46E MARCHE DE LA BERWINNE. LES PEDESTRIANS DE CLERMONT S/BERWINNE. THIMISTER-CLERMONT. 11/02/2018
46E MARCHE DE LA BERWINNE.
LES PEDESTRIANS DE CLERMONT S/BERWINNE.
THIMISTER-CLERMONT.
Clermont ligt aan het riviertje de Berwijn. Het plein "Place de la Halle" is een heuse geschiedenisles in openlucht, mede dankzij de verschillende bouwstijlen die de voorbije eeuwen typeren. De meest representatieve elementen, in zeer uiteenlopende vormen, zijn de baksteen en het wit van de stenen in de omlijstingen en hoekverankeringen. De decoratieve leisteen op de daken vormt eveneens een opvallend element. In dit kader is ook het stadhuis, verbouwd aan het eind van de 19e eeuw, een blikvanger van het dorp, vooral door de originele toren in de vorm van een pepermolen. Gezien de aard van de dorpsactiviteiten, waren hier geen grote kasten van huizen nodig. De woningen zijn eenvoudig maar zeer pittoresk en vormen een harmonieus geheel. In de buurt van de kerk wordt de aandacht getrokken door een inrijpoort en een verdedigingstoren, resten van een herenboerderij uit 1635. Op een steenworp van het dorp, in een schrijn van bosjes en fruitbomen, en her en der omzoomd door natuurlijke hagen, kunt u ook nog het kasteel van Crawhez en de kasteelhoeve L'Aguesse verkennen, die u rechtstreeks tot aan de voormalige lijn 38 brengen… deze route is tegenwoordig een idyllische wandelroute. De route brengt ons langs de mooiste plekjes van de streek via landelijke wegen, weilanden en bosranden. Deze aaneenschakeling van groen, die zo kenmerkend is voor het Land van Herve, is een typisch voorbeeld van een coulisselandschap. Deze agrarische structuur typeert een gesloten landschap met overwegend weilanden, omzoomd door hagen. Oude boomgaarden met hoogstammige fruitbomen wisselen de graslanden af en concentreren zich vooral rond de bebouwde kom. Buiten de dorpskernen spreidt de bebouwing zich uit in het landschap en wordt steeds schaarser, zonder een duidelijke ordening, in kleine boerderijen, geïsoleerd binnen hun lap grond. De frequentie van de zorgen die aan de veestapel moet worden besteed en de vele waterpunten verklaren deze haast absolute verspreiding van de woningen, zo typisch voor het Land van Herve. Straten en holle wegen weven een dicht wegennet als een spinnenweb en verbinden de verschillende uitbatingen met het dorp en met de belangrijkste hoofdwegen. Zoals nergens elders in Wallonië is het land van Herve een voorbeeld bij uitstel van een coulisselandschap. Tegenwoordig is dit typische landschap helaas aan het verdwijnen. Traditioneel landelijke habitat. De huizen in het Land van Herve vertonen een grote verscheidenheid qua vorm, die afhangt van de omvang en de verscheidenheid van de landbouwactiviteiten. De woning heeft een eenvoudige volume-indeling en een indrukwekkend allure, gebouwd volgens een rechthoekig grondplan waar het woongedeelte en de stallingen onder één dak aan elkaar grenzen. Het gebouw bestaat gewoonlijk uit twee volledige verdiepingen, soms zelfs uit twee en een halve verdieping, met een schuin hellend dak. Vaak werden bijgebouwen toegevoegd aan het hoofdgebouw of parallel ermee gebouwd, waardoor een binnenplaats werd afgebakend die open is of gesloten aan de straatkant. Anders dan de boerderijen die verspreid in het landschap liggen, bieden de woningen in de dorpskernen, gebouwd in een strak schema langs de straten, een meer verstedelijkte aanblik door de samenstellingen de structuur van hun gevels. Omkranst door kleuren en texturen, zijn de gebouwen in het Land van Herve een spel van contrasten en materialen: antracietgrijze daken in leisteen of dakpannen met grijze en roodoranje tinten, metselwerk met roodbruine of zandbeige baksteen, houten vakwerk opgevuld met leem of baksteen, kaderwerk en stroken in lichtgrijze kalksteen, hier en daar gespikkeld met wit pleisterwerk zijn allemaal elementen die bijdragen tot het opvallende, architecturale karakter van het Land van Herve. Dit zijn de mooiste plekjes in het Land van Herve. Als we terug in de zaal komen wachten onze Engelse vrienden reeds op ons. We wisten dat Phil mee zou komen en we vinden hen terug in de zaal wat een weerzien na zovele jaren, de vriendschap is nooit weg geweest en we genieten van zijn gezelschap en kunnen bij praten en er is veel bij te praten. De tijd vliegt voorbij en we moeten opnieuw afscheid nemen van onze vriend. Hopelijk niet meer voor zolang. Een prachtige wandeling in het Land van Herve.
34E MARCHE DES CREPES. / LES CLAP SABOTS DE POUSSET. / MOMALLE. – REMICOURT. 10/02/2018
34E MARCHE DES CREPES.
LES CLAP SABOTS DE POUSSET.
MOMALLE. – REMICOURT.
Momalle (Waals: Moumåle) is een plaats en deelgemeente van de Belgische gemeente Remicourt. Vandaag is het pannenkoekentocht en de club trakteert elke wandelaar op een pannenkoek na de wandeling, toch mooi. We wandelen door het dorp langs de Kerk Notre-Dame de l'Arbre. De kerktoren heeft een gedraaide torenspits. De kerktoren heeft een blokkenpatroon wel mooi. Dan wandelen we door het dorp het is een landbouwdorp de enen grote boerderij na de andere. Prachtige gebouwen waar je blijft naar kijken. Wat verder door de velden en we zien de romp van de oude windmolen, vandaag is het een woning geworden alleen de wieken ontbreken. Ze ligt mooi in het landschap. We komen aan de rustplaats de eerste keer en dan weer een heel eind door de velden en langs wegen en ook weer prachtige boerderijen. Dan weer terug naar de rustpost en dan wandelen we terug naar ons vertrek. Dan komen we terug op het plein voor de kerk en we gaan even kijken op het kerkhof met zijn prachtige kapellen waar de edellieden in begraven zijn, opvallend hoe goed deze onderhouden zijn. Op het plein ook nog een voormalige jongens school en enkele prachtige oude bomen. We gaan onze afstempeling halen en genieten van de lekkere gratis pannenkoek. Zo eindigt een zeer mooie wandeling
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR. MARCHE DU 40E ANNIVERSAIRE. / LES GADUS DE PERON D’OR. / REMOUCHAMPS. 04/02/2018
MARCHE DES GADIS DE PERON D’OR.
MARCHE DU 40E ANNIVERSAIRE.
LES GADUS DE PERON D’OR.
REMOUCHAMPS.
We wandelen van uit het centrum over de Ambleve.
De rivier ontspringt in de plaats Honsfeld in de gemeente Büllingen, op 640 meter boven de zeespiegel. Het bekken is gelegen in de Hoge Ardennen, de hoogst gelegen regio van België. Baraque Michel is met 674 meter een van de hoogste punten van België en vormt een deel van de waterscheiding van het bekken van de Amblève. De monding van de Amblève (in de Ourthe, die weer uitmondt in de Maas) nabij Comblain-au-Pont is daarentegen op slechts 120 meter hoogte gelegen. De Amblève heeft hierdoor een erg hoog verhang. De vallei van de Amblève is vooral erg smal. Nabij Fond de Quareux is de vallei het smalst, terwijl de vallei nabij het dorpje Cheneux relatief breed is. De vallei wordt gezien als een van de mooiste gebieden in de Hoge Ardennen. De Rubicon is de onderaardse zijrivier van de Amblève, die de druipsteengrotten van Remouchamps gevormd heeft (sinds het Paleolithicum) en nog steeds vormt.
