Het bloedrode, diep kelkvormige vruchtlichaam, de groeiwijze (op hout) en de vroege groei zijn kenmerkend voor deze soort. Het vruchtlichaam is twee tot zes cm breed en heeft een ronde tot langwerpige kelkvorm. De binnenkant is glad, bloed- tot scharlakenrood; de rand is licht okerkleurig en ietwat gekarteld. De buitenkant is fijnviltig, in het begin wittig van kleur, later vaalroze en tenslotte okergeel wanneer de paddestoel oud is en begint te verdrogen. In het algemeen is de steel vijf tot zes cm lang, vier tot vijftien mm dik, kort en cilindrisch - het komt ook voor dat hij vrij lang en wigvormig is. In uitzonderlijke gevallen is hij zelfs helemaal niet ontwikkeld. De steel is stevig, buigzaam, donzig tot fijnbehaard, vuilwit tot vaalroze. Het vlees is wittig, vrij dun, bij jonge exemplaren wasachtig maar nooit broos. Later wordt het vlees taai.
Deze kelkzwam groeit van februari tot april op het vochtige, dode hout van bomen en struiken, vooral op takken van de beuk, de iep maar ook op rosaceeën (meidoorn, sleedoorn, kersenboom). Hij hecht zich vast aan takken die op of gedeeltelijk onder de grond liggen. Rode kelkzwammen komen vrij algemeen voor, met name op grote hoogte en in heuvelachtige gebieden. Ze verschijnen vrij snel na het smelten van de sneeuw en vormen in het landschap een schitterend voorjaarstafereel. Deze paddestoel is eetbaar, maar de smaak is matig. Opmerking : Sarcoscypha austriaca en Sarcoscypha jurana hebben beide veel weg van de rode kelkzwam. De austriaca groeit voornamelijk op takken van de espenboom, acacia, wilg, esdoorn en de jurana vooral op die van de linde. Deze drie Europese soorten zijn alleen met de hulp van een microscoop van elkaar te onderscheiden.
MARCHE PRINTANIERE DES STCHROUMFS / LES HERMALLIS / HERMALLE SOUS HUY 27/03/2010.
MARCHE PRINTANIERE DES STCHROUMFS.
LES HERMALLIS.
HERMALLE SOUS HUY.
Het dorp van Hermalle-sous-Huy strekt zich langs de Maas die de grens tussen Haspengouw en het begin van Ardennen vormt. Dit dal is een leuk gebied waar we de hoeven en kastelen, kerken en abdijen, musea en attracties, weien en bossen kunnen ontdekken.
Chateau Hermalle & Ferme Castrale
Huis Sacre
Hoeve Dacosse
Het eerste monument is het kasteel van Hermalle. De herenfamilie die dit kasteel oorspronkelijk heeft gebouwd als haar woonst, was schatplichtig aan het feodale hof van Luik. Tegen 1100 was het eigendom van Michel de Hermalle, heer van Chaumont, Engis en Les Awirs. Later in die eeuw gaat het over in handen van de familie de Warfusée en vervolgens door vererving in de handen van Arnold de Lumen, Jean de Wavre de Brabant en, eind 14de eeuw, Englebert de Haccourt.
Pastorie
Voordat het in 1853 toeviel aan baron de Potesta zijn er nog verschillende eigenaars de revue gepasseerd. Het kasteel zelf werd in 1315 met de grond gelijkgemaakt tijdens de oorlog tussen de Awans en de Waroux. In de 17de eeuw werd het heropgebouwd. Het kasteel is dichtbij de kerk gebouwd, midden in het centrum van Hermalle. Eromheen ligt het gedeeltelijk ommuurde kasteelpark. Het huidige kasteel is in hoefijzervorm gebouwd, rond een binnenhof. Om het kasteel is een slotgracht gegraven. Verder is er een voorhof, waarrond koetshuizen en paardenstallen gelegen zijn. Deze bijgebouwen dateren van de 19de eeuw. Het rechthoekige basisplan is middeleeuws en, zoals het in die tijd gebruikelijk was, voorzien van 4 torens. Bij de heropbouw tijdens de 17de eeuw is gebruik gemaakt van zandsteen, kalksteen en baksteen. Het gebouw werd ook aangepast aan de stijl die in de Maasvallei gangbaar was, met twee rechthoekige torens.
