16 MARCHE D'ETE / LES CASTORS DES COMOGNES DE VEDRIN / GELBRESSEE 18/07/2009.
16E MARCHE DETE.
LES CASTORS DES COMOGNES DE VEDRIN.
GELBRESSEE.
Dikwijls voordat we wandelen bezoeken we de website van de stad of dorp waar we wandelen gaan om wat achtergrond informatie en ook om te kijken wat er in de omgeving te bezien valt, zo kunnen we onze wandeldag plannen. Over Gelbressée vonden we de volgende beschrijving: Ga de vallei van de Gelbressée naar boven en loop langs het paracommandokamp tot aan de Cisterciënzerabdij Notre-Dame du Vivier. Loop daarna verder in het staatsbos van Marche-les-Dames via een bosweg. Dit bos, dat vroeger eigendom was van de familie van Arenberg, bezit een zeldzame schoonheid, want het bestaat bijna volledig uit loofbomen zoals de beuk, de eik en de es.
Wij benieuwd wat wij hiervan te zien zullen krijgen. We vetrekken en al vlug komen we in het staatsbos en de beschrijving is zeker niet overdreven, prachtige lanen en loofbomen hier op een open ruimte in het bos is de controlepost, dan verder we komen aan een steengroeve die diepe sporen nalaat in het landschap.
Dan weer langs prachtige boslanen en weilanden met mooie stukken met bloemen waar prachtige vlinders op zitten. Wij kunnen er enkele op de foto vastleggen, toch altijd weer een mooi aandenken aan deze prachtige dieren. Wat verder komen we aan een kapel midden in het bos en wat verder komen we aan een abdij.
Spijtig kunnen we niet veel zien enkele fotos over de muur gemaakt. Dan komen we aan de extra controlepost van brouwerij Duvel. Nu klimmen we uit het dal en komen zo terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling
MARCHE DES CIGALES / LES MARCHEURS DE LA ZOLETTE / HARNONCOURT-TORGNY 12/07/2009
MARCHE DES CIGALES
LES MARCHEURS DE LA ZOLETTE.
HARNONCOURT-TORGNY.
Torgny is het meest zuidelijke dorpje van België en geniet van een microklimaat waardoor er aan wijnbouw kan worden gedaan. De huizen met hun okerkleurige natuursteen en rode holle dakpannen doen onmiddellijk aan Zuid-Frankrijk denken en zijn op zijn minst ongebruikelijk voor Lotharingen het is een van de Mooiste dorpjes van Wallonie
De V.Z.W. "Les Plus Beaux Villages de Wallonie" werd in 1994 naar Frans voorbeeld opgericht en bekroont de mooiste landelijke plekjes in Wallonië met haar kwaliteitsmerk. Onder monumentenzorg geplaatste gebouwen en uitzonderlijk erfgoed (in een ongerepte omgeving) harmoniëren er met de wil van de inwoners hun geluk daar te leven met u te willen delen. De wandeling vertrekt in een deelgemeente van Torgny, Harnoncourt ook hier de prachtige okkerkleurige huizen, de rode holle dakpannen.
Maar ook de Franse grens is hier op steenworp vandaan. Wij genieten van de prachtige gebouwen en ook de natuur op zijn best. Vele huizen zijn meer dan 200 jaar oud en prachtig onderhouden boven de deuropening staat het bouwjaar. De natuur met zijn golvend landschap met veel afwisseling nu weer een stukje bos en dan weer grote openvlakten met weilanden. Wij genieten van de omgeving en komen zo weer terug in Harnoncourt. Wij zijn hier maar enkele kilometers van Frankrijk verwijderd en we hebben een tip gekregen om Montmedy te bezoeken.