We wandelen door de prachtige natuur, om hier te geraken moeten we een stevige klim maken. Maar de beloning is niet minder we krijgen een zicht op een mooi kasteel aan de overzijde.
Kasteel Montjardin
Het eerste kasteel, waarvan nu nog enkel de ruïnes te zien zijn, is gelegen naast de dorpen Remouchamps en Aywaille. In de 12de eeuw werd er een wachttoren gebouwd iets boven de rivier Amblève en de toren werd uitgebreid tot een kasteel door de eeuwen heen. Vooral in de 16de eeuw en aan het eind van 19de eeuw werd het kasteel verbouwd. In de 19de euuw bouwde de eigenaar van die tijd, Xavier Chevalier de Theux, nog een tweede kasteel, direct naast de andere. Maar dit laatste kasteel werd erg beschadigd tijdens de Tweede Wereldoorlog en uiteindelijk afgebroken in 1980. Vandaag kan men nog bijgebouwen zien van dit kasteel. Sinds 1734 is het domein in handen van de familie Theux Montjardin.
Verder door de prachtige streek, op en neer langs rotsen en met prachtige vergezichten. Dan langs de ingang van een kasteel meer dan de ingang krijgen we niet te zien. Dan langs het monument van gesneuvelde verzetsstrijders. Nog een heel eind door de prachtige bossen en natuur komen zo in een klein dorpje enkele huizen een Paardenmanege en een prachtige boerderij met herten. Nog even en we zijn terug in Remouchamps. Langs de ingang van de grot.
In 1828 werd het grottencomplex ontdekt. Sinds 1912 zijn de grotten open voor het publiek. Men gebruikte toen harshoudende fakkels om zich van enig licht te voorzien. In 1924 zijn de grotten voorzien van feeërieke verlichting. In de grot zijn er afzettingen, stalactieten en stalagmieten gevormd door het kalkrijke insijpelingswater. Het debiet bedraagt tussen de 500 - 600 m3. De temperatuur in de grot ligt gedurende het hele jaar tussen 8 en 10 °C. De grotten zijn gevormd door de onderaardse rivier de Rubicon. Deze onderaardse rivier wordt gevoed door de Vallei der Chantoirs. Een bezoek aan de grot is in twee delen opgedeeld. Het eerste deel gaat te voet, het tweede deel gaat met een boot. In het eerste deel komt men onder andere door een zaal die 8.000 jaar geleden door mesolithische jagers bewoond werd, door de grote zaal 'de Kathedraal' en gaat de tocht steeds dieper de grotten in. In het tweede deel vaart men met een boot langzaam over de meanders van de onderaardse rivier van zeshonderd meter lang. Onderweg ziet men fraaie objecten. De tocht eindigt weer bij het beginpunt.
Zo komen wij ook aan het eindpunt van onze wandeling.
33E MARCHE D’APRES-MIDI. / LA SAVATE ALLEUROISE. / ANS-LONCIN. 03/02/2018
33E MARCHE D’APRES-MIDI.
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS-LONCIN.
Reeds vanaf de 13e eeuw was er in Ans sprake van kleinschalige steenkoolwinning. In de 19e eeuw ging dit op industriële schaal geschieden, met name door de Charbonnages d'Ans et de Rocour. In de jaren '60 van de 20e eeuw verdween deze vorm van nijverheid. Deze wandeling is eigenlijk één van de minste die we de laatste tijd gedaan hebben, veel weg tussen de huizen. Gelukkig komen we aan het Fort van Loncin. Het enige plekje waar je het toch nog fijn is om even rond te kijken. Loncin ligt op het Haspengouws Plateau in het westen van de Luikse agglomeratie. Einde 19e eeuw en in de 20e eeuw was Loncin van belang voor de steenwinning. De mijnen van de Société anonyme des Charbonnages de l'Espérance et Bonne-Fortune waren er actief. Ten zuiden van Loncin vindt men, nabij Montegnée, nog een terril. Nu we bij het Fort van Loncin zijn gaan we de tijd nemen om even rond te kijken de controle is binnen in het Fort. Hier hebben we een indruk hoe het was ten tijde dat het Fort bewoont was. Het werd in 1888 naar plannen van generaal Henri Alexis Brialmont gebouwd. De forten werden opgetrokken uit ongewapend beton, aangemaakt met grote rolkeien uit de Ourthe. De vorm van het fort is een gelijkbenige driehoek met een oppervlakte van 0,01 km², die omgeven wordt door droge grachten van 10 meter diep en 15 meter breed. Het fort ligt op circa drie kilometer afstand van Fort Lantin en Fort Hollogne. Op 15 augustus 1914 om 16.00 uur begon de beschieting en de inslagen waren verschrikkelijk. Om 17.45 uur raakte een 420mm-granaat de munitiekamer van het fort. Bij de ontploffing stortte een groot deel van het centraal massief in en 350 Belgische soldaten waren op slag dood. Hiermee kwam de strijd om de forten rond Luik ten einde. Generaal Gerard Leman die zich in dit fort bevond, raakte bewusteloos door de ontploffing, maar overleefde het wel. Hij werd door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. De Belgische troepen in Luik konden uiteindelijk tien dagen stand houden. Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort niet herbouwd. Het fort werd (of beter: bleef) de begraafplaats voor de soldaten die omkwamen bij de explosie. Dit onder andere vanwege het feit dat er zich in het fort waarschijnlijk nog enkele tonnen aan munitie bevinden. In 2007 haalde men 3500 obussen van onder het puin. Omdat men het nooit heeft aangedurfd de granaten en het kruit op te ruimen, besloot men het hele complex in een groot graf te veranderen. Ter nagedachtenis werd er een monument bij het fort gebouwd. Bij recente opgravingswerken ontdekte men 25 lijken van gesneuvelde soldaten, waarvan er vier konden worden geïdentificeerd. Deze werden bijgezet in de crypte van het fort. Bij de rondgang op het fort komen we op de plek waar de enorme ontploffing plaats vond en hoe alles vernield werd. De vele gesneuvelde soldaten bleven er liggen en kregen hier hun graf. Deze plek verdient alle respect en is een herinnering dat het nooit meer oorlog mag zijn. Een ijdele hoop want op vele plekken heerst er nog oorlog. Na de controle weer op pad en komen weer opnieuw op ons vertrek.
WANDERN AM NIEDERRHEIN. / “FESTE ZONS”. / WANDERFREUNDE DORMAGEN 1982.e.V. / DORMAGEN-ZONS 30/01/2018 - DEEL I
WANDERN AM NIEDERRHEIN.
“FESTE ZONS”
WANDERFREUNDE DORMAGEN 1982.e.V.
