VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN / GREENSPOT GROOTLOON. / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN. / BORGLOON. 19/01/2018
VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN
GREENSPOT GROOTLOON.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
Haspengouw wie word er niet verliefd op? De mooiste streek van Limburg als Hapengouwer zo trots op zijn streek en durf stellen dat Haspengouw de mooiste streek van België is. Vandaag wandelen we in Borgloon de gravenstad die dit jaar hun 1000 jarig bestaan vieren.
Het graafschap Loon ontstond omstreeks 1018 – duizend jaar geleden - en eindigde in 1795: een grote brok Limburgse geschiedenis, die zich niet in de Nederlanden afspeelde: anders en daarom zo interessant. Door leenbanden met de prins-bisschoppen van Luik en de Duitse keizer speelden de graven van Loon een aanzienlijke rol in de regio Maas-Rijn. De millennium-viering (2018) van deze oude feodale entiteit is dè gelegenheid om dat unieke Limburg-gevoel, dat in talloze aangelegenheden de rest van Vlaanderen al verbaasde, nu ook een solide historische basis te geven.
Met trots stel ik jullie deze wandeling voor die je laat kennis maken met het Land van Loon onze rijke geschiedenis, ons prachtig landschap en zijn Haspengouwse mensen. De wandeling vertrekt achter het Grevenhuis.
Het Stadhuis van Borgloon is een herenhuis met hoektoren, gebouwd in 1680. Men stapt het stadhuis binnen via een rondboogarcade met zes traveeën. In deze arcade is een arduinen steen aangebracht met de titels van Robert Ernest d'Argenteau, een vroegere burggraaf van het kasteel van Loon. In de 11e eeuw stond hier een gebouw in Rijn-Westfaalse stijl als oudste verblijfplaats van de graven van Loon, vandaar Grevenhuis als alternatieve naam voor het stadhuis. In de Middeleeuwen diende het stadhuis als vergaderplaats van de schepenbank, de gilden en ambachten.
We wandelen nu de stad uit langs De Gasthuiskapel
Deze kapel behoorde tot het wijdverbreid netwerk van "gasthuizen" dat de hospitaalridders of johannieters in de 12-13de eeuw in onze contreien uitgezet hebben. Ze waren bedoeld als rust- of overnachtingsplaats voor pelgrims. De Romaans-gotische kapel was o.m. de begraafplaats van de Loonse graaf Lodewijk I (+ 1171) en zijn echtgenote gravin Agnes.
Nu dalen we af om het centrum te verlaten we komen langs het Duifhuis.
Het Duifhuis is oorspronkelijk een 15e-eeuws renaissancistisch herenhuis met twee bouwlagen. Aanvankelijk verbleven hier de kruisheren. In de volksmond heet het huis ook Dolfhuis.
Dan gaan we verder gaan door de tunnel en zo komen we in het prachtige landschap van Borgloon. Door het golvend landschap het eerste wat we te zien krijgen is in de verte het Doorkijkkerkje en de Kersentoren. Verder naar Bollenberg.
In het Vlaams natuurreservaat De Bollenberg kan je genieten van typisch Haspengouws landschap. Tijdens een wandeling doorkruis je hoogstamboomgaarden, open graslanden en zonrijke hellingen met bronnen, poeltjes en bossen. Van het stadje Borgloon en het prachtige Haspengouwse landschap kun je hier optimaal genieten.
Nu komen we langs het Doorkijkkerkje.
Reading between the Lines, ook genoemd de doorkijkkerk, is een installatie van 2011 naar een ontwerp van het architectenduo Gijs Van Vaerenbergh. en kan beschouwd worden als landschapskunst. Het geheel is opgebouwd uit horizontale cortenstaalplaten, verbonden door gelaste vierkantige plaatjes. Het geheel is op een betonnen fundering ingeschoven in het glooiend Loonse landschap.
Dit aan een wandelpad gelegen "kerkje" komt zeer bevreemdend over. Naarmate men dichterbij komt, blijkt geleidelijk dat het geen kerkje is. Het "gebouwtje" is, door het gebruik van horizontaal geplaatste staalplaten, min of meer transparant, vandaar de naam van het kunstwerk. Deze transparantie blijkt temeer als men het "kerkje" betreedt. Op de juiste plek kun je de toren van het kerkje en de toren van de kerk van Borgloon laten samenvallen. Nu komen we terug naar het centrum van Borgloon. Langs de kerk en het Speelhof en zo terug naar ons vertrek van de wandeling.
44e MARCHE INTERNATIONALE DES PANTOUFLARDS. / LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE. / WIHOGNE – JUPRELLE. 21/01/2018
44e MARCHE INTERNATIONALE DES PANTOUFLARDS.
LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE.
WIHOGNE – JUPRELLE.
Nudorp (Frans: Wihogne) Nudorp ligt aan de taalgrens in het noordwesten van de gemeente Juprelle. De dorpskom ligt aan de westkant van de weg van Tongeren naar Luik. Door haar gunstige ligging heeft Nudorp zich ontwikkeld van een landbouwdorp in Droog-Haspengouw tot een woondorp met recente (begin 21ste eeuw) lintbebouwing langs de steenweg. Buiten de dorpskom en de steenweg is de rest van de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. Het vertrek in het dorp en dan de velden in. Een laagstamplantage en dan velden zover het oog reikt. Dat je hier in Haspengouw bent is duidelijk in de velden staan grote boerderijen. De wandeling is toch mooi ondanks dat we bijna de hele tijd in de velden lopen, een boer is bezig met het opladen van zijn suikerbieten, anders dan vroeger nu een groot machine die de bieten oprapen en in de camion laten lopen. Wij gaan verder. Hier ook plekken met bomen en kleine bosjes. Dan komen we langs een monument voor twee gesneuvelden uit WO II Garot Andre en Manu Bronne. Dan verder na een klim komen we aan een mooi kasteel ligt zowat alleen in het veld. Weer verder komen in Glons ligt in het dal van de Jeker op een hoogte van 79 meter. Aan beide zijden daarvan neemt de hoogte snel toe, en bereikt men het open landschap van droog-Haspengouw. We komen zo langs het Control and Reporting Centre (CRC), daar werken ongeveer 300 mensen. Vanuit een bunker controleren en beveiligen zij het luchtruim in het kader van de steun aan de natie en rapporteren ze rechtstreeks aan de NAVO, zelfs in vredestijd. De wapenspreuk van het Control and Reporting Centre is: Oculus non habent, sed vident (Al hebben ze geen ogen, toch kunnen ze zien). Weer verder tot we in Slins komen. Slins ligt in Droog-Haspengouw ten noordoosten van Juprelle, op een hoogte van ongeveer 150 meter. Slins is een landbouwdorp dat zich stilaan ontwikkelt tot een woondorp. Landbouw is er vooral aanwezig in de vorm van akkerbouw. We wandelen een heel eind en komen aan de mergelwand en dan weer verder komen zo terug in Wihogne. Langs een paar grote boerderijen en zo komen we aan het einde van onze wandeling. Wihogne heeft ons aangenaam verrast een mooie route met toch een aantal mooi plekken. Hebben ook weer iets bijgeleerd dat maakt het wandelen zo fijn en ook de vriendschap van de medewandelaars, zeker van onze Waalse wandelvrienden.
MARCHE AU TEMPS DES FRISSONS. / LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE. / SPY 20/01/2018
MARCHE AU TEMPS DES FRISSONS.
LES SPIROUS DE JEMEPPE S/SAMBRE.
SPY.