Abdij Flône
De kasteelboerderij dateert van de 17de en 18de eeuw. In 1975 werd ze stilgelegd en raakte ze in verval. De huidige eigenaars hebben de boerderij echter nieuw leven ingeblazen als toeristische site, bestaande uit een museum, een culinaire bibliotheek en het postmuseum. In de directe omgeving verschillende 17de en 18de eeuwse huizen. Huis Sacre 18de eeuw, oude hoeve Dacosse 17de eeuw, huis van de metselaarsbaas 18de eeuw nu pastorie. Wij wandelen het dorp uit en gaan naar de Maas, wij wandelen een heel eind langs de Maas, aan de andere kant zien we de steengroeven en dan zien we de Abdij van Flône.
Tour Malherbe
Wij zijn hier in Amay. De abdij heeft een lange geschiedenis en gaat een heel eind in de tijd terug met de nodige vernielingen en branden en weeral opgebouwd. De geschiedenis van de abdij gaat terug tot 1075. De huidige gebouwen zijn van omstreeks 1636-1692. Wij wandelen verder en komen aan het kasteel Rorive, nu een hotel. We wandelen door het natuurgebied Les landes dOmbret in het dorpje Ombret. Dan komen we aan de Tour Malherbe XVIde eeuw-XVIIde eeuw. Nog even en we zien het kasteel van Hermalle. Zo komen we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling.
Op de terug weg komen we langs abdij Paix-Dieu.
ABDIJ PAIX-DIEU
Een rondwandeling op het domein laat ons zien hoever de restauratie werken gevorderd zijn en op de toeristische diens krijgen we een uitgebreide informatie over de streek en de abdij. Hieronder wat geschiedenis van de abdij. De stichting van de cisterciënzer abdij van Paix-Dieu valt binnen de context van de vrouwelijke mystiek, een beweging die het bisdom Luik aan het begin van de 13de eeuw heeft gekenmerkt. De cisterciënzer zusters uit Val Benoît vestigden zich tussen 1239 en 1241 in het Haspengouwse dorpje Oleye, op uitnodiging van ridder Arnould de Corswarem.
Deze plaats werd door de cisterciënzers echter niet volledig geschikt geacht voor de stichting van een abdij. In 1244 werd de abdij daarom overgebracht naar een vallei, waar verschillende beken samenvloeiden: in Grognart. Dat op deze locatie een graanmolen stond, waar de gemeenschap haar levensonderhoud aan ontleende, was geen toeval voor de keuze van de plek. De abdij van Paix-Dieu is als landbouwgebied meteen een ideale plek voor de cisterciënzers om zelfbedruipend te leven. In 1257 cultiveert het klooster 453 hectaren. Dat is niet veel in vergelijking met de 10.000 ha van Villers-la-Ville en de 7000 ha van Orval. Het klooster van Paix-Dieu werd pas later gesticht, waardoor het niet veel grondbezittingen heeft kunnen vergaren in de loop der eeuwen. Het domein wordt echter gecultiveerd volgens de methoden van de eerste cisterciënzers. De gronden worden opgedeeld over twee schuren, die onder het gezag staan van werkbroeders, in Oleye en Bodegnée. De abdij ondervindt flink wat economische schade van de crisis van het einde van de 13de eeuw, waarna Paix-Dieu haar domein herinricht en de meeste gronden laat bewerken door boeren. Langzamerhand ontwikkelt de abdij zich tot grootgrondbezitter, en de winst die ze maakt met haar landerijen stelt haar in staat de kerkelijke en boerderijgebouwen te laten bouwen die we nu kennen (1730-1767).
Tijdens de Fanse Revolutie worden de gebouwen en gronden verkocht als nationale goederen. De gemeenschap valt uiteen en wordt niet meer hersteld. De boerderij blijft functioneren, net als de molen. Sommige kerkelijke gebouwen, zoals de kloostergang, verdwijnen, maar andere dienen als schuur of distilleerderij. De geloofsgemeenschap bestaat uit een abdis die de verantwoordelijkheid draagt voor het spirituele en wereldse beleid van het klooster, gewijde zusters die de diensten voorgaan, de werkzusters die het huishoudelijk werk doen in het hart van de abdij, en de scholieren. De slotzusters leefden meestal met slechts 20 tot 25 leden in het klooster. De abdis had haar eigen vleugel, tussen de abdijkerk en het gastenkwartier waar tijdelijke bewoners zich ophielden. Verder bood Paix-Dieu onderdak aan twee religieuzen die de diensten leidden en de biecht afnamen, huispersoneel en af en toe gasten. Van tijd tot tijd woonden er ook ambachtslieden die de gebouwen moesten onderhouden en aanpassen: timmerlieden, dakdekkers, wevers, brouwers, kuipers enz. De eenheid die we zien, is te danken aan het gebruik van traditionele materialen en technieken. De gebouwen zijn van de 17de en 18de eeuw en werden gebouwd in de Maaslandse renaissance-stijl. Ten gevolge van branden, plunderingen en oorlogen (ook religieuze) ondergingen ze verschillende diepgaande veranderingen. De boerderij is goed bewaard gebleven, maar de kerkelijke gebouwen zijn na hun verkoop als nationale goederen in 1797 en na het uiteenvallen van de geloofsgemeenschap, in verval geraakt. De kerk bevat geen meubilair meer. Ze gaf toegang tot een vierkanten kloostergang. De oostelijke vleugel van de kloostergang werd het 'dameskwartier' genoemd en bood onderdak aan de zusters. De zuidelijke vleugel liep parallel met de vleugel van de abdis. Hier overnachtten de werkzusters. Aan de westkant heeft de kloostergang plaats moeten maken voor de vleugel van de abdis, het gastenkwartier en het hoofdplein. De kloostergang en de galerijen van het hoofdplein (zichtbaar op een ets van Remacle Leloup) werden in de 19de eeuw afgebroken.