DORMAGEN-ZONS
Wil je de middeleeuwen live beleven ? Maak een uitstapje naar het middeleeuwse stadje aan de Rijn - Zollfeste Zons . Zons ligt aan de Nederrijn bij Dormagen in het Rijndistrict Neuss, bijna precies in het midden tussen Düsseldorf en Keulen. Zons am Rhein is een van de weinige overgebleven middeleeuwse steden met een goed bewaard gebleven vesting uit de 14e eeuw en is daarom vaak de Rothenburg van het Rijnlandgenoemd. Bezienswaardig is eigenlijk het hele kleine dorp met zijn smalle straatjes, de goed bewaard gebleven huizen en monumenten uit de Middeleeuwen. De Rijnweiden en de omgeving van Zons nodigen uit tot lange wandelingen, zoals onze PW Zons. Vanop de parking wandelen we het stadje binnen via de Rheintor- Rheinturm, douanekantoor, kapel. Het gebouw van de Rijntoren grenst onmiddellijk aan het douanekantoor en de kapel van de heilige drie-eenheid. De machtige Rijntoren diende ook als een toltoren. Daar en in het aangrenzende douanekantoor werd de douane ingenomen en beheerd. Het douanekantoor was meer dan 400 jaar in bezit van het kapittel van Keulen. Vanaf maart 1855 was het een Franciscaans klooster en later werd het bewoond door Vincentijnse nonnen. De aangrenzende kapel van de Heilige Drie-eenheid werd ook in 1860 gebouwd door franciscanen. De kapel was toegankelijk vanuit het douanekantoor / klooster boven de poort. Dan wandelen we de Rheinstraße– in de middeleeuwse boulevard. De Rheinstraße begint op de Schlossplatz. Dit is de weg naar de Rijn, die wordt begrensd door de oostelijke stadsmuur. Bezienswaardig zijn de uitkijktorens, ook wel Pfefferbüchsen genoemd, vanwaar men een prachtig uitzicht heeft op de weilanden Rijn en de Rijn. De huizen aan de Rheinstraße zijn ook de moeite van het bekijken waard en geven een levendige indruk van hoe Zons er ooit uitzag. Overigens vinden we bij de Rheinturm de oudste huizen van Zons. We komen zo aan de Krötschenturm. De Krötschenturm staat in het noordwesten en maakt deel uit van de stadsmuur Zonser. In het verleden diende het tijdelijk als stuw, uitkijktoren, gevangenis, kerker, opslag of magazijn. Blijkbaar leefden in de toren, tijdens de pestgolven in Zons, mensen die leefden met de pest om ze weg te houden van de rest van de bevolking. Dit moet verdere besmetting worden vermeden. Vanwege dit moeilijke verleden heeft de toren waarschijnlijk zijn naam gekregen. Omdat "Krötsch" vertaald betekent ziek zijn. De toren van de zieken. Verder komen we aan Kasteel Friedestrom. Kasteel Friedestrom Zons - idylle van de Middeleeuwen. In verband met de douanetransfer van Neuss naar Zons in 1372 aartsbisschop Friedrich III. van Saarweden het kasteel Friedestrom voor defensie en fortificatie. De aartsbisschop en keurvorst Friedestrom moeten worden beschouwd als een kleine woning en garanderen hem volledige onafhankelijkheid buiten de muur van Keulen. Tegenwoordig herbergt kasteel Friedestrom het culturele centrum van de wijk Neuss. Verder langs de Juddeturm. Dichtbij het kasteel Friedestrom ligt de Juddeturm. De naam Judde is waarschijnlijk te danken aan het patricische geslacht Judde uit Keulen. Er zijn donkere legendes over de JuddeTower. Eerder werd de toren waarschijnlijk gebruikt als kerker. De gevangenen zaten opgesloten in de extreem smalle tunnelachtige toren, waarin heel weinig licht viel. De oude muren van de JuddeTower dateren uit de 14e eeuw. Wat verder De molen van Zons Windmolen Zons De 600 jaar oude windmolen is een van de attracties in Zons. De Zonser-molen is een van de herkenningspunten van de oude stad van Zons. Van 2008 tot 2010 werd het uitgebreid gerenoveerd. We wandelen nu de stad uit die geheel omgeven is door muren en torens, dan wandelen we langs de Rijn die vandaag heel hoog staat de omgeving staat onder water en de overzet is gesloten. Prachtig wandelen is het hier dan gaan we een natuurreservaat binnen en heel eind door deze prachtige natuur. Na een hele poos langs velden en bossen komen we terug in Zons. De wandeling eindig in het centrum en we halen onze stempels in de kiosk bij de Varkensbronnen van Zons De varkens fontein in Zons is zeker een van de meest waardige attracties in de oude stad. Toegegeven, is het niet echt komen uit de Middeleeuwen, maar vanaf 1959 en werd gemaakt door de beeldhouwer Bernhard Lohf. Het varkensfontein beeld de historische gebeurtenis van de zogenaamde "Mexicaanse Zonser vete" uit het jaar 1575/1577 op de plaats waar soldaten van de toenmalige aartsbisschop van Keulen Salentin van Isenburg de kudde samengesteld uit 50 gestolen varkens. De PW Zons is een bijzondere wandeling in een bijzondere plek met veel historische gebouwen.
28E MARCHE DE A.C.T.DE MANAIHANT. / MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT. / BATTICE. 28/01/2018
28E MARCHE DE A.C.T.DE MANAIHANT.
MARCHEURS AMICALE CYCLO DE MANAIHANT.
BATTICE.
Het Land van Herve, de streek tussen de Vesder en de Maas, in het hart van de driehoek Luik-Aken-Maastricht, heeft alles in huis om sportievelingen klein en groot te verleiden. Deze bosrijke streek bulkt van de streekproducten: kaas, siroop, cider, bier... Het Land van Herve is ook een historische streek die gekend staat voor haar legendes: bezoek de Amerikaanse militaire begraafplaats van Henri Chapelle, de Abdij van Val-Dieu, het dorpje Clermont-sur-Berwinne (een van de mooiste dorpen van Wallonië), het Viaduct van Moresnet, de Espace des Saveurs... Ook de sportiefste onder u komen er aan hun trekken: 40 km wandelwegen langs de beroemde Lijn 38 die nu is geïntegreerd in het RAVeL-netwerk. We vertrekken met onze wandeling Manaihant. Een typische dorpje in het Land van Herve. Verder door de golvende omgeving en komen zo in Charneux. In het dorp bevindt zich de St-Sébastienkerk, en een driehoekig plein. ot de opheffing van het hertogdom Limburg hoorde Charneux tot de Limburgse hoogbank Herve. Net als de rest van het hertogdom werd Charneux bij de annexatie van de Zuidelijke Nederlanden door de Franse Republiek in 1795 opgenomen in het toen gevormde Ourthedepartement. Hier staan verschillende prachtige historische gebouwen. Een oude kapel, een waterput en verschillende prachtige huizen en kasteelhoeve. Hier ook de rustpost na de rust weer op pad langs de kerk dan een heel eind door het mooie landschap van het Land van Herve, wat een rust en wat een prachtige streek. Het is genieten van dit alles. We maken een lus rond Charneux en komen terug aan in het dorp voor de tweede controle, nu nog een paar kilometer om zo terug in Manaihant te komen. Ook hier nog enkele zeer mooi gebouwen. Ondanks alles is dit toch weer een prachtige wandeling.
Alken duikt voor het eerst op in de geschiedenisboeken in 1066 onder de naam Alleche. Vanaf 1180 wordt het officieel Alken maar in de volksmond wordt er nog vaak Alleke gezegd. Alken is gelegen in Vochtig-Haspengouw. Het dorp heeft zich ontwikkeld in de vallei van de Herk, die in noordwaartse richting stroomt en de Mombeek in zich opneemt. Hier bevindt zich het natuurreservaat Mombeekvallei waar ook gemarkeerde wandelingen zijn uitgezet. Andere beken in Alken zijn de Simsebeek en de Kozenbeek. Hier vindt men vochtige beemden die later met populieren werden ingeplant. De hoogte overschrijdt zelden de 60 meter. Geografisch en landschappelijk behoort de gemeente tot de Haspengouwse fruitstreek. We vertrekken met onze wandeling achter de speeltuin De Alk. E, direct verlaten we de speeltuin en zijn in het centrum van Alken. Hier staat de watermolen vandaag is het een jeugdhuis. We komen langs het gemeentehuis, het park en dan verlaten we Alken. In Alken vinden we nog verschillende vakwerkhuizen en je aan één zijn ze aan werken alleen het houten geraamte staat er nog later word dat weer een prachtig vakwerkhuis. We wandelen verder en komen verschillende grote vakwerkboerderijen tegen en verschillende kapellen. We wandelen door de velden en genieten van de mooie wandeling. Een mooie wandeling even verder dan Wellen en met een paar mooie vakwerkhuizen en boerderijen.
VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN / GREENSPOT GROOTLOON. / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN. / BORGLOON. 19/01/2018
VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN
GREENSPOT GROOTLOON.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
Haspengouw wie word er niet verliefd op? De mooiste streek van Limburg als Hapengouwer zo trots op zijn streek en durf stellen dat Haspengouw de mooiste streek van België is. Vandaag wandelen we in Borgloon de gravenstad die dit jaar hun 1000 jarig bestaan vieren.
Het graafschap Loon ontstond omstreeks 1018 – duizend jaar geleden - en eindigde in 1795: een grote brok Limburgse geschiedenis, die zich niet in de Nederlanden afspeelde: anders en daarom zo interessant. Door leenbanden met de prins-bisschoppen van Luik en de Duitse keizer speelden de graven van Loon een aanzienlijke rol in de regio Maas-Rijn. De millennium-viering (2018) van deze oude feodale entiteit is dè gelegenheid om dat unieke Limburg-gevoel, dat in talloze aangelegenheden de rest van Vlaanderen al verbaasde, nu ook een solide historische basis te geven.
Met trots stel ik jullie deze wandeling voor die je laat kennis maken met het Land van Loon onze rijke geschiedenis, ons prachtig landschap en zijn Haspengouwse mensen. De wandeling vertrekt achter het Grevenhuis.
Het Stadhuis van Borgloon is een herenhuis met hoektoren, gebouwd in 1680. Men stapt het stadhuis binnen via een rondboogarcade met zes traveeën. In deze arcade is een arduinen steen aangebracht met de titels van Robert Ernest d'Argenteau, een vroegere burggraaf van het kasteel van Loon. In de 11e eeuw stond hier een gebouw in Rijn-Westfaalse stijl als oudste verblijfplaats van de graven van Loon, vandaar Grevenhuis als alternatieve naam voor het stadhuis. In de Middeleeuwen diende het stadhuis als vergaderplaats van de schepenbank, de gilden en ambachten.
We wandelen nu de stad uit langs De Gasthuiskapel
Deze kapel behoorde tot het wijdverbreid netwerk van "gasthuizen" dat de hospitaalridders of johannieters in de 12-13de eeuw in onze contreien uitgezet hebben. Ze waren bedoeld als rust- of overnachtingsplaats voor pelgrims. De Romaans-gotische kapel was o.m. de begraafplaats van de Loonse graaf Lodewijk I (+ 1171) en zijn echtgenote gravin Agnes.
Nu dalen we af om het centrum te verlaten we komen langs het Duifhuis.
Het Duifhuis is oorspronkelijk een 15e-eeuws renaissancistisch herenhuis met twee bouwlagen. Aanvankelijk verbleven hier de kruisheren. In de volksmond heet het huis ook Dolfhuis.
Dan gaan we verder gaan door de tunnel en zo komen we in het prachtige landschap van Borgloon. Door het golvend landschap het eerste wat we te zien krijgen is in de verte het Doorkijkkerkje en de Kersentoren. Verder naar Bollenberg.
In het Vlaams natuurreservaat De Bollenberg kan je genieten van typisch Haspengouws landschap. Tijdens een wandeling doorkruis je hoogstamboomgaarden, open graslanden en zonrijke hellingen met bronnen, poeltjes en bossen. Van het stadje Borgloon en het prachtige Haspengouwse landschap kun je hier optimaal genieten.
Nu komen we langs het Doorkijkkerkje.
Reading between the Lines, ook genoemd de doorkijkkerk, is een installatie van 2011 naar een ontwerp van het architectenduo Gijs Van Vaerenbergh. en kan beschouwd worden als landschapskunst. Het geheel is opgebouwd uit horizontale cortenstaalplaten, verbonden door gelaste vierkantige plaatjes. Het geheel is op een betonnen fundering ingeschoven in het glooiend Loonse landschap.
Dit aan een wandelpad gelegen "kerkje" komt zeer bevreemdend over. Naarmate men dichterbij komt, blijkt geleidelijk dat het geen kerkje is. Het "gebouwtje" is, door het gebruik van horizontaal geplaatste staalplaten, min of meer transparant, vandaar de naam van het kunstwerk. Deze transparantie blijkt temeer als men het "kerkje" betreedt. Op de juiste plek kun je de toren van het kerkje en de toren van de kerk van Borgloon laten samenvallen. Nu komen we terug naar het centrum van Borgloon. Langs de kerk en het Speelhof en zo terug naar ons vertrek van de wandeling.
44e MARCHE INTERNATIONALE DES PANTOUFLARDS. / LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE. / WIHOGNE – JUPRELLE. 21/01/2018
44e MARCHE INTERNATIONALE DES PANTOUFLARDS.
LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE.
WIHOGNE – JUPRELLE.
Nudorp (Frans: Wihogne) Nudorp ligt aan de taalgrens in het noordwesten van de gemeente Juprelle. De dorpskom ligt aan de westkant van de weg van Tongeren naar Luik. Door haar gunstige ligging heeft Nudorp zich ontwikkeld van een landbouwdorp in Droog-Haspengouw tot een woondorp met recente (begin 21ste eeuw) lintbebouwing langs de steenweg. Buiten de dorpskom en de steenweg is de rest van de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. Het vertrek in het dorp en dan de velden in. Een laagstamplantage en dan velden zover het oog reikt. Dat je hier in Haspengouw bent is duidelijk in de velden staan grote boerderijen. De wandeling is toch mooi ondanks dat we bijna de hele tijd in de velden lopen, een boer is bezig met het opladen van zijn suikerbieten, anders dan vroeger nu een groot machine die de bieten oprapen en in de camion laten lopen. Wij gaan verder. Hier ook plekken met bomen en kleine bosjes. Dan komen we langs een monument voor twee gesneuvelden uit WO II Garot Andre en Manu Bronne. Dan verder na een klim komen we aan een mooi kasteel ligt zowat alleen in het veld. Weer verder komen in Glons ligt in het dal van de Jeker op een hoogte van 79 meter. Aan beide zijden daarvan neemt de hoogte snel toe, en bereikt men het open landschap van droog-Haspengouw. We komen zo langs het Control and Reporting Centre (CRC), daar werken ongeveer 300 mensen. Vanuit een bunker controleren en beveiligen zij het luchtruim in het kader van de steun aan de natie en rapporteren ze rechtstreeks aan de NAVO, zelfs in vredestijd. De wapenspreuk van het Control and Reporting Centre is: Oculus non habent, sed vident (Al hebben ze geen ogen, toch kunnen ze zien). Weer verder tot we in Slins komen. Slins ligt in Droog-Haspengouw ten noordoosten van Juprelle, op een hoogte van ongeveer 150 meter. Slins is een landbouwdorp dat zich stilaan ontwikkelt tot een woondorp. Landbouw is er vooral aanwezig in de vorm van akkerbouw. We wandelen een heel eind en komen aan de mergelwand en dan weer verder komen zo terug in Wihogne. Langs een paar grote boerderijen en zo komen we aan het einde van onze wandeling. Wihogne heeft ons aangenaam verrast een mooie route met toch een aantal mooi plekken. Hebben ook weer iets bijgeleerd dat maakt het wandelen zo fijn en ook de vriendschap van de medewandelaars, zeker van onze Waalse wandelvrienden.