Montmédy is een plaats en gemeente in het Franse departement Meuse, regio Lotharingen. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Verdun. Binnen de gemeentegrenzen ligt het Plateau van Tivoli met daarop het hoogste punt van de omgeving. De graven van Chiny besloten echter hun burcht, die later tot de Citadel zou uitgroeien, op de lagere naastgelegen heuvel te bouwen omdat deze beter te verdedigen was. Tegen het plateau zijn de plaatsen Thonnelle, Avioth, Verneuil-Petit en binnen de gemeentegrenzen Fresnois en de buurtschap Le Tivoli aan gebouwd. Het riviertje de Chiers stroomt door Montmédy en om de heuvel waarop de Citadel van Montmédy-Haut gebouwd is.
Verschillende riviertjes stromen in de gemeente Montmédy in de Chiers, waaronder de Loison, de Othain en de Thonne. Onder Keizer Karel (vanaf 1545) werd met de bouw van de vestingwerken van Montmédy-Haut gestart. In die tijd was deze burcht als een verdedigingsbolwerk tegen Frankrijk bedoeld. Maar het huidige uiterlijk van het bastion is aan Vauban te danken, die de vestingmuren volledig liet afwerken. Minister Vauban had trouwens aan de belegering van de stad in 1657 deelgenomen. Dit militaire bolwerk, één van de belangrijkste in noordoost Frankrijk, is tot op heden uitstekend bewaard gebleven. De stad Montmédy en de dienst voor toerisme hebben er het toeristische belang van begrepen. De welige plantengroei verborg lange tijd het zicht, maar onlangs werd de vesting uit die wilde natuur vrijgemaakt en de bezoeker die Montmédy langs de Chiers-vallei benadert ontwaart van ver deze indrukwekkende massa.
De dienst voor toerisme heeft een rondgang met gesproken commentaar uitgestippeld, die bij het wachthuis begint die ons door de vestingen, grachten en onderaardse gang en leidt. In de verte ziet de reiziger ook twee gelijke, afgeronde kerktorens opdoemen; dit machtige kerkgebouw dateert uit de achttiende eeuw en past goed bij het bolwerk. De nabijheid van deze versterkte plaats viel meer dan eens nadelig uit voor de dorpen in aangrenzend België, die in het verleden meermaals te lijden hadden onder de strooptochten van de Franse troepen die de bevolking mishandelden, de dorpen plunderden en vernielden (Montquintin, Latour, Orval, Virton, enz.). Het "Meuse" departement die een noodzuidelijke grens vormt in West Europa was sinds aller tijden het slachtoffer van grote invasies en fungeerde dus werkelijk als een soort bufferstaat tussen de grote mogendheden. Op dit grondgebied bestaan er bij de 200 verdediging- en versterkingswerken. Het museum van Montmédy heeft als doel dit patrimonium te leren kennen, er het belang van te doen inzien en de evolutie van de militaire architectuur, vanaf zijn oorspong tot op het einde van de 18de eeuw, te verduidelijken.
Aan de hand van een ruime keuze aan oorspronkelijke stukken, van een iconografie, van talrijke maquette, van historische documenten toont het museum de vooruitgang op het gebied van bewapening en zijn desbetreffende gevolgen en meer in het bijzonder de verbetering van de beschermingsdiapositieven en belegeringstechnieken. Onze toer rond de citadel en het bezoek aan het museum maken onze dag weer tot eentje die ons nog lang zal bijblijven, en hebben weer een prachtige plek ontdekt.
De NS Ordensburg Vogelsang is een voormalig opleidingskamp van de Schutzstaffel (SS) in de Duitse Eifel, vlak bij de Belgische grens. De burcht is tussen 1934 en 1936 gebouwd door de Clemens Klotz.
Het begrip Ordensburg ontstond naar aanleiding van de behoefte van de partij en het staatsbestuur, om zich sterkere symbolen uit de Duitse geschiedenis eigen te maken en ze ideologisch een andere uitleg te geven. Tot 1939 werden in de Vogelsang 500 SS'ers (Ordensjunkers) opgeleid, onder andere in rassenfilosofie en lichamelijke opvoeding. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het complex in gebruik als kazerne van de Wehrmacht. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Vogelsang een militair oefengebied, eerst voor de Britten en na 1950 voor de Belgische krijgsmacht. In 2006 werd het monumentale complex als onderdeel van het Nationalpark Eifel opengesteld voor het publiek.
