2E MARCHE D'ETE. / LES GUIBOLLES GUIBERTINES. / TANGISSART. 02/06/2012.
2E MARCHE DETE.
LES GUIBOLLES GUIBERTINES.
TANGISSART. / COURT-SAINT-ETIENNE.
Court-Saint-Etienne ligt in het hartje van de Provincie Waals-Brabant. De gemeente telt 8.600 inwoners en strekt zich uit over een gebied van bijna 2.700 hectaren waarvan een derde uit bos bestaat. Verscheidene dorpen met beeldende namen verlenen de gemeente haar landelijke karakter: Sart-Messire-Guillaume, Beaurieux, Tangissart, La Roche, Faux en Limauges.
We vertrekken in Tangissart. Is een groene en heuvelachtige gemeente die door de Dijle, de Thyle en de Orne doorstroomd wordt. Een lieflijk golvend landschap voor met kleine dorpjes waar de tijd is blijven stilstaan, met geblokte Vierkants hoeves die omringd zijn met uitgestrekte akkers en met dichte bossen die een web van wegen en paden verbergen we ontdekken het prachtige landschap, met stukken bos maar vooral de uitgestrekte velden met granen erop. Een stukje door een holle weg en dan komen we in Court-Saint-Etienne. We komen zo aan het station van La Roche. Prachtig om te zien.
Hier verschillende prachtige oudere huizen in natuursteen. We wandelen door het dorpje en dan weer langs kleine kerkwegels door het dorp langs de achterzijde van d e huizen, je komt wel eens mooie bloemen tegen in deze tuinen, mooi meegenomen. Nu komen we weer in een bosrijk gebied. Dan langs een oude boswoning mooi gelegen. We komen zo aan een groot gebouwencomplex het is de Moulin de Chevelipont. In 1293 geeft de baljuw van Nijvel de religieuze van Villers de toelating om de loop van de Thyle recht te trekken, vanuit die tijd stamp de molen. Tijdens de Franse Revolutie werden de molen en de bijgebouwen genationaliseerd en verkocht. De molen werd gebruik voor het malen van graan en het smeden van ijzer.
In 1858 vernieuwen de eigenaren van de waterrad om drie paar molenstenen te installeren. Ze voegen een houtzagerij en een zaag voor marmer en blauwe steen, aangedreven door een waterrad.. Einde 19e eeuw werd de molen gekocht door de familie Boël die het verandert in een houtzagerij. We kunnen niet echt dicht bij de gebouwen komen maar ze zijn wel goed onderhouden en is nu een centrum voor jongeren. Wij steken de Thyle over en hebben nog een mooi zicht op de molen. Nog een eind door het bos en we komen terug aan ons vertrek. al bij al een mooie wandeling. Op de terugweg komen we langs de ABDIJHOEVE MELLEMONT. De grote hoeve van Mellemont, die destijds afhankelijk was van de abdij van Villers. De meeste hoeven zijn heropgebouwd op het einde van de 17e en het begin van de 18e eeuw, omdat ze verwoest of beschadigd werden door de veldslagen en krijgstochten die in deze regio veelvuldig plaatsvonden.
Deze Brabantse hoeve 'Mellemont', het bouwjaar 1687 is vermeld op de schuurmuur. Ook restauratie ten gevolge van normale slijtage was aan de orde. Hout en stro verdwenen en werden vervangen door leisteen en natuursteen. De gebouwen bestaan meestal uit een ingangspoort, een grote schuur (10e schuur) los van de andere gebouwen, en de woning met stallingen, dit alles rondom een groot plein. Sinds de 19e eeuw zijn de muren van de gebouwen wit gekalkt. Mellemont heeft nog steeds een imposante inrijpoort met duivenhoktoren met mansardedak. De 10e schuur is enorm, 17 meter hoog met de originele balkenstructuur nog steeds intact. Indrukwekkend mooi, dat is het zeker. Een bijzonderheid zijn de schilderijen in de buitenmuur, de kruisweg geschilderd en achter glas, zeer bijzonder dat deze bewaard zijn gebleven. We rijden verder en komen in GLIMES. Een dorp met een ver verleden dat bewijst de Tumulus in het dorp, de dorpskerk Saint Joseph gebouwd tussen 1882-1886. Is een prachtig gebouw.
Ernaast de Haspengouwse hoeve Ferme de la Tour. De gebouwen van de mooie vierkantshoeve, waaronder een statige toegangspoort met duiventoren, zijn grotendeels 18de eeuws. Het oudste deel is een 12de eeuwse donjon, geïntegreerd in de andere gebouwen. Zeer mooi verzorgd. We verlaten het dorp om naar de LA RAMEE IN JAUCHELETTE een voormalige cisterciënzerabdij in Waals-Brabant. Omstreeks 1215 stichtte de orde uit Cîteaux in het stroomgebied van de Grote Gete, en meer bepaald in Jauchelette, zuidwaarts van Jodoigne, een abdij voor slotzusters.
De Abdij van La Ramée is een beschermd historisch monument dat met smaak en respect gerestaureerd werd en waarvan de oorsprong teruggaat tot de 18de eeuw. Het is een geweldig mooi complex. Vooral de 10e schuur is indrukwekkend. De boerderij van La Ramée in Jauchelette, die dateert uit 1722. De schuur heeft een van de grootste volumes van het land. Ze meet 46,81 op 21,03 m, wat een oppervlakte geeft van 984,41 m², en 4 beuken met 9 traveeën, met een maximale hoogte van 20,50 m. Een snelle berekening leert ons dat de totale dakoppervlakte 1750 m² bedraagt en het volume ongeveer 13.535 m³. Het is een enorm schuur dat veel zegt over het domein van de religieuze gemeenschap die er eigenaar van was. In het mooie architecturale geheel is vooral veel baksteen verwerkt en leisteen voor de daken. Afwerking en omlijstingen gebeurde met Gobertangse steen, de zusters bezaten immers een eigen steengroeve in Mélin.
Je valt van de ene na de andere verrassing als je over het domein loopt, een prachtig park met vijver en het kerkhof van de zusters kun je allemaal gaan bekijken. De uitgestrekte geplaveide binnenplaats heeft een oppervlakte van meer dan een hectare. Wat we dus hier zien is enkel het hoevegedeelte van het abdijcomplex en dat bleef ook na het verdrijven van de zusters dienst doen als landbouwbedrijf. De abdijen van de Cisterciënzerorde, orde voortkomende uit de benedictijner monniken in de XIIde eeuw, hebben altijd een boerderij bezeten, die voor roeping had om de grondslag van de regel van Sint-Benedictus toe te passen en te beleven; ORA ET LABORA: bid en werk (in het bijzonder met uw handen). La Ramée is ook niet langer een landbouwbedrijf. Het behoort nu tot het kransje van uitzonderlijk Waals patrimonium en werd in 1990 opgekocht door Jacques Mortelmans. Die restaureerde alles met zijn 'NV Immobilière La Ramée' en de gebouwen dienen nu voor exclusieve seminaries, bedrijfsfeesten en huwelijksfeesten. Mortelmans investeerde inmiddels zowat 2,5 miljoen . Sinds La Ramée in 2002 werd opgenomen in de lijst van uitzonderlijk Waals patrimonium kan 95 % van de restauratiekosten worden gerecupereerd van de Waalse overheid. De restauratie gebeurde uiterst zorgvuldig en het geheel oog zeer mooi, alleen de oude watermolen wacht nog op restauratie. Nog een bijzonderheid is dat men de traditie van de monniken verder zette. Keizer Karel had eveneens in zijn Capituleren de Villis alle keizerlijke villae gelast een grote hoeveelheid diverse planten te kweken. De twee eerste van de lijst waren de lelie en de roos (Rosa gallica waarschijnlijk). Aan het einde van de lijst stonden verschillende fruitsoorten. Na de dood van Keizer Karel werden al zijn aanbevelingen helaas vergeten, behalve door de monniken. In hun immense tuinen gingen zij gewoon door met het verzamelen van bestaande soorten en variëteiten, waaraan ze de nieuwe, die hen werden gebracht of die ze vonden in de natuur, aan toevoegden. Bepaalde variëteiten dragen de naam van de abdijen die hen ontdekten: Reinette du Val Dieu bijvoorbeeld. Dus proberen ze hier op de Boerderij van de Abdij van La Ramée hetzelfde te doen. Het Fruiticum is geplant op dezelfde plaats als de boomgaard van de cisterciënzer slotzusters. De ligging is er uitstekend: zacht glooiend naar het zuiden, een bijzonder gunstige bodem voor het kweken van graangewassen, bieten en fruitbomen. In de XIXde eeuw was België rijkelijk bedeeld met boomgaarden met een enorm aantal variëteiten. Ons land werd beroemd in de ganse wereld door de verbetering van het gamma van de perenvariëteiten: ongeveer 1100 nieuwe variëteiten (tot 200 enkel en alleen in het kanton van Jodoigne) werden er bekomen door zaaien. Het Fruiticum heeft zowat 350 oude variëteiten, die aan het verdwijnen zijn, te hergroeperen om ze te beschermen. Het geheel dat in jaar 2000 begonnen is begint nu op een echte boomgaard te lijken. Het is prachtig om te zien hoe het hele domein tot leven is gekomen en zo bewaard word voor de toekomst het is zeker een van de grootste complexen in de streek. We wandelen nog wat rond en ontdekken de prachtige gebouwen, de natuur en de omgeving, dan is het tijd om afscheid te nemen en huiswaard te keren. Een prachtige dag hebben we hier gehad.