MARCHE AU TEMPS DES FRISSONS. / LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE. / SPY 20/01/2018
MARCHE AU TEMPS DES FRISSONS.
LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE.
SPY.
Spy is een dorp in de Belgische provincie Namen en een deelgemeente van Jemeppe-sur-Sambre. Spy is bekend als een van de vindplaatsen van resten van de neanderthaler-mens. De grot van Spy is bekend als één van de vindplaatsen van resten van de neanderthaler-mens. De grot bevindt zich nabij Spy in een heuvelflank op de linkeroever van de Orneau, een zijrivier van de Samber, circa 20 meter boven waterniveau. De holte in de bergwand heeft zich op een natuurlijke manier gevormd in het kalksteenmassief, circa 330 miljoen jaar geleden (Viséen), toen na de ijstijd het water nog tot deze hoogte kwam. De grot bestaat uit een hoofdruimte en rechts daarvan en ook erboven kleinere zalen. Vóór de grot bevindt zich een terras en er zijn hellingsafzettingen, veroorzaakt door het wegruimen van puin tijdens opgravingen. De grot wordt bereikt door een bos, dat door de verscheidenheid van de ondergrond (kalksteen, zandsteen en leisteen) een gevarieerde vegetatie vertoont, die op haar beurt weer heeft gezorgd voor een rijke fauna. De grot van Spy en de omgeving ervan werden in 1981 geklasseerd als monument en site. We vertrekken met de wandeling en al vlug wandelen we door de mooie natuur. Eerst langs een bron en dan langs kleine kerkwegels door het dorp. Langs grote boerderijen en het begint nu ook te sneeuwen. Dan controlepost in een heel grote witte hoeve, binnenin één van de stallen is er een ruimte gemaakt voor een feest of zo binnen hangen de oude drijfwielen van de oude stoommachine nog. Na de controle weer op pad. In het park ligt een mooie kasteel maar door de sneeuw zien we niet veel verder met de wandeling. Weer iets verder opnieuw een prachtig kasteel. Weer een eindje verder en we komen terug op ons vertrek. Hier tegenover de kerk een mooie groot gebouw. Einde van een fijne wandeling.
CASSEL, DAK VAN VLAANDEREN. / VLAEMSCH HUISEKE. / OXELAERE. 14/01/2018
CASSEL, DAK VAN VLAANDEREN.
VLAEMSCH HUISEKE.
OXELAERE.
Wandeling vandaag brengt ons richting Frans-Vlaanderen, meer bepaald naar Oxelaëre, een piepklein dorpje in de schaduw van de 176 m hoge Casselberg. Van hieruit organiseert wandelclub Vlaemsch Huiseke Godewaersvelde haar jaarlijkse wandeltocht Cassel, dak van Vlaanderen. Na wat zoeken vinden we eindelijk een plek om te parkeren en dan komen we aan de start, de traditionele beenhespen voor “ la baguette au jambon “ draaien al volop aan het spit. We vertrekken met de wandeling gelukkig is de zon van de partij, in de verte hangen er mistbalken maar we konden toch niet klagen, het blijft gelukkig droog. Verharde wegen en modderige dreven wisselen elkaar af, klimmen en dalen is de boodschap vandaag. We stappen langs de route de Watten naar de eerste rustpost in Wemaers-Cappel. Dit dorpje telt amper 250 inwoners en is gelegen aan de westkant van de Casselberg. Het grondgebied van Wemaers-Cappel ligt tussen de tracés van twee oude Romeinse heirbanen, te weten de heerbaan van Kassel richting het noorden naar de Noordzee en de heerbaan van Kassel richting het westen naar Waten en Bonen. In het mooie gemeentehuis is de rust en tijd voor wat te eten. Ook hier draaien de beenhespen op het spit. Na de rustpauze starten we aan het laatste gedeelte dat ons weer naar Cassel moet leiden. Het is een flink stuk wandelen, vooral klimmen langs de drukke departementale wegen de Voie Romaine. waar geen fiets- of voetpaden liggen, best gevaarlijk. We worden op mooie eindeloze vergezichten getrakteerd. We wandelen verder langs de weg en dan gaan we een hevige klim tegemoet. Een klim op een mengelmoes van ondergrond. Eens is het gewoon onverhard, dan gaat het over authentieke kinderkopjes en dan weer over asfalt. Maar eens boven is het echt de moeite waard. We staan nu echt op de top van de Casselheuvel waar verschillende monumenten, herdenkingstekens, kunstwerken en ook een houten windmolen uit de 18e eeuw verzameld staan. Hier mag natuurlijk ook Maréchal Foch niet ontbreken die kaarsrecht op zijn paard de streek overschouwt. Je hebt op deze plaats dan ook een prachtig uitzicht over de omgeving. Jammer van de mist in de verte. Via een smal kasseitje gaat het naar beneden waar we in het oude Cassel terecht komen om zo de marktplaats te bereiken. In het lager gelegen gedeelte onthullen zich dus de Grote Markt, getooid met keien, de oude huizen, en de collegiale Notre-Damekerk in Vlaams Gotische stijl. Het beeldend stadje Cassel, volledig gedomineerd door " le Mont Cassel " was reeds in de Romeinse en Middeleeuwse tijd een belangrijk handelscentrum. Ook Vlaanderen speelde er lange tijd een dominante rol, tot het bij de bloederige veldslag aan de Peenebeek definitief werd overgeheveld aan Frankrijk. Toch heeft Cassel haar Vlaamse roots nooit verloren, vandaag de dag wordt de “Vlemsche toale” er nog door enkele oudere mensen gesproken. Het Noble Courherenhuis, een Vlaams gebouw uit de 16e eeuw, herbergt het departementaal museum van Vlaanderen. Iets verderop kwamen we voorbij de Ariënpoort, de porte d’Aire. Eén van de vele bezienswaardigheden van het stadje Cassel met een rijk gevuld historisch verleden. We dalen nu de laatste honderden meters richting Oxelaëre tot aan de finish, nog lekker nagenietend van de feeërieke, verblindende panorama’s. Bijzonder is dat er nog veel oud Vlaams gesproken word en dat er op verschillende huizen nog een Vlaamse vermelding staat. Onze wandeling eindigt in Oxelaere. Een mooie wandeling in Frans-Vlaanderen
31E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORTS MARCHEURS EMBOURG. / EMBOURG-CHAUDFONTAINE. 14/01/2018
31E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG-CHAUDFONTAINE.
Onze wandeling vandaag brengt ons naar Embourg vertrek in de school, een prachtig gebouw. Gelegen in een omvangrijk park. We vertrekken met de wandeling en gaan zo het dorp binnen. Langs een paar zeer mooie huizen. En dan een heel eind door het bos met prachtige zichten, we wandleen op de helling en zo een mooi zicht op de omgeving. Verder gaan we tot aan de controlepost. Na de rust weer verder langs een grote hoeve wat blijkt een school te zijn, weer verder dan komen we aan het klooster “Carmel de Mehagne” daarna een hele poos door het bos, mooie vergezichten en al gauw een serieuze klim toch mooi om te wandelen dan komen we langs het kerkhof even gaan kijken oude kerkhoven bezitten immers dikwijls mooie oude grafzerken. Ook hier maar de tand des tijd heeft hier lelijk huisgehouden. De prachtige grafkapellen zijn bijna één voor één bouwvallig. Grote grafkapellen die eens de trots waren van de families die het zich konden veroorloven om zulke monumenten te zetten zijn vandaag totaal verlaten en binnen is alles in elkaar gestort. Dat het een oud kerkhof is zie je wel aan de vele grote grafzerken. We wandelen verder en dalen verder af. Weer een heel eind door het bos en dan komen we aan het fort. Fort Embourg is een van de twaalf forten rond Luik opgericht voor de verdediging van de Belgische stad Luik in de late negentiende eeuw op initiatief van Belgische generaal Henri Alexis Brialmont. Het ligt ten zuidwesten van Luik ten zuiden van Embourg. Het fort stamt uit 1888. In het fort is er ook "Het 'musée du fort d'Embourg' is open sedert 1973 en wordt beheerd door de 'Ancienne Position Fortifiée de Liège' in de gaanderij van het fort. Het is het eerste museum over vestingbouw in België en verhaalt via een unieke collectie wapens, kostuums en uitrusting de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. We wandelen verder het fort op, speciaal toegankelijk voor de wandeling vandaag en over het domein naar de andere zijde van Embourg. Nog even verder en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling zonder regen en een streepje zon.