Aan het Forum Vogelsang opent zich de architectuur van het als monument beschermde gebied Vogelsang tot een uniek panoramisch uitzicht op de door wouden omzoomde Urftsee in het Nationaalpark Eifel. Onder het motto "natuur moet natuur blijven" ontwikkelen zich in het eerste nationaalpark in Noordrijn-Westfalen onze oerwouden van morgen.
Vol van schoonheid en verscheidenheid vindt de natuur zich, op een oppervlakte van 110 km² (15.000 voetbalvelden) terug in haar eigen kringloop van worden en vergaan. De wilde kat gaat in het groot beschermingsgebied op jacht en bevers bouwen hun holen in de zuivere wateren van de streek. Vele miljoenen narcissen herscheppen elke lente opnieuw de dalweiden in een zee van gele bloesems.
In het midden van het grote beschermingsgebied zijn sedert begin 2006 ook de uitgestrekte veld- en bosvlakten van de Dreiborn-Hoogvlakte te beleven. Voordien werd het gebied gedurende 60 jaar lang als troepen oefenplaats Vogelsang gebruikt. In de lente pralen hier, zichtbaar tot op grote afstand, de gele bloesems van de heidebrem, het zo genoemde "Eifelgoud". Ons bezoek aan het Nationaalpark Eifel begint als we de brede weg naar de Ordensburg toe oprijden en onze auto parkeren. Het is een indrukwekkend geheel, de gebouwen en de natuur de prachtige zichten over de Eifel.
Ondanks het gebouw een militaire verleden heeft is het met veel zorg gebouwd en is het in het landschap opgenomen. Wij gaan op verkenning, langs de Belgische Kazerne Van Doeren, de Belgische Cinema langs het Forum en de toren. We dalen af naar de baraken en genieten van het prachtige zicht op de Rursee.
Wij willen ook een wandeling maken in het natuurpark zelf, verschillende bewegwijzerde wandelingen brengen ons naar de mooiste plekken, wij kiezen voor de rondwandeling naar Wollseifen - eens een bloeiend Eifeldorp met uitzicht op Urfttalsperre. Een plaats waarvan de oorsprong 12 eeuwen geleden begon, werd na het einde van de 2eWereld Oorlog op bevel van de Britse bezetter een oefenterrein voor militaire doeleinden. De bewoners van Wollseifen werden gedwongen in augustus van 1946, hun dorp binnen drie weken te verlaten voor 1 september 1946. Accommodaties voor de dreven bevolking van Wollseifen werd niet aangeboden door de Britse bezettingsmacht macht. De bewoners gedreven uit hun dorp. Wollseifen werd in beslag genomen door de Britse bezettingmacht.
Zonder veel respect te tonen werden de huizen platgeschoten en met de grond gelijk gemaakt. 115 gezinnen tezamen 550 personen werden gedwongen hun dorp en goederen achter te laten. Nu 60 jaar later zijn alleen de ruïne van de kerk en kapel bewaard gebleven. In 1950 nemen de Belgische Militairen Vogelsang over, en in 1955 worden de doden op de begraafplaats van Wollseifen herbegraven.
Op onze wandeling komen we een oude dame tegen die 9 jaar was toen ze het dorp moesten verlaten, zij verteld over het mooie dorp, de vernietiging door de Engelse soldaten die geen respect toonden, over de Belgische Militairen spreekt ze dan met veel lof, zij hadden het mogelijk gemaakt dat de overleden herbegraven konden worden. Met ontroering in haar stem verteld ze dat ze na 60 jaar eindelijk eens terug kon gaan naar haar geboorteplaats en haar kerk. Ze verteld nog dat de vrouwen van het dorp aan de bron hun was kwamen doen, en hoe ze in de omliggende velden en weilanden hun werk deden. De vroegere inwoners van Wollseifen werden over de gehele streek verspreid, maar toch hebben ze hun dorp nooit de rug toegekeerd. Sinds de Belgische militairen vertrokken zijn kunnen ze terug naar Wollseifen komen en hebben ze kerk opnieuw van een dak voorzien, de school word opnieuw hersteld zodat deze enkele gebouwen die er nog zijn van het oude dorp kunnen bewaard worden.
