Tussen Sint-Truiden en Tongeren, midden in het vruchtbare hart van Haspengouw, bevindt zich de gemeente Borgloon. Een enig, levenskrachtig stadje, aangelegd boven op een heuvel. Borgloon was eens een versterkte stad van waaruit de Graven van Loon regeerden over hun graafschap.
Op het hoogtepunt van hun roem heersten zij over een gebied dat de huidige provincie Limburg in grootte evenaarde. Het Loonse stadhuis, met ankerjaartal 1680 op de voorgevel, is één van de fraaiste burgerlijke gebouwen in Zuid-Limburg. Dit gebouw dateert in oorsprong uit de 11de eeuw. In 1680 werd het gerestaureerd in Maaslandse stijl. De kenmerken van deze stijl zijn het gebruik van baksteen, afgewisseld met natuursteen en mergelsteen. Een ander kenmerk van Maaslandse stijl is de toren, die zich steeds aan de linkerzijde van het gebouw bevindt. De toren van het stadhuis is 15 m hoog en wijst op het feit dat dit complex ooit aan de adel toebehoorde, want in de toren vonden postduiven hun onderkomen.
Het was enkel een voorrecht van adel en geestelijkheid om postduiven te houden. Oorspronkelijk was het stadhuis de verblijfplaats van de eerste graven van Loon. De burcht, die gelegen was op de burchtheuvel diende als militaire verdedigingsplaats. Bij het definitief verlaten van Borgloon als woonplaats schonk de graaf het stadhuis aan de stad. Vandaar dat het stadhuis nu nog steeds Grevenhuis wordt genoemd. Aan de hand van de glasramen in de raadzaal krijgt men een heleboel informatie over het oude graafschap Loon.
Het graafschap Loon bestond zelfstandig van 949 tot 1366 en was iets groter dan de huidige provincie Limburg. Borgloon was de hoofdplaats van het graafschap Loon, dat 10 gegoede steden bevatte: Borgloon, Beringen, Bilzen, Bree, Hasselt, Hamont, Herk-de-Stad, Maaseik, Peer, Stokkem. Omstreeks 1366 nadat de laatste graaf stierf zonder mannelijke erfgenaam werd het graafschap ingelijfd bij het Prinsbisdom Luik. In het stadhuis bevinden zich enkele unieke bezienswaardigheden zoals een 12de eeuwse schatkist en een pijnbank uit de 17de eeuw die gebruikt werd tijdens de beruchte heksenprocessen. Borgloon bevindt zich in het overgangsgebied tussen droog- en vochtig Haspengouw, een gebied dat uitermate geschikt is voor fruitteelt.
Het heeft een vruchtbare bodem waarop reeds lang voor onze tijdrekening fruitbomen en wijnstokken groeiden. Onder meer door historische en economische omstandigheden ontstond hier een streekgebonden maar volwaardige fruitindustrie met fruitbedrijven, een verwerkende nijverheid, verpakkingsbedrijven en veilingen. Voor de Loonse wijncultuur moeten we ver teruggaan in de geschiedenis van t Oude Land van Loon en de Kanunniken van het St. Odulfuskapittel. In 1340 werd aan de kapittelheren een wijngaard geschonken van 3 tot 4 ha gelegen op de Groote Mot.
Deze plaats werd voor enkele 'wijnliefhebbers' het aanknopingspunt om in 1991 een nieuwe wijngaard aan te leggen onder auspiciën van het Fruitstreekmuseum. De eigenaar stemde in met het project, en enkele jaren later werden de eerste flessen gebotteld, geproefd en gesmaakt. Op de website van de Wijngilde vind je heel wat uitleg. Met de mogelijkheid van het bezoeken van de wijngaard.De wandeling brengt ons door het prachtige landschap van Haspengouw, langs de Romeinse kassei en de plantages. Een prachtige wandeling in het Land van Loon
MARCHE DE LA JEUNESSE / J-N-S PUILLY / ARDENNES - FRANCE. 09/08/2009
MARCHE DE LA JEUNESSE
J-N-S- PUILLY .
ARDENNES FRANCE.
Puilly-et-Charbeaux is een gemeente in het Franse departement Ardennes regio Champagne-Ardennen en telt 244 inwoners . De plaats maakt deel uit van het arrondissement Sedan.