MIDWEEKWANDELTOCHT. / WSV. DE VELDLOPERS. / GULPEN 20/06/2012.
MIDWEEKWANDELTOCHT.
WSV. DE VELDLOPERS.
GULPEN.NL.
Gulpen-Wittem is het kloppend hart van het Zuid-Limburgse heuvellandschap. De omgeving staat bekend om haar schitterende landschap. De heuvels maken het on-Nederlands mooi. De Limburgers zeggen regelmatig: wie sjoan oos Limburg is ofwel vertaald hoe mooi ons Limburg is. Dit geldt zeker voor de gemeente Gulpen-Wittem, midden in het Zuid-Limburgse heuvelland.
Een uniek stukje natuur in Nederland en onderdeel van Nationaal Landschap Zuid-Limburg. Het landschap met haar karakteristieke inrichting straalt een landelijke rust uit. We vertrekken met de wandeling vanaf de Dorpsstraat en klimmen zo het dorp uit. We komen langs het oorlogsmonument. Het van beton gemaakte monument is een teken van nagedachtenis aan de joodse gemeenschap en de oorlogsslachtoffers. Volgens de kunstenaar symboliseert het een onderbroken levenslijn of -ritme. De eenvoud maakt concentratie op het gebeurde mogelijk. De gegoten tekst in het Hebreeuws betekent: Hou zoveel van je naaste als van jezelf. Ik ben de eeuwige (afkomstig van Liviticus). Dan wandelen we de uitgestrekte velden, akkers op. Zo ver het oog rijkt graanvelden met op het einde het bos.
We komen aan de splitsing van de veldwegen en wij gaan richting Ingber wat verder langs prachtige veldwegen komen we aan in het Gerendal. Het Gerendal betreft met name een ruim drie kilometer lang asymmetrisch droogdal, gelegen tussen het Geuldal in het noorden bij Schin op Geul en het plateau van Margraten bij Scheulder in het zuiden. Aan de oostzijde van het dal ligt een doorlopende en steile beboste kalkrijke helling. De bossen worden op enkele plekken onderbroken door soortenrijke kalkgraslanden met talrijke soorten orchideeën. Achter deze helling met heuvelrug ligt er een klein dal met daarachter de Sousberg en de Keutenberg.
Aan de westzijde van het Gerendal ligt onder andere het Sint-Jansbosch. Wij wandelen door dit prachtige dal, spijtig dat het weer ons niet goed gezind is maar toch kunnen we van de zichten genieten. We komen zo aan in Stokhem. Een gezellig klein dorpje met een pleintje waar je rustig kunt zitten en genieten van de omgeving ook verschillende mooie oude huizen en hoeven. Vooral vele vakwerkhuizen. Dan wandelen we door de velden en een stukje langs de brouwerij Brand.
Brand te Wijlre is de oudste brouwerij van bier van Nederland. Sinds 1340 wordt in Wijlre bier gebrouwen. De naam Brand is pas sinds 1871 verbonden aan deze brouwerij met de komst van de toenmalige eigenaar Frederik Edmond Brand. Als een van de eersten in Nederland wist Brand in 1902 het laag gistende pilsener bier op de markt te brengen. Het wapen op de etiketten van de bierflessen is van de familie Van Wachtendonck die in de 17e en 18e eeuw als de heren van Wijlre tot 1794 op het nabijgelegen Kasteel Wijlre resideerden. Juist verder ligt de watermolen met dubbel water rad, Molen Otten. Onder de watermolens van Zuid-Limburg is de molen van Wijlre een opvallende verschijning, daar deze in het bezit is van 2 waterraderen. Een dergelijke molen wordt heden ten dage in de wijde omgeving niet meer gevonden. Eén van de oudste documenten is een cleernis; uit 1420. Zijnde een officiële verklaring van de plaatselijke schepenbank over de rechten van de dorpsheer binnen zijn heerlijkheid. Vroeger werd de molen gebruikt als graan en oliemolen. Tegenwoordig wordt deze hoofdzakelijk gebruikt voor het opwekken van groene stroom.
Wij wandelen nu het dorp Wijlre binnen en steken de Miljoenenlijn over. De aanleg hiervan begint in 1925 ten behoeve van het kolenvervoer van de steenkoolmijnen en als werkverschaffingsobject. Hierbij wordt 3,6 miljoen kubieke meter grond verzet. De spoorlijn komt gereed in 1934, op 15 juni. De naam is ontleend aan de kosten per kilometer. Er wordt een astronomisch bedrag in die tijd uitgegeven; fl. 14,4 miljoen voor een lengte van 12,5 km spoor. Een deel van het traject wordt door de Simpelveldse ZLSM geëxploiteerd als stoomtreinattractie. Wij hebben geluk en zien nog de stoomtrein door het landschap stomen. Nu klimmen we de Dikkebuiksweg op. En komen aan de kalkoven Dikkenbeuksweg. Een industrieel monument. We wandelen nog een heel eind door het dal om zo tenslotte aan het Kasteel Cartils te komen.
Kasteel Cartils gelegen in een landelijke omgeving vlak bij de oevers van de Eyserbeek. Het huidige, zeventiende-eeuwse, rechthoekige gebouw heeft aan de voorzijde op een hoekpunt een zogenaamd Arkel torentje en aan de achterzijde bevindt zich een grote ronde toren die uit omstreeks 1500 dateert. Het hoofdgebouw is in 1883 ingrijpend gewijzigd. Het geheel is een prachtig plaatje met een mooi tuin en park. Dan nog even door wandelen en we komen terug in Gulpen waar onze wandeling eindigt.
19E HEUVELLANDTOCHT. / WC. CAESAR. / BEEK. NL. 17/06/2012.
19E HEUVELLANDTOCHT.
WC. CAESAR.
BEEK.
Geschiedenis van Beek: Met de Franse Revolutie tegen het einde van de 18e eeuw kwam een einde aan alle voorheen verworven en gevestigde feodale rechten. Ook de hoofdbank verdween. Keizer Napoleon bracht meer regelmaat in de chaos. Vanaf 1800 werd Spaubeek een zelfstandige gemeente en ook Beek kreeg een eigen gemeentelijk bestuur. Was dit tot 1830 onder de Verenigde Nederlanden, tussen 1830 en 1839 was Zuid-Limburg een deel van de Zuidelijke Nederlanden (België) dat zich had afgescheiden.