Vandaag is Wollseifen een plek in het Eifelpark waar de stilte overheerst en het goed is om even stil te houden en van het landschap te genieten. Op de plaats waar de boerderijen en huizen stonden, staan nu huizen waar de militairen kwamen oefenen. Na en tijd onder de bomen gezeten te hebben vatten we onze wandeling weer aan. Op de grote openvlakte grazen duizenden schapen indrukwekkend elk stipje is een schaap.
We keren terug door bossen en langs de graslanden naar de Ordensburg Vogelsang. Een pracht van een wandeling in het natuurpark Eifel. Wij komen hier zeker nog eens terug om een wandeling te doen aan de Rursee.
MARCHE DES TROIS SOURCES / LES AMIS DU HENRY FONTAINE / GRAND HALLET 11/07/2009
MARCHE DES TROIS SOURCES
LES AMIS DU HENRY FONTAINE GRAND-HALLET.
GRAND-HALLET.
Grand-Hallet ligt in het noordwesten van de gemeente Hannuit. Grand-Hallet is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw met nog veel akkerbouw en veeteelt.
Wij wandelen door het dorp in de dorpskom staan nog verscheidene gerestaureerde oude huizen die gebouwd werden in tufsteen die in de plaatselijke groeve gedolven werd. De wandeling brengt ons langs een veldweg naar de grote witte kasteelhoeve, dan wandelen we verder en komen aan verschillende grote boerderijen, heel duidelijk dat we hier in Haspengouw zijn.
Dan wandelen we weer een eind door de velden en langs de Henri-Fontainebeek en komen aan de Molen van Henri-Fontaine, ook wel Nieuwe Molen genoemd, is een bovenslag watermolen aan de Henri-Fontainebeek, een zijtak van de Kleine Gete. De molen bestaat al sinds de 13de eeuw en werd een korenmolen in het begin van de 14de eeuw.
Ze werd vernield in 1467 maar pas opnieuw opgebouwd in 1649. In 1869 werd er een nieuw metalen rad aangebracht. Tussen 1988 en 1992 werd de molen gerestaureerd en is ze terug maalvaardig gemaakt. In de molen is het Musée de la Boîte en Fer Blanc lithographiée gevestigd. Dan wandelen we verder en komen terug aan in het dorp. Hier weer verschillende mooie huizen, langs de kerk en dan eindigt een mooie landelijke wandeling.
Wij wandelen nog even verder, want een beetje verder ligt een prachtige kasteelhoeve de moeite waard om even langs te gaan. In deze landelijke omgeving krijgen we weer prachtige vlinders voor de lens we laten je mee genieten.
VAKANTIETOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 06/07/2009
VAKANTIETOCHT
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Vertrek van de wandeling in Lutselus, en dadelijk wandelen we langs de beek het natuurreservaat binnen. Fijn om in het bos te wandelen, langs de beek op en dan verder langs velden en weilanden.
Langs een klein paadje door het maïsveld, aangenaam is het om er te wandelen, veel kun je niet vertellen over velden en weilanden, hier en daar wat dieren in de weilanden, en dan wandelen we een stukje richting Diepenbeek dorp. Hier staan nog enkele vakwerkhuizen die liefelijk gerestaureerd zijn. Dan weer een stukje langs een landweg naar de Pomperikvijver, deze vijver ontstond voor de ophoging van de Verbindingslaan uitgevoerd in 1966, het is een 15 meter diepe visvijver je kunt de Pomperik beschouwen als een verlengstuk van de aanliggende Dorpsbeemden.