Spy is een dorp in de Belgische provincie Namen en een deelgemeente van Jemeppe-sur-Sambre. Spy is bekend als een van de vindplaatsen van resten van de neanderthaler-mens. De grot van Spy is bekend als één van de vindplaatsen van resten van de neanderthaler-mens. De grot bevindt zich nabij Spy in een heuvelflank op de linkeroever van de Orneau, een zijrivier van de Samber, circa 20 meter boven waterniveau. De holte in de bergwand heeft zich op een natuurlijke manier gevormd in het kalksteenmassief, circa 330 miljoen jaar geleden (Viséen), toen na de ijstijd het water nog tot deze hoogte kwam. De grot bestaat uit een hoofdruimte en rechts daarvan en ook erboven kleinere zalen. Vóór de grot bevindt zich een terras en er zijn hellingsafzettingen, veroorzaakt door het wegruimen van puin tijdens opgravingen. De grot wordt bereikt door een bos, dat door de verscheidenheid van de ondergrond (kalksteen, zandsteen en leisteen) een gevarieerde vegetatie vertoont, die op haar beurt weer heeft gezorgd voor een rijke fauna. De grot van Spy en de omgeving ervan werden in 1981 geklasseerd als monument en site. We vertrekken met de wandeling en al vlug wandelen we door de mooie natuur. Eerst langs een bron en dan langs kleine kerkwegels door het dorp. Langs grote boerderijen en het begint nu ook te sneeuwen. Dan controlepost in een heel grote witte hoeve, binnenin één van de stallen is er een ruimte gemaakt voor een feest of zo binnen hangen de oude drijfwielen van de oude stoommachine nog. Na de controle weer op pad. In het park ligt een mooie kasteel maar door de sneeuw zien we niet veel verder met de wandeling. Weer iets verder opnieuw een prachtig kasteel. Weer een eindje verder en we komen terug op ons vertrek. Hier tegenover de kerk een mooie groot gebouw. Einde van een fijne wandeling.
CASSEL, DAK VAN VLAANDEREN. / VLAEMSCH HUISEKE. / OXELAERE. 14/01/2018
CASSEL, DAK VAN VLAANDEREN.
VLAEMSCH HUISEKE.
OXELAERE.
Wandeling vandaag brengt ons richting Frans-Vlaanderen, meer bepaald naar Oxelaëre, een piepklein dorpje in de schaduw van de 176 m hoge Casselberg. Van hieruit organiseert wandelclub Vlaemsch Huiseke Godewaersvelde haar jaarlijkse wandeltocht Cassel, dak van Vlaanderen. Na wat zoeken vinden we eindelijk een plek om te parkeren en dan komen we aan de start, de traditionele beenhespen voor “ la baguette au jambon “ draaien al volop aan het spit. We vertrekken met de wandeling gelukkig is de zon van de partij, in de verte hangen er mistbalken maar we konden toch niet klagen, het blijft gelukkig droog. Verharde wegen en modderige dreven wisselen elkaar af, klimmen en dalen is de boodschap vandaag. We stappen langs de route de Watten naar de eerste rustpost in Wemaers-Cappel. Dit dorpje telt amper 250 inwoners en is gelegen aan de westkant van de Casselberg. Het grondgebied van Wemaers-Cappel ligt tussen de tracés van twee oude Romeinse heirbanen, te weten de heerbaan van Kassel richting het noorden naar de Noordzee en de heerbaan van Kassel richting het westen naar Waten en Bonen. In het mooie gemeentehuis is de rust en tijd voor wat te eten. Ook hier draaien de beenhespen op het spit. Na de rustpauze starten we aan het laatste gedeelte dat ons weer naar Cassel moet leiden. Het is een flink stuk wandelen, vooral klimmen langs de drukke departementale wegen de Voie Romaine. waar geen fiets- of voetpaden liggen, best gevaarlijk. We worden op mooie eindeloze vergezichten getrakteerd. We wandelen verder langs de weg en dan gaan we een hevige klim tegemoet. Een klim op een mengelmoes van ondergrond. Eens is het gewoon onverhard, dan gaat het over authentieke kinderkopjes en dan weer over asfalt. Maar eens boven is het echt de moeite waard. We staan nu echt op de top van de Casselheuvel waar verschillende monumenten, herdenkingstekens, kunstwerken en ook een houten windmolen uit de 18e eeuw verzameld staan. Hier mag natuurlijk ook Maréchal Foch niet ontbreken die kaarsrecht op zijn paard de streek overschouwt. Je hebt op deze plaats dan ook een prachtig uitzicht over de omgeving. Jammer van de mist in de verte. Via een smal kasseitje gaat het naar beneden waar we in het oude Cassel terecht komen om zo de marktplaats te bereiken. In het lager gelegen gedeelte onthullen zich dus de Grote Markt, getooid met keien, de oude huizen, en de collegiale Notre-Damekerk in Vlaams Gotische stijl. Het beeldend stadje Cassel, volledig gedomineerd door " le Mont Cassel " was reeds in de Romeinse en Middeleeuwse tijd een belangrijk handelscentrum. Ook Vlaanderen speelde er lange tijd een dominante rol, tot het bij de bloederige veldslag aan de Peenebeek definitief werd overgeheveld aan Frankrijk. Toch heeft Cassel haar Vlaamse roots nooit verloren, vandaag de dag wordt de “Vlemsche toale” er nog door enkele oudere mensen gesproken. Het Noble Courherenhuis, een Vlaams gebouw uit de 16e eeuw, herbergt het departementaal museum van Vlaanderen. Iets verderop kwamen we voorbij de Ariënpoort, de porte d’Aire. Eén van de vele bezienswaardigheden van het stadje Cassel met een rijk gevuld historisch verleden. We dalen nu de laatste honderden meters richting Oxelaëre tot aan de finish, nog lekker nagenietend van de feeërieke, verblindende panorama’s. Bijzonder is dat er nog veel oud Vlaams gesproken word en dat er op verschillende huizen nog een Vlaamse vermelding staat. Onze wandeling eindigt in Oxelaere. Een mooie wandeling in Frans-Vlaanderen
31E MARCHE DE LA CHOUFFE. / FORTS MARCHEURS EMBOURG. / EMBOURG-CHAUDFONTAINE. 14/01/2018
31E MARCHE DE LA CHOUFFE.
FORTS MARCHEURS EMBOURG.
EMBOURG-CHAUDFONTAINE.
Onze wandeling vandaag brengt ons naar Embourg vertrek in de school, een prachtig gebouw. Gelegen in een omvangrijk park. We vertrekken met de wandeling en gaan zo het dorp binnen. Langs een paar zeer mooie huizen. En dan een heel eind door het bos met prachtige zichten, we wandleen op de helling en zo een mooi zicht op de omgeving. Verder gaan we tot aan de controlepost. Na de rust weer verder langs een grote hoeve wat blijkt een school te zijn, weer verder dan komen we aan het klooster “Carmel de Mehagne” daarna een hele poos door het bos, mooie vergezichten en al gauw een serieuze klim toch mooi om te wandelen dan komen we langs het kerkhof even gaan kijken oude kerkhoven bezitten immers dikwijls mooie oude grafzerken. Ook hier maar de tand des tijd heeft hier lelijk huisgehouden. De prachtige grafkapellen zijn bijna één voor één bouwvallig. Grote grafkapellen die eens de trots waren van de families die het zich konden veroorloven om zulke monumenten te zetten zijn vandaag totaal verlaten en binnen is alles in elkaar gestort. Dat het een oud kerkhof is zie je wel aan de vele grote grafzerken. We wandelen verder en dalen verder af. Weer een heel eind door het bos en dan komen we aan het fort. Fort Embourg is een van de twaalf forten rond Luik opgericht voor de verdediging van de Belgische stad Luik in de late negentiende eeuw op initiatief van Belgische generaal Henri Alexis Brialmont. Het ligt ten zuidwesten van Luik ten zuiden van Embourg. Het fort stamt uit 1888. In het fort is er ook "Het 'musée du fort d'Embourg' is open sedert 1973 en wordt beheerd door de 'Ancienne Position Fortifiée de Liège' in de gaanderij van het fort. Het is het eerste museum over vestingbouw in België en verhaalt via een unieke collectie wapens, kostuums en uitrusting de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. We wandelen verder het fort op, speciaal toegankelijk voor de wandeling vandaag en over het domein naar de andere zijde van Embourg. Nog even verder en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling zonder regen en een streepje zon.
26E MARCHE DE L’EPIPHANIE. / LES ROTEUS HOUSSAIE. / BEYNE-HEUSAY. 10/01/2018
26E MARCHE DE L’EPIPHANIE.