Sindsdien konden de gemeenten zich in rustiger vaarwater gaan ontwikkelen. De tegenwoordige gemeente Beek is op 1 januari 1982 ontstaan door het samenvoegen van de voormalige gemeenten Beek en Spaubeek. De gemeente Beek is rijk aan diverse historische kerken, kapellen, patriciershuizen en enkele indrukwekkende boerderijen. Wij verlaten ons vertrek en komen aan het eerste monument, alhoewel als je het van ver ziet lijkt het een vervallen stal in een weiland. Dit huis diende tot 1850 als pastorij een steen in de gevel vermeld de datum 1781 er zijn sporen van de omgrachting van het voormalige Vroenhof de zetel der Heeren van Beeck. We gaan verder en komen aan de bakstenen hoeve met centraal woonhuis uit 1863, de zoon van de eigenaren was een belangrijke sociale voorvechter. Weer verder we komen in Neerbeek, de naam kan worden verklaard uit de ligging die neer- of stroomafwaarts is aan de Keutelbeek t.o.v. Beek. Hier een paar prachtige vakwerkhuizen, en veel prachtige natuur we begeven ons nu naar het Vrouwenbos.
In akten uit 1775 wordt reeds gewag gemaakt van de naam Vrouwenbos. Deze is zeer waarschijnlijk afgeleid van Vrouwe van St.-Jansgeleen, de vroegere eigenaresse van het bos. Een bron uit 1772 vermeldt dat het Vrouwenbos eertijds ook wel Prinsenbos heette, genoemd naar de prinsen van St.-Jansgeleen. Een mooi gebied om in te wandelen en zeer afwisselen. We wandelen verder richting Spaubeek. We komen langs een mooie boerderij waar een groot aantal oude landbouwwerktuigen tentoongesteld staan. Nu komen we in Spaubeek. Spaubeek ligt tegen de helling van het plateau van Schimmert. In de dorpskern van Spaubeek zijn de voormalige buurtschappen Hoeve, Hobbelrade en Looiwinkel opgenomen. De namen van deze buurtschappen zijn nog als straatnamen bewaard gebleven.
We wandelen door de kleine voetwegels die ons de mooiste plekjes van de het dorp laten zien dwars door het landschap komen we in Genhout, hier hebben we een prachtig zicht op de molen. St. Hubertusmolen: Deze houten standaardmolen voor het malen van graan, werd gebouwd in het begin van de 19de eeuw. Als bouwjaar wordt 1802 genoemd. In de massieve houten balk bij de trap, die toegang geeft tot het molenhuis, is de naam Johannes van Mulcken gegrift, vermoedelijk de eerste molenaar. Het vaste onderstel (standaard) draagt de as, die het hele molenhuis draaibaar maakt. Dit kruien geschiedt vanaf de begane grond. Zeer interessant is het geheel uit hout vervaardigde mechanisme. De wieken met een vlucht van 24 meter worden in het molenhuis afgeremd op de gladde zijde van het eikenhouten tandwiel met eveneens houten remstuk, de zgn. vang. De St. Hubertusmolen werd in 1971 van gemeentewegen aangekocht en grondig gerestaureerd. Het is een prachtig zicht de molen in het landschap.
Genhout: De plaats omvat het dorp Groot Genhout en het gehucht Klein Genhout, deze voorheen aparte kernen vormen tegenwoordig een geheel met elkaar. In de volksmond wordt nog steeds over twee aparte plaatsen gesproken, op de witte plaatsnaamborden die naast de officiële blauwe borden zijn geplaatst staan enkel de oude namen in het plaatselijke dialect. De kernen liggen slechts enkele tientallen meters van elkaar. Hier verschillende prachtige oude boerderijen, vele nog in vakwerk of toch nog gedeelten ervan een van de mooiste is zeker de hoeve Printhagen uit 1744. We wandelen door het dorp en genieten van de prachtige gebouwen. We verlaten het dorp komen nog eens langs de molen en dan door de velden naar ons vertrek in Beek. Wat een prachtige wandeling.
We willen na de wandeling nog even naar het Landgoed Genbroek gaan kijken. Het hoofdgebouw is een grotendeels witgepleisterd en witgeschilderd bakstenen gebouw. Het bestaat uit vier rechthoekig aaneengesloten vleugels, elk onder een zadeldak, waarbij een rechthoekige binnenplaats wordt omgeven.
In de twee verdiepingen hoge oostvleugel is een gerieflijk woongedeelte gevestigd, terwijl de west-, noord- en zuidgevel vanouds respectievelijk een economiegebouw, een pachterwoning en een schuur herbergden. Rond het kasteel ligt een Engelse landschapstuin. Hier kunnen we naar hartenlust in rondwandelen met zijn vijvers en parken. De tuin is een beschermd natuurgebied dat momenteel, als onderdeel van het aangrenzende Kelmonderbos, in beheer is bij Natuurmonumenten. Op de vijver zitten eenden en reigers en ook een deel waterschildpadden die hier waarschijnlijk uitgezet zijn door mensen die aan iets beginnen zonder te bezinnen. In het bos lopen eekhoorntjes rond. Mooi om hier even rond te wandelen en tot aan de vijver voor het kasteel daar hebben we een mooi zicht op het kasteel zelf. Een fijne dag hebben we hier in Zuid Limburg gehad.
41E MARCHE INT. DES 3 PAYS. / CLUB MARCHEURS "M-3-F" PLOMBIERES. / HOMBOURG 16/06/2012.
41E MARCHE INT. DES 3 PAYS.
CLUB MARCHEURS M-3-F PLOMBIERES.
HOMBOURG.
Vandaag een wandeling vanuit Hombourg. Hoog gelegen op een top tussen Geul- en Gulpdal, tussen de heuvels van HEES en van SCHAESBERG.
Vanuit het dorp, maken prachtige wandelingen naar alle gehuchten en naar de bossen van LASCHET en HEES het mogelijk, vanuit eenzelfde punt, ver gelegen panorama's te ontdekken. Maar eerst moeten we door het dorp en de eerste stop is de brouwerij Grain dOrg. De bieren van t huis zijn De Brice en de Joup alsook een witbier genaamd Canaille. Door het dorp en dan door het prachtige landschap. Langs een gerestaureerde bunker met wat uitleg, Bunker G was een versterkte positie voor grenswielrijders van Hombourg de bunker werd in januari 1935 afgewerkt en diende voor de verdediging van de weg naar Plombières en de verdediging van brug.
Weer verder door het landschap mooie zichten maken de wandeling alleen maar aangenamer en zo leren we het Land van Herve beter kennen. Nu wandelen we over de oude spoorwegzate dit is werkelijk een mooi stuk natuur we wandelen op de Lijnen 38 en 39 van het RAVeL-net. Zo komen we aan de mijn site van Plombières. De mijnsite van Plombières is vandaag een natuurreservaat. Het gebied wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van graslanden op zinkhoudende bodem. De graslanden op zinkhoudende bodem, stille getuigen van de vroegere mijnactiviteit, zijn milieus die een heel bijzondere fauna en flora herbergen. De planten die hier groeien zijn soorten die enkel voorkomen op bodems met zink of andere zware metalen. Hun verspreiding in Europa is heel beperkt.
Het zinkviooltje is de meest representatieve soort. We wandelen een heel eind door het natuurreservaat. Dan komen we aan de rivier de Geul die hier in de bergwand verdwijnt. Op 18 oktober 1861 vroeg de onderneming aan de autoriteiten toestemming, om het bed van de rivier de Geul om te leggen en te kanaliseren op de terreinen waar zich de mijnwerken bevinden. Dit om de steeds groter wordende overlast van binnensijpelend water van de Geul door spleten in de bedding te voorkomen. De gemeente Montzen geeft toestemming om de plannen uit te voeren onder voorwaarde dat de grenzen waar de gemeenten elkaar raken door stenen markeringen worden aangegeven. Het gehele kanalisatieplan wordt uitgevoerd en kost de onderneming meer dan een tiende deel van haar aandelenkapitaal. Over een lengte van meer dan 3000 meter werd dit werk uitgevoerd aan de Geul.