We wandelen verder en lopen een eind over de houten paadjes die hier aangebracht zijn zodat men hier ook kan wandelen als het nat weer is. Het is mooi op deze houten weg je passeert verschillende mooie plekken die je anders niet zou zien, hierdoor kun je ook de verschillende watervogels zien. Wat verder komen we langs de vijvers, een reiger zit er te loeren om een visje te vangen, stokstijf staat hij in het water en wacht geduldig zijn moment af om dan pijlsnel toe te slaan.
We verlaten de vijvers en komen weer langs een mooi vakwerkhuis. Zo komen we weer aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling, wij hebben vandaag weer verschillende prachtige vlinders gezien. Zo eindigt een prachtige wandeling.
CLUB OMNISPORTS MAIRIE / CHEMERY SUR BAR / FRANKRIJK. 05/07/2009.
CLUB OMNISPORTS MAIRIE.
CHEMERY SUR BAR.
FRANKRIJK ARDENNEN.
In Chémery en omgeving wonen nog zon 450 mensen. Hoewel het inwonersaantal de laatste jaren niet meer achteruit gaat is dit dorp een voorbeeld van wat een oudere inwoner een village dortoir noemt. s Morgens en s avonds is er nogal wat beweging van autos en schoolbussen, maar overdag is het er doods.
De inwoners begeven zich in grote getale naar Sedan voor hun werk of voor inkopen. De kerk van Chémery is voornamelijk in Romaanse stijl gebouwd (12de eeuw). Het is een typisch voorbeeld van landelijke Romaanse bouwstijl, met een grondplan gebaseerd op een basilica. Gewoonlijk is de kerk gesloten.
Wij wandelen het dorp uit langs het kanaal waar boten ons passeren. Het Canal des Ardennes verbindt de Maas met de Aisne. Het werd gegraven tussen 1823 en 1837 en is 88 km lang. In de omgeving van Chémery loopt het kanaal in de vallei van de rivier Bar. Om de hoogteverschillen te overwinnen zijn er 44 sluizen, daarvan zijn er 37 aflopend naar de Aisne. Onderweg hebben we prachtige uitzichten over de Voorardennen en over het Canal des Ardennes. Landbouw hebben ze hier veel op de groene malse weiden waar koeien grazen.
We hebben veel prachtige zichten over het landschap. Na een tijdje komen we terug in Chemery langs de kerk en het plein met de overdekte markt wel een mooi plekje. Zo eindig hier een prachtige wandeling, in de omgeving zijn nog mooie gebouwen en dorpjes te bezoeken
. CHATEAU ROCAN Op een rustige gelegen heuvelhelling passeren we een aktieve boerderij met daarnaast het kasteel van Rocan. De oudste delen van het château du Rocan dateert uit de 16de eeuw. De gebouwen die rond het relatief kleine hoofdgebouw liggen werden later toegevoegd. Het is een privé-domein, niet te bezoeken.
CHAUMONT Wat verder komen we aan het dorpje Chaumont is wel een erg raar dorpje. Het heeft ons hart een beetje gestolen. Momenteel worden de meeste huizen weer gerenoveerd. Dat moet gebeuren in een stijl die aansluit bij de harmonische architectuur van Chaumont. Achter de zandstenen muren is echter nu meestal een laag van industriële cementsteen verborgen.
Merkwaardig zijn de opschriften boven de deurlijsten. Deze opschriften dateren uit 1939-1940 toen het Franse leger hier kazerneerde bij de verdediging van de zuidelijke Maasoever. Opschriften als 'Chez Maxim's of 'Caverne des Grognards' doen wel vreemd aan. Achter de kerk staat nog een mooi gerestaureerd huis, vroeger was dit het schooltje van Chaumont. Het dorp heeft nooit meer dan 100 inwoners gehad. In feite is Chaumont al sinds 1828 toegevoegd aan het grotere dorp Noyers.
