TOMMENTOCHT. / DE VRIENDENKRING KORTIJS. / GINGELOM 06/03/2016.
TOMMENTOCHT.
DE VRIENDENKRING KORTIJS
GINGELOM.
Vandaag een wandeling in Gingelom, vertrek in cultuurhuis Den Dries, tot onze verbazing is dit de voormalige kerk van Klein Vorsen. Een prachtig voorbeeld van hoe een kerkgebouw een nieuwe en nuttige bestemming krijgt. Klein-Vorsen is gelegen in Droog-Haspengouw. Het omliggende landschap wordt gekenmerkt door een glooiend reliëf en de vruchtbare gronden zijn uitermate geschikt voor akkerbouw. Centraal in het gehucht bevindt zich de Sint-Rumolduskapel. Deze voormalige kapel dateert uit het laatste kwart van de negentiende eeuw en is opgevat als een eenbeukige kerk. Het gebouw is opgetrokken in baksteen en afgewerkt met arduin. In 2005 werd de kapel omgebouwd tot een lokaal cultuurhuis.
Kasteel Roberti. Een 18e eeuws bouwwerk. Hier woonde H.J. Roberti, de eerste lokale belastingontvanger na de onafhankelijkheid van België. Dit prachtige gebouw wit geschilderd ligt in een park. We vertrekken met onze wandeling aan het plein. Op de Groenplaats staan nog een paar mooie oude boerderijen werkelijk de moeite om even te bekijken. We wandelen verder. De velden in we passeren de Snyerskapel. Verder met onze wandeling we wandelen nu de Romeinse weg op. Langs deze weg komen we de eerste tom- tumulus tegen. De Avernassetombe of de Tom van Montenaken of Tumulus de Cortis is een Gallo-Romeinse tumulus (tomme of grafheuvel) ten zuiden van Montenaken, in de Belgisch-Limburgse gemeente Gingelom. De tumulus maakt deel uit van een groep van 6 tomben binnen een straal van 1,5 kilometer rond Montenaken en dateert uit de tweede eeuw na Christus. De grafheuvel is gelegen op het Tommeveld. De Avernassetombe heeft een doorsnede van 23 meter en een hoogte van 7,8 meter. In 1979 werd de Avernassetombe beschermd als monument. We wandelen verder en komen in Kortijs.
We komen aan De Snyershoeve is een vierkantshoeve ontstaan in 1635, maar met een huidige kern uit de 2e helft van de 18e eeuw, doch verbouwd in de eerste helft van de 19e eeuw. De prachtige toegangspoort straalt nog altijd de grootsheid van de oude hoeve uit. Wat verder is de controle en rustpost. Dan weer verder dan komen we aan De Drie Tommen. dateren uit de tweede helft van de tweede eeuw na Christus. Ze zijn gelegen aan de Drie Tombenstraat. In 1862 werden de tommes opgegraven door Henri Schuermans en August Kempeneers. In de noordelijke heuvel lag op de plaats van de brandstapel, hier vonden ze crematieresten. In de middelste heuvel vonden ze een grafkelder met niet minder dan 42 voorwerpen, waaronder een paarsgekleurd glazen flesje in de vorm van een druiventros. De zuidelijke heuvel was leeg. Het is een indrukwekkend zicht de 3 tommen zo voor je in het landschap.
We wandelen verder en komen aan De Twee Tommen. In 1863 werden de twee grafheuvels onderzocht door Henri Schuermans, waarbij bleek dat men hem reeds voor was geweest. In de Twee Tommen zijn er geen vondsten aangetroffen. In 1979 werden de Twee Tommen beschermd als monument. In 2014 werden ze na een opknapbeurt van 3 jaar opnieuw heropend. De twee grafheuvels maken deel uit van een groep van 6 tommen binnen een straal van 1,5 kilometer rond Montenaken en dateren uit de tweede helft van de tweede eeuw na Christus.
Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren heeft er een Verborgen Moois wandeling rond deze tommen. We wandelen nu verder langs een prachtige hoeve uit 1873. Dan komen we terug aan ons vertrek en we nemen de tijd om samen met wandelvrienden herinneringen op te halen. Zo eindigt een mooie wandeling.
DOMEIN BOKRIJK TOCHT. /W.S.V. DE RAKKERS. / HASSELT. 05/03/2016.
DOMEIN BOKRIJK TOCHT. 13KM.
DE RAKKERS.
HASSELT.
Als wandelaar haal je je hart op in het 550 hectare grote park van Bokrijk. In het vijvergebied ‘De Wijers en het Arboretum. Je bewondert er tal van boomsoorten, unieke planten en een uitgebreide hulst- en bamboecollectie. De wandeling loopt langs broekbossen en graslandjes, over knuppelpaden en vlonders, langs poelen en rietkragen, over overwegend aardewegen en -paden.
Een afwisselende wandeling waar het op sommige stukken best drassig kan zijn. De wandeling is een mozaïek van park, graslanden, bossen en plassen. We komen langs de mooiste en stilste plekjes in de omgeving. We wandelen veel door de bossen en dan aan de rand van het openluchtmuseum. Hoewel het Openluchtmuseum anno 2016 een luttele 58 lentes telt, reikt de geschiedenis van Bokrijk een stukje verder in de tijd. In 1252 werd er voor het eerst melding gemaakt van ‘Buscurake’. Het zou echter tot 1938 duren eer de Provincie Limburg eigenaar werd van de site en tot 1953 vooraleer de plannen om een Openluchtmuseum te bouwen officieel werden.