We wandelen verder door dit wel opmerkelijk landschap en komen zo aan het HUIS VAN DE MIJNSITE van Plombières. Dit gebouw is één van het oudste van de gemeente. De bouw heeft tijdens de winter 1644-1645 plaatsgevonden. In 1982 werd de gevel en het dak onder monumentenbescherming gestelt. Bij renovatie is een groot deel van het vakwerk bewaart gebleven. Delen die in een te slechte staat waren, werden met dezelfde materialen, maar met behulp van de huidige technologie vervangen. De authenticiteit is daarom nog goed herkenbaar. Het project werd met de grootste zorg en nieuwste duurzame technologie in de bouw uitgevoerd. Dit huis uit de 17e eeuw herbergt een museum dat gewijd is aan de geschiedenis van Plombières en zijn natuurreservaat waar zeldzame planten bloeien op een bodem die verrijkt is met metalen.
Wij wandelen weer verder en gaan stilaan richting dorp, onderweg komen we verschillende infoborden met oude fotos van de plek van toen de mijn nog actief was. Nog wat verder komen we aan het Couvent-Klooster. Dan weer een heel eind langs velden en weilanden langs bosranden met weer prachtige zichten, dan komen we langs mooie oude boerderijen. Wat verder komen we aan de kapel St Roch uit 1763.
Weer verder langs prachtige oude huizen in hard steen, ook hier weer worden oude gebruiksvoorwerpen gebruikt om de tuin te versieren, oude verzinkte gieters, kuipen en melkkruiken. Wel een mooi plaatje. Nog even en we zijn terug in Hombourg waar onze wandeling eindigt.
23E MARCHE D'EL VESPRAYE. / AM VILE CINSE BERNEAU. / BERNEAU 14/06/2012.
23E MARCHE DEL VESPRAYE.
AL VILE CINSE BERNEAU.
BERNEAU.
Berneau werd gesticht op een golvende leembodem. Het landschap vertoont veel overeenkomsten met dat van het nabijgelegen Nederlandse Zuid-Limburg.
Onze wandeling vertrekt vanuit Berneau en loopt door het Land van Herve. De route gaat vanaf Berneau door de weilanden langs het riviertje de Berwinne naar Dahlem en van daar door pittoreske dorpjes zoals St. André, Mortroux en Bombaye in het Franstalige gebied ten zuiden van de Voerstreek. Het is een glooiend landschap met fraaie vergezichten waarin we ook door de beekdalen van de Ruisseau de Mortier en de Ruisseau dAsse wandelen. Opvallend zijn de weilanden en boomgaarden die zorgen voor streekspecialiteiten als Hervekaas, mousserende cider, peren- en appelstroop.
In het kleine centrum van Berneau vertrekken we aan de Rue du Viaduct bij een grote typisch ommuurde hoeve naast het Château de Longchamp van Berneau, dat schuil gaat achter een hoge muur en dat gedeeltelijk in de steigers staat, waardoor het gebouw grotendeels aan het zicht onttrokken is. We wandelen door het prachtige landschap van het Land van Herve. Velden en akkers, langs bosranden wandelen we en komen zo in S-Gravenvoeren. We blijven in het veld wandelen het is prachtig de vele vergezichten met op de achtergrond de heuvels van de voerstreek. We komen langs een kleine kapel midden in het veld. Dan weer verder komen aan een plaats die Crucifix Bouillon heet, hier staan 3 veldkruizen twee stenen van 1598 en 1835. En een ijzeren kruis. De plek is goed onderhouden.
>
Wij weer verder onder de spoorwegbrug door en komen in Weert hier een oude hoefsmidse spijtig dat ze niet meer bestaat, alleen het bord met de hoefijzers erop herinnerd er nog aan. Een mooie oude drinkbak met bloemen weer verder door straten met mooie oude huizen we komen zo in Sangville hier prachtige oude huizen en boerderijen midden in de weg een klein kerkje met een ijzeren kruis tegen. Zo komen we in Bombaye waar een van de prachtigste hoeven van de streek staat.
Wij wandelen weer verder nu wandelen we een heel eind door de weilanden langs draaimolens over houten poortjes dit is pas echt het Land van Herve. We komen zo terug in Berneau we wandelen langs de oever van de Berwinne en onder de 250 meter lange spoorbrug van de spoorlijn 24, de Montzenroute, die het dal van de Berwinne overspant nog even het brugje over de Berwinne, en voor ons zien we het kasteel van Berneau.
Zo komen we nog langs de oude school van Berneau wat eigenlijk een mooi gebouw is en dan terug naar het lokaal waar onze wandeling eindigt.
16E MAASGALMTOCHT. / WC. DE MAASGALM. / ELSLOO. NL. 10/06/2012.
16E MAASGALMTOCHT.
WC. DE MAASGALM.
ELSLOO.NL.
Het oorspronkelijke Elsloo ligt in het uiterste zuidwesten van de huidige plaats, bij de Sint Augustinuskerk.
Deze kern heeft een beschermd dorpsgezicht en heeft ondanks de groei van Elsloo toch de uitstraling van een klein dorp weten te behouden. Delen van dit oude dorp zijn door de aanleg van het Julianakanaal verdwenen. Via een steile helling belandt men nu vanaf de kerk meteen bij het lager gelegen kanaal. Eertijds stond de kerk centraal in het dorp. Door de ligging aan de rand van de Maasvallei steekt de toren boven de vallei uit en is zo een goed herkenbaar punt. Wij vertrekken met de wandeling bijna aan de kerk we komen ook nog voorbij het Streekmuseum "de Schippersbeurs" ontleent zijn naam aan de voormalige schippersbeurs, gebouwd door schipper en reder Jan Conincx in 1620. Het hoofdgebouw in Maaslandse stijl is uit het begin van de 17de eeuw en de twee aangrenzende arbeiderswoningen dateren uit de 18de eeuw. Het museum ligt in het beschermd dorpsgezicht van Elsloo, met fraaie vergezichten over het Belgische deel van het Maasland.
De collecties van het museum zijn hier ondergebracht sinds 1960. Spijtig vandaag niet open zal voor de volgende keer zijn. we wandelen verder en komen in Terhagen, Stein. We wandelen verder en komen zo op de kruising in het veld de plek heet Armsterveld. Vroeger konden de armen van het dorp een stukje grond krijgen van de gemeente om voor hun eigen onderhoud te voorzien. Vandaar dat deze plek Armenveld hete. Er staat ook een herinneringskruis, dit werd dikwijls geplaats op plaatsen waar een vreselijk ongeval gebeurde om eraan te herinneren wat er gebeurde en als waarschuwing. We wandelen verder en komen aan het Bunderbos. Het Bunderbos is een lintvormig bos dat ligt op de oostelijke terrassengordel van het Maasdal tussen Elsloo en Bunde in Zuid-Limburg.
Het Bunderbos is zeer rijk aan bronnen en beekjes. We wandelen door natuurgebied en komen zo in Catsop is een buurtschap van de gemeente Stein. In het bos De Horst zijn vestingwallen en een gracht van circa 6 meter breed te onderscheiden. Vermoedelijk was dit een kamp van de Noormannen die zich aan het eind van de 9e eeuw in de omgeving van Elsloo hadden gevestigd. Wij wandelen verder door de velden en langs de randen van het bos en zo komen we in Moorveld. We wandelen een heel eind langs de spoorweg en komen zo aan het domein van het kasteel van Elsloo. Maar eerst wandelen we een heel eind door het bos en het park naar het kasteel toe. Het is hier prachtig.
Dan komt het kasteel in zicht. Vanuit het noorden gezien, liggen het kasteelpark van Elsloo en de botanische tuin aan het begin van het Bunderbos. Het aangrenzende kasteel (thans hotel-restaurant) was in de middeleeuwen tot aan de franse revolutie de hoofdzetel van de Heerlijkheid Elsloo. In 1860 liet de toenmalige kasteelheer Ch. de Geloes het kasteelpark in Franse stijl aanleggen met bijbehorende moes- en kruidentuin. In archieven spreekt men over "Den Hoff vant 's_Heeren Huys. Botanische tuin IVN Elsloo.