LES ROTEUS HOUSSAIE.
BEYNE-HEUSAY.
Beyne-Heusay ligt in het Land van Herve op een hoogte van ongeveer 200 meter. De omgeving is sterk verstedelijkt, wat een gevolg is van de steenkoolwinning en de nabijheid van de Luikse agglomeratie. Enkele landgoedbossen, zoals Bois de Beyne, zijn echter nog aanwezig. Sinds de 13e eeuw op kleine schaal steenkool werd gewonnen in deze streek, gebeurde dit in de loop van de 19e eeuw in toenemende mate op industriële schaal. Verstedelijking en industrialisatie trad op, wat ten koste ging van de agrarische activiteit. Het aantal mijnmaatschappijen nam af van 7 in 1842 tot drie in 1879 en één in 1956. Niet lang daarna eindigde de steenkoolwinning. We vertrekken met de wandeling en komen langs het gemeentehuis, is wel een mooi gebouw. Dan verder met onze wandeling de oude spoorwegzate op. Vandaag is het een Ravel 2. Deze spoorlijn 38 in het Land van Herve die van Chênée via Fléron, Battice, Herve, Aubel, Homburg naar Blieberg loopt. De lijn werd op het einde van de 19e eeuw geconstrueerd en in 1992 weer opgebroken. De 22 km lange lijn is opgebroken en thans grotendeels RAVeL-fiets- en wandelpad van 15 km in fijne grint. Enkel het gedeelte Fléron – Herve (7 km) is momenteel gebetonneerd. Het station van Homburg is thans privé-eigendom. Een particulier maakt het met een paar km spoor tot een spoorwegmuseum. We wandelen over de Ravel en wandelen langs Het Kasteel van Neufcour. Het kasteel en bijbehorende boerderijgebouwen zijn gegroepeerd om een vierkante binnenplaats. De noordwestvleugel is het eigenlijke kasteel. Er is een rechthoekig torengebouw en een poortgebouw in het noordoosten van het complex. Aan de westzijde wordt het kasteelgebouw afgesloten door een vierkante toren. Het geheel is uitgevoerd in baksteen. Het kasteel wordt omringd door een park. De omgrachting van het kasteel is vrijwel geheel gedempt. Vandaag zien we het kasteel maar blijven op de Ravel wandelen. Wat verder komen we aan het station van Beyne. Verder met onze wandeling. Nog even en we zijn terug op ons vertrek. Een korte maar mooie wandeling
PAREL VAN HASPENGOUW. / LOONSE TSJAFFELEERS. / KERNIEL. 08/01/2018
<BR<
PAREL VAN HASPENGOUW.
LOONSE TSJAFFELEERS.
KERNIEL
Kerniel bevindt zich in Vochtig-Haspengouw op een hoogte tussen 60 en 105 meter. Het ligt op de Steilrand van Borgloon, waar het Haspengouws Plateau naar het noorden toe snel afloopt van meer dan 100 tot 60 meter hoogte. Deze steilrand vormt ook de grens met het, zuidelijk gelegen, Droog-Haspengouw. Kerniel was steeds een landbouwgemeente. Geleidelijk aan verschoof de agrarische bedrijvingheid naar de fruitteelt. Er waren enkele brouwerijen en een stroopfabriek. De laatste is de Stroopstokerij Coenen aan de Nielstraat 21 uit omstreeks 1860. Een tweede stroopstokerij van omstreeks 1900 bevindt zich aan Rullecovenstraat 136-1438. Vanaf 1963 wordt ook de wijnbouw bedreven. Kerniel werd voor het eerst vermeld in 1279 als Kirnile. Dit zou terug te voeren zijn op kerk-nile, waarbij -niel zou staan voor zwart water. Kerniel behoorde tot de bezittingen van de graven van Loon, vanaf 1366 tot de Bisschoppelijke Tafel van Luik. In 1739 werd Kerniel, samen met Rullekoven, door Prins-bisschop George Lodewijk van Bergen verpacht aan de Barones van Mettekoven. De Sint-Pantaleonparochie was oorspronkelijk een kwartkerk van Gorsleeuw. Ze werd vóór 1279 al afgescheiden van genoemde parochie, waarvan de pastoor echter tot 1487 nog het patronaatsrecht bezat. In 1439 werd te Kerniel het Kruisherenklooster van Colen opgericht. Vanaf 1487 kwam het patronaatsrecht aan dit klooster. Aan de spoorlijn van Sint-Truiden naar Tongeren bezat Kerniel een station dat van 1879 tot 1957 dienstdeed. Het spoor verdween in 1970-1971.
De Abdij Colen.
De abdij Mariënlof, ook wel abdij van Colen genoemd, oorspronkelijk was het een kruisherenklooster, maar in de laatste twee eeuwen functioneerde het als cisterciënzerinnenklooster. Sinds 1990 mag het klooster officieel de titel van abdij dragen. De naam Mariënlof betekent Tot lof van Maria.
We wandelen vandaag vanaf Borgloon naar Kerniel omdat de parking al beperkt is en een gedeelte van de wandeling komt toch langs het abdij van Colen vandaar kunnen wij het parkoers opnemen. We wandelen langs de Fruitlijn” Spoorlijn 23 was een spoorlijn die Drieslinter met Tongeren verbond. De lijn was 33,4 km lang. De spoorlijn werd ook wel de fruitspoorlijn genoemd omdat over de lijn voornamelijk fruit werd vervoerd naar de diverse stroopfabrieken die gelegen waren in de buurt van de stations. Op 29 september 1957 werd het reizigersverkeer op de lijn opgeheven. Het goederenverkeer bleef nog tot in de jaren 1960-1970 rijden maar het werd geleidelijk afgebouwd. Het gedeelte Borgloon - Tongeren: 1968 opgeheven. Daarna heeft ze een hele tijd zo gelegen en dan is er nu een fietsroute op. We volgen de route tot aan kerniel waar we dan nar de inschrijving gaan. Onze wandeling gaat dan terug naar Borgloon.
Het bergdorpje van Nederland. Het dorp Vijlen heeft waarschijnlijk een Romeinse oorsprong. Uit grafheuvels in het Vijlenerbos en het Malensbos kan worden afgeleid dat het gebied rond het huidige dorp al lang voor de Romeinse tijd bewoond werd. Deze ronde heuveltjes in het bos stammen uit de tijd van de Bandkeramieken en zijn waarschijnlijk tussen 3500 en 5000 jaar oud. De meeste van deze grafheuvels zijn in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw opgegraven door de Duitse geoloog Liese, maar sommigen zijn nog onaangeroerd. In de tijd van die Romeinen moet ook de oorsprong van het huidige dorp Vijlen gezocht worden. Zij kwamen in de eerste eeuw voor Christus naar het gebied. De naam Vijlen is afgeleid van ofwel het Latijnse woord “villa”, dat boerderij of landgoed betekent, ofwel van “villare”, wat staat voor “behorend tot een landgoed”. In de directe omgeving zijn bewijzen gevonden van Romeinse nederzettingen, zoals een (tot op heden niet opgegraven) Romeinse villa aan de Kelderweg. Voor de bouw van hun grote en luxueuze villa's hadden de Romeinse enorme hoeveelheden hout nodig, wat een omvangrijke houtkap in de Vijlenerbossen tot gevolg had. Van oudsher bestond Vijlen uit zeven zogeheten “rotten” (gehuchten); Vijlen, Berg, Rott, Melleschet, Hopschet, Mamelis en Cottessen. "Vijlen" en "Berg" groeiden in de loop der tijd uit tot één kern, en Mamelis wordt tegenwoordig tot het dorp Lemiers gerekend. Vijlen ligt hoog op het Plateau van Vijlen, op een hoogte van ongeveer 195 meter. Vijlen ligt zelf op een heuvelrug die zich uitstrekt vanaf de Vijlenerbossen, via de Rugweg, het dorp zelf, Hilleshagen tot aan Mechelen. Ten noorden van het dorp ligt in het beekdal de Selzerbeek die onder andere gevoed wordt door de oostelijk van het dorp gelegen Harleserbeek. Aan de andere kant van de heuvelrug stroomt in het dal ten zuidwesten van het dorp de Lombergbeek. Door de hoge ligging in het uiterste zuidoosten van Nederland is Vijlen de plaats waar meestal de eerste sneeuw valt en tevens de meeste sneeuw per jaar. Dat de plaats geldt als hoogstgelegen dorp in Nederland, wil niet zeggen dat het de hoogste kerktoren heeft. De kerk in Vijlen staat op een hoogte van 195,62 m NAP, maar de Pauluskerk in Vaals ligt met 215,17 m NAP bijna 20 meter hoger. We wandelen veel door het bos aangenaam om te wandelen, minder volk als vorige jaren maar dat maakt de wandeling niet slechter. We komen langs de ruïne van de cementfabriek. In 1875 is men begonnen met de bouw van een cementfabriek in Vijlen; er is tot 1929 cement geproduceerd.