In het Openluchtmuseum Bokrijk krijgen bezoekers een verrassende kijk op het dagelijks leven in Vlaanderen vanaf de 16de eeuw. De rijke verzameling omvat historische gebouwen en voorwerpen, levend erfgoed en een oneindig aantal rituelen, technieken, praktijken en verhalen. Wij kunnen enkele van de prachtige huizen zien als wij aan de rand wandelen.
Dan komen we langs de plantentuin waar de narcissen al bloeien een prachtige zicht weer wat verder langs een paar mooie vakwerkhuizen, dan weer verder door het domein wat is het mooi om hier te wandelen. Dan langs het kasteel van Bokrijk. Dan verlaten we het domein.
We wandelen nu door de bossen naar de controlepost, we komen nog enkele wandelvrienden tegen daar worden de nodige ervaringen uitgewisseld en de vriendschappen weer aangehaald. Verder met de wandeling tot we terug aan ons vertrek komen waar we een mooie wandeling afsluiten.
MARCHE DES PERCE-NEIGE. / LES GODASSES DE FRAIRE. / LANEFFE-WALCOURT. 28/02/2016.
MARCHE DES PERCE-NEIGE.
LES GODASSES DE FRAIRE.
LANEFFE-WALCOURT.
Laneffe, de stad van Sint-Elooi en leen van een oud legergewest waarvan de luister jaar na jaar in stand wordt gehouden, is één van de zestien deelgemeentes van Walcourt in België.
Kasteelhoeve van Laneffe; De opmerkelijkste constructie is de kasteelhoeve die oorspronkelijk in 1604 werd opgetrokken. Aan de rand van de Thyria, uitgestrekte omheinde neo-traditionele hoeve van kalkbreukstenen, heropgebouwd op het eind van de negentiende eeuw, daarna deels herbouwd in 1923-1924 na een brand tijdens de eerste wereldoorlog.
Hier komen we voorbij als we de wandeling beginnen; prachtige gebouw. Al vlug wandelen we de bossen in. Geregeld een ferme klim en zo wandelen we en heel eind door deze mooie omgeving om dan in Thy-le-Bauduin. Hier ook een grote kasteelboerderij. Hier prachtige huizen in grijze natuursteen, prachtig om te bekijken.
Dan weer een heel eind door bossen en natuur. In de verte het dorp Laneffe. Weer verder om zo terug op ons vertrek te komen, het is moeilijk om deze prachtige wandeling in veel woorden te beschrijven omdat we veel in bossen en langs weilanden wandelen.
35E MARCHE INTERNATIONALE. / LES SPIROUX. / SUR LE MEEZ. TROIS-PONTS. 27/02/2016
35E MARCHE INTERNATIONALE.
LES SPIROUX.
SUR LE MEEZ. TROIS-PONTS.
Trois-Ponts. letterlijk: "drie bruggen" gelegen waar de rivieren de Amblève en de Salm in de provincie Luik samenvloeien. Wat een prachtige natuur kunnen we hier ontdekken. We wandelen het dorp uit en zo komen we in de natuur. Het bos in een brugje over en volop genieten van al het moois. Grote vlakten weilanden en bossen, de zon schijnt al is het koud en dit alles geeft een prachtig zicht.
Beneden in de vallei duiken de eerste huizen op, wel mooi eerst de daken en dan stilaan het hele gebouw. Langs een veldkapelletje en komen zo op een plek die “Panorama” noemt op een hoogte van 440 meter en je heb hier dan ook een prachtig panorama over de omgeving. Mooie oude boerderijen en het dorpje wat verder. Weer een eindje verder we komen op een plek die Saint-Jacques.
Hier een prachtige hoeve deels vakwerk wat mooi toch. We komen nu in een dorpje Bergeval. Hier prachtige huizen met lokale steen en vakwerk rustig gelegen in de prachtige omgeving. Dan weer een eind door de natuur zalig om te wandelen. Hier en daar nog een streepje sneeuw van de voorbije dagen. Wat verder ligt een prachtig dorpje witte huizen vakwerk en ronde gebouwtjes, zou wel willen weten wat dit is.
We klimmen nu en we komen meer en meer sneeuw tegen. Dairomont heet het hier. Langs een monument voor de heldendaden van de Amerikaanse “551st parachute infantry battallion”. Verder er is blijkbaar ongelukje gebeurt en de hulp helikopter zoek een plekje om te landen.
Wij wandelen verder. We komen nu in “Mont-de-Fosse” en nog even en we zijn terug op ons vertrek. Wat een prachtige wandeling in Trois-Ponts.
KARNAVALTOCHT. / AVIAT SINT TRUIDEN. / AALST. ST- STRUIDEN. 22/02/2016.
KARNAVALTOCHT.
AVIAT SINT TRUIDEN.
AALST. ST- STRUIDEN.