Onlosmakelijk met het kasteelcomplex verbonden is de prachtige botanische tuin van het IVN. De botanische tuin is prachtig gelegen in het kasteelpark van Elsloo op een helling gevormd door de Slakbeekvallei en een uitloper van een oeroude voormalige maasoever. Samen met het Bunderbos (ook wel helling- of bronnetjesbos genoemd) is het een uniek natuurgebied. Wij bezoeken de tuin even het is een prachtig geheel met een waaier van verschillende planten. Nu wandelen we het plein voor het kasteel op. Een bezienswaardigheid is het Kasteel Elsloo, bij de oude dorpskern langs het Julianakanaal. Het is slechts een gedeelte van het oorspronkelijke kasteel, dat in de loop der tijd door de Maas is weggespoeld. Tot het kasteel behoorde vroeger ook de Slakmolen, een watermolen die in de jaren '80 maalvaardig is gerestaureerd.
We verlaten het kasteel en nog even en we zijn terug aan het schippersmuseum en hier klimmen we ven om zo aan het vertrek te komen, van hier hebben we prachtige zichten op de Maas. Zo eindigd een mooie en aangename wandeling in Elsloo Nederland.
35E GRANDE MARCHE DE L'AMITIE. / LES MARCHEURS DE L'AMITIE LANDENNE. / SCLAYN 09/06/2012.
35E GRANDE MARCHE DE LAMITIE.
LES MARCHERURS DE LAMITIE LANDENNE.
SCLAYN.
Sclayn gelegen aan de Maas, wij wandelen langs de oever van de Maas met prachtige zichten, veel bos en hellingen wisselen elkaar af.
We wandelen langs het eiland in de Maas en dan komt de sluis van Andenne in zicht deze steken we over. Langs een oude fabriekje dan weer langs de oever langs de Quai des Bateliers en kome, zo aan een mooi huis in lokale steen, mooi. We verlaten de oever van de Maas en wandelen nu naar Loysse waar we langs prachtige rotsen wandelen, het is toch merkwaardig hoe deze grillige rotsen ontstaan zijn. we wandelen door het bos langs een klein riviertje.
Zo komen we in Landenne. In Landenne liggen verschillende oude boerderijen en het is een prachtig dorpje, veel natuur en ook weilanden en akkers. Zo komen we aan het monument voor de mijnwerkers van het ongeval van 26/09/1883 in Sclaignaux. Weer wandelen we verder en klimmen uit het dal om beloont te worden met prachtige vergezichten. We zijn hier in Vezin.
Ook hier weer prachtige huizen en veel n,atuur gewoon genieten is het van al dat prachtige wat ons geboden word. Nu wandelen we eer naar Sclayn en komen langs een steile wand waar vroeger een steengroeve was. Hier kunnen we Orchideeën zien de Hondskruid is een prachtige bloem.
Wij wandelen gewoon verder steken de Maas over en de kerk van Sclayn staat voor ons. Nog even een stukje langs de Maas met een paar mooie zichten en we hebben ons vertrek terug bereikt.
De wijngaardslak (Helix pomatia) is een op het land levende slak die behoort tot de familie tuinslakken. Helicidae. De wijngaardslak is een relatief grote soort die een grijsbruine lichaamskleur heeft, het huisje is lichtbruin van kleur met lichtere strepen. Het lichaam van een kruipende slak kan een lengte bereiken tot 12 centimeter en het huisje is 3,5 tot 5 cm groot.
De slak is herbivoor en leeft van verschillende soorten planten, waarvan uiteenlopende plantendelen worden gegeten. De slak zelf wordt gegeten door verschillende natuurlijke vijanden en heeft daarnaast te vrezen van de mens. De wijngaardslak is één van de eetbare soorten slakken en wordt beschouwd als een delicatesse in met name de Franse keuken.
VINKENTOCHT. / W.S.V. DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 04/06/2012.
VINKENTOCHT.
W.S.V. DE SCHOVERIK DIEPENBEEK.
DIEPENBEEK.
Het Middenlimburgse Diepenbeek ligt aan de Demer en Albertkanaal. Men vindt er ook de prachtige natuurgebieden, zoals de Maten, De Daute Weyers, de Dorpsbeemden en De Bodem. Stuk voor stuk prachtige natuurgebieden.
Wij kunnen vandaag wandelen en genieten van het landelijke omgeving met tal van oude hoeven. De vakwerkhuizen laten ons de sfeer opsnuiven van het Oude Diepenbeek. De afwisseling van vakwerk en baksteen komt hier veel voor, het woonhuis in vakwerk en de stallingen in baksteen. Sommige vakwerkhuizen zijn juweeltjes en de zorg eraan besteed door hun eigenaars is soms ontroerend. We wandelen door de straten en genieten van de prachtige juweeltjes.
Ook de natuur geeft deze wandeling een tikje meer en zo is het toch weer altijd een beetje anders. Wanneer we langs de weilanden wandelen waar de boerenpaarden staan te grazen. Maakt het plaatje compleet. Een prachtige wandeling door een mooie stukje Limburg.
GEMZENTOCHT. / WSV DE GEMZEN / MAASTRICHT - BIESLAND. 03/06/2012.
GEMZENTOCHT.
WSV DE GEMZEN.
MAASTRICHT / BIESLAND.
De Gemzen organiseren een wandeling in Maastricht, een mooie wandeling met prachtige stukken natuur, alleen het weer is een tegenvaller.
Wij wandelen richting België naar Kanne. Langs velden en weilanden met prachtige zichten over het landschap. Zo wandelen we naar Neercanne en stekken de grens over naar Kanne. We komen aan de kapel van Kanne. Na een pelgrimstocht naar Jeruzalem liet Herman Jekermans in 1647 in Kanne een kopie bouwen van de Heilig Grafkapel. Ze vormde de laatste statie van een kruisweg langs de wegen van Neerkanne. In 1714 werd om het oorspronkelijke bouwwerkje heen de huidige barokke kapel opgetrokken uit mergelsteen en met een chronogram '1714'. De klokgevel wordt ingedeeld door Toscaanse pilasters die een entablement dragen. In het timpaan wordt de graflegging in reliëf uitgebeeld. Ook de zijgevels zijn ingedeeld door pilasters.
De kapel leed zware schade tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sinds 1948 is de kapel beschermd als monument. In 1954 stortte ze in, met uitzondering van de voorgevel en het Heilig Graf. In 1960 werd ze in haar oorspronkelijke vorm heropgebouwd. Het bepleisterde interieur is overspannen door een tongewelf met barok stucwerk. De Heilig Grafkamer, een vierzijdig gebouwtje uit mergel en gepolychromeerd hout, bevat een beeld van de dode Christus. We wandelen langs de kapel en door het centrum komen langs verschillende mergelhuizen, normaal we zitten hier in de mergelstreek van Limburg. Ook hier zijn nog verschillende mergelgroten.
Nu wandelen we naar Sint Pietersberg een bijzonder prachtig stukje natuur. We genieten van de prachtige natuur en zo komen we terug aan het Jekerdalpark en aan de Jeker en de watermolen. Nog even verder en we komen terug op ons vertrek. Een mooie wandeling ondanks het slechte weer.
De vedermotten (Pterophoridae) zijn een familie van nachtvlinders. De soorten uit deze groep worden gekenmerkt door de diepe insnijdingen in voor- en achtervleugel. Als de vlinder rust zijn de vleugels vaak enigszins opgerold en staan ze van het lichaam af zodat er een T-vorm ontstaat. De vlinders zijn dan goed gecamoufleerd in het grasland waar ze voornamelijk voorkomen.
