht geworden.
De wandeling start aan het Albertkanaal, vanop de parking hebben we een mooi zicht op het kanaal.
Wij schrijven ons in voor de wandeling en we zijn op pad. Een stuk langs de Jeker en dan draaien we het dorp in. Kanne staat bekent voor zijn mergelhuizen en zijn mergelgrotten, vele huizen zijn hier dan ook in mergelblokken gebouwd. Ze zijn meestal wit geverfd en dragen bij aan de charme van het dorp. We wandelen het dorp uit en hebben een mooi zicht op het kasteel van Neerkanne. Wij wandelen dan de Sint Pieterberg op. Het kalkmassief van de Sint-Pietersberg ligt op de grens van Nederland, Vlaanderen en Wallonië. Dit is een unieke streek, met pittoreske dorpjes, forten en kastelen, tal van waterlopen, een bewogen geschiedenis en een uitzonderlijke natuur.
Door eeuwenlange mergelontginning is er in dit gebied een indrukwekkend ondergronds gangenstelsel ontstaan dat thans een van de belangrijkste overwinteringcentra is geworden voor duizenden vleermuizen uit heel West-Europa. Over het hele gebied liggen ook tientallen open mergel-, krijt en silexgroeves verspreid. Van zodra de ontginning in een groeve stopt, neemt de natuur op spectaculaire wijze weer de bovenhand. Wij wandelen door het natuurpark prachtig om te wandelen en te genieten van de natuur . Het Plateau van Caestert bestaat uit waardevolle graslanden en hellingbossen. Onder deze bossen en graslanden bevinden zich oude mergelgroeves die een waar paradijs vormen voor een tiental soorten vleermuizen. Bos, weide en akkers zorgen samen met het ondergrondse gangenstelsel en het reliëf voor een grote variatie aan biotopen. We wandelen nu het Jezuïtenpad. En draaien dan verder naar het kasteel van Neerkanne.
Weer prachtige natuur met hellingen en dalen. En dan wandelen we Kanne binnen, een bezoekje aan de kapel. De kapel wordt in 1647 gebouwd door Herman Jekermans, na een pelgrimstocht naar Jeruzalem (1644-1645), en was een kopie van de H.-Grafkapel aldaar. T.z.t. wordt langsheen de wegen van Neerkanne een kruisweg gemaakt met dertien staties in de vorm van kapelletjes; de H.-Grafkapel fungeerde als laatste statie. De devotie en de bedevaarten die hieromtrent weldra ontstaan geven aanleiding tot een "Heilig Landstichting". In 1653 schenkt Jekermans de H. Landstichting aan Helena van Enckevoort, priorin van de sepulchrienen te Maastricht en Luik, die ze vervolgens afstaat aan de H.-Grafkanunniken van Hoogcruts (Noorbeek), die als rectors van de kapel worden aangesteld.
Zij bouwen in 1656 een rectorshuis tgov. de kapel (cf. Muizenberg nr.454). In 1714 wordt omheen de oorspronkelijke, kleine kapel de huidige kapel gebouwd, gedoteerd door veldmaarschalk Daniel Wolff de Dorpff, gouverneur van Maastricht en heer van Neerkanne. De kapel lijdt zwaar schade tijdens W.O. II, en stort in 1954 in, op de façade en het H. Graf na; het barokaltaar wordt vernietigd.