Hier staat ook een bordje van de wandeling “Vijlens Verleden”
De historische wandeling 'Vijlens Verleden' voert u door het mooiste gebied van Vijlen en het buitengebied. Dwars door velden, langs de bosrand en door kleine buurtschappen. Tijdens de wandeling komt u, via informatieborden langs de route, meer te weten over de interessante geschiedenis van het dorpje. Een terugblik op 1000 jaar Vijlen in een notendop. De wandeling start bij de markante kerk van Vijlen, rechts naast de ingangspoort aan de buitenmuur. De route is ook bewegwijzerd, volg de bordjes met het 1000-jaar logo.
We wandelen verder en komen aan de wijngaard “St-Martinus”. De wijngaard bestaat al sinds 1988 en was de eerste die rode wijnen maakte in Nederland. We wandelen verder en komen in het “Rotterbos” dan komen we langs verschillende prachtige vakwerkhuizen. Nog door prachtige bossen en velden en dan terug naar Vijlen dorp. Nog een laatste monument het huis van Prins Hendrik. Het verhaal dat het in Duitse stijl gebouwde pand (bouwjaar 1904) bij de grote Linde van Vijlen werd gebouwd in opdracht van Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. De prins bezocht in die tijd regelmatig casino's in deze grensstreek. In het huis woonde een maîtresse van de prins, "de schone Anna" en dan zijn we terug aan ons vertrek.
We vonden op internet een oorlogsmuseum in Beek. Alhoewel we al verschillende keren in Beek zijn komen wandelen was dit museum voor ons iets nieuw. Samen met Jelle gaan we een bezoek brengen aan het “EYEWITNESS MUSEUM” als je de worden op de site mogen geloven word het en fijne ontdekking.
“Aansprekend en informatief. Vanuit een verrassende invalshoek wordt de oorlog teruggebracht tot de menselijke maat.”
We zijn benieuwd. We komen aan in Beek aan het museum, een gele villa geeft onderkomen aan het museum, buiten een tank en wat kanonnen. Het wachthuisje trekt de aandacht van Jelle, een geweer en helm en het levert een mooie foto op. Eens binnen worden we ontvangen, wat een vriendelijke en aangename man die ons welkom heet en dadelijk voelen we er ons welkom. De nodige uitleg en we kunnen naar de film gaan kijken, allemaal originele beelden, soms wat overdonderden maar ook geeft het een zicht op de periode van de oorlog. Dan kan ons bezoek beginnen. Met een gedurfd en eigentijds concept laten we de bezoeker van Eyewitness ooggetuige zijn van de Europese geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. In 13 diorama’s worden met 150 levensechte mannequins en originele attributen verschillende oorlogsscènes uitgebeeld. De Duitse parachutist August Segel, fictief hoofd- personage van het museum, neemt de bezoeker mee langs de belangrijkste fronten in Europa. Middels brieven naar het thuisfront kunt u zijn verhaal volgen.
August Segel (1917 – 1945)
Het verhaal van August Segel
De oorlogstijd van de Duitse Fallschirmjäger / parachutist August Segel wordt verteld. In verschillende diorama’s volgen we zijn verhaal. August was soldaat bij het Eerste Fallschirmjäger Regiment dat later deels overging in de Hermann Göring Divisie. Hij nam dienst in 1935. Door de oorlog heen heeft hij op vele verschillende fronten gediend, in Nederland bij de inval in mei 1940. Daarna is hij in Rusland ingezet, waar hij wonderwel levend uit is gekomen. Vervolgens heeft hij nog gediend in Normandië en België. Tot slot heeft August de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog in Berlijn doorgebracht, met alle gevolgen van dien…
Wij wandelen langs de verschillende kamer met elk een nader verhaal uitgebeeld met levensechte poppen elke pop een nader gezicht waardoor het allemaal levensecht is en al de kostuums en bijhorende zaken zijn uniek en vertellen elk hun verhaal. Wat een schat aan materiaal ligt hier tentoongesteld op een unieke manier levensecht en natuurgetrouw. We genieten van de rondleiding en elke kamer heeft zijn verrassing en zijn verhaal. Wat een prachtig museum we hebben ervan genoten. Na het bezoek toch nog even buiten naar het bijzonder gebouw gekeken. Een gedenkplaat geeft ons wat nuttige info over dit mooie pand.
Het pand dateert uit 1920 en was het grote woonhuis van burgemeester van Sonsbeeck en zijn gezin tijdens de oorlog. Hij trad af om principiële redenen in oktober 1941. Hij bleef wel in het pand wonen, dook onder in 1944 en overleefde de oorlog! In de laatste maanden van de oorlog in Beek verbleven verschillende manschappen van 2 SS divisies das Reich(2) en Hohenstaufen(9) enkele dagen/weken in het pand. Er zijn zelfs verhalen bekend van hoge generaals en officieren die er verbleven. Een mooie ontdekking dat het pand een heus stukje WOII geschiedenis met zich mee draagt!
Onze wandeling vandaag brengt ons een stuk natuur en een stuk stad Bilzen. Wat afwisseling kan ook fijn zijn. We beginnen onze wandeling in de natuur. We komen aan het “Watervalbos” is een groene oase temidden van een landbouwlandschap. Het ‘bos’ uit de naam verklapt natuurlijk al veel. Meer precies gaat het over een waardevol eiken-haagbeukenbos in het brongebied van de Marebeek dat zelfs al op de Ferrariskaarten voorkwam. Rond dat bos liggen enkele hooilanden. Het vochtige milieu zorgde in elk geval al voor zeer interessante planten als bleke zegge en boszegge. Daarnaast komen er soorten voor die kenmerkend zijn voor zones die al lang bebost zijn: gevlekte aronskelk, boskortsteel, groot heksenkruid en gele dovenetel. Een andere opvallende verschijning is een bes. Limburgs Landschap vzw wil deze bosrijkdom behouden en versterken. Daarvoor moeten de Amerikaanse eiken geleidelijk wijken voor de inheemse soorten. Verder zijn in het bos open plekken en een overgangszone tussen het bos en het omliggend weiland voorzien. Ook de Marebeek biedt mogelijkheden voor de natuur. Er wordt o.a. gedacht aan een verbreding van de beek en de aanleg van zacht hellende oevers. Wat het hooien en begrazen van de omliggende graslanden betreft, zal Limburgs Landschap vzw samenwerken met plaatselijke landbouwers. Van een echte ‘waterval’ kan je gezien het geringe hoogteverschil (10 meter) niet spreken, waarschijnlijk komt de naam dan ook van de snelstromende grachtjes die zich verzamelen in de Marebeek. Stukken bos en weilanden wisselen af en wij genieten van het mooie landschap. Verder met onze wandeling, zo komen we in het centrum van Bilzen. Het huidige marktplein ontstaat wanneer vanaf 1876 het kerkhof rondom de Sint-Mauritiuskerk wordt weggeruimd. In 1890 worden de huizen naast het stadhuis afgebroken om het plein te vergroten. Van 1894 tot 1895 wordt de rest van het kerkhof genivelleerd ter hoogte van de rest van het marktplein. De Parochiekerk Sint-Mauritius overheerst het Marktplein. Het oorspronkelijke stadhuis van Bilzen verdwijnt in de brand van 1636. In 1685 wordt begonnen met de bouw van een nieuw stadhuis, onder leiding van Lambert Derick, meestermetser te Antheit bij Huy. Het maakte oorspronkelijk deel uit van een huizenrij, die in 1890 wordt afgebroken om het huidige marktplein te vormen. Voor het stadhuis het perron. In 1799 wordt het perron op de markt, opgericht in 1336, afgebroken; het huidige perron is een replica van 1968. Even verder is de rustpost waar we enkele wandelvrienden treffen, na de rust wandelen we richting stadspark langs de Demer met het beeld van de wasvrouw en dan het park binnen. PARK HAFFMANS. Dat de Demer een zichtbare meerwaarde biedt aan de stad Bilzen en het landschap, bewijst het park Haffmans elke dag. Het is een groene zone in de stad langs de Demer: stadsgroen met een grote ecologische waarde. Park Haffmans is een Engelse landschapstuin uit de 19de eeuw (6 hectare) en een stuk grond in de Katteberg (4 hectare). De stad kocht het park van de erfgenamen van Leon Haffmans, burgemeester van 1947 tot 1979. Aanvankelijk was het de eigendom van Petrus Lambrechts, een notaris in Hoeselt. Met het oog op een carrière in Bilzen kocht die een flinke lap grond in de buurt van de Brugpoort waarop hij een monumentale villa met koetshuis en paardenstal liet bouwen. Burgemeester Hauben, de volgende eigenaar en eveneens notaris, maakte van de tuin een park van 5 hectare. Het grootste deel van het park is biologisch waardevol. Omdat het langs de Demer ligt, is het een belangrijke corridor en buffer. In het park en de aanpalende Kattenberg staan allerlei prachtige bomen: amberboom, Japanse notenboom, tulpenboom, magnolia, zomereik, zwarte walnoot, valse christusdoorn… De mix van golvende grasvelden, beboste delen, twee vijvers, een beek, de oude molen, de helling met rotsblokken en het bronnetje zorgt voor een romantisch landschap met verrassende doorkijkjes. De Engelse landschapstuin heeft een heel natuurlijk uitzicht dat bij veel bezoekers in de smaak valt, het is een beschermd dorpsgezicht. Door het park en langs het station en dan komen we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling in Bilzen.