26E MARCHE DE L’EPIPHANIE. / LES ROTEUS HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY. 10/01/2018
26E MARCHE DE L’EPIPHANIE.
LES ROTEUS HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
Beyne-Heusay ligt in het Land van Herve op een hoogte van ongeveer 200 meter. De omgeving is sterk verstedelijkt, wat een gevolg is van de steenkoolwinning en de nabijheid van de Luikse agglomeratie. Enkele landgoedbossen, zoals Bois de Beyne, zijn echter nog aanwezig. Sinds de 13e eeuw op kleine schaal steenkool werd gewonnen in deze streek, gebeurde dit in de loop van de 19e eeuw in toenemende mate op industriële schaal. Verstedelijking en industrialisatie trad op, wat ten koste ging van de agrarische activiteit. Het aantal mijnmaatschappijen nam af van 7 in 1842 tot drie in 1879 en één in 1956. Niet lang daarna eindigde de steenkoolwinning. We vertrekken met de wandeling en komen langs het gemeentehuis, is wel een mooi gebouw. Dan verder met onze wandeling de oude spoorwegzate op. Vandaag is het een Ravel 2. Deze spoorlijn 38 in het Land van Herve die van Chênée via Fléron, Battice, Herve, Aubel, Homburg naar Blieberg loopt. De lijn werd op het einde van de 19e eeuw geconstrueerd en in 1992 weer opgebroken. De 22 km lange lijn is opgebroken en thans grotendeels RAVeL-fiets- en wandelpad van 15 km in fijne grint. Enkel het gedeelte Fléron – Herve (7 km) is momenteel gebetonneerd. Het station van Homburg is thans privé-eigendom. Een particulier maakt het met een paar km spoor tot een spoorwegmuseum. We wandelen over de Ravel en wandelen langs Het Kasteel van Neufcour. Het kasteel en bijbehorende boerderijgebouwen zijn gegroepeerd om een vierkante binnenplaats. De noordwestvleugel is het eigenlijke kasteel. Er is een rechthoekig torengebouw en een poortgebouw in het noordoosten van het complex. Aan de westzijde wordt het kasteelgebouw afgesloten door een vierkante toren. Het geheel is uitgevoerd in baksteen. Het kasteel wordt omringd door een park. De omgrachting van het kasteel is vrijwel geheel gedempt. Vandaag zien we het kasteel maar blijven op de Ravel wandelen. Wat verder komen we aan het station van Beyne. Verder met onze wandeling. Nog even en we zijn terug op ons vertrek. Een korte maar mooie wandeling
PAREL VAN HASPENGOUW. / LOONSE TSJAFFELEERS. / KERNIEL. 08/01/2018
<BR<
PAREL VAN HASPENGOUW.
LOONSE TSJAFFELEERS.
KERNIEL
Kerniel bevindt zich in Vochtig-Haspengouw op een hoogte tussen 60 en 105 meter. Het ligt op de Steilrand van Borgloon, waar het Haspengouws Plateau naar het noorden toe snel afloopt van meer dan 100 tot 60 meter hoogte. Deze steilrand vormt ook de grens met het, zuidelijk gelegen, Droog-Haspengouw. Kerniel was steeds een landbouwgemeente. Geleidelijk aan verschoof de agrarische bedrijvingheid naar de fruitteelt. Er waren enkele brouwerijen en een stroopfabriek. De laatste is de Stroopstokerij Coenen aan de Nielstraat 21 uit omstreeks 1860. Een tweede stroopstokerij van omstreeks 1900 bevindt zich aan Rullecovenstraat 136-1438. Vanaf 1963 wordt ook de wijnbouw bedreven. Kerniel werd voor het eerst vermeld in 1279 als Kirnile. Dit zou terug te voeren zijn op kerk-nile, waarbij -niel zou staan voor zwart water. Kerniel behoorde tot de bezittingen van de graven van Loon, vanaf 1366 tot de Bisschoppelijke Tafel van Luik. In 1739 werd Kerniel, samen met Rullekoven, door Prins-bisschop George Lodewijk van Bergen verpacht aan de Barones van Mettekoven. De Sint-Pantaleonparochie was oorspronkelijk een kwartkerk van Gorsleeuw. Ze werd vóór 1279 al afgescheiden van genoemde parochie, waarvan de pastoor echter tot 1487 nog het patronaatsrecht bezat. In 1439 werd te Kerniel het Kruisherenklooster van Colen opgericht. Vanaf 1487 kwam het patronaatsrecht aan dit klooster. Aan de spoorlijn van Sint-Truiden naar Tongeren bezat Kerniel een station dat van 1879 tot 1957 dienstdeed. Het spoor verdween in 1970-1971.
De Abdij Colen.
De abdij Mariënlof, ook wel abdij van Colen genoemd, oorspronkelijk was het een kruisherenklooster, maar in de laatste twee eeuwen functioneerde het als cisterciënzerinnenklooster. Sinds 1990 mag het klooster officieel de titel van abdij dragen. De naam Mariënlof betekent Tot lof van Maria.
We wandelen vandaag vanaf Borgloon naar Kerniel omdat de parking al beperkt is en een gedeelte van de wandeling komt toch langs het abdij van Colen vandaar kunnen wij het parkoers opnemen. We wandelen langs de Fruitlijn” Spoorlijn 23 was een spoorlijn die Drieslinter met Tongeren verbond. De lijn was 33,4 km lang. De spoorlijn werd ook wel de fruitspoorlijn genoemd omdat over de lijn voornamelijk fruit werd vervoerd naar de diverse stroopfabrieken die gelegen waren in de buurt van de stations. Op 29 september 1957 werd het reizigersverkeer op de lijn opgeheven. Het goederenverkeer bleef nog tot in de jaren 1960-1970 rijden maar het werd geleidelijk afgebouwd. Het gedeelte Borgloon - Tongeren: 1968 opgeheven. Daarna heeft ze een hele tijd zo gelegen en dan is er nu een fietsroute op. We volgen de route tot aan kerniel waar we dan nar de inschrijving gaan. Onze wandeling gaat dan terug naar Borgloon.