In 1960 wordt ze in haar oorspronkelijke vorm wederopgebouwd. Nog even door het dorpje en dan weer aan het vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
De beste wandelingen van Haspengouw en Voeren zijn nu verzameld in een handige box met 10 wandelkaarten van de Greenspots plus twee extra kennismakingswandelingen : eentje van het grensoverschrijdende wandelnetwerk Sint-Pietersberg nabij Kanne en eentje van het wandelnetwerk in de Voerstreek Meer dan 400km wandelplezier in één box ! Iedere wandeling wordt aangebracht met een folder , een duidelijke topografische kaart , praktische informatie en veel interessante weetjes over de wandelgebieden. Alle wandelingen zijn zorgvuldig geselecteerd en uniform bewegwijzerd. Ze worden regelmatig gecontroleerd door greenspotters en vervolgens goed onderhouden door de landschapsteams. Het Regionaal Landschap van Haspengouw en Voeren noemt het daarom graag vijfsterren wandelingen. Het landschapsdoeboek Meer achtergrondinformatie over het landschap van de greenspots, de typische fauna en flora en zinnenprikkelende DOE TIPS voor onderweg of thuis, gezellige picknickplaatsen, dat vind je allemaal verzameld in het nieuwe, prachtig geïllustreerde landschapsdoeboek. Het boek telt 180 bladzijden en is heel overzichtelijke opgebouwd. Iedere Greenspot is voorzien van indrukwekkende landschapsfotos , een plant of dier in de kijker , een unieke getekende openklappende overzichtskaart met situering van de belangrijkste bezienswaardigheden en een handig zoeksysteem met kleuren en symbolen.
Wat sfeer beelden bij de officiële voorstelling.
LINK NAAR http://www.rlh.be/landschapsdoeboek,KLIK HIER
We vertrekken met de wandeling in de militaire kwartier van het 'Régiment 12e de ligne Prince Léopold - 13e de ligne', een gemechaniseerde infanterie-eenheid met gepantserde geblindeerde voertuigen en meer dan 500 militairen die sinds 1993 achtereenvolgens in Oost-Kroatië, in Bosnië en onlangs nog in Kosovo werden ingezet.
We kijken eens rond in de kazerne en dan vertrekken we voor onze wandeling in Spa. We wandelen de natuur in krijgen prachtige vergezichten te zien. In de verte zien we een wit kasteel, we wandelen verder door de weilanden en velden waar het aangenaam is om te wandelen. We komen zo in Creppe een klein dorpje met mooie huizen en een prachtige fontein.
Nog een eindje door het dorp en dan weer de natuur in tussen weilanden en bossen. Weer prachtige vergezichten over het landschap. Verder door de bossen met prachtige zichten ne dan weer een heel eind door velden en weilanden en bossen veel afwisseling op deze wandeling. Dan komt de kazerne weer in het zicht en hier eindig een prachtige wandeling.
BLOESEMTOCHT. / DE LOONSE TSJAFFELEERS. / BORGLOON.
BLOESEMTOCHT.
DE LOONSE TSJAFFELEERS.
BORGLOON.
De wandeling start in de fruitveiling in Kerniel, wij vatten de wandeling aan in het centrum van Borgloon op de controlepost, wij wandelen naar Puthofveld waar we langs een van de kunstwerken van Spoor komen. Het is het kunstwerk met appelen die een vrouw voorstelt. We steken de straat over en wandelen dan naar Kerniel, langs de oude spoorweg.
Het Fruitspoor of de oude spoorwegzate (Lijn 23) van Tongeren naar Sint - Truiden (Belgie) bracht in 1879 industrie naar het zuidelijk deel van Limburg én toverde Haspengouw om tot het huidige bloesemparadijs. De spoorweg welke oorspronkelijk (33,4 Km) lang was is Oost - West georiënteerd en verbindt de parallelle Noord - Zuid georiënteerde beekvalleien van Meersbeemden en Kuttekoven..en zo komen we in de Abdij van Colen.
Weggedoken in het heuvelend Haspengouwse landschap midden in de fruitstreek straalt de Abdij "Mariënlof" vrede en rust uit. In de loop der jaren is ze een vaste waarde geworden in Zuid-Limburg. Oorspronkelijk gesticht voor en bewoond door de Kruisheren, opgeheven met de Franse Revolutie, wordt de Abdij sedert 1822 bewoond door de cisterciënzerzusters, als voortzetting van de Abdij Woutersbrakel in Waals-Brabant. Het cisterciënzerideaal werd er hoog gehouden en nog steeds beleeft. Mariënlof, mensen komen en gaan, mensen om de schatten te bewonderen, mensen om te bidden, mensen met hun vragen en problemen, mensen om één of meerdere dagen te genieten van de rust en de stilte.