De sneeuwwitte vedermot, vijfvingerige vedermot of witte vedermot (Pterophorus pentadactyla) is een nachtvlinder uit de familie Pterophoridae, de vedermotten. De sneeuwwitte vedermot is een kleine vlinder met een spanwijdte van 24 tot 35 millimeter. De vleugels zijn erg diep ingesneden waardoor het lijkt of de vlinder vleugels heeft bestaande uit vijf veren.
De gevlekte smalbok (Rutpela maculata, oude naam Strangalia maculata) is een kever uit de familie boktorren (Cerambycidae).
De kever is makkelijk te herkennen aan het langwerpige, naar achteren versmalde achterlijf, en een gele kleur met donkerbruine tot zwarte vlekken. Vaak is er sprake van vier rijen vlekken, die echter naar het achtereind toe steeds meer samensmelten tot banden; de laatste twee rijen zijn dus eerder dwarsstrepen. De kop en het borststuk zijn zwart, en de poten erg sprieterig. De tasters zijn zoals veel andere soorten boktorren ongeveer even lang als het hele lijf en hebben na elk segment een lichtere, vaak gele tot rode kleur. De lengte zonder de lange tasters is ongeveer 25 millimeter.
De penseelkever (Trichius fasciatus) is een insect uit de familie bladsprietkevers (Scarabaeidae).
Het uiterlijk is verder kenmerkend; een zeer sterk behaard lichaam, behalve op de dekschilden die een kleur en tekening hebben van een wesp of bij en in combinatie met de beharing wordt menig predator op het verkeerde been gezet door deze vorm van mimicry. De beharing zorgt ook voor de overdracht van stuifmeel, waardoor deze kever een rol speelt in de bestuiving van bloemen. De lengte is ongeveer 12-15 millimeter
34E MARCHE DES CORSAIRES. / LES CORSAIRES DE SART-LEZ-SPA. / SART-LEZ-SPA 02/06/2012.
34E MARCHE DES CORSAIRES.
LES CORSAIRES DE SART-LEZ-SPA.
SART-LEZ-SPA.
Een wandeling door de dorpjes en gehuchten, zoals bijvoorbeeld Solwaster, Surister en Herbiester of een wandeling over het marktplein van Sart, laat ons een kijkje nemen in het typisch ardenner plattelandsleven of om een aantal prachtige huizen te bekijken van vroeger.
Huizen, die aangepast zijn aan het hedendaagse leven, met liefde gerestaureerd en gebouwd met stenen uit de omgeving, met lage plafonds en kleine raampjes, vaak voorzien van balken en houtwerk met traditioneel ijzerbeslag. Het vroegere plattelandsleven toonde niet graag zijn rijkdommen, als men die al had. Er zijn slechts enkele monumenten, die ons herinneren aan het verleden van deze dorpjes en hun vaak nogal roerig verleden. Ze zijn beslist de moeite waard om te ontdekken, zoals de versterkte kerktoren van Sart, zijn romaanse doopvonten, de prachtige maagd uitgesneden in hout in de kapel van Wayai; lès Hôts Egrés op de markt van Sart, een uniek huis, daterend uit de 17e eeuw.
Ook een bezoekje waard zijn het oude gerechtsgebouw en de perron van Sart met vrijheidssymbool; voorheen misschien meer een symbool van trouw aan het Luikse Prinsdom van het oude regime. We komen op het marktplein van Sart, prachtige plein met zijn kerk, toeristische dienst en een fototentoonstelling in het oudste huis van Sart. Gewoon prachtig, dat vele wandelaars er maar zo voorbij lopen kunnen we niet goed begrijpen, maar ja. Dan wandelen we de open ruimte in,langs hagen en weilanden puur natuur. Ook weer de prachtige oude huizen met zorg onderhouden met weinig tierlantijnen aan. Zo komen we in de vallei van de Hoëgne.
Deze wandeling vertrekt van het station van Sart, over de Vecquée, een van de belangrijkste wegen doorheen de Hoge Venen en loopt langs de Hoëgne tot aan de Leopold II waterval. Gewoon een prachtig stukje natuur. Wij blijven klimmen en dalen door het prachtige landschap, dan weer een vergezicht over de groene weilanden met bossen omzoomd.
Gewoon prachtig. Dan komen we terug in Sart. Langs het oude kasteel van Petit-Sart. Bijzonder gebouw. Nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een bijzonder mooie tocht dat ons liet kennis maken met het Ardens platteland.
Onze laatste dag van een prachtige 4daagse. Gelukkig hebben we het weer mee, 4 dagen zon de wonderen zijn nog niet de wereld uit.
Vandaag de tweede wandeling in Beaufort. Gelukkig is het een andere parkoers dan zaterdag, een pracht van een wandeling is het geworden. We verlaten het dorp wandelen langs velden en dan het bos in, weer worden we verrast door de prachtige rotsformaties die hier te zien zijn. we blijven de hele tijd in de vallei met rotsen gewoon mooi. Maar ook de vergezichten mogen er wezen, gewoon prachtig.
Al de natuur die ons geboden word is zo overweldigend. We komen in het Naturwaldreservat Saueruecht een groot bosgebied. Met prachtige wandelwegen. Een kleine beek stroomt door het bos. Kom van op een hoogte al slingerend naar beneden. Raar maar waar we komen aan een plek met een info bord midden in het bos was vroeger een treinstation. Birkenbaach, alte bahnstrasse op 319meter hoogte. Weer komen we tussen de prachtige rotsen, een prachtige plek met veel kleurschakeringen.
Van grijs naar geelbruine, bedekt met groene mossen prachtige schakeringen. Wij blijven de rest van de wandeling tussen de rotsen, over brugjes. Zo komen we terug in Beaufort. Prachtige wandelingen, geweldig mooi warm weer, veel natuur en cultuur gezien , kastelen bezocht en genoten van de gastvrijheid van de eigenaars van het vakantiehuis in Irrel, lekker gegeten en geproefd van de lokale specialiteiten, een wandelvierdaagse die voor herhaling vatbaar is. Wij kijken al uit naar onze volgende wandelvierdaagse in september. 1. EUROPIADE September 2012. In IRREL en ECHTERNACH
Vandaag wandelen we in Oberdonven een deelgemeente van Flaxweiler. We wandelen het dorp uit langs uitgestrekte weilanden en velden.
Geleidelijk aan komen de wijngaarden in zicht en hiervoor zijn we gekomen om tussen de uitgestrekte wijnvelden te wandelen. Prachtige zichten over de wijngaarden en het landschap. Overal op de muren bij de wijngaarden zitten hagedissen, ze zitten te zonnen.
Het zijn prachtige en snelle diertjes leuk om naar te kijken. We blijven tussen de wijngaarden wandelen wat een plezier is het om hier te wandelen en te genieten van de enige paar dagen zon van heel deze lente.
Wij lopen verder en komen in het dorp aan. We komen aan het lavoir de wasplaats die prachtig gerestaureerd is. Wij wandelen verder en in de verte zien we Flaxweiller liggen.
Terug tussen de wijngaarden. Vanop de heuvels hebben we een prachtig zicht op de Moezel. Boven lopen we langs de rotsen en hebben er prachtige vergezichten. Nu dalen we af en wandelen tussen de wijnvelden, gewoon prachtig. We lopen tussen de Reisling druiven de koning van de druiven en de wijn nu dalen we af naar Niederdonven, hier zie je wel dat je in de wijnstreek bent overal staan oude wijnpersen die nu dienst doen als bloembak. Nog wat verder tussen de wijngaarden en zo komen we terug in Oberdonven.
In de startzaal zijn vele wandelaars en het is er gezellig. Een heel bijzondere wandeling is het geworden met prachtige vergezichten, wij hebben er met volle teugen van genoten. Morgen de laatste wandel dag van onze 4daagse terug in Beaufort.
Bezoek aan Bollendorf.
Bollendorf is een gemeente in de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, en maakt deel uit van het district Bitburg-Prüm. Bollendorf ligt aan de Sauer, de grensrivier met Luxemburg.