Het bergdorpje van Nederland. Het dorp Vijlen heeft waarschijnlijk een Romeinse oorsprong. Uit grafheuvels in het Vijlenerbos en het Malensbos kan worden afgeleid dat het gebied rond het huidige dorp al lang voor de Romeinse tijd bewoond werd. Deze ronde heuveltjes in het bos stammen uit de tijd van de Bandkeramieken en zijn waarschijnlijk tussen 3500 en 5000 jaar oud. De meeste van deze grafheuvels zijn in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw opgegraven door de Duitse geoloog Liese, maar sommigen zijn nog onaangeroerd. In de tijd van die Romeinen moet ook de oorsprong van het huidige dorp Vijlen gezocht worden. Zij kwamen in de eerste eeuw voor Christus naar het gebied. De naam Vijlen is afgeleid van ofwel het Latijnse woord “villa”, dat boerderij of landgoed betekent, ofwel van “villare”, wat staat voor “behorend tot een landgoed”. In de directe omgeving zijn bewijzen gevonden van Romeinse nederzettingen, zoals een (tot op heden niet opgegraven) Romeinse villa aan de Kelderweg. Voor de bouw van hun grote en luxueuze villa's hadden de Romeinse enorme hoeveelheden hout nodig, wat een omvangrijke houtkap in de Vijlenerbossen tot gevolg had. Van oudsher bestond Vijlen uit zeven zogeheten “rotten” (gehuchten); Vijlen, Berg, Rott, Melleschet, Hopschet, Mamelis en Cottessen. "Vijlen" en "Berg" groeiden in de loop der tijd uit tot één kern, en Mamelis wordt tegenwoordig tot het dorp Lemiers gerekend. Vijlen ligt hoog op het Plateau van Vijlen, op een hoogte van ongeveer 195 meter. Vijlen ligt zelf op een heuvelrug die zich uitstrekt vanaf de Vijlenerbossen, via de Rugweg, het dorp zelf, Hilleshagen tot aan Mechelen. Ten noorden van het dorp ligt in het beekdal de Selzerbeek die onder andere gevoed wordt door de oostelijk van het dorp gelegen Harleserbeek. Aan de andere kant van de heuvelrug stroomt in het dal ten zuidwesten van het dorp de Lombergbeek. Door de hoge ligging in het uiterste zuidoosten van Nederland is Vijlen de plaats waar meestal de eerste sneeuw valt en tevens de meeste sneeuw per jaar. Dat de plaats geldt als hoogstgelegen dorp in Nederland, wil niet zeggen dat het de hoogste kerktoren heeft. De kerk in Vijlen staat op een hoogte van 195,62 m NAP, maar de Pauluskerk in Vaals ligt met 215,17 m NAP bijna 20 meter hoger. We wandelen veel door het bos aangenaam om te wandelen, minder volk als vorige jaren maar dat maakt de wandeling niet slechter. We komen langs de ruïne van de cementfabriek. In 1875 is men begonnen met de bouw van een cementfabriek in Vijlen; er is tot 1929 cement geproduceerd.
Hier staat ook een bordje van de wandeling “Vijlens Verleden”
De historische wandeling 'Vijlens Verleden' voert u door het mooiste gebied van Vijlen en het buitengebied. Dwars door velden, langs de bosrand en door kleine buurtschappen. Tijdens de wandeling komt u, via informatieborden langs de route, meer te weten over de interessante geschiedenis van het dorpje. Een terugblik op 1000 jaar Vijlen in een notendop. De wandeling start bij de markante kerk van Vijlen, rechts naast de ingangspoort aan de buitenmuur. De route is ook bewegwijzerd, volg de bordjes met het 1000-jaar logo.
We wandelen verder en komen aan de wijngaard “St-Martinus”. De wijngaard bestaat al sinds 1988 en was de eerste die rode wijnen maakte in Nederland. We wandelen verder en komen in het “Rotterbos” dan komen we langs verschillende prachtige vakwerkhuizen. Nog door prachtige bossen en velden en dan terug naar Vijlen dorp. Nog een laatste monument het huis van Prins Hendrik. Het verhaal dat het in Duitse stijl gebouwde pand (bouwjaar 1904) bij de grote Linde van Vijlen werd gebouwd in opdracht van Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. De prins bezocht in die tijd regelmatig casino's in deze grensstreek. In het huis woonde een maîtresse van de prins, "de schone Anna" en dan zijn we terug aan ons vertrek.
We vonden op internet een oorlogsmuseum in Beek. Alhoewel we al verschillende keren in Beek zijn komen wandelen was dit museum voor ons iets nieuw. Samen met Jelle gaan we een bezoek brengen aan het “EYEWITNESS MUSEUM” als je de worden op de site mogen geloven word het en fijne ontdekking.
“Aansprekend en informatief. Vanuit een verrassende invalshoek wordt de oorlog teruggebracht tot de menselijke maat.”
We zijn benieuwd. We komen aan in Beek aan het museum, een gele villa geeft onderkomen aan het museum, buiten een tank en wat kanonnen. Het wachthuisje trekt de aandacht van Jelle, een geweer en helm en het levert een mooie foto op. Eens binnen worden we ontvangen, wat een vriendelijke en aangename man die ons welkom heet en dadelijk voelen we er ons welkom. De nodige uitleg en we kunnen naar de film gaan kijken, allemaal originele beelden, soms wat overdonderden maar ook geeft het een zicht op de periode van de oorlog. Dan kan ons bezoek beginnen. Met een gedurfd en eigentijds concept laten we de bezoeker van Eyewitness ooggetuige zijn van de Europese geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. In 13 diorama’s worden met 150 levensechte mannequins en originele attributen verschillende oorlogsscènes uitgebeeld. De Duitse parachutist August Segel, fictief hoofd- personage van het museum, neemt de bezoeker mee langs de belangrijkste fronten in Europa. Middels brieven naar het thuisfront kunt u zijn verhaal volgen.
August Segel (1917 – 1945)
Het verhaal van August Segel
De oorlogstijd van de Duitse Fallschirmjäger / parachutist August Segel wordt verteld. In verschillende diorama’s volgen we zijn verhaal. August was soldaat bij het Eerste Fallschirmjäger Regiment dat later deels overging in de Hermann Göring Divisie. Hij nam dienst in 1935. Door de oorlog heen heeft hij op vele verschillende fronten gediend, in Nederland bij de inval in mei 1940. Daarna is hij in Rusland ingezet, waar hij wonderwel levend uit is gekomen. Vervolgens heeft hij nog gediend in Normandië en België. Tot slot heeft August de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog in Berlijn doorgebracht, met alle gevolgen van dien…
Wij wandelen langs de verschillende kamer met elk een nader verhaal uitgebeeld met levensechte poppen elke pop een nader gezicht waardoor het allemaal levensecht is en al de kostuums en bijhorende zaken zijn uniek en vertellen elk hun verhaal. Wat een schat aan materiaal ligt hier tentoongesteld op een unieke manier levensecht en natuurgetrouw. We genieten van de rondleiding en elke kamer heeft zijn verrassing en zijn verhaal. Wat een prachtig museum we hebben ervan genoten. Na het bezoek toch nog even buiten naar het bijzonder gebouw gekeken. Een gedenkplaat geeft ons wat nuttige info over dit mooie pand.
Het pand dateert uit 1920 en was het grote woonhuis van burgemeester van Sonsbeeck en zijn gezin tijdens de oorlog. Hij trad af om principiële redenen in oktober 1941. Hij bleef wel in het pand wonen, dook onder in 1944 en overleefde de oorlog! In de laatste maanden van de oorlog in Beek verbleven verschillende manschappen van 2 SS divisies das Reich(2) en Hohenstaufen(9) enkele dagen/weken in het pand. Er zijn zelfs verhalen bekend van hoge generaals en officieren die er verbleven. Een mooie ontdekking dat het pand een heus stukje WOII geschiedenis met zich mee draagt!