Enkele Romeinse en Frankische vondsten bewijzen dat er reeds vroeg bewoning was. Het document uit 1107 toont aan dat Aalst toen reeds een parochie was, waarvan het patronaatsrecht berustte bij de Abdij van Sint-Truiden. De heerlijkheid Aalst was een Loons, vanaf 1366 een Luiks, leen. In de 17e en 18e eeuw maakte Aalst, samen met Voort, Brustem en Rijkel, deel uit van de Baronie Voort, die einde 18e eeuw het Graafschap Rijkel ging heten maar uiteindelijk, samen met het feodalisme, werd opgeheven. Aalst werd toen een zelfstandige gemeente. In 1971 werd Aalst voor het grootste deel bij Brustem gevoegd. Het gedeelte dat tot de vliegbasis Brustem behoorde werd bij Sint-Truiden gevoegd. In 1977 werd ook Brustem een deelgemeente van deze stad.
Aalst ligt in Droog-Haspengouw. De Melsterbeek loopt van zuid naar noord door het grondgebied van Aalst. Naar het zuiden toe loopt de hoogte geleidelijk op tot 100 meter, waar zich Den Armenberg bevindt. Landbouw en fruitteelt vormen de belangrijkste agrarische activiteiten. We vertrekken in het centrum van Aalst even voorbij de Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangenkerk, een neogotische dorpskerk uit 1854, omringd door een kerkhof. We wandelen verder langs mooie hoeven met een 18e eeuwse kern en de pastorie met 17e eeuwse kern. Dan wandelen we de velden in en een eins langs het militair domein. Zo verder langs het prachtig Haspengouws landschap.
Zo komen we in Kerkom. Kerkom-bij-Sint-Truiden werd voor het eerst vermeld in 1065 als Kyreheim, van het Germaans "kirika" (kerk) en "haima" (huis). Het achtervoegsel bij-Sint-Truiden werd veel later toegevoegd om het te onderscheiden van Kerkom in Vlaams-Brabant. Zo komen we langs Het Kasteel van Kerkom (Alstergoed). Dit kasteel was de zetel van de Heren van Kerkom. De naam Alstergoed is dan ook afkomstig van de familie Van Alsteren, die van eind 14e eeuw tot 1675 Heer van Kerkom was. De familie Van Schoor, eigenaars van 1707-1774, liet een classicistisch kasteel bouwen. In 1889 werd door de toenmalige eigenaar, baron F. de Moffart, iets ten noordwesten van dat kasteel, een nieuw kasteel in eclectische stijl gebouwd. Het classicistische kasteel werd grotendeels gesloopt. Slechts de noordoostelijke vleugel en de oostelijke hoektorens bleven bewaard. Hier bevonden zich de verblijven voor de bedienden en het wagenhuis. De beide gebouwen liggen in een park. Er is een terrasvormige tuin en daarin, op elk van de twee hoeken, een achtkantig tuinpaviljoen uit 1760.
We wandelen nu de vallei van de Cicindria of Molenbeek in. Grootschalige landbouw en vooral fruitteelt wordt op de vruchtbare leemgrond bedreven. Een heel eind wandelen we in de vallei met prachtige veldwegen met veel hagen en bomen langs. Zo wandelen we verder tot we terug aan ons vertrek komen. Een fijne wandeling in Aalst-bij-St.- Truiden.
Vandaag wandelen we met de Partnerwalk in Tongeren te voordele van de blinde geleide honden. We wandelenlangs de Jeker en langs de Kapel van Offelken.
De kapel ligt aan de westkant buiten het gehucht in de beemden. Ze wordt omgeven door een kerkhof met grafkruisen die dateren van het einde van de 16e en begin 17e eeuw. In de 12e eeuw werd een romaanse kapel gebouwd. Oorspronkelijk was de kapel gewijd aan Sint-Martinus. In 1729 werd er op de plaats van de oude kapel een nieuwe kapel gebouwd, waarbij de oude kern behouden bleef.
Nog een tijdje langs de Jeker. Wat verder komen we langs de Tom – Tumulus van Koninksem.
In 1747 is de tumulus reeds onderzocht in opdracht van Lodewijk XV. In circa 1850 is de heuvel gedeeltelijk afgegraven. Thans ligt ze ingesloten tussen huizen. De tumulus stamt uit de periode van de 1e tot 3e eeuw. De tumulus werd in 1979 beschermd als monument. We wandelen verder richting Mulken. Wat verder door de velden en we wandelen zo naar de controlepost, in het nieuwe centrum van de geleidehonden.
Verder wandelen we naar Mulken. Een prachtig stukje natuur door de velden, weilanden en beemden. We wandelen verder en komen aan de Fonteinbeek, en aan het Kasteel van Rooi
De plaatsnaam wordt voor het eerst vermeld in 1278. Het was een leen van de Luikse kerk, waaraan nooit heerlijke rechten verbonden waren. De grond was aanvankelijk in bezit van de ridders van Mulken. Een kasteel op deze plaats wordt waarschijnlijk gebouwd in XIV door Libert Butoir. Eind XIV komen kasteel en goederen in het bezit van Jacques de Hemricourt (1391). Vervolgens in het bezit van de families van Wellen (1416), van Puttem (1436), van Horpmaal (1499), van Ciney (1503), van Wezeren (1616), de Fraisne (1690), de Bussy (1703), de Voet (1792). Gelegen mooi aan de beek en een grote vijver.