Het dorp wordt ook wel eens Chaumont-Saint-Quentin genoemt om het onderscheid te maken met andere Chaumonts in Frankrijk. Saint-Quentin was de naam van een versterkte hoeve. De oorsprong van de stoere dorpskerk gaat terug tot de 11de-12e eeuw. Boven in de versterkte toren zijn een paar schietgaten. De kerk kon dus ook voor verdediging dienen. In de kerkmuur staat ook nog een vervallen waterput.
Een wandeling door het kleine dorp geeft ons een bijzondere indruk van de mooie huizen en de omgeving. Het is werkelijk prachtig hier in dit monumentale dorp. Een prachtige dag in de Franse Ardennen.
Wat is er mooier dan op een zomerse dag te gaan wandelen in de Ardennen. Aan het kruispunt van de Romeinse heirweg Riems-Keulen en de weg die twee steden van het Romeinse keizerrijk Trier en Aken verbindt. Op de rand van een plateau dat boven de Warche uitsteekt, op een hoogte van 556 meter. Te midden van een aantal kleine gehuchten en dorpjes in het natuurpark Hautes Fagnes-Eifel. De rust die hier heerst is nog indrukwekkend, de wandeling door de prachtige natuur is bijzonder mooi.
Een gedeelte van de wandeling volgt de Cultuurroute van de Eifel, met info borden die het leven in de Eifeldorpen. Langs de randen van de wegen staan bloemen die alles nog mooier maakt genieten is het. Wij worden beloont met prachtige vergezichten en weidse landschappen. Dan weer een stukje langs de weilanden en dan weer een stuk door het bos.
Veel afwisseling op deze wandeling. Ook Jefke geniet volop van zijn wandeling. Langs de boswegen zien we veel verschillende vlinders echt mooi is het. De natuur op zijn best. Bloemen kleuren de bermen die bruisen van leven. We wandelen rustig verder en genieten van alles wat de natuur en het landschap ons bied.
Als we Hunningen weer binnen wandelen kunnen we de bouwkunst van Eifel bewonderen. Als je ziet met hoeveel zorg en vakmanschap de woningen gebouwd zijn dan kun je alleen maar het vakmanschap waarderen. Wij komen zo terug op ons vertrekpunt, genoten van de prachtige wandeling.
Het dambordje (Melanargia galathea) is een dagvlinder uit de subfamilie Satyrinae de zandoogjes en erebia's. Het dambordje, die zijn naam ontleend aan de tekening van de vleugels die enigszins op een dambord lijkt, komt voor in Centraal- en Oost-Europa en wordt als dwaalgast beschouwd in Nederland en België. De vlinder geeft de voorkeur aan droge graslanden als leefgebied; gezien de zeldzaamheid van dit natuurtype in Vlaanderen hoeft het niet te verwonderen dat ook de verspreiding van deze soort beperkt is. In Vlaanderen is de verspreiding beperkt tot de Voerstreek en het zuidoosten van Limburg. De vliegtijd is van juni tot en met augustus. Het dambordje drinkt graag de nectar uit de Scabiosa-soorten en het knoopkruid. De vrouwtjes laten hun eitjes in de vlucht vallen.
Grote vuurvlinder (Lycaena dispar)
De grote vuurvlinder (Lycaena dispar) is een dagvlinder uit de familie Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 27 en 32 millimeter. Van de mannelijke vlinder zijn de vleugels bijna geheel oranjerood met een enkel zwart vlekje. De voorvleugels van de vrouwtjes zijn eveneens oranjerood maar zwart gevlekt en de achtervleugels grotendeels zwart.
RANDONNEE DE MOUZON / LES CAPUCINS / MOUZON FRANCE 21/06/2009.
RANDONNEE DE MOUZON
LES CAPUCINS
MOUZON FRANCE.
Mouzon is een oeroude neerzetting. Gelegen langs de Maas daar waar de oude Gallische weg (later de Romeinse weg) van Trier naar Reims de rivier oversteekt. Als dank voor zijn doop in 496 schenkt Clovis een groot stuk land (ongeveer het huidige kanton Mouzon) aan de bisschop van Reims.