Het Pays Sedanais strekt zich uit over 23 dorpen, ligt in het noordenoosten van het departement de Ardennen, aan de rand van het Ardense bosgebied en wordt doorkruist door de wateren van de Maas en de Bar. Zowel de schoonheid van het landschap van deze streek, met zijn bossen, waters en groene heuvels, als de omvang en het belang van het erfdeel, zijn verassend.
De rijkdom opgebied van architectuur als natuur zijn verbazend. Puilly bezit verschillende prachtige panden maar het is vooral de natuur die ons hier het meest bevalt, gewoon adembenemend mooi, golvend met veel afwisseling nu weer wat bos en dan weer weilanden. We komen zo in Mogues een klein dorpje maar wel prachtig verzorgt overal bloemen die het dorpje sieren.
Dan weer de natuur in, weilanden, velden en bos wisselen af. Puilly komt terug in het zicht de kerk is ons eindpunt. Wij genieten van onze wandeling in de Franse Ardennen, op onze wandeling zijn we weer vele vlinders tegengekomen, gewoon mooi. Een wandeling die we zeker nog eens zullen overdoen.
Met de Franse Ardennen hebben we een nieuwe wandelstreek ontdekt die ons veel voldoening schenkt. Ook de wandelclubs zijn bijzonder vriendelijke mensen die het fijn vinden als wij komen wandelen, altijd een vriendelijk woord, gewoon prachtig.
Als je op een zondagnamiddag in september met helblauwe lucht en nog 26°C warm, naar de Fruitfeesten kunt gaan, genieten van de warmte en de gezelligheid, met zijn standjes en zijn muziek, Proeven van de heerlijke Limburgse fruitvlaaien, een fruitsapjes en de Loonse wijn. Wat moet een mens nog meer hebben om gelukkig te zijn. Als je dit tesamen kunt doen met je gezin is alles toch geweldig. De Koninklijke Harmonie. Ons Verlangen Beverst, geeft ons een muziekalebegeleiding en de L&M Band sluit de dag af. Prachtig, genoten van de namiddag in Borgloon de Parel van Haspengouw.
Voordracht door rijksarchivaris Rombout Nijssen. "De schat van de armen. Vijf eeuwen sociale zorg in Borgloon"
GASTHUISKAPEL
GASTHUISKERK
In de Gasthuiskerk verteld Rombout Nijssen hoe meer dan vijf eeuwen geleden een dorpsgemeenschap zorg draag voor zijn medeburgers, Armenbanken worden opgericht die door de gemeenschap zelf gespijsd worden met goederen en geld. Zo dat de behoeftige of armen van de gemeenschap ondersteunt werden. weten dat een gemiddelde gemeente rond Borgloon slechts uit een 450 personen bestond waarvan meer dan 54% zelf arm waren en aanspraak maken op de middelen van de armentafel. Uit de 13 deelgemeenten zijn stukken uit het Rijksarchief van Hasselt naar Borgloon gebracht die ons de vijf eeuwen armenzorg in Borgloon laten zien met heel precieze beschrijvingen van inkomsten en uitgaven.
ROMBOUT NYSSEN
VOORDRACHT OP ZATERDAG
OPENING TENTOONSTELLING
De gasthuiskapel waar de tentoonstelling plaats vind heeft ook een rijke geschiedenis en speelde ook een rol in de armenzorg van Borgloon. De Gasthuiskapel te Borgloon in historisch perspectief Deze kapel maakte in de middeleeuwen deel uit van het uitgebreid netwerk van zogenaamde 'gasthuizen' der hospitaalridders, ook wel Johannieters genoemd. De kapel van Helshoven behoorde eveneens toe aan deze orde. De Romaans-gotische Graethemkapel is o.m. de begraafplaats van de Loonse graaf Lodewijk I ( 1171) en zijn echtgenote Agnes ( 1175). In 1258 bouwde men naast de kapel een begijnhof waar de zieken verpleegd werden en waar reizigers, die wegens het late uur de stad niet meer binnen mochten, konden overnachten. De kapel is trouwens het enige restant van dit religieuze gebouwencomplex. De Graethem-poort impliceert bovendien dat het middeleeuwse Borgloon ommuurd was en de toegang slechts door enkele goed bewaakte poorten verzekerd was. Architecturaal bestaat de kapel uit een Romaans-gothische beuk (12-14de eeuw) en een laat-middeleeuws koor uit 1654.