Wat verder langs de oude spoorweg nu een prachtig natuurreservaatje. Weer wat verder tot aan de versterkte toren, die deel uitmaakte van de burcht van Mulken, staan nu nog enkel de buitenmuren recht. Het dak en de binnen indeling zijn verdwenen. Het geheel heeft een achthoekig grondplan met een doorsnede van 4,6 meter. De muren hebben een dikte van zo'n 1,85 meter. De toren steunt op een plint van ruwe blokken uit vuursteen, de hogere verdiepen zijn opgebouwd uit bewerkte vuursteen. De vuursteen die gebruikt werd om de toren op te trekken was afkomstig van oude Romeinse bouwwerken in de omgeving. De hoekblokken van de toren bestaan uit mergelsteen en zijn aangebracht in een latere periode. Oorspronkelijk was de donjon enkel toegankelijk via een ladder die leidde naar een opening in de eerste verdieping. De deuropening in de gelijkvloerse verdieping is het resultaat van latere aanpassingswerken. Het aanpalende landgoed dat bestaat uit een woonhuis en boerderij werd heropgebouwd in de 17e eeuw en verbouwd in het midden van de 19e eeuw.
Weer wat verder en dan komen we aan het kasteel van Betho.
Het Kasteel van Betho, een massief vierkant Maaslands gebouw met hoektorens, dateert van 1650-1700 en later. De aanpalende Haspengouwse hoeve dateert uit dezelfde periode en was bekend om haar stoeterij. Het gebied tussen Beukenberg en kasteel is een natuurreservaat.
Dan komen we aan de Beukenbergten westen van de stadswallen is sinds 1945 als landschap beschermd. Het is een langgerekte kunstmatige heuvel, die de scheiding vormt tussen de stroomgebieden van Maas en Schelde. Waarschijnlijk heeft deze heuvel in de Romeinse tijd na de 2e eeuw als onderbouw gediend voor de waterleiding, in het Latijn aquaeductus. Weer wat verder tot we aan de Romeinse muur komen.
Van de Romeinse omwallinguit het begin van de 2de eeuw, waarschijnlijk gebouwd tijdens de regeringsperiode van Trajanus (98-117), bleven aanzienlijke resten bovengronds bewaard. Zij bevinden zich aan de Caesarlaan, Legioenenlaan, Cottalaan, Sabinuslaan en Leopoldwal, aan laatstgenoemde onderbouw voor de middeleeuwse omwalling. De muur heeft een omtrek van 4.544 m en was voorzien van één tot drie V-vormige verdedigingsgrachten. En zo komen we aan het einde van onze wandeling.
44e MARCHE DE LA BERWINNE. / LES PEDESTRIANS DE CLERMONT S/BERWINNE. / CLERMONT-SUR-BERWINNE. 06/02/2016
44e MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT S/BERWINNE.
CLERMONT-SUR-BERWINNE.
Clermont-sur-Berwinne de pracht van dit dorpje in het hart van het Land van Herve is weergaloos. Je wandelt het dorpje binnen via de poort onder het gemeentehuis (dat dateert uit de 19e eeuw), over een oude kasseiweg. De architectuur is opvallend en homogeen. Eén stijl overheerst: de Maasland Renaissance. De huizen hebben maar één verdieping, de gevels zijn opgetrokken in baksteen en de ramen en deuren zijn omlijst met natuursteen. Clermont-sur-Berwinne heeft voldoende troeven om even weg te dromen en te ontsnappen aan de dagelijkse sleur. Het dorpje staat op de lijst van "Les plus beaux villages de Wallonie" (De mooiste dorpen in Wallonië). De woningen zijn eenvoudig maar zeer pittoresk en vormen een harmonieus geheel. In de buurt van de kerk wordt de aandacht getrokken door een inrijpoort en een verdedigingstoren, resten van een herenboerderij uit 1635.
Op een steenworp van het dorp, in een schrijn van bosjes en fruitbomen, en her en der omzoomd door natuurlijke hagen, kunt u ook nog het kasteel van Crawhez en de kasteelhoeve L'Aguesse verkennen, die u rechtstreeks tot aan de voormalige lijn 38 brengen… deze route is tegenwoordig een idyllische wandelroute. Na door het centrum gewandeld te hebben wandelen we de omgeving in wat prachtige zichten over het landschap. Dan komen we aan het oorlogsmuseum.
Remember Museum 40-45.
Een fascinerend museum dat behoort tot de meest interessante in zijn soort. Het Remember Museum opende zijn deuren op 12 juni 1994 en werd ingehuldigd door Bennie Zuskin, een veteraan van de Amerikaanse 1e Infanteriedivisie. Dat zou als gewone anekdote kunnen bestempeld worden, ware het niet dat het een symbool was van het menselijk karakter van dit ongewoon bezoek dat van commentaar wordt voorzien door Mathilde en Marcel Schmetz, de initiatiefnemers van het concept. Zij begeleiden persoonlijk elke bezoeker van het museum, omdat elke wedersamenstelling (meer dan 70 mannequins!), elke vlag, kledingstuk en voorwerp, verbonden is met een waar gebeurd feit en met mensen van vlees en bloed waarvan men de naam, het gezicht en het verhaal verneemt. Men ontdekt er meer dan 500 ‘vroeger-en-nu’ kaders, waarbij jonge mannen in militair uniform geconfronteerd worden met hun huidig beeld van grootvader. Het echtpaar Schmetz staat in contact met honderden Amerikaanse families die het museum regelmatig een voorwerp toezenden dat een eigen verhaal heeft.