Bij de opdeling van het Frankische Rijk in 843 komt Mouzon te liggen tussen het Germaanse Rijk (Lotharingen) en het Franse Rijk. In 971 laat de bisschop van Reims een Benedictijnenabdij bouwen in het huidige Mouzon. Er wordt ook een eerste kerk gebouwd. Een grote brand in 1212 verwoest de helft van Mouzon (dat in die tijd grotendeels uit dicht bij elkaar gebouwde houten huizen bestaat).
Met man en macht wordt de volgende decennia aan een nieuwe kerk gebouwd, in een tijd waar het katholicisme op een hoogtepunt was. Het huidige kerkgebouw dat je nu nog ziet was daarvan het resultaat, gebouwd in de stijl van die tijd, hooggotiek. De volgende eeuwen bereikt Mouzon zijn glorietijd. Als machtscentrum in Oost-Frankrijk wordt het stadje enkel voorgegaan door Reims. (In die tijd was Sedan nog geen deel van Frankrijk). Gezien de grensligging wordt Mouzon in de loop der eeuwen ook versterkt met wallen en bewaakte toegangspoorten.
Dat belet niet dat ondermeer de troepen van Karel V en later ook de Spanjaarden Mouzon een tijd bezetten. Door zijn omwallingen en poorten kon het stadje s avonds volledig worden gesloten. Nog één van die poorten is overgebleven, de Porte de Bourgogne. Het is maar 5 minuten wandelen van de kerk tot deze toegangspoort. De fundamenten van de toren gaan terug tot de 12de eeuw, uiteraard was het bij militaire conflicten een strategisch doel. De toren werd dan ook later verscheidene malen heropgebouwd. In de toren is nu een klein museum, veel kans dat je voor een gesloten deur staat echter. Onderweg naar de poort zie je ook goed overblijfselen van de verschillende stadsomwallingen.
Let ook even op de huizen langs de weg. De stijl van nogal wat huizen doet wat denken aan de woningen in Lotharingen of de Gaume. Soms hebben ze ook het bouwjaar boven de deurlijst. Ze zijn vaak 18de of begin 19de eeuws. Het is de moeite waard om even door wat zijstraatjes te slenteren en de sfeer op een paar binnenplaatsen van Mouzon op te snuiven. Het stadje ontwikkelt zich in de late middeleeuwen verder als een bloeiende handelsnederzetting in de streek. Tijdens de Franse Revolutie in 1789 worden na 800 jaren de monniken verjaagd. De bezittingen van de abdij worden aangeslagen en verkocht. In de 19de eeuw profiteert Mouzon mee van de bloeiende textielnijverheid en de opkomende metaalindustrie. In de 20ste eeuw had Mouzon erg te lijden onder het geweld van beide oorlogen, waarbij zware verwoestingen plaats vonden. Mouzon is een compact stadje en je wandelt er dan ook snel rond. De gotische kerk is meestal open voor bezoek. Links daarvan zie je oude abdijgebouwen, voornamelijk opgetrokken in 1660 nadat de vorige verwoest werden tijdens een belegering. Het is momenteel een rusthuis. Als je aan de kerk links de straat inwandelt kom je langs het viltmuseum. Dit voormalige atelier was gespecialiseerd in een apart textielproduct: Vilt (vervaardigd uit wol). Vlakbij het museum, in het gebouw met de ronde duiventoren, is de VVV van Mouzon gevestigd. Als we de ronde rond het stadje gedaan hebben wandelen we de prachtige omgeving van Mouzon met de vallei van de Maas als hoogtepunt met prachtige vergezichten.