NIEUWJAARSTOCHT. / DE SCHOVERIK DIEPENBEEK. / BEVERST 01/01/2018
NIEUWJAARSTOCHT.
DE SCHOVERIK DIEPENBEEK.
BEVERST
Gisteren sloten we het wandeljaar 2017 af en vandaag beginnen we wandeljaar 2018. Onze eertse wandeling van 2018 is bij onze eigen club De Schoverik. We vertrekken in Beverst bestaat uit het gehucht Schoonbeek ten noorden van de Demer en de plaatsen Beverst, Laar en Holt ten zuiden van de Demer. Beverst werd in 1977 gefuseerd met de stad Bilzen. Beverst ligt in de vallei van de Demer, waar de hoogte 38 meter bedraagt. Naar het noorden gaat het landschap over in de Kempen en naar het zuiden toe is het landschap kenmerkend voor vochtig-Haspengouw. Vanuit het zuiden vloeien de Winterbeek en de Marebeek naar de Demer. Langs de Winterbeek ligt het nieuwe natuurgebied Schuylenborgh. In het noorden liggen uitgestrekte bossen. We wandelen door het dorp en hier ook een aantal vakwerkboerderijen (deels uit de 17e eeuw) en enkele vierkantshoeven. We wandelen door het mooie landschap, langs een laan met hoogstam peren wat men niet meer dikwijls zien. Zo komen we aan in Schuylenborgh is een natuurgebied. Dit gebied ligt langs de oevers van de Winterbeek en is vernoemd naar één der eigenaars, Johannes de Schuylenborg, die vermeld werd in 1345. In het gebied werd eertijds een motburcht opgericht, waarvan de gracht gevoed werd door de Winterbeek. Het gebied was vanouds moerassig en bebost, maar werd later omgevormd tot vochtig hooiland. In 2009 werd het een natuurontwikkelingsgebied en overstromingsgebied voor de Winterbeek. Het wordt beheerd door de vzw Orchis. Men vindt er ruigten en natte weiden. Er staan meidoornstruiken en er groeit dotterbloem, reuzenpaardenstaart, knolsteenbreek en slanke sleutelbloem. Van de vogels kunnen worden genoemd: buizerd, ijsvogel, grasmus, bosrietzanger en ransuil. Een uitzonderlijk rijk natuurgebied. Dan komen we terug in Beverst. Hier twee bijzondere hoeven. De geklasseerde gebouwen genaamd "De Zon" en "De Maan". Dit zijn twee authentieke boerderijen, maar een gedeelte van hoeve "De Maan" stortte in 2004 in door werken aan de Kleistraat. De Zon is een historische hoeve aan Zonhoevestraat. Het ligt niet ver van de Sint-Gertrudiskerk en wordt daarvan gescheiden door de Winterbeek. Dit complex was ooit eigendom van de Commanderij Alden Biesen en de kern ervan dateert uit de eerste helft van de 17e eeuw. In de 2e helft van de 17e eeuw vond een verbouwing plaats, en ook in 1708 waren er bouwactiviteiten. Ook in het tweede kwart van de 19e eeuw werd hieraan gebouwd en waarschijnlijk werd het complex in twee eigendommen gesplitst. Eén van de delen werd toen hoeve "De Maan" gedoopt, dit kreeg huisnummer 2. Gedurende de 2e helft van de 19e eeuw werden nog verdere verbouwingen verricht, waarbij het woonhuis werd verhoogd. Het complex is aan de straatzijde zichtbaar als een aantal langgerekte, witgekalkte, gebouwen die zich uitstrekken aan beide zijden van een straathoek. Nog even en langs het kerkhof met een grafkapel en dan zijn we terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling om het nieuwe wandeljaar in te zetten.
De laatste wandeling van 2017 in Tongeren. Ons wandeljaar afsluiten doen we dit jaar afgesloten met 125 wandelingen bij de wandelclubs en een 25 tal wandelingen met het Regionaal landschap Haspengouw en Voeren. Het wandeljaar afsluiten in Belgische oude stad is altijd fijn we kiezen voor de route door de stad. Langs de belangrijkste monumenten even toerist in Tongeren, ondanks we veel in Tongeren komen is het altijd fijn om de wandeling et doen en te genieten. Langs de Markt met Ambiorix en de basiliek. Tongeren in Kerst en Nieuwjaars sfeer mooi. Een eind langs de middeleeuwse wallen en de Romeinse muur. Langs de Moerenpoort en het begijnhof. Alles rustig bezichtigen en genieten van de mooie stad. We kuieren door het begijnhof, de stilte valt wel op en het is een bijzondere plek, nog altijd straalt ze het geheimzinnelijke leven van de begijntjes uit. Nog een eind langs de Romeinse muur, toch ook weer een bijzondere plek. In de 2de eeuw na Christus omheinden de Romeinen het toenmalige Tongeren. Van de ongeveer 4,5 km muur die ze aanlegden is nog anderhalve kilometer zichtbaar bovengronds. In de 4de eeuw ontwierpen de Romeinen een kleinere vestingmuur van 2,7 km. Het is twijfelachtig of deze muur als verdediging zou hebben gediend. Het zou eerder een statussymbool geweest zijn, zoals kasteelheren ook hun domein ommuren. Toch een bijzondere bouwwerk. Als we terug in de zal komen ontmoeten we vele wandelvrienden en het is altijd een fijn weerzien van oude ( niet in leeftijd) vrienden en om met hen een gezellig babbel te kunnen maken en plannen maken voor het nieuwe wandeljaar. We sluiten een fantastische wandeljaar af met wandelingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland. Veel gewandeld met onze Waalse wandelvrienden, vele mooie plekken kunnen ontdekken met de wandelingen op plaatsen mogen komen die normaal niet te bezoeken zijn en vooral de vele wandelvrienden te ontmoeten waarvan vele al meer dan 30 jaar onze vrienden zijn. Wat een prachtig hobby is dit toch. We hopen dat 2018 ons ook zovele mooie momenten mogen brengen.