STADWANDELING OMD
De kapel vertoont talrijke sporen van verbouwingen. De plattegrond bestaat uit een schip van 5 traveeën en een koor van 1 travee met een rechte absis. De Graethemkapel is bij K.B. van 26 oktober 1936 beschermd. De Romaanse kern (12de eeuw) van het gebouw bevindt zich in het midden en heeft betrekking op de 3 oostelijke traveeën van het schip. In de zuidgevel van de silex-onderbouw tekenen zich drie rondbogen af met bovenaan kleine rondboog-ramen; de bovenbouw bestaat uit baksteen. In de noordgevel bevinden zich slechts twee, weliswaar bredere rondbogen. De Romaanse gasthuiskapel werd omstreeks 1400 naar het westen toe met twee traveeën, uitgevoerd in baksteen en mergelzandsteen, vergroot. Het spitsboogvormig profiel van de bogen en de ramen is typisch voor de gotiek. De toegangsdeur is in een kalkstenen omlijsting gevat.
Het koortje tenslotte dateert uit 1654. Tijdens deze bouwfase werden de zijbeuken en de halfronde absis afgebroken en de bogen tussen de onderscheiden ruimten dichtgemetseld. Het interieur toont enkele restanten van oude muurschilderingen en een aantal grafstenen van vooraanstaande Loonse edelen. Tussen koor en schip bevindt zich 18de-eeuws stucwerk. In 1974 en 1995 werd de kapel nog grondig gerestaureerd, en bleef sindsdien haar historisch-culturele erfenis uitdragen als tentoonstelling- en concertruimte. Een prachtige infobrochure word te beschikking gesteld van geïnteresseerde bezoekers met al de tentoongestelde documenten.
Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren zet de deuren open
Op de nieuwe werkplek in kasteel de Fauconval voelt het team van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren zich al helemaal thuis. Daarom gooien ze, in samenwerking met de gemeente Kortessem, de deuren open! wij zijn ook uitegenodigd om het prachtige gerestaureerde kasteel eens nader te bekijken.het kasteel is in okergeel geverft, voorheen waren de bakstenen te zien, nu zijn ze terugt in de orginele kleuren geverft. In het park krijgt de oude beuk een tweede leven. De sapmobiel laat ons zien hoe fruitsap geperst word, en wij kunnen het ook even proeven.
OOGSTTOCHT / WSV DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 03/08/2009
OOGSTTOCHT.
WSV DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
De wandeling vandaag bij onze club is zoals altijd wel een goede en verzorgde tocht. Diepenbeek is een gemeente die op de scheiding ligt tussen twee streken. In het zuiden van de gemeente zijn er de vruchtbare Haspengouwse akkerlanden en weiden.
Zandgronden met niet veel meer dan heide en vennen kenmerken de noordelijke kant van de gemeente. Met de Demer, het Albertkanaal, de Stiemer en de Caetsbeek en veel natuur heeft Diepenbeek geen gebrek aan mooie plekjes. Je kan ook mooie wandelingen maken in de natuurreservaten. De Maten Diepenbeek sluit aan bij het 300 ha. grote reservaat De Maten Genk. Een moerassig gebied met duinkammen, vijvers, dijken, moerasbosjes, droge en natte heide. De Daute Weyers zijn 11 ha groot. De sierlijke vijvers zijn het visitekaartje. Ze ontstonden in de achttiende eeuw door ontginning van ijzererts. Verder zie je er hooilanden, elzenbroekbosjes, een verlande vijver en een knotelzenhaag. Er worden runderen ingezet voor een selectieve begrazing van het gebied.
De Dorpsbemden-Pomperik tellen samen 70 ha. Ze strekken zich uit rond visvijver "De Pomperik". Hier kijk je aan tegen sterke elzen en wilgen, in de zomer kan je er de bloemrijke hooiweiden bewonderen. Zeldzame planten als kalmoes en biezen geven het gebied een bijzondere aantrekkingskracht.
Vandaag hebben we een heel fijne wandeling met veel natuur. Aangenaam om te wandelen en te genieten.
MARCHE DES VACANCES / LES SANGLIERS DU SAMSON / HALTINNE. HAUT-BOIS 01/08/2009.
32E MARCHE DES VACANCES.
LES SANGLIERS DU SAMSON.
HALTINNE. HAUT-BOIS.
Haltinne is een dorp in de Belgische provincie Namen. Samen met Faulx-les-Tombes, Gesves, Mozet en Sorée behoort het tot de Waalse gemeente Gesves.