In een zijgebouw op het binnenplein van de Abdij Colen staan een aantal panelen opgesteld die de ganse geschiedenis van de fruitteelt uit Haspengouw weergeven aan de hand van foto's en teksten. Daarbij kan de bezoeker eveneens de nevenactiviteiten aangaande fruit bezichtigen en ook de moderne fruitteelt met al haar facetten. Thema's als het belang van de fruitproductie, fruit en gezondheid, fruit en wetenschap, worden zeer bevattelijk en educatief geïllustreerd, uitgelegd en getoond. Uiteraard zijn er ook een groot aantal relicten uit het verleden te zien, waaronder de oudste sorteermachine uit Europa en de oudste veilingklok van België. Aan de andere zijde van de vallei ligt Kerniel, werd voor het eerst vermeld in 1279. Het behoorde tot de bezittingen van de graven van Loon. We wandelen nu door de vallei en komen zo in Kerniel.
In de oude pastorij is er nu een wijnboer actief, de wijngaard is gelegen rond de pastorij en je kunt er de wijn gaan proeven. Hier zijn we dadelijk aan de fruitveiling. Voor ons de controlepost. Wij keren dan terug op het parkoers langs de bloeiende bomen, de bloesem is nu wel op zijn best.
Het is genieten van al het moois dat de natuur ons elk jaar weer geeft. Zo kunnen we toch steeds weer genieten van een wandeling in onze eigen stad en dorp. Nog een mooie panoramafoto van Borgloon
De wandelaars, ook hij die niet historisch geïnteresseerd is, vindt hier veel van al wat zijn hart maar begeert. Prachtige, glooiende bossen met unieke flora en fauna, uitgestrekte weilanden, beplant met allerlei soorten fruitbomen. De appelsoort "Gronsvelder Klumpke" is in dit verband te vermelden. Het valt niet te ontkennen dat vooral de afgelopen halve eeuw de fruitteelt voor Gronsveld, Rijckholt en Eckelrade van grote betekenis is geweest.
Doch de uitgestrekte weilanden zullen in de nabije toekomst gedeeltelijk verdwijnen. Spijtig want vandaag kunnen we nog genieten van de prachtige boomgaarden in bloei. We vertrekken in Gronsveld tegen de tuinen van het kasteel. We wandelen de straat uit en komen aan de ingang van het kasteel. Het huidige kasteel is in 1833 als landhuis gebouwd door de Maastrichtse familie Gadiot. Het is opgericht op de grondvesten van een der ronde torens van een voormalige, rond 1300 gebouwde, rechthoekige burcht. Resten van de drie andere hoektorens en tussenliggend muurwerk zijn nog aanwezig. Bij de bouw van het huis uit baksteen en natuursteen zijn deels de restanten van de oude burcht hergebruikt. In 1880 werd het landhuis in neogotische stijl verbouwd en werden op de hoeken een aantal arkeltorentjes toegevoegd. Gelijktijdig werd tegen de resten van de noordoostelijke kasteelmuur een oranjerie bijgebouwd. Aan de hoofdweg heeft het kasteel een uit 1881 daterend poortgebouw met poorttoren in neogotische stijl met neoclassicistische elementen. Rond het kasteel bevindt zich een ruim en mooi park.