Op de andere oever ligt de Luxemburgse plaats Bollendorf-Pont. Op korte afstand liggen de steden Bitburg en het Luxemburgse Echternach. We stoppen op de parking en gaan even naar de Sauer, prachtige zicht over de rivier en ook het zicht op de burg van Bollenberg is mooi. Dit imposante historische landhuis, gebouwd op Bollendorfs voormalige kasteelgronden, was ooit het zomerverblijf van de abten van Echternach. Op een mooi domein met park, wandelpaden en 2 vijvers, aan de rand van Bollendorf. Direct aan de Sauer, we wandelen langs de rivier naar de burcht. Wij komen langs de molen met parkje en dan klimmen we naar de burg. Langs de toegangspoort komen we op het grote plein met de gebouwen rond. Boven de ingangsdeur staat het wapenschild van de abten van Echternach. Met datum 1739. Even rond wandelen op de erenkoer en dan even kijken in het park met vijvers en de ijskelder.
Nog even verder wandelen door de straten van het dorpje en we komen aan de Romeinse villa. Boven de burcht Bollendorf bevinden zich de resten van een Romeinse villa die tijdens opgravingen in 1907-1910 werden ontdekt. De villa Bollendorf is met zijn hoekrisalieten (hoektorens) en een daartussen gelegen porticus (zuilengang) de bekendste vertegenwoordiger van de in die tijd typische landhuizen in het Moezel- en Rijnland. Achter de porticus ligt een grote hal met een keldertrap en kelder, links een badcomplex. Deze Villa Rustica is heel bijzonder en je kan er in rondwandelen en zo de verschillende vetrekken bekijken, een bijzonder monument. Na ons bezoek dalen we weer af naar de Sauer. We wandelen nog een eind langs de rivier en dan zoeken we ons een eetgelegenheid om van de lokale keuken te proeven. Gezellig eten op het terras is zeer aangenaam. We vangen nu onze terugweg aan en komen nog langs Schloss Weilerbach, hier stoppen we nog even.
Barockschloss Weilerbach
Het kasteel is zeker één van de mooiste en interessantste kastelen van de streek. Het ontstaan heeft het te danken aan de laatste Abt van de abdij Echternach, Ammanuel Limpach, die het barokke kasteel liet bauwen in 1780 dit tezamen met de ijzersmelterij en de smidse. De indrukwekkende plek bevat een prachtige barokke tuin met fonteinen, een paviljoen en bronnenhuis.
Spijtig dat we wat te laat zijn anders hadden we het museum café ook kunnen bezoeken waar een verzameling van de in Eisenhütte Weilerbach vervaardigde producten te zien is tot in 1954 werd het in bedrijf gehouden. In het kasteel is een wellness centrum gevestigd. Wij wandelen even rond op het domein, prachtig kasteel, de tuin is bijzonder een wandeling rond de tuin geeft een zicht op de pracht van het hele domein. De eisenhutte bestaat uit verschillende ruïne die prachtig bewaard zijn. Een mooie plek van historische waarde.
Wandeling Beaufort Over het Müllerthal trail, wandelt door Felsen en schluchten van het Klein Zwitserland in Luxembourg. Zo word de wandeling op de folder aangeprezen. En dit is zeker niet overdreven.
Het dorp ligt in het deel van Luxemburg dat bekend staat als Klein Zwitserland, nabij het Mullerthal. Toerisme is dan ook een belangrijke bron van inkomsten. Aan de rand van Beaufort ligt een 700 jaar oude kasteelruïne van Burg Beaufort. De vroegere Romeinse legerplaats Aleburg ligt nabij Beaufort. Wij wandelen het stadje uit en worden naar het Mullerthal Trail geleid. De Mullerthal Trail leidt over een lengte van 110 km door alle landschappelijke bijzonderheden van de regio Müllerthal- Luxemburgs klein Zwitserland. Paden gaan door bossen en weiden om steeds weer langs indrukwekkende kloven en bizarre rotsen te komen. Wij volgen maar een klein gedeelte van het Trail, maar het is wel een prachtig stuk. We vangen al vlug glimp op van het kasteel maar daar blijft het voorlopig mee, wij wandelen door het dal met prachtige natuur.
Veel afwisseling met wat bos en akkers maar telkens weer mooi, op de open plekken hebben we geluk hier komen vele citroenvlinders voor en ze blijven zelfs even zitten zo dat ik wat mooie fotos kan nemen.
We wandelen nu in SAUERUECHT Het bosgebied Saueruecht heeft veel prachtige uitzichtpunten om het dal van de Sauer te bewonderen Dan wandelen we in HAUPESCHBACH UND HALERBACH dal De dalen van Halerbach (Haler beek) en Haupeschbach (Haupesch beek) bieden een romantisch beeld: We wandelen over kleine bruggen, weelderige mosbegroeiing en reusachtige rotsblokken komen we tegen.
Het is één en al pracht om hier door te wandelen en we genieten dan ook van al het moois wat de natuur ons hier aanbiedt. Op het einde van het dal komt het KASTEEL BEAUFORT in zicht. De aan het kasteel grenzende burchtruïne biedt een prachtig aanblik en is een geliefd doel voor een bezichtiging. In het kasteel van Beaufort wordt de bekende Cassero (aalbeslikeur) handmatig vervaardigd. We wandelen nu voorbij het kasteel en kunnen zo heel goed de ruïne zien.
Wij klimmen nu uit het dal en komen zo terug in het dorpje. Een fijne wandeling is het wel geworden en we kijken er naar uit om maandag de tweede wandeling in Beaufort te doen.
Bezoek aan Echternach.
De oudste stad van Luxemburg, opgericht door de Ierse monnik Willibrord gaat terug naar het jaar 698 na christus. 5500 inwoners leven de dag van vandaag in de kloosterstad. Gelegen op 160 meter boven de zeespiegel in een bocht van de Sûre, aan de ingang van het Luxemburgse Klein Zwitserland,
Mullerthal alsook het Duits-Luxemburgse natuurpark. 2000 jaar geschiedenis hebben vele getuigen achter gelaten: Het Romeinse paleis met pars urbana, de St. Pieter- en Paul kerk met elementen van Merovinger, romaanse en gotische stijl; de Romaanse basiliek met crypte en graf van Willibrord. Op de markt het kruis der gerechtigheid en het stadhuis in gotische stijl. Resten van de stadsmuur met 7 torens, barok benedictijnen klooster en Rococo paviljoen in het stadspark. De oude stenen en indrukwekkende gebouwen zijn niet de enige attracties van het kleine stadje. Mooi gelegen in een bevoorrecht natuurlijk kader is Echternach sinds lang het centrum van een schilderachtige omgeving waarvan de uitgestrekte wouden, de heldere beekjes, de vreemd gevormde rotsen en de diepe ravijnen haar terecht de bijnaam Luxemburgs Klein-Zwitserland en een keurplaats in het Duits-Luxemburgse natuurpark opgeleverd hebben. Wij bezoeken het stadje en zeker het voormalige klooster is indrukwekkend.
De abdijkerk bezoeken we en ook de crypte. We lopen rond de gebouwen en nemen een kijkje in de KLOOSTERTUIN MET ORANGERIE Vanaf het middelste gedeelte van de prelatenvleugel lopen we in de richting van de rond bouw. We gaan door een ronde boog met een smeedijzeren hek en zien de parken van de tuin. De beelden tegen de façade stellen de vier jaargetijden voor. De beeldhouwwerken werden waarschijnlijk gemaakt door de Würzburger beeldhouwer Ferdinand Tietz. De weg gaat terug naar de prelatentuin en van daaruit naar de met kastanjebomen beplante oosttuin in. We gaan rechts, onder de gebouwen van de school, de weg in die naar het stadspark gaat. In het voormalige lusthof van de abdij, aan de oever van de Sûre, ligt het vijfhoekige Rococo paviljoen. Het paviljoen is gebouwd omstreeks 1761 in rococostijl door architect Paul Mungenast. Via de monumentale buitentrap komen we in de grote zaal, waar audiovisuele uitleg wordt gegeven over de architectuur in Luxemburg en de invloed die de abdij van Echternach hierop heeft gehad.