Onze wandeling vandaag brengt ons een stuk natuur en een stuk stad Bilzen. Wat afwisseling kan ook fijn zijn. We beginnen onze wandeling in de natuur. We komen aan het “Watervalbos” is een groene oase temidden van een landbouwlandschap. Het ‘bos’ uit de naam verklapt natuurlijk al veel. Meer precies gaat het over een waardevol eiken-haagbeukenbos in het brongebied van de Marebeek dat zelfs al op de Ferrariskaarten voorkwam. Rond dat bos liggen enkele hooilanden. Het vochtige milieu zorgde in elk geval al voor zeer interessante planten als bleke zegge en boszegge. Daarnaast komen er soorten voor die kenmerkend zijn voor zones die al lang bebost zijn: gevlekte aronskelk, boskortsteel, groot heksenkruid en gele dovenetel. Een andere opvallende verschijning is een bes. Limburgs Landschap vzw wil deze bosrijkdom behouden en versterken. Daarvoor moeten de Amerikaanse eiken geleidelijk wijken voor de inheemse soorten. Verder zijn in het bos open plekken en een overgangszone tussen het bos en het omliggend weiland voorzien. Ook de Marebeek biedt mogelijkheden voor de natuur. Er wordt o.a. gedacht aan een verbreding van de beek en de aanleg van zacht hellende oevers. Wat het hooien en begrazen van de omliggende graslanden betreft, zal Limburgs Landschap vzw samenwerken met plaatselijke landbouwers. Van een echte ‘waterval’ kan je gezien het geringe hoogteverschil (10 meter) niet spreken, waarschijnlijk komt de naam dan ook van de snelstromende grachtjes die zich verzamelen in de Marebeek. Stukken bos en weilanden wisselen af en wij genieten van het mooie landschap. Verder met onze wandeling, zo komen we in het centrum van Bilzen. Het huidige marktplein ontstaat wanneer vanaf 1876 het kerkhof rondom de Sint-Mauritiuskerk wordt weggeruimd. In 1890 worden de huizen naast het stadhuis afgebroken om het plein te vergroten. Van 1894 tot 1895 wordt de rest van het kerkhof genivelleerd ter hoogte van de rest van het marktplein. De Parochiekerk Sint-Mauritius overheerst het Marktplein. Het oorspronkelijke stadhuis van Bilzen verdwijnt in de brand van 1636. In 1685 wordt begonnen met de bouw van een nieuw stadhuis, onder leiding van Lambert Derick, meestermetser te Antheit bij Huy. Het maakte oorspronkelijk deel uit van een huizenrij, die in 1890 wordt afgebroken om het huidige marktplein te vormen. Voor het stadhuis het perron. In 1799 wordt het perron op de markt, opgericht in 1336, afgebroken; het huidige perron is een replica van 1968. Even verder is de rustpost waar we enkele wandelvrienden treffen, na de rust wandelen we richting stadspark langs de Demer met het beeld van de wasvrouw en dan het park binnen. PARK HAFFMANS. Dat de Demer een zichtbare meerwaarde biedt aan de stad Bilzen en het landschap, bewijst het park Haffmans elke dag. Het is een groene zone in de stad langs de Demer: stadsgroen met een grote ecologische waarde. Park Haffmans is een Engelse landschapstuin uit de 19de eeuw (6 hectare) en een stuk grond in de Katteberg (4 hectare). De stad kocht het park van de erfgenamen van Leon Haffmans, burgemeester van 1947 tot 1979. Aanvankelijk was het de eigendom van Petrus Lambrechts, een notaris in Hoeselt. Met het oog op een carrière in Bilzen kocht die een flinke lap grond in de buurt van de Brugpoort waarop hij een monumentale villa met koetshuis en paardenstal liet bouwen. Burgemeester Hauben, de volgende eigenaar en eveneens notaris, maakte van de tuin een park van 5 hectare. Het grootste deel van het park is biologisch waardevol. Omdat het langs de Demer ligt, is het een belangrijke corridor en buffer. In het park en de aanpalende Kattenberg staan allerlei prachtige bomen: amberboom, Japanse notenboom, tulpenboom, magnolia, zomereik, zwarte walnoot, valse christusdoorn… De mix van golvende grasvelden, beboste delen, twee vijvers, een beek, de oude molen, de helling met rotsblokken en het bronnetje zorgt voor een romantisch landschap met verrassende doorkijkjes. De Engelse landschapstuin heeft een heel natuurlijk uitzicht dat bij veel bezoekers in de smaak valt, het is een beschermd dorpsgezicht. Door het park en langs het station en dan komen we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling in Bilzen.
NIEUWJAARSTOCHT. / DE SCHOVERIK DIEPENBEEK. / BEVERST 01/01/2018
NIEUWJAARSTOCHT.
DE SCHOVERIK DIEPENBEEK.
BEVERST
Gisteren sloten we het wandeljaar 2017 af en vandaag beginnen we wandeljaar 2018. Onze eertse wandeling van 2018 is bij onze eigen club De Schoverik. We vertrekken in Beverst bestaat uit het gehucht Schoonbeek ten noorden van de Demer en de plaatsen Beverst, Laar en Holt ten zuiden van de Demer. Beverst werd in 1977 gefuseerd met de stad Bilzen. Beverst ligt in de vallei van de Demer, waar de hoogte 38 meter bedraagt. Naar het noorden gaat het landschap over in de Kempen en naar het zuiden toe is het landschap kenmerkend voor vochtig-Haspengouw. Vanuit het zuiden vloeien de Winterbeek en de Marebeek naar de Demer. Langs de Winterbeek ligt het nieuwe natuurgebied Schuylenborgh. In het noorden liggen uitgestrekte bossen. We wandelen door het dorp en hier ook een aantal vakwerkboerderijen (deels uit de 17e eeuw) en enkele vierkantshoeven. We wandelen door het mooie landschap, langs een laan met hoogstam peren wat men niet meer dikwijls zien. Zo komen we aan in Schuylenborgh is een natuurgebied. Dit gebied ligt langs de oevers van de Winterbeek en is vernoemd naar één der eigenaars, Johannes de Schuylenborg, die vermeld werd in 1345. In het gebied werd eertijds een motburcht opgericht, waarvan de gracht gevoed werd door de Winterbeek. Het gebied was vanouds moerassig en bebost, maar werd later omgevormd tot vochtig hooiland. In 2009 werd het een natuurontwikkelingsgebied en overstromingsgebied voor de Winterbeek. Het wordt beheerd door de vzw Orchis. Men vindt er ruigten en natte weiden. Er staan meidoornstruiken en er groeit dotterbloem, reuzenpaardenstaart, knolsteenbreek en slanke sleutelbloem. Van de vogels kunnen worden genoemd: buizerd, ijsvogel, grasmus, bosrietzanger en ransuil. Een uitzonderlijk rijk natuurgebied. Dan komen we terug in Beverst. Hier twee bijzondere hoeven. De geklasseerde gebouwen genaamd "De Zon" en "De Maan". Dit zijn twee authentieke boerderijen, maar een gedeelte van hoeve "De Maan" stortte in 2004 in door werken aan de Kleistraat. De Zon is een historische hoeve aan Zonhoevestraat. Het ligt niet ver van de Sint-Gertrudiskerk en wordt daarvan gescheiden door de Winterbeek. Dit complex was ooit eigendom van de Commanderij Alden Biesen en de kern ervan dateert uit de eerste helft van de 17e eeuw. In de 2e helft van de 17e eeuw vond een verbouwing plaats, en ook in 1708 waren er bouwactiviteiten. Ook in het tweede kwart van de 19e eeuw werd hieraan gebouwd en waarschijnlijk werd het complex in twee eigendommen gesplitst. Eén van de delen werd toen hoeve "De Maan" gedoopt, dit kreeg huisnummer 2. Gedurende de 2e helft van de 19e eeuw werden nog verdere verbouwingen verricht, waarbij het woonhuis werd verhoogd. Het complex is aan de straatzijde zichtbaar als een aantal langgerekte, witgekalkte, gebouwen die zich uitstrekken aan beide zijden van een straathoek. Nog even en langs het kerkhof met een grafkapel en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling om het nieuwe wandeljaar in te zetten.