Wat later komen we aan de Gallo-Romeinse opgravingen van Flavier, hier kunnen we rustuig eens rondkijken n via een ijzeren brug kunnen boven de opgravingen gaan kijken, we wandelen verder en komen aan de toegangspoort van Mouzon, Tour Porte de Bourgogne we wandelen terug door het stadje de brug over en komen zo aan de abdijtuinen De tuinen die aan de voet van de voormalige abdij van Mouzon liggen, waren voor de monniken een geliefd oord om te bidden, maar zij teelden er natuurlijk ook groenten, fruit en aromatische planten. De Abdij werd rond 1789 tot burgergasthuis omgebouwd en doet vandaag de dag dienst als bejaardenhuis voor Mouzon. De voormalige abdij heeft de moestuin behouden, die geleidelijk tot siertuin met klassiek ontwerp is geworden. Wat verder en dan komen we terug aan ons vertrekpunt. Gewoon een prachtige wandeling in een bijzonder mooi stadje, klein maar fijn waar je veel details kunt zien, elke deuropening is een verhaal apart. En de natuur is hier uitzonderlijk prachtig. Wij hebben vandaag prachtig vlinders gezien. Een mooie wandeling in de Franse Ardennen.
De bovenste vleugel van het mannetje is 17-18 mm lang, die van het vrouwtje is groter. De bovenkant van de vleugel is donkerbruin met oranje vlekken bij de achterkant. De vrouwtjes hebben tevens grote niervormige vlekken op de voorvleugel.
Op de oranjebruine onderkant van de vleugel zitten omrande, sabelvormige, donkeroranje vlekken, die van de bovenrand in de richting van de onderrand wijzen. De sleedoornpage heeft maar één generatie per jaar. De vlinder vliegt van eind juli tot in oktober. Sleedoorn en soms gecultiveerde prunus-soorten zijn de waardplanten. De vlinder legt de eitjes in de oksels van takken op de grens van oud en jong hout, waar de eitjes overwinteren. De eitjes zijn wit en plat en hebben een gribbeld patroon.
In het voorjaar komen de eitjes uit en vreten de rupsjes de knoppen van binnen uit, later vreten ze van het blad. De rupsen verpoppen eind juni of begin juli op de grond onder afgevallen bladeren. Mieren begraven de poppen in oppervlakkige holletjes. De oude naam van deze vlinder was berkenpage en hoewel ook de wetenschappelijke naam daarop duidt, blijkt dat de berk geen waardplant van de sleedoornpage is. Wel kiest de mannetjesvlinder graag markante bomen in de omgeving als vliegplaats, en daartoe kan de berk goed dienen.
Originele boerenhuizen uit de laatste 5 eeuwen, prachtige tuinen, indrukwekkende multimedia-installaties en speciale voorstellingen garanderen een leuke daguitstap in de openlucht.
Slechts enkele kilometers buiten de stad Salzburg kunt u zich onderdompelen in de unieke sfeer van het boerenleven van toen. We brengen onze dag door tussen de bonte boerentuintjes, huisjes, molens en almhutten uit de laatste 5 eeuwen. De huizen zijn afkomstig uit heel Oostenrijk en werden hier zorgvuldig terug opgebouwd.
In de schaduw van de machtige Untersberg vinden we een grote verzameling van boerderijen en stukjes volkskunst uit alle hoeken van de provincie Salzburg samen gevoegd tot een gemakkelijke verkende wandeling van 10 kilometer. De buitengewone "collectie" werd verzameld uit de gehele provincie, afgebroken, vervoerd naar Großgmain en opnieuw gebouwd in de originele staat - zij omspant meer dan 500 jaar van volkskunst en architectonische tradities van het platteland Salzburg.
De gebouwen zijn aangevuld met bijpassende meubels, een dorp school is volledig ingericht en trekker oldtimers aantonen hoe de boeren werkten ongeveer 50 jaar geleden (in Opper-Oostenrijk 10 jaar geleden).
De boerderijen zijn door de traditionele omheiningen uit de Alpengebieden omringd en een aantal van de boerderijen hebben boomgaarden en velden. De vijvers in het Freilichtmuseum worden gebruikt voor de exploitatie van de molen, waar - op speciale gelegenheden - meel wordt gemaakt.
Wij kiezen voor de grote toer van 10 kilometer. Een prachtige dag in de het museum je heb een hele dag nodig om al het prachtige te zien.