Een prachtig aangelegd park voor het paviljoen is het beste te zien vanop de trappen van het paviljoen. We wandelen een eindje langs de Sûre tot aan de brug en deze steken we over we komen terug aan de stadsmuur. De vroegste overblijfselen van de verdedigingsmuur dateren uit de 10e eeuw. In de 13e eeuw had de muur een lengte van 2000 meter, 20 schaalvormige torens en 4 stadspoorten. Het grootste deel van de verdedigingsmuur werd pas in de 19e eeuw verwoest. De nog overgebleven torens werden in 1813 bij een openbare verkoop verkocht en tot woningen omgebouwd. Voorbij de hoektoren lopen we langs de 12 15 meter brede stadsgracht, waar plaatselijk sinds 1998 weer water door loopt. Gaandeweg komen we nog langs 5 torens, waarvan vooral die in de Hoovelecker Buurgmauer, de laatste jaren voor toeristische doeleinden gerestaureerd zijn. zo komen we terug aan de plaats waar onze auto staat. Zo rijden we terug naar Irrel. Een mooie, warme dag is het geworden, wij kijken al uit naar morgen voor de wandeling aan de Moezel in Oberdonven.
In de omgeving van het plaatsje Irrel, niet ver van de grens met Luxemburg, tref je tal van bezienswaardigheden aan.
Eén van deze bezienswaardigheden is de Teufelsschlucht. We komen aan en gaan eerst het museum bezoeken in het infocentrum, hier kun je zien welke dieren hier leven en hoe de Teufelsschlucht ontstaan is. Wij hebben de tijd om nog van iets lekkers van de lokale keuken te genieten en dan gaan we de wandeling door en rond de Teufelsschlucht te doen. De route ernaar toe wordt keurig op de borden langs de weg aangegeven. De Teufelsschlucht is ontstaan door het neervallen van een stuk rotswand. Hierdoor oogt het landschap zeer ruig en is het prettig wandelen. Vanaf de parkeerplaats is het ongeveer 400 meter lopen naar het begin van de Teufelsschlucht.
Vanuit het niets kijk je een enorm diepe spleet in, omgeven door rotsblokken bedekt met mos. De wandeling in de rotsspleet is een absolute aanrader! Door de trap naar beneden af te lopen kom je meteen in het diepste gedeelte van de Teufelsslucht. Het betreft een nauwe spleet, omgeven met steile rotswanden. Onderaan de trap buigt de Teufelsschlucht naar links en is het oppassen geblazen. op verschillende plaatsen moeten we krom gebogen onder de lage rotsblokken door. Ook het lichtspel is geweldig. Van uiterst helder (zeer geschikt voor mooie fotos), tot bijzonder donker.
Aan het einde van de spleet bevindt zich andermaal een gecreëerde trap omhoog. Boven gekomen kun je genieten van een geweldig uitzicht op een dal en het stadje Irrel. Wij volgen hier een stuk van de Deutsch-Luxemburgische Felsenweg. Onder aan het pad is een houten bruggetje over de Prüm. Op deze brug zien we de watervallen (zeg maar stroomversnellingen) van de Prüm.
Het is en prachtige plek om even te verpozen, we klimmen terug uit het dal en wat verder ligt een klein maar gezellig restaurantje. Hier gaan we pauze houden en wat lekkers eten. Na een lekkere maaltijd en wat rust gaan we weer de route op.
Bij elke rots is het weer anders en het is een hele beleving. Soms klimmen en dan weer dalen dan weer onder de rotsen of erover. Heel mooi. Na een prachtige wandeling zijn we terug aan het bezoekerscentrum. Het is hier wel mooi.
We overnachten in Irrel zelf. We zullen maar eens opzoek gaan naar ons adres voor de volgende 4 dagen.
Irrel.
Irrel is de hoofdgemeente met verschillende dorpen. Het is een gezellig dorpje waar de het riviertje de Prum doorstroomt, er is ook een alcoholstokerij. De Südeifelbrennerie met een restaurant waar je lekker kun gaan eten.
Van de oude kerk staat alleen nog de toren in het centrum en de nieuwe kerk staat wat verder maar daar staat de toren ook apart. Het is een dorp waar alles te vinden is, en waar het gezellig vertoeven is. onze vakantiewoning ligt in het midden van het stadje, lieve mensen dei ons hartelijk ontvangen en ons even rondleiden in de prachtige tuin, een fles met bubbels staat koud voor ons onthaal, parking voor de deur en rustig gelegen meer moet dat niet zijn.
Voor het fotoalbum Teufelsschlucht op de link klikken
MARCHE DES LURSONS. / LES LURSONS DE LA REID. / LA REID 20/05/2012.
MARCHE DES LURSONS.
LES LURSONS DE LA REID.
LA REID.
Een wandeling door het prachtige landschap met veel vergezichten. Veel bos en natuur. Wij wandelen door de prachtige streek.
We wandelen naar Winamplanche. Een prachtige dorpje met oude huizen en veel groen. We komen dan aan het kasteel Lebioles. Een stukje geschiedenis: Het is voornamelijk aan Georges Neyt (1842-1910) te danken dat één van de mooiste parels van het architecturaal patrimonium van de stad Spa er is gekomen. Neyt, diplomatiek gezant en gevolmachtigde minister, was een uitzonderlijk en visionair iemand, van wie men beweert dat hij een natuurlijke zoon van Leopold I was. Tussen 1905 en 1910 liet hij "Le Manoir de Lébioles" bouwen. Jammer genoeg heeft hij niet lang van zijn "Petit Versailles des Ardennes" kunnen genieten. In 1912 droeg de erfgename van Georges Neyt, prinses Clémentine, de jongste dochter van Leopold II, het landgoed over aan Edmond Dresse, een Luikse zakenman. In 1926 werd aan de familie Dresse de titel « Dresse de Lébioles » verleend.
De familie Dresse de Lébioles heeft daarna 69 jaar in het landhuis gewoond. Het waren vooral Liliane Dresse de Lébioles, de enige kleindochter van Edmond, en haar vader Armand die opnieuw leven aan het landhuis hebben gegeven door er tal van evenementen te organiseren, zoals voorstellingen van het "Théâtre National de Belgique", jachtpartijen, concerten en schitterende recepties. In 1980 verkocht Liliane het gebouw aan de "Société Immobilière de Belgique", die het op haar beurt doorverkocht aan een familie van hotelhouders. Die familie heeft het etablissement tot in 1999 als een eersteklas "hôtel de charme" uitgebaat en boekte daarmee veel succes. Toen het hotel in 1999 werd verkocht, betekende dat echter het begin van een periode vol tegenslagen voor het landhuis. De plannen voor een "nieuw" hotelconcept konden niet naar behoren worden uitgevoerd, het hotel werd ondermaats onderhouden en het was voortdurend het slachtoffer van vandalisme. Meer dan één jaar duurden de transformatie- en moderniseringswerkzaamheden. De schoorstenen werden hersteld, alle trappen werden ontmanteld en opnieuw aangebracht, en de historische vloerbekleding werd blootgelegd en met behulp van oude methoden weer in haar oorspronkelijk staat hersteld. Voorts werden de 120 vensters van het landgoed één voor één gerestaureerd, kregen de tuinen weer hun oorspronkelijke vorm en nog veel meer. Kortom, "Le Manoir de Lébioles" werd helemaal in zijn vroegere staat hersteld. Het is een prachtig zicht vanop de inrijlaan.
Dit stukje erfgoed is voor de volgende generaties bewaard. We wandelen verder en komen in Creppe een deelgemeente van Spa. Hier ook weer prachtige huizen in de lokale stijl.
Weer duiken we de bossen in met prachtige zichten. Veel afwisseling met geregeld wat dalen en klimmen. We komen zo terug aan ons vertrek. Een mooie natuurwandeling met prachtige zichten.