Naast de dorpskern zelf liggen op het grondgebied nog de dorpjes Strud en Haut-Bois. Het dorp Haltinne moet je zoeken in een uitgelezen hoek van de Naamse Condroz, pakweg 5 km ten zuiden van Andenne en op de hoogten die de mooie Samsonvallei beheersen. Het werd al in 747 als Haltna - wat kleine halle zou betekenen - vermeld in de archieven van de abdij van Stavelot-Malmedy. Van de 11de tot de 13de eeuw vegeteerden niet minder dan vijf leengoederen op het huidige Haltinne, de plek waar zich tegenwoordig de kerk en het kasteel bevinden.
Haltinne heeft ooit een interessante ijzer-, steenkool-, boetseerklei- en kalksteenindustrie gekend. Tegenwoordig leeft men er vooral van bos- en landbouw. Op de wandeling vandaag kunnen we kennis maken met het rijke landbouwleven. Maar vooral de prachtige Ardeense huizen uit breuksteen zijn de moeite waard.
Vooral als je ziet hoeveel moeite er gedaan word om dit prachtige erfgoed te bewaren en aangenaam te maken voor de omgeving, overal zijn bloemen aangeplant tegen de muren wat bijzonder mooi oogt. Wat verder wandelen we door het bos met diepen hollewegen, dan komen we aan de kapel van Fechaire, dan wandelen we verder naar Fontaines. Door de velden en bossen het blijft een mooie wandeling. Wij genieten van de mooie natuur de omgeving en alles wat er te zien valt.
Wij genieten ervan en hebben vandaag weer prachtige vlinders gezien, gelukkig hebben we er enkele kunnen op de foto vastleggen. Een prachtige wandeling.
Eén keer per jaar lukt het ons om met de kinderen en kleinkinderen samen te komen en dat is op ma haar verjaardag. Dit jaar de hele familie compleet, zeker aangenaam voor ma.
16 MARCHE D'ETE / LES CASTORS DES COMOGNES DE VEDRIN / GELBRESSEE 18/07/2009.
16E MARCHE DETE.
LES CASTORS DES COMOGNES DE VEDRIN.
GELBRESSEE.
Dikwijls voordat we wandelen bezoeken we de website van de stad of dorp waar we wandelen gaan om wat achtergrond informatie en ook om te kijken wat er in de omgeving te bezien valt, zo kunnen we onze wandeldag plannen. Over Gelbressée vonden we de volgende beschrijving: Ga de vallei van de Gelbressée naar boven en loop langs het paracommandokamp tot aan de Cisterciënzerabdij Notre-Dame du Vivier. Loop daarna verder in het staatsbos van Marche-les-Dames via een bosweg. Dit bos, dat vroeger eigendom was van de familie van Arenberg, bezit een zeldzame schoonheid, want het bestaat bijna volledig uit loofbomen zoals de beuk, de eik en de es.
Wij benieuwd wat wij hiervan te zien zullen krijgen. We vetrekken en al vlug komen we in het staatsbos en de beschrijving is zeker niet overdreven, prachtige lanen en loofbomen hier op een open ruimte in het bos is de controlepost, dan verder we komen aan een steengroeve die diepe sporen nalaat in het landschap.
Dan weer langs prachtige boslanen en weilanden met mooie stukken met bloemen waar prachtige vlinders op zitten. Wij kunnen er enkele op de foto vastleggen, toch altijd weer een mooi aandenken aan deze prachtige dieren. Wat verder komen we aan een kapel midden in het bos en wat verder komen we aan een abdij.
Spijtig kunnen we niet veel zien enkele fotos over de muur gemaakt. Dan komen we aan de extra controlepost van brouwerij Duvel. Nu klimmen we uit het dal en komen zo terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling
MARCHE DES CIGALES / LES MARCHEURS DE LA ZOLETTE / HARNONCOURT-TORGNY 12/07/2009
MARCHE DES CIGALES
LES MARCHEURS DE LA ZOLETTE.
HARNONCOURT-TORGNY.
Torgny is het meest zuidelijke dorpje van België en geniet van een microklimaat waardoor er aan wijnbouw kan worden gedaan. De huizen met hun okerkleurige natuursteen en rode holle dakpannen doen onmiddellijk aan Zuid-Frankrijk denken en zijn op zijn minst ongebruikelijk voor Lotharingen het is een van de Mooiste dorpjes van Wallonie
De V.Z.W. "Les Plus Beaux Villages de Wallonie" werd in 1994 naar Frans voorbeeld opgericht en bekroont de mooiste landelijke plekjes in Wallonië met haar kwaliteitsmerk. Onder monumentenzorg geplaatste gebouwen en uitzonderlijk erfgoed (in een ongerepte omgeving) harmoniëren er met de wil van de inwoners hun geluk daar te leven met u te willen delen. De wandeling vertrekt in een deelgemeente van Torgny, Harnoncourt ook hier de prachtige okkerkleurige huizen, de rode holle dakpannen.