We wandelen verder en komen zo in de prachtige natuur, we komen in het Savelbos. Het Savelsbos is een 6 km lange, vaak smalle gordel van hellingbossen op de vaak steile Maas dal helling. Het bos kent zeer steile, vaak eroderende hellingen en veel trappenpaden. We komen aan Huis De Beuk deze ligt in het gedeelte waar vroeger mergel gewonnen werd. In 1881 ontdekte Marcel de Puydt, een Belgisch archeoloog, in het Savelsbos de eerste sporen van prehistorische vuursteenmijnbouw. Hij trof een groot aantal gebruiksvoorwerpen aan. De mijnen bestaan uit honderden schachten met galerijen, waar de mensen zo'n 5500 jaar geleden vuurstenen uit haalden om werktuigen (o.a. bijlen en hakken) van te maken. Merkwaardig is dat overal in de omgeving grote hoeveelheden vuursteenscherven te vinden zijn, die vaak afkomstig zijn van prehistorische productie van stenen bijlen en dergelijke. Tot in de 19e eeuw werden vuurstenen ook gebruikt om vuur mee te maken met hulp van een tonteldas. In mindere mate werd er destijds ook vuursteen gewonnen voor de bouw. Het gebruik van vuursteen bleef in deze omgeving echter nogal beperkt vergeleken met bijvoorbeeld de Voerstreek. Bij Moerslag ligt het geologisch monument Moerslag, waar vroeger kalksteen of mergel werd gewonnen om land en weiden te bemesten.
De mergel komt op sommige plekken aan de oppervlakte en daar zijn ingangen de berg (mergelgroeve) in. Door het hele bos verspreid bevinden zich deze mergelgroeven. Na de Tweede Wereldoorlog stopte deze cultuur. Soms worden nog wel champignons geteeld in de grotten. Veel van die ondergrondse gangen staan nu op instorten. Bekende namen zijn: de Dolekamers, de Hel, de Beuk, het Varkensgat, Het Wijnkeldertje en het Mergelgat. In de grotten, waar een constante temperatuur van 10 graden Celsius heerst, overwinteren vleermuizen. Huize de Beuk is een oude boswachterswoning nabij Gronsveld die al in 1848 werd gebouwd. Het pand is opgetrokken uit kalksteen en werd gebouwd in opdracht van de Belgische familie Martens uit Leuven. De naam van het pand is afkomstig van de eerste bewoners, de familie Beuken. Tussen 1848 en 1938 werd het pand door drie generaties Beuken als bos- of veldwachter bewoond. Vanaf de hooggelegen woning konden ze de omgeving goed in de gaten houden.
De heuvel waarop Huize de Beuk staat heet de Wijngaardsberg. Hier werd nog tot in de tweede helft van de 18e eeuw wijn verbouwd. De gangen in de kalksteen zijn de restanten van de kalksteenwinning die al vanaf 1500 werd gewonnen ten behoeve van de woningbouw. Ook de Utrechtse Dom werd al rond 1500 gebouwd van Gronsveltsteen. De winning werd echter bemoeilijkt door de slechte kwaliteit van het gesteente en de aanwezigheid van veel vuursteen in het gesteente. Nadat de kalksteen gewonnen was, werden de gangen nog een tijdlang gebruikt voor de kweek van champignons. Dit eindigde echter ook in 1963. Daarna werden de groeven afgesloten ten behoeve van de rust van de overwinterende vleermuizen.
Het is een prachtig stuk natuur waar we door wandelen. We wandelen verder door het Savelbos en komen zo aan in St Geertruid. Door de dorpsstraat waar vele mooie grote boerderijen in vakwerk en mergel. Gewoon prachtig. Na de doortocht door het dorp terug de natuur in. Wat verder komen we aan de controlepost, hier een tentoonstelling van het fruitstreekmuseum.
We wandelen weer verder en komen zo terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling met prachtige natuur, vakwerk en kasteel.
De historische stad : steegjes, huizen, plaatsen, fonteinen en de 18de- eeuwse Abdij vertellen een contrastrijk verleden.
Stavelot en het water : sinds altijd heeft het water ritme gegeven aan het stadje met de Amblève en zijn oude brug, de fonteinen en zijn wasplaatsen, zijn vijvers waar de herinnering aan de 19de- eeuwse leerlooierijen zich weerspiegelt. Veel van de huizen ij het stadje zijn vakwerkhuizen, wij wandelen uit de stad klimmen en hebben een prachtig zicht over de omgeving. Wij wandelen nu naar Parfondruy een gehuchte met een eeuwen oude kapel. Nu wandelen we weer een heel eind door de prachtige omgeving bossen met diepe dalen, weer eens stevig klimmen en dan weer dalen.