We wandelen verder langs een prachtige kapel, en dan langs een paar mooie huizen, boerderijen. Dan komen we aan kasteel van Crawhez (1551)
Het kasteel van Crawhez is gelegen in een smaragdgroene streek van golvende dalen. Een betoverend mooi kader, bekroond met een majestueus park dat prachtige vergezichten biedt. Een van de zeldzame getuigenissen van de gotische bouwkunst in de regio.
Tegenover het kasteel de kasteelboerderij. Dan weer verder door de prachtige streek wat mooie zichten. We wandelen verder en komen in Froidthier. Hier is controle en rust daarna verder langs het kasteel en de kerk en dan komen we aan de oude ijzerweg 38 (de "ligne 38") vandaag een wandel en fietsroute. In Chaumont staat een gedenksteen ter ere van de heldhaftige Nieuw-Zeelandse vliegeniers die sneuvelden in een luchtgevecht tijdens de oorlog 1940-1945. We wandelen verder door het prachtige landschap wat een zichten. We wandelen verder door de weilanden over het golvend landschap wat is het hier toch mooi. Het is genieten van de prachtige natuur. We wandelen een eindje op de “Le Chemin des echaliers” een prachtige wandeling door het landschap. Zo komen we terug aan in Clermont, langs het “Chateau de L’Aguesse”
Het kasteel van Aguesse dateert uit het midden van de 17e eeuw en werd gebouwd in Maasrenaissance, met een woongebouw op de achtergrond en een inkom bewaakt door een ronde toren. Een windhaan op de toren in de vorm van een ekster en een driedelige latei boven de inkomdeur zijn kenmerkend voor deze woonstede. De "aguesse", een Waals woord voor ekster, is de bijnaam voor Mathieu Wauthy (l'Agass), die het kasteel halfweg de 17e eeuw bewoonde.
Weer en eindje klimmen naar het centrum. Ook zien we de achterzijde van het kasteel van Clermont.
Van het eerste bouwsel van het kasteel van Clermont zijn er geen schriftelijke bronnen. Deze burcht werd opgetrokken op de "Godefroid" vlakte en omvatte 2 gebouwen: een 3 verdiepingen hoge dikke toren en een bijhuis. De inkompoort en het uitspringende ronde torentje van het nieuwe kasteel uit 1653 en gerestaureerd in 1783 zijn nog altijd zichtbaar. Dit vrij opmerkelijke geheel verleent een bijzonder karakter aan deze steeg die zich langs de oude ommuring van het kerkhof en het pastoriehuis bochtig een weg baant tot aan het dorpsplein.
We wandelen nog even rond de kerk en op De Place de la Halle
De Place de la Halle van Clermont-sur-Berwinne wordt vaak voorgesteld als een homogeen architecturaal amalgaam van stijlen die de bouwkunst in onze streken achtereenvolgens hebben beïnvloed. In 1888 werd het Stadhuis, dat toen al de straat overkapte, met de grond gelijkgemaakt. Het nieuwe geheel wilde de stijlvoering van de Maasrenaissance in eer herstellen, met een aangenaam resultaat als gevolg. Het torentje is nieuw en wordt in de volksmond "La poivrière" (de pepermolen) genoemd. Onderaan prijkt een schild dat werd gebeeldhouwd ter ere van Sint-Jacobus de Meerdere. Het vorige gebouw was ook al gebruikt als verhoorzaal en als vergaderplek voor de gemeentelijke overheden.
Hier eindigt onze prachtige wandeling in Clermont-sur-Berwinne. In de zaal wachten onze Engelse vrienden op ons. Een fijn weerzien en we nemen d e tijd om wat bij te praten en dan is het tijd voor het afscheid. Een fijne en aangename wandeling.
Deze week twee wandelingen bij onze club de maandagwandeling en de pitslampentocht. De maandag is één van de wandelingen die we al vele keren gedaan hebben zoals de vorige keren wandelen we door de omgeving van Diepenbeek en omgeving.
Vandaag hebben we verschillende prachtige vakwerkhoeven die er heel goed bijstaan. Goed bewaard en bewoont behouden voor de toekomst. Een stuk door de omgeving en de velden langs de spoorweg en daar komen we Philippe tegen die op de wandelingen het zwerfvuil opruimt.
Zo komen we in Berverst. Langs een grote boerderij gedeeltelijk in vakwerk maar ook in baksteen je kunt er aan zien dat hier een gegoede boer woonde en op het infobordje word verteld dat hier het geboortehuis is van Mgr R. Vanheusden geboren is (2/08/1888) in 1919 in Kaapstad tot priester gewijd en naar Congo gezonden. In Luik in 1947 tot bisschop van Cariana gewijd en overleden in Congo in 1958.