Maar ook de Franse grens is hier op steenworp vandaan. Wij genieten van de prachtige gebouwen en ook de natuur op zijn best. Vele huizen zijn meer dan 200 jaar oud en prachtig onderhouden boven de deuropening staat het bouwjaar. De natuur met zijn golvend landschap met veel afwisseling nu weer een stukje bos en dan weer grote openvlakten met weilanden. Wij genieten van de omgeving en komen zo weer terug in Harnoncourt. Wij zijn hier maar enkele kilometers van Frankrijk verwijderd en we hebben een tip gekregen om Montmedy te bezoeken.
Montmédy is een plaats en gemeente in het Franse departement Meuse, regio Lotharingen. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Verdun. Binnen de gemeentegrenzen ligt het Plateau van Tivoli met daarop het hoogste punt van de omgeving. De graven van Chiny besloten echter hun burcht, die later tot de Citadel zou uitgroeien, op de lagere naastgelegen heuvel te bouwen omdat deze beter te verdedigen was. Tegen het plateau zijn de plaatsen Thonnelle, Avioth, Verneuil-Petit en binnen de gemeentegrenzen Fresnois en de buurtschap Le Tivoli aan gebouwd. Het riviertje de Chiers stroomt door Montmédy en om de heuvel waarop de Citadel van Montmédy-Haut gebouwd is.
Verschillende riviertjes stromen in de gemeente Montmédy in de Chiers, waaronder de Loison, de Othain en de Thonne. Onder Keizer Karel (vanaf 1545) werd met de bouw van de vestingwerken van Montmédy-Haut gestart. In die tijd was deze burcht als een verdedigingsbolwerk tegen Frankrijk bedoeld. Maar het huidige uiterlijk van het bastion is aan Vauban te danken, die de vestingmuren volledig liet afwerken. Minister Vauban had trouwens aan de belegering van de stad in 1657 deelgenomen. Dit militaire bolwerk, één van de belangrijkste in noordoost Frankrijk, is tot op heden uitstekend bewaard gebleven. De stad Montmédy en de dienst voor toerisme hebben er het toeristische belang van begrepen. De welige plantengroei verborg lange tijd het zicht, maar onlangs werd de vesting uit die wilde natuur vrijgemaakt en de bezoeker die Montmédy langs de Chiers-vallei benadert ontwaart van ver deze indrukwekkende massa.
De dienst voor toerisme heeft een rondgang met gesproken commentaar uitgestippeld, die bij het wachthuis begint die ons door de vestingen, grachten en onderaardse gang en leidt. In de verte ziet de reiziger ook twee gelijke, afgeronde kerktorens opdoemen; dit machtige kerkgebouw dateert uit de achttiende eeuw en past goed bij het bolwerk. De nabijheid van deze versterkte plaats viel meer dan eens nadelig uit voor de dorpen in aangrenzend België, die in het verleden meermaals te lijden hadden onder de strooptochten van de Franse troepen die de bevolking mishandelden, de dorpen plunderden en vernielden (Montquintin, Latour, Orval, Virton, enz.). Het "Meuse" departement die een noodzuidelijke grens vormt in West Europa was sinds aller tijden het slachtoffer van grote invasies en fungeerde dus werkelijk als een soort bufferstaat tussen de grote mogendheden. Op dit grondgebied bestaan er bij de 200 verdediging- en versterkingswerken. Het museum van Montmédy heeft als doel dit patrimonium te leren kennen, er het belang van te doen inzien en de evolutie van de militaire architectuur, vanaf zijn oorspong tot op het einde van de 18de eeuw, te verduidelijken.
Aan de hand van een ruime keuze aan oorspronkelijke stukken, van een iconografie, van talrijke maquette, van historische documenten toont het museum de vooruitgang op het gebied van bewapening en zijn desbetreffende gevolgen en meer in het bijzonder de verbetering van de beschermingsdiapositieven en belegeringstechnieken. Onze toer rond de citadel en het bezoek aan het museum maken onze dag weer tot eentje die ons nog lang zal bijblijven, en hebben weer een prachtige plek ontdekt.