Wij zijn hier op de weg naar Coo. Wat een prachtige vergezichten hebben we hier. We wandelen hier op de route van Point de vue de Ster een panoramaroute. Op het uitkijk hebben een uitzicht op de waterval van Coo. We wandelen door de bossen en komen zo in Ster. Ook hier weer enkele prachtige vakwerkhuizen. Een heel eind wandelen we weer door de bossen en komen zo terug in Parfondruy. Nu nemen we de oude spoorwegzate richting Stavelot.
In Stavelot wandelen we een eind door de straten met prachtige gebouwen. We komen aan de Sint-Sebastiaanskerk. De bouw van de kerk begon in 1750; ze werd in 1754 ingewijd. Ze herbergt het schrijn van Remaclus uit 1268 in het koor en een beeld van de heilige in de rechterzijbeuk. Een deel van het meubilair is uit de 18e eeuw, aangevuld met meubilair uit de eerste parochiekerk en uit de abdij van Stavelot. Wij wandelen over het plein en keren zo terug naar ons vertrek. Een mooie en aangename wandeling.
MIDWEEKWANDELTOCHT. / WSV DE VELDLOPERS. / GULPEN. 18/04/2012.
MIDWEEKWANDELTOCHT.
WSV DE VELDLOPERS.
GULPEN.
Als we de parking verlaten om naar het startlokaal te gaan komen we voorbij de GULPENER BIERBROUWERIJ.
De geschiedenis van de brouwerij gaat terug tot 1825 toen het onder de naam Gulpener Bierbrouwerij de Gekroonde Leeuw en werd opgericht door Laurens Smeets (1781-1835). De brouwerij, nog steeds een familiebedrijf ligt nog altijd op dezelfde locatie. Laurens weet al snel voldoende afzet te vinden voor zijn bier en kan hierdoor dan ook een bloeiend bedrijf overdragen aan zijn zoon Jan. Toen Jan zich ook terug trok werd de directie gevormd door de zonen Guillaume en Edmond en schoonzoon Jan Renier Eduard Rutten. Het zijn na die periode de nakomelingen van de schoonzoon die het bedrijf voortzetten als Rutten's Bierbrouwerij de Zwarte Ruiter. Nadat de naam De Zwarte Ruiter in handen kwam van een onroerend goed magnaat, werd de naam Gulpener Bierbrouwerij geïntroduceerd. Vandaag is het nog altijd een familie bedrijf met veel respect voor de natuur en zijn omgeving, tradities worden bewaard. Wij gaan verder naar het startlokaal.
Na de inschrijving vangen we onze tocht aan en klimmen Gulpen uit langs het Joods monument. Gulpen is het kloppend hart van het Zuid-Limburgse heuvellandschap. De omgeving staat bekend om haar schitterende landschap. De heuvels maken het on-Nederlands mooi! De gemeente kent 10 dorpjes met elk een eigen sfeer. Vandaag ontdekken we de prachtige omgeving van Gulpen. We wandelen door de prachtige natuur langs veldwegen waar we prachtige panoramas hebben op het golvend landschap. Na een poosje wandelen we het bos binnen en komen zo in Scheulder dorp. De plaats is gelegen aan de oude Romeinse heerweg en pelgrimsroute van Maastricht naar Aken. Al in de zevende eeuw trok men erlangs op bedevaart. In het dorp was vroeger een gasthuis, waar men destijds kon schuilen, de plaatsnaam is een verbastering van dit woord. Vroegere namen waren ook wel Schuiler of Schuller.
De geheel uit mergel opgetrokken Sint-Barbarakerk stamt uit de 19e eeuw, de toren is er in de beginjaren van de 20e eeuw bij gekomen. Scheulder ligt op het plateau van Margraten, noordelijk van het dorp ligt het Gerendal. Aan weerszijden liggen andere kleine plaatsjes, de buurtschap IJzeren en Ingber. Het dorp bezit verschillende prachtige oude boerderijen en verschillende vakwerkhuizen. We wandelen door het dorp en wandelen dan naar het Gerendal. Het Gerendal betreft met name een ruim drie kilometer lang asymmetrisch droogdal, gelegen tussen het Geuldal bij Schin op Geul en het plateau van Margraten bij Scheulder. Aan de oostzijde van het dal ligt een doorlopende en steile beboste kalkrijke helling. De bossen worden op enkele plekken onderbroken door soortenrijke kalkgraslanden met talrijke soorten orchideeën. Het Gerendal is landschappelijk nog erg gaaf en bovendien erg stil aangezien er geen autoverkeer is toegestaan. Het is er heerlijk om te wandelen.