12E MARCHE DES ABBAYES. / LES DJALES D’ANHEE. / DENEE. 30/12/2017
12E MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES D’ANHEE.
DENEE.
De Abdij van Maredsous is een benedictijns klooster, gelegen in het gehucht Maredsous in de deelgemeente Denée van de gemeente Anhée. In 1872 stichtten monniken van Beuron, gefinancierd door de plaatselijke familie Declès, op een heuvelrug een abdij, gebouwd in neogotische stijl naar een ontwerp van architect Jean Bethune. Ze bestaat uit een grote kloosterkerk – in een van de twee torens hangt de op twee na grootste klok van België (na Mechelen en Doornik) – en een aantal gebouwen rond een vierkante binnenplaats. De kerk is publiek toegankelijk. Daarnaast is er een gastenverblijf en een ontvangstgebouw met winkels, museumruimte en restaurant, waar vroeger de eetzaal voor het klooster was. De bibliotheek van de abdij, begonnen vanaf de stichting, herbergt thans circa 400.000 boeken en is op aanvraag te raadplegen. De abdij geeft sinds 1884 de Revue Bénédictine uit, een tijdschrift gewijd aan kerkelijke geschiedenis en literatuur. Plaatselijke specialiteiten, die overigens ook elders verkocht worden, zijn een abdijkaas en een abdijbier. De producten bevatten de naam "Maredsous" slechts als merknaam. Het Maredsous-bier werd tot 1963 door de monniken van Maredsous geproduceerd, maar daarna toevertrouwd aan brouwerij Duvel Moortgat. Maredsouskaas is gemaakt van koemelk en heeft een vetgehalte van 45%. De kaas wordt sinds 1953 bereid en lijkt een beetje op de Franse kaas Port Salut. Vanaf 1959 wordt de kaasbereiding niet meer door het klooster gedaan maar door een melkcoöperatie. Dit bedrijf werd in 1990 overgenomen door de Franse groep BEL. Enkel de blokkaas die per kilo verkocht wordt, wordt nog op het grondgebied van het klooster gemaakt. We wandelen de abdij uit en wandelen door het bos mooi domein hier op de abdij. We wandelen een heel eind door de bossen en de natuur. We wandelen nu naar Maredret. We komen aan de oude molen. Moulin de Maredret met 2 wielen, Het gebouw in Ardense steen bevindt zich aan de rand van het ambachtendorp Maredsous-Maredret. Deze oude molen die volledig gerestaureerd werd, beschikt nog over 2 raderen in werking. De plafonds zijn volledig gewelfd. Mooie plek en dan verder naar het centrum. Maredret is een dorpje in de westelijke Condroz. We ontdekken een authentiek dorp waar het merendeel van de huizen is opgetrokken in steen van de streek, eeuwenlang ontgonnen uit de plaatselijke groeven. Maredret is een juweeltje ingebed in het Molignéedal, linker bijrivier van de Maas. De streek van de Molignée is befaamd om haar landschappelijke schoonheid en natuurrijkdom. Maredret is ook bekend als dorp van kunstambachten. Ook hier de Abdij van Maredret. De stichting van deze abdij van Sint Jan en Sint Scholastique past in het kader van de kloosteropleving in de 19de eeuw. De eerste steen van de abdij werd gelegd op 5 augustus 1891 op een terrein dat aangeboden werd door de familie Desclée. Dit belangrijke neogotische geheel, in gehouwen steen en kalkbreukstenen onder een leien dak, bevindt zich op een van de heuvels die uitsteken over het dorp Maredret en de vallei van de Molignée. De kerk werd van 1898 tot 1907 gebouwd door de Gentse architect A. Van Assche. Het meubilair en de glas-in-loodramen zijn opmerkelijk. De kloostergebouwen zijn toegeschreven aan de architecten Enseval, Pequet, Soreilen Durieu. De abdij heeft een winkel en een tentoonstelling met de bijzondere werken die hier gemaakt worden. We zijn nu met onze wandeling bijna terug in Maredsous. We wandelen terug het domein van de abdij op en zo eindigt een mooie wandeling.
Château MODAVE | Het kasteel van Modave | KERST OP HET KASTEEL. / MODAVE. 25/12/2017.
Château MODAVE | Het kasteel van Modave |
KERST OP HET KASTEEL.
MODAVE.
18de eeuwse STIJLKAMERS
Vandaag bezoeken we het Kasteel van Modave. Het donjon, ‘het oudste gedeelte’ van het kasteel, werd strategisch gebouwd op een hoge rots die 60 meter boven de vallei uitsteekt over de rivier Hoyoux. Het kasteel bestaat uit een hoofdgebouw, stallingen en grote bijgebouwen. Op dit moment zijn in deze bijgebouwen een brasserie, vergaderzalen en een Hotel in ondergebracht. De oudste gedeeltes van het kasteel zijn op dit moment nog steeds zichtbaar en gaan terug tot de 13de eeuw en werden opgericht door de Heer van Modave. In de 16de eeuw werd het domein en kasteel eigendom van de Families Haultepenne en Saint-Fontaine. In de eeuw daarna verwierf Jean-Gaspard-Ferdinand de Marchin (1601-1673) het kasteel en veranderde het van een middeleeuwse burcht tot een luxueuze Barok residentie. Zijn zoon Ferdinand de Marchin verwaarloosde het Domein en kasteel, aangezien hij in Frankrijk woonde. De latere eigenaren waren achtereenvolgens, - Maximiliaan Hendrik van Beieren, Prins-Bischop van Luik (1682-1684). - Kardinaal Wilhelm Egon Graf von Fürstenberg en zijn erfgenamen (1684-1706) - Baron Arnold de Ville (1706-1772). - Hertog van Montmorency met zijn erfgenamen.(1772-1817)
19de Eeuw
In de 19de eeuw kwam het kasteel in bezit van een niet Adellijke familie, de familie Braconier en Van Hoegaerden. Uiteindelijk kocht de Brusselse watermaatschappij (Compagnie Intercommunale Bruxelloise des Eaux ) het Domein en het Kasteel in maart 1941 om de belangrijke waterbronnen en waterwinning in het park te beschermen.(natuurgebied van 450 ha) De Brusselse watermaatschappij is nog steeds eigenaar van het Kasteel de Modave en heeft met veel respect en geduld belangrijke restauraties laten uitvoeren die er voor gezorgd hebben dat u het kasteel kunt aanschouwen in zijn oude glorie. Het Kasteel van Modave is uniek voor zijn prachtig bewaarde historische interieurs en meubilair dat dateert van de 17de tot de 19de eeuw. Het stucwerk aan de plafonds zijn uit de 2de helft van de 17de eeuw en zijn een creatie van Jan-Christian Hansche. In de zowat twintig zalen van het kasteel die bezocht kunnen worden en die rijkelijk gedecoreerd en gemeubileerd zijn, vallen merkwaardige plafonds te bewonderen, werken van de stukadoor Jean-Christian Hansche, beeldhouwwerken, schilderijen, Brusselse wandkleden, meubilair uit de 18de eeuw. Er is eveneens een getrouwe weergave, op schaal, van het in 1667 door Rennequin Sualem gebouwde ophaalrad, dat model stond voor de machine van Marly.
VIVAQUA
Om zich volledig te kunnen concentreren op zijn vak, water, vertrouwt Vivaqua in 1991 het beheer van het kasteel toe aan een vzw en voert het de nodige werkzaamheden uit om deze cultureel en historisch belangrijke plaats te beschermen.
KERST IN MODAVE.
In de verschillende kamers van dit prachtige kasteel zijn de tafels gedekt met de prachtigste serviezen. De kamers versierd met kerstmis. Gewoon prachtig. Een fijne kerstnamiddag op een bijzondere mooie plek met Jozef, Heidi, Jelle en Seppe.
KERSTWANDELING. / TERUG OP STAP POST. / HASSELT. 24/12/2017
KERSTWANDELING.
TERUG OP STAP POST.
HASSELT.