Nog een eind verder en nog een paar mooie vakwerkhuizen en we zijn terug aan ons vertrek. Vrijdag avond: Het is al donker als we aan het voetbalveld vertrekken met een fijne groep om de pitslampentocht te doen, we wandelen langs de straten en langs het kanaal tot we aan de eerste stop komen waar we een versnapering krijgen.
En dan weer verder een heel eind door de natuurreservaat. Weer een korte stop en dan de laatste kilometers terug langs de sluizen en zo terug naar ons vertrek. Een mooie wandeling in het donker.
GRENSDORPENTOCHT. / W.S.V. DE GRENSLOPERS. / SCHINVELD. NL 31/01/2016
GRENSDORPENTOCHT.
W.S.V. DE GRENSLOPERS.
SCHINVELD. NL.
De route loopt vanuit het startlokaal naar een nieuw aangelegd natuurgebied en vervolgens via Mindergangelt naar de oude stadspoort en het prachtige historische stadsdeel van de grensplaats Gangelt.
Wij waren benieuwd naar de wandeling omdat ze naar Gangelt gaat. Het eerste gedeelte loopt door het nieuwe stuk natuurgebied, waar vijvers en poelen zijn. Grote open vlakten die begraast worden door Hooglanders. Ook wandelen we een eindje door het bos. Wat verder zijn we de grens over.
We zijn nu in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. Hier ook een eind door de velden en ook hier weer plekken die voorbehouden zijn voor de natuur. Hoogstamboomgaarden die als “streuobstwiesen” waar de vruchten mogen afvallen en de insecten, vlinders en vogels ze mogen opeten.
Dan staan we vlug voor de stadspoort van Gangelt. We wandelen de Broichtor binnen en zij zo dadelijk in de historische kern. Voor ons de St. Nikolaus kerk met een witte toren en is uit de 14 eeuw. We nemen even de tijd om de kerk binnen te bezoeken. Dan weer even verder door de straten langs het oude stadhuis. Weer wat verder da komen we aan de Burgtoren. Wat verder zien we nog wat overblijfsel van de oude stadmuren en een kruidtoren.
We wandelen verder en komen langs het “Hof Grünental” nu wandelen we een heel eind door de velden en zo komen we aan de “Roode Beek- Rodebach” Aan de rand van het natuurpark Roode beek/ Rodebach in Schinveld vind je Bezoekerscentrum Roode Beek.
Dit natuurreservaat met veel water en prachtige zichten over het landschap, met een planken pad door het natste gedeelte. Ook hier weer Hooglanders die aan begrazing doen. Wat verder door het centrum en wat verder komen we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling die niet teleurstelt.
WINTERTOCHT. / W.C. AVIAT SINT TRUIDEN. / GELINDEN. 25/01/2016
WINTERTOCHT.
W.C. AVIAT SINT TRUIDEN.
GELINDEN.
Gelinden ligt in Droog-Haspengouw nabij de vallei van de Herk, waar men het natuurgebied Overbroek-Egoven vindt.
Het gebied bestaat uit kalkgraslanden, vochtige beemden, rietlanden, populierenbossen, en een mergelgroeve. Mergel werd hier in dagbouw gewonnen voor bodemverbetering. De afzetting is 57 miljoen jaar oud en bevat vele fossielen. Er werden 59 fossiele plantensoorten ontdekt, waarvan vele nieuw voor de wetenschap bleken te zijn. In de kalkgraslanden vindt men wilde narcissen. Van de paddenstoelen kunnen de wasplaten (hygrocybe) worden genoemd. Ook de gulden sleutelbloem wordt hier gevonden. Ook naakte lathyrus en hokjespeul behoren tot de zeldzame planten in het gebied.
Vandaag wandelen in een winterse landschap, mooie blauwe luchten. We vertrekken in Gelinden en dan gaan we langs het centrum met verschillende grote 18e-19e-eeuwse vierkantshoeves. Dan weer verder komen we aan de “Verborgen moois” wandeling van Engelsmanshoven.
Een beschrijving van de Verborgen Moois.
Je kent dat gevoel vast wel. Het gevoel dat je overmeestert wanneer je op een plaats komt, ver weg van de bewoonde wereld. Een plaats die je overweldigt door haar natuurschoon of die je mooie herinneringen aan lang vervlogen tijden bezorgt. Vaak zijn het verborgen stukjes landschap. Als je ze niet kent, vind je ze niet. En als je ze niet vindt, is er ook geen aandacht voor en bestaat de kans dat ze langzamerhand verdwijnen. Deze plaatsen, die we Verborgen Moois hebben genoemd, zijn plaatsen die zo karakteristiek zijn voor onze streek dat het de moeite waard is om ze te ontdekken en ze in stand te houden. Het regionaal landschap wil daar graag een handje bij helpen.
Kalksteen leeft! Op de korte wandel lus kan je onderduiken in de diepste holle weg van Sint-Truiden, ronddwalen in een grafveld, de unieke geologische wanden bewonderen en genieten van de verre uitzichten. Bovendien kan je in de kalkgraslanden speuren naar zeldzame plantjes met opmerkelijke namen, zoals hokjespeul en knolboterbloem. Beter kan je deze plek niet beschrijven een uniek stukje Haspengouw.