We komen dan ook aan de Orchideeëntuin. Deze is aangelegd om een te druk bezoek van orchideeënrijke bossen en weiden te voorkomen. Niet alleen de grote collectie orchideeënsoorten, maar ook de vergezichten zijn er interessant. We wandelen door het Gerendal en komen zo in Berghof. Hier een prachtige grote boerderij en prachtige vergezichten over het landschap. Nu dalen we af en volgen de bergweg tot we richting Gulpen gaan, hier nog een dikke kilometer tot in Gulpen, we komen nu in Heersel een gehucht van Gulpen en passeren de door een bom verwoeste boerderij, op 27/11/1941 ontplofte hier een bom en er vielen 4 doden een ijzeren kruis herinnerd aan deze tragische gebeurtenis.
Nu dalen we af naar Gulpen en komen langs het oude kerkhof, hier staat de oude kerktoren van het dorp. Een romaanse toren die waarschijnlijk uit de 11e eeuw dateert en het enige nog bestaande deel is van een middeleeuwse dorpskerk. Gezien haar bouw (muren van 1,5 tot 2 m dikte) en haar ligging heeft zij waarschijnlijk oorspronkelijk tevens als verdedigingstoren gediend, waar ook de plaatselijke bevolking bij dreigend gevaar haar toevlucht kon zoeken. Weer verder wandelen we langs het riviertje de Gulp, dat dwars door het centrum van het dorp loopt en het dorpsgezicht typeert. De plaats zelf ontleent haar naam aan het riviertje de Gulp. Zo komen we terug aan ons vertrek en eindigt onze woensdag wandeling.
33E MARCHE INT.DE WAREMME. / LES AMIS DU TUMULUS. / WAREMME 15/04/2012.
33E MARCHE INT. DE WAREMME.
LES AMIS DU TUMULUS.
WAREMME.
We vertrekken in Waremme met de wandeling en al vlug wandelen we de Drêve de Longchamps op die ons naar het kasteel de Longschamps brengt.
Het château de Longchamps is een van de weinige kastelen van belang die in de periode van het Eerste Franse Keizerrijk (1810) zijn gebouwd in België. Longchamps werd gebouwd voor Michel Laurent de Sélys (1759-1837), die in 1795, het jaar dat het prins-bisschopsdom Luik werd verenigd met Frankrijk, voorzitter werd van de nieuwe gemeentelijke administratie te Luik. Het kasteel is gebouwd in Empire-stijl. Michel Laurent de Sélys Longchamps huwde met Marie Denise Gandolphe, geboren te Parijs in 1777 en overleden op het kasteel van Longchamps in 1857. In 1800 werd Michel Laurent de Sélys burgemeester van Waremme, onder het Consulaat. Het rechthoekige hoofdgebouw maakt indruk door zijn horizontale lijnen. Zuilen bij de ingang, een bovenverdieping die lager is dan de onderste verdiepingen en vensters op regelmatige afstand van elkaar karakteriseren het gebouw.
Een groot park is behouden gebleven en is getuige van de grandeur van weleer. Met zijn vijvers en zijn beelden is het een prachtig park, wat opvalt is de zee van witte bloemen. Allium paradoxum var. Normale is een aluinsoort.
We wandelen door het park gewoon prachtig wat verder wandelen we het park uit. We komen nu in Petit-Axhe en Grand-Ahxe. Nog wat verder komen in het Insectenmuseum van Petit Axhe. Spijtig dat het gesloten is het is gelegen in een prachtig park met vele wandelwegen en plankenpaadjes, we wandelen er een heel eind door. We verlaten het domein en komen in Berloz.