Wij wandelen vandaag in het Domein Kiewit met aansluitend natuurgebied, is de groene uitlaatklep. Dankzij inspanningen van de stad Hasselt en Natuurpunt vormen Kiewit en Bokrijk een aaneengesloten wandel- en fietsdomein van 800 hectare met een gevarieerd aanbod van natuur en zachte recreatie. De uitvalsbasis om een gebied met meer dan duizend vijvers, De Wijers, te verkennen! Het unieke landschap kunnen we bewandelen via plankenpaden, vlonders, kijkwanden en kijkplatformen. Al vlug komen we aan het bezoekerscentrum. Het Natuurpunt bezoekerscentrum is gehuisvest in het gerenoveerde herenhuis van Domein Kiewit te midden van een prachtig Engels landschapspark. Het prachtige Engelse park heeft een grote vijver en een aantal zeer merkwaardige bomen, waaronder de meer dan 350 jaar oude eik. Delen van dat park kan je nog overal ontdekken, bijvoorbeeld de majestueuze dreven van beuken, haagbeuken en lindes. Plankenpaden brengen ons rakelings langs vennen en vijvers, zodat we meer natuur kunnen zien zonder natte voeten te krijgen. Er zijn altijd wel mooie dingen te ontdekken planten en dieren. De eerste natuurontmoeting bij een bezoek aan natuurgebied Kiewit is vaak een boomklever. Als verstokte bosvogel verkiest hij bossen en parken met dikke oude bomen. In Kiewit heeft hij zijn vaste stek in het bos tussen de parking en de gebouwen. Ook pikt hij frequent een graantje mee van de voederbollen aan het bezoekerscentrum. Er liggen heel wat vijvers met watervogels. We wandelen door de prachtige natuur tussen de vijvers en komen zo in Bokrijk aan. Een bijzondere plek is de plek waar je door het water kunt wandelen een weg gelegd op de bodem van de vijver. Je loop werkelijk door het water weerzijde staat het water en de watervogels komen even kijken wat een raar volk hier allemaal door komt. Is een hele beleving om hier door te wandelen. We wandelen weer verder door het bos, waar nog vele paddenstoelen te ontdekken zijn. Dan komen we de kudde indrukwekkende gallowayrunderen tegen, wij wandelen langs hen voorbij. Wat mooi de oude runderen met hun jonge. Deze langharige, taaie maar vooral goedmoedige dieren vervangen de wilde paarden, runderen en edelherten die vroeger in deze streek leefden. Het is prachtig om ze gade te slaan en tussen hen te wandelen, ze zijn inderdaad zacht aardige dieren die ons laten passeren zonder problemen. We komen dan op een bijzondere plek die je hier niet zou verwachten: Wist je dat tijdens WO II een Amerikaans vliegtuig met gevechtspiloot werd neergehaald in Houffalize en de man levend uit het wrak kon ontsnappen? Het Verzet verborg de man op de zolder van het kasteel van Kiewit. We blijven even staan op deze plek wel raar maar wel fijn uitgebeld met een deel van een vliegtuig en een info bord. Weer verder en komen aan de Schoenbrouck vijver met een schuilhut waar je de watervogels kunt belijken. Nog even verder over het planken pad door de natste gedeelde van de wandeling en dan komen we terug op ons vertrek. Eigenlijk een mooie wandeling alleen spijtig dat ze alles al hadden opgeborgen en we onze stempel moesten missen.
MARCHE DE NOËL. / AMIS MARCHEURS IVOZ. / IVOZ. 23/12/2017
MARCHE DE NOËL.
AMIS MARCHEURS IVOZ.
IVOZ.
We vertrekken met onze wandeling in Ivoz en steken de Maas over. In de verte zien we het kasteel van Chokier liggen. Het kasteel van Chokier ligt op de Mont Iohy, een steile kalkrots in de Maasvallei, te Chokier, op het grondgebied van Flémalle. In de vroege ochtend van 27 maart 2017 werd een groot deel van het kasteel in de as gelegd. Vandaag staat er maar troosteloos bij, hopelijk kan het hersteld worden. We wandelen verder en gaan dan naar Flemalle, we wandelen het park van het kasteel op. Het kasteel van Petite-Flémalle - Château de la Petite-Flémalle. In de 17e eeuw was dit kasteel bezit van de familie De Libert en begin 18e eeuw kwam het in bezit van De Bonhomme. Volgens notities van Remacle Leloup werd het kasteel in die tijd ingrijpend verbouwd. Na in handen van diverse eigenaars te zijn overgegaan kwam het in 1938 in bezit van de toenmalige gemeente Flémalle-Haute. Ooit was het een vierhoekig, omgracht en ommuurd complex. Aan de zuidzijde is de gracht nog aanwezig, met daarover een stenen toegangsbrug. Twee vervallen torentjes van deze ommuring zijn nog zichtbaar. De gevel aan de straatzijde wordt aan beide zijden door vierkante hoektorentjes geflankeerd. De ingang wordt bekroond door een fronton. Het gedeelte rechts van het ingangsportaal werd omstreeks 1700 gebouwd, en het gedeelte rechts daarvan mogelijk eind 18e eeuw, met respect voor het reeds eerder gebouwde deel, zodat een symmetrisch geheel ontstond. Aan de rechterzijde staat nog een vleugel loodrecht op de straatzijde. De dienstgebouwen die ooit het binnenplein omsloten, zijn verdwenen. Het kasteel is tegenwoordig raadhuis van de gemeente Flémalle. Bij het kasteel hoort een park dat gedeeltelijk nog in de oorspronkelijke stijl werd gehandhaafd. In het park staat een chalet waar de controlepost is, hier komen straks terug voor een tweede keer. We verlaten het park en komen aan de Saint-Jean-Baptiste kerk, ze is open en even een bezoekje brengen, binnen is het een prachtige kerk met prachtig meubilair en verschillende wapenschilden op de muren. Na het bezoek weer verder door het dorp om zo terug aan het kasteel te komen tweede rust, na de rust nog een kleine afstand tot het vertrek. Terug over de Maas en we zijn binnen. Een prachtige wandeling.
Kermt was een Loonse heerlijkheid. Oorspronkelijk in bezit van de familie De Hardaemont, ging het in 1390 over op de familie De Berlemont en in 1603 op Van Stokkem. Nabij de kerk lag ook het laat-18e-eeuwse kasteel, dat later dienstdeed als gemeentehuis, maar gesloopt werd in de jaren 30 van de 20e eeuw om plaats te maken voor een plein. In 1218 schonk Lodewijk III van Loon het patronaatsrecht en het tiendrecht van de parochiekerk aan de Abdij van Herkenrode. Deze parochie was een aanvankelijk een kwartkerk van de Sint-Quintinusparochie te Hasselt. De kerk te Spalbeek hing weer van de Kermtse kapel af, die echter in 1629 tot parochiekerk werd verheven. We vertrekken met de wandeling in het centrum langs de kerk. De Onze-Lieve-Vrouw Tenhemelopnemingskerk heeft een lange bouwgeschiedenis. De benedenste geleding van de robuuste vierkante, voorgebouwde toren is romaans, en uitgevoerd in ijzerzandsteen. Ze stamt van omstreeks 1220 en heeft twee lage steunberen. In 1514 werden hier gotische geledingen bovenop gebouwd in baksteen, met hoekbanden en sierlagen in mergelsteen. Op het einde van de 18e eeuw werden op de zuidkant, waar zich het portaal bevindt, twee ronde openingen gemaakt waarin het torenuurwerk en een zonnewijzer zijn geplaatst. De toren wordt gedekt door een ingesnoerde naaldspits. Het schip van de pseudobasilicale kerk, in neoclassicistische stijl, werd in 1786 gebouwd door toedoen van abdis Augustine van Hamme van de abdij van Herkenrode. We wandelen verder en wandelen door een dreef prachtige laan met bomen de club heeft er kaarsen geplaatst voor later op de avond om de laan te verlichten. We komen langs een vakwerkhuis, veel vakwerkboerderijen zijn verloren gegaan, maar enkele zijn nog behouden gebleven. Dan wandelen we Kuringen binnen hier al de straten versiert mooi om te zien en een paar kerststallen waar je iets kunt drinken, fijn onze wandelvrienden Fin en haar man komen ook juist aan wat geweldig toch zo samen in de kerstsfeer. Prachtige zichten op de straten. Het word stilaan donker en nu is alles nog mooier we komen zo terug in Kermt ook hier een prachtig versiert huis met vele lampjes wat mooi toch nog even en we zijn terug aan ons vertrek. Een mooie extra wandeling.