We wandelen door de holleweg en door de prachtige natuur om zo in Groot Gelmen te komen. Te midden in het fruitige Haspengouw, in de schaduw van de Gelmense kerktoren, schittert weer De Zwaan, de oudste herberg van Limburg! In 1656 was De Zwaan een afspanning. Reizigers die te voet of met de koets naar Tongeren, Luik of Sint-Truiden wilden, hielden er even halt om weer op adem te komen.
We wandelen verder nog een eindje door de boomgaarden en velden, wat prachtige panorama’s. in de verte het kasteel van de Hulsberg en de kerk van Borgloon centrum. Weer wat verder en we komen aan het einde van onze wandeling.
Wellen bevindt zich in Vochtig-Haspengouw. De plaats is gelegen in de vallei van de Herk waar twee watermolens op staan. De Graetmolen en de Wellenmolen.
Na het vertrek komen we al vlug aan de Graetmolen. Het was een onderslagmolen die fungeerde als korenmolen. Reeds in het jaar 1236 werd melding gemaakt van een molen op deze plaats. Uiteindelijk kwam deze molen aan de Abdij van Averbode. De molen werd diverse malen herbouwd. In de Franse tijd werd deze molen aan een particuliere molenaar verkocht. In 1876 en 1880 werden stoommachines geplaatst, maar in 1890 verdwenen deze al. Het waterkrachtbedrijf fungeerde tot in de jaren 60 van de 20e eeuw. Daarna werd het rad en het binnenwerk, met gietijzeren overbrengingen, ontmanteld. Ook het sluiswerk werd afgebroken. Vandaag is de molen bewoond. We wandelen verder een eind langs de Herk.
Langs de weilanden met de Hooglanders die in het natuurreservaat staan te grazen. Dan weer verder en we komen aan het rondpunt met het standbeeld van de Bokkenrijders.
Wellen is het epicentrum van de Bokkenrijders van Zuid-Limburg. Het fenomeen Bokkenrijders dateert van de 18de eeuw. Het grote kapitaal zat in die tijd bij kasteelheren, grootgrondbezitters, adel en clerus. De bevolking moest hard zwoegen. Hun karige loon werd hen dan nog regelmatig door vreemde soldaten en avonturiers ontnomen. Wellen was immers een onderdeel van het land van Loon, onder de voogdij van het prinsbisdom Luik. Het prinsbisdom Luik stelde zich neutraal op in de toenmalige Spaanse Successieoorlog. De boerenbevolking werd daarom het slachtoffer van plunderingen door ronddolende soldaten en vernielingen van de oogsten. Zo moest de autochtone bevolking noodgedwongen zelf gaan stelen: hieruit ontstond de beweging van de Bokkenrijders. De activiteiten van de Bokkenrijders waren in geen enkel opzicht goed te keuren, hoewel ze roofden uit pure noodzaak. Het handelsmerk van de Bokkenrijders was de brandbrief: hierin dreigden ze met brand tenzij de bedreigde een zekere som overmaakte. Ze waren echter minder crimineel en wreed dan beweerd werd. In onze moderne tijd zouden we spreken van ‘kruimeldiefstallen’. Van grote rooftochten was nooit sprake. Volgens de legende zweefden De Bokkenrijders ’s nachts op bokken door de lucht. Dit verhaal werd althans via foltering uit de verdachten geperst. Het is gebaseerd op een Germaans volksgeloof, waarbij demonen in een dierlijke gedaante in een storm door de lucht raasden. In het christendom werden deze demonen assistenten van de duivel genoemd. De rechterlijke macht (indertijd was de geestelijke en wereldlijke heer van Wellen de abdis van Munsterbilzen) trad hard op tegen De Bokkenrijders. De vonnissen (1774-1776) van 27 ter dood veroordeelde Bokkenrijders uit Wellen werden voltrokken op twee verschillende plaatsen; in Munsterbilzen en in de Bonderkuil in Wellen.
We wandelen verder en gaan nu richting Alken waar de rustpost is in de Alk. Na de rust weer verder langs het museum “Zoe was Alleke” een heemkundig museum met vele voorwerpen uit de landbouw. Weer verder een heel eind door de velden om zo weer terug aan ons vertrek te komen.
Kelmis, dat in het drielandenpunt tussen België, Duitsland en Nederland ligt, is de meest noordelijke gemeente van de Duitstalige Gemeenschap. Kelmis werd bekend omwille van haar politiek statuut in de 19e eeuw. In 1815 (het Congres van Wenen) streed het Nederlands-Pruisisch koninkrijk om de grens. Omdat er geen oplossing werd bereikt, werd „Neutraal Moresnet“ een bijzonder statuut toegekend, dat de gemeente tot 1919 behield. Daarna werd het aan België toegevoegd. Naast de bijzondere geschiedenis valt er ook in de natuur met haar rijke fauna en flora – meer dan 212,8 ha Natura 2000 Gebied – veel te ontdekken. Midden in dit natuurgebied liggen de Casinovijver en het kasteel Eyneburg (uit de 13e eeuw, dat nog altijd bewoond wordt).