Het Château de Berloz werd vanaf de twaalfde eeuw tot aan de Franse Revolutie bevolkt door de graven van Berloz. Deze graven speelden een voorname rol bij de geestelijkheid, het leger en de administratie van het Land van Luik (Pays de Liège). Het kasteel is geïntegreerd in een merkwaardige omgeving, die tevens de kerk Saint-Lambert, de pastorie en de 'ferme castrale' omvat. Het kasteel werd vroeger omgeven door een groot park. Sinds het begin van de twintigste eeuw is het park, dat een vijver bevatte, van het kasteel gescheiden door de openbare weg. Het kasteel is door het Waalse Gewest geklasseerd als rijksmonument, maar verkeert momenteel in slechte staat.
We wandelen weer een eind verder en komen terug in Waremme. Door het park en dan zijn we aan het einde van een mooie wandeling.
37E MARCHE DE LA VALLEE DE LA VESDRE. / PORTE OUVERTE PRAYON. / TROOZ. 14/04/2012.
37E MARCHE DE LA VALLEE DE LA VESDRE.
PORTE OUVERTE PRAYON.
TROOZ.
Trooz gelegen aan de Vesdre, in de prachtige vallei van deze rivier.
Wij wandelen Trooz uit langs de prachtige hellingen van de vallei, hoge rotsen met grillige vormen zijn onze metgezellen. We wandelen verder langs de oever en komen aan een klein oud wit huisje met een plaquette; geboortehuis van Jean Le Jeune politiecommissaris van Luik die door de Duitsers op 14/09/1917 dood geschoten. We wandelen weer verder langs de oever van de Vesdre.
En dan klimmen we de steile oever op, door een prachtig beboste oever, tapijten van Daslook vullen de oever op het is mooi ,om te zien wat een grote hoeveelheid hier staan, nog een paar dagen en ze kleuren het bos wit met hun bloemen, spijtig dat fotos geen geur kunnen geven het ruikt sterk naar look. We blijven klimmen tot we boven zijn hier veranderd het landschap van bos naar weilanden. We hebben hier ook prachtige zichten over het mooie landschap. Wat verder komen we in het gehucht Au Thier. Hier prachtige huizen in baksteen, wat duid op de rijkdom van de vroegere huiseigenaars. De gewone mensen hun huizen werden gebouwd met stenen uit de groeven, de welgestelde bouwden hun huizen met baksteen en zo lieten ze zien hoe groot hun rijkdom was. Dikwijls komen we huizen tegen waarvan de achterzijde in steen uit de groeven is maar de voorzijde in baksteen.
We wandelen verder en stekken de Vesdre over. We komen aan de Fenderie. De vallei van de Vesdre is al lang een van de belangrijkste industriële centra van Luik als bewijsmateriaal de fenderie van Trooz, die meer dan 500 jaar geschiedenis heeft. Deze fenderie is een van de oudste in de regio. Haar fundamenten dateren uit de late 16e eeuw. En het werkte tot de tijd van de sluiting in 1988. Op het domein staat het kasteel uit de 17de eeuw en niet te bezoeken. Het is wel een merkwaardig gebouw. Gelegen aan een kunstmatige zijarm van de Vesdre.
Tegenover ligt een ander kasteel dat veel jongere is gelegen in een groot bos park. Dan begin voor ons een lange klim het bos in, maar we worden beloont met prachtige zichten. We wandelen een heel eind door de bossen en komen zo in Forêt. Hier ook weer prachtige hoeven en het kasteel. We wandelen door het dorpje en weer wandelen we de bossen in met weer prachtige zichten over het landschap.
Dalen weer af en komen langs de plek waar men vroeger zink ontgint. Het is heel duidelijk te herkennen want de hele oppervlakte ziet geel van het zinkviooltje. We wandelen nog war verder en gaan dan weer naar ons vertrekpunt. Zo eindigt een mooie en aangename wandeling.