44E MARCHE DES FOURONS. / LES MARCHEURS FOURONNAIS. / REMERSDAEL – FOURONS. 17/12/2017
44E MARCHE DES FOURONS.
LES MARCHEURS FOURONNAIS.
REMERSDAEL – FOURONS.
Het landschap in het oosten van de Voerstreek vertoont al helemaal de kenmerken van het Land van Herve: verspreid liggen de boerderijen temidden van de weilanden, meidoornhagen en fruitbomen. Naast de neogotische Sint-Heribertuskerk uit 1897 zijn nog de resten en de hoeve van het kasteel ‘Het Hoes‘ te zien. Enkele kilometers buiten de dorpskom, naast de spoorlijn, ligt het veel beter bewaarde kasteel van Obsinnich, uit de 17de eeuw. We vertrekken in het centrum tegenover de kerk. Hier ligt “hoeve Hoes” Mogelijk gelegen op de plaats van het kasteel van de heren van Remersdaal, dat in 1285 door hertog Jan I van Brabant werd ingenomen in verwoest. De laatste resten van dit kasteel zouden begin 19de eeuw verdwenen zijn. Thans belangrijke, U-vormige hoeve. De oudst bewaarde resten dateren uit de 17de eeuw: delen van een omheiningsmuur, voorzien van twee vierkante gebouwtjes, de inrijpoort en het woonhuis (gedateerd 1652), thans opgenomen in de recentere hoevegebouwen (tweede helft 19de eeuw). De bakstenen omheiningsmuur loopt langs de straat van aan het kerkplein tot aan de huidige hoevegebouwen, en is aan het noordoostelijke uiteinde, zijde kerkplein, voorzien van een vierkant gebouwtje een soort hoektoren, baksteen met breukstenen onderbouw; gesmeed ijzeren muurankers met krullen; aan de rechterzijde een kalkstenen hoekband. Rechthoekige vensters in een houten omlijsting met sponningbeloop en duimen; recente, hardstenen rondboogdeur. We verlaten het centrum en komen langs de Slakkenkwekerij Sint Heribertus. Verder langs de boerderij, de koeien staan reeds op stal, we wandelen nu de Veursvallei in. In de Veursvallei maken we kennis met een ecologisch zeer waardevol gebied in wandelparadijs de Voerstreek. De vallei omvat het brongebied van de Veursbeek en de omliggende valleigronden. De steile zuidwestgerichte helling is meer kalkhoudend dan de rest van het natuurgebied. Die specifieke bodem en het microklimaat op de helling zorgen ervoor dat kalkrijke kamgraslanden hier uitstekend groeien. Die graslanden zijn een paradijs voor insecten als sprinkhanen en vlinders. De naar het noordoosten gekeerde, veel minder steile helling bestaat bijna volledig uit weide en hoogstamboomgaarden met een mozaïek van soortenrijke kamgraslanden en glanshavergraslanden. Dan komen we in Veurs is een gehucht in Sint-Martens-Voeren. Het gehucht is genoemd naar de gelijknamige beek. Veurs noemt zichzelf soms "dorp", hoewel het geen kerk heeft en er daar ook geen oud spoor van is. Het dorpje valt op door zijn vele gebouwen in silex en/ of vakwerk. Ten noordoosten van Veurs gaat de spoortunnel van Veurs onder het Veursbos op daar gelegen heuvelrug door. Verder ligt er het Broekbos op een helling ten noorden van het gehucht en het Vrouwenbos ten zuiden van het gehucht op een helling. Verschillende vakwerkhuizen en boerderijen staan in Veurs deze huizen honderden jaren uit sommige stammen van uit 1700. Prachtige plek om te wandelen wij weer verder met onze wandeling. We wandelen nu door het Veursbos - Roodbos en Vossenaerde. Zo komen we terug in Remersdaal.
We verlaten de start voor een tweede keer en nu wandelen we het Groot Begijnhof binnen –Werelderfgoed van de UNESCO- Het begijnhof dateert uit de 13de eeuw. Tijdens de hoogdagen in de 17de eeuw woonden er zo'n 360 begijnen. Het Groot Begijnhof van Leuven, ook bekend als Begijnhof Ten Hove, is een gaaf bewaarde, en volledig gerestaureerde historische wijk van een tiental straten in het zuiden van de binnenstad, gelegen aan de Schapenstraat, niet ver van de Naamsepoort. Het is een van de grootste nog bestaande begijnhoven in Vlaanderen, met een bebouwde oppervlakte van ongeveer 3 ha. De Dijle stroomt dwars door het hof en splitst er in twee armen (plus een verbindingsslootje), waarover in totaal drie bruggen liggen. Het Groot Begijnhof van Leuven heeft het uitzicht van een "ministad-in-de-stad". Het is een typisch stadsbegijnhof. Dat wil zeggen dat de huizen gegroepeerd zijn langsheen straten, en niet rondom een plein zoals in een pleinbegijnhof, of rondom een dominant plein met een of enkele achterafstraatjes zoals in begijnhoven van het gemengde type. Een vijftal huizen dateert uit de 16e eeuw, waarvan enkele zijn opgetrokken in vakwerkbouw. Het karakteristieke huis van Chièvres dateert uit 1561, en werd gebouwd met de nalatenschap van Maria van Hamal, weduwe van Willem II van Croÿ, hertog van Aarschot. Het merendeel van de huizen dateert uit de periode 1630-1670. Ze werden opgetrokken in streekeigen traditionele architectuur, versierd met enkele sobere, barokke elementen. De gevels bestaan uit warmrood gekleurde bakstenen, met natuurstenen kruiskozijnen voor de vensters, natuurstenen deuroplijstingen. Deze natuursteen is meestal afkomstig uit Gobertingen (bij Geldenaken). Een typisch element van het Begijnhof van Leuven zijn de talrijke dakkapellen, vaak uitgewerkt met trapgevels, en de rondboogvensters daarin. Her en der komen beeldhouwwerken voor met religieus thema (vaak verwijzend naar de patroonheilige van het huis), al zijn deze beeldhouwwerken soberder afgewerkt dan de heiligen nissen in het begijnhof van Diest. Het Spaans Kwartier in het Groot Begijnhof van Leuven. Deze wijk op de linker Dijle-oever is ook bekend als Aborg, De naam van de wijk waar het begijnhof zich situeert, Ten Hove, en de oude naam voor het gedeelte op de linkeroever van de Dijle (Aborg = Oude Burcht) lijken te wijzen op een oudere bewoning, misschien het hof van de eerste graven van Leuven. Op deze plek zou dan ook de slag bij Leuven uitgevochten zijn in 891, waarbij de Vikingen verslagen werden door Arnulf van Karinthië. We gaan weer verder en komen aan de Kerstmarkt dit is eigenlijk een tegenvaller gewoon geen doorkomen aan zoveel volk nikst zien de tol van het succes. Wij banen ons een weg door de kerstmarkt. Na een tijdje aanschuiven en dringen zijn we van de kerstmarkt af en gaan verder we zien de Universiteitsbibliotheek mooi verlicht. Dan verder tot het Ladeuzenplein. Hier het reuzenrad en een draaiende kerstboom wel prachtig verlicht. Even verder het Stadhuis. Een meesterwerk uit de hoog gotiek en zo prachtig verlicht tegenover de Sint-Pieterskerk een pracht voorbeeld van Brabanse hoog gotiek begin 15de eeuw. Nog langs de lakkenhal en huisbrouwerij Domus en wat verder komen we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling, spijtig dat de kerstmarkt tegen gevallen is maar ja aan het vele volk kun je weinig doen.