Vandaag een mooie winterse wandeling en dun laagje sneeuw bedekt de aarde. We schrijven ins in en dan zijn we op weg. Wat een prachtige panorama’s krijgen we voorgeschoteld. Dan wandelen we de bossen in. Toch mooi door het bos met het laagje sneeuw de bomen en struiken hangen vol en het is zo mooi. Weer wat verder langs de open vlakte met zicht op het bos zo prachtig. Het is genieten van het mooie landschap. Zo komen we aan in Moresnet-Chapelle. Weer prachtige vergezichten over het mooie landschap met zicht op de brug van Moresnet. Het viaduct van Moresnet is een 1200 meter lange spoorwegbrug over het dal van de Geul in Moresnet. Het is een van de bekendste spoorbruggen van België, en van Europa. De brug is onderdeel van spoorlijn 24 (Montzenroute Antwerpen-Aken) die speciaal gebouwd is voor het transport van artillerie en troepen naar het front tijdens de Eerste Wereldoorlog. De brug is nu een belangrijke schakel in het internationale goederenverkeer. Ze verbindt het Duitse Aken met de haven van Antwerpen en bevindt zich nabij het rangeerterrein van Montzen.
Weer een stukje verder komen zo weer in de bewoonde wereld. Nog wat verder en langs oude gebouwen vakwerkgebouw, de vakken zijn wel opgevuld met baksteen. Wat een prachtige gebouw. We wandelen verder langs Schellenberg met een prachtig huis en de Rochuskapel, dan door de velden, wat klimmen en dalen door de weilanden. Dan komen we aan het kasteel Emmaburg of Eyneburg Bij het dorp Hergenrath. Het kasteel, gebouwd op een heuvel, domineert de linkeroever van de rivier de Geul. Een legende uit de 19de eeuw brengt het kasteel in verband met Emma, een dochter van Karel de Grote, en haar geheime minnaar van Einhard, vriend en biograaf van Karel de Grote. De saga van Einhard (Eginhard) en Emma (Imma) kan gaan over de verhouding van de dochter van Karel de Grote, Bertha (779/780 -828, 814 verbannen van het Hof) met de hofgeestelijke Angilbert.
Het complex bestaat vandaag de dag uit het kasteel met berg, verdedingstoren een kapel en een landbouwbedrijf.De grote ronde verdedingstoren is gebouwd tijdens de eerste bouw van het kasteel, Aan de donjon wordt in de 15e eeuw, door de laatste Heer van Eyneburg een woonhuis toegevoegd, verwoest door de brand van 1640. Tijdens de herbouw in de 17de eeuw werd het woonhuis een verdieping verhoogd. Tijdens de 19e eeuw was het kasteel sterk vervallen. Theodor Nellessen liet het kasteel herstellen en uitbreiden met een neogotische kapel.Het voorstuk van het kasteel heeft minder veranderingen ondergaan. De twee verdiepingen tellende noordelijke vleugel dateert uit de 17e eeuw, echter het aanzicht op de binnenplaats is vernieuwd. De zuidelijke helft van de westelijke vleugel werd gebouwd in de 15de, de noordelijke helft met het kruiskozijnen in de 17de eeuw.De buitenmuren van het langgerekte zuidvleugel behoren tot bouwfasen uit de 15de en 16de eeuw, de westelijke helft tot de 17de eeuw. Hier vindt u een poort met het wapen van baron Johan Karl Dobbelstein van Donrath en zijn vrouw Catharina Barones von Westerholt-Lembeck uit het jaar 1722. Dan dalen we af tot aan de beek en wandelen nu een heel eind tussen de weg aan één zijde rotsen en de andere zijde het riviertje. Zo komen we aan de controlepost, de tweede, hier mag Sloefke binnen gelukkig. Wat verder komen we aan de Casinovijver.
Door de bouw van een aarden wal van zo’n 300m in 1861 ontstond de opgestuwde Casinovijver. Deze vijver is ongetwijfeld het mooiste overblijfsel van de 19e-eeuwse mijnactiviteiten nabij de toenmalige Altenberg en omgeving. Dit meer is bijna 5 ha groot en werd door de mijngemeenschap “Vieille Montagne” als waterreservoir voor het wassen van zinkerts aangelegd. De restanten daarvan zijn nog steeds te zien in de vorm van opgehoopte steenbergen aan de oevers van de stuwdam. De Casinovijver werd destijds omwille van economische redenen nabij de samenvloeiing van de Tüljebach en de Geul aangelegd. Vandaag de dag is de vijver –met zijn prachtige rietkragen en pittoreske bomen langs de dichtbegroeide oevers– een regionaal pareltje, zowel voor de mensen die op zoek zijn naar ontspanning als voor de aanwezige veelsoortige fauna en flora. Dit beschermd grondgebied is een zeer interessant spiegelbeeld van de culturele en geschiedkundige ontwikkeling van een landschap dat tot het midden van de 20e eeuw door de mijnbouw werd gekenmerkt.
We wandelen nu terug het dorp binnen langs “Haus A.Penning uit 1776. En dan komen we aan het park en zo komen we aan ons eindpunt. Een mooie en aangename wandeling in Kelmis.