De bouwmaterialen werden voor andere werven gerecupereerd. Het gastenkwartier herbergt de bewoners van de abdij die niet aan de regels van het kloosterleven gebonden zijn. Tot de bijgebouwen behoren de molen, een brouwerij en een duiventil aan de zuidkant, een ziekenboeg aan de oostkant en het paterhuis. De vierkantshoeve verzekerde de abdij van haar levensonderhoud. De Saumery heeft het in zijn 'Délices au païs de Liège' (1736-1740) ook over een wonderdoende bron van Saint-Gérard, plek van aanbidding en bedevaartsoord. In 1993 geeft het Waalse gewest haar fiat voor de oprichting van een centrum voor de ambachten ter behoud van het regionale erfgoed. Het centrum krijgt werkingsmiddelen tot 1999. Vervolgens wordt het Institut du Patrimoine wallon de verantwoordelijke voor het beheer en de ontwikkeling van het centrum. Het gastenkwartier is inmiddels gerestaureerd en huisvest de activiteiten van het centrum. De werken beëindigd in 2001 gaven het administratief beheer de mogelijkheid de plaats opnieuw in te richten. In het gebouw vinden ook vervolmakingsopleidingen en inwijdingen in het erfgoed plaats. Het gaat er hier om de ambachtslieden en jongeren wakker te maken voor het belang van het Waalse erfgoed. Ook het onthaal van het Maison du Tourisme Hesbaye et Meuse heeft onderdak gevonden in de gebouwen van Paix-Dieu. Het bevindt zich in de inkomhal van het Institut du Patrimoine wallon (IPW).
MARCHE DE JOUR / CLUB MARCHEURS JALHAY / JALHAY 21/03/2010.
MARCHE DE JOUR.
CLUB MARCHEURS JALHAY.
JALHAY.
Elk jaar komen we wandelen in Jalhay, het is een prachtige streek met veel natuur. Maar vandaag waren we beter thuis gebleven. Wij kiezen voor de zes kilometer, het regent pijpenstelen, wind en verschrikkelijk veel modder op het parkoer. De wandelaars die binnen komen zijn echte verzopen ratten, modder tot aan hun knieën. Wij vertrekken in het dorp langs het monument met de stenen het staat hier al jaren en is een bekent punt op de wandeling.
Door de regen is het niet mogelijk om veel fotos te maken. We wandelen de bossen en de weilanden in, wandelen kun je het bijna niet meer noemen het is schuiven en glijden. Regelmatige stevige rukwinden die de paraplus doen sneuvelen. Wij ploeteren dapper verder en zijn blij als we even uit de wind kunnen wandelen, dan voel je de striemende regen niet zo fel. De velwegen zijn bijna beken geworden, en onze wandelschoenen zijn bijna niet meer te herkennen. Wij zijn dan ook blij dat we terug in het dorp zijn en onze natte kleren kunnen uitdoen. Ondanks de regen en wind, de modderbaden is het toch fijn om even buiten te zijn. Volgende keer beter weer hopen we.
MARCHE DU PRINTEMPS. / MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE. / NANDRIN 20/03/2010.
MARCHE DU PRINTEMPS.
MARCHEURS COUDE A COUDE NEUPRE.
NANDRIN.
Ze hebben elk hun eigen karakter, de mooie dorpjes van de Ardennen, Haspengouw en Condroz. Door hun geringe omvang, hun kleuren van baksteen met zandsteen, met hun bezienswaardigheden maken deze dorpjes zo aantrekkelijk voor wandelaars die iets meer willen dan alleen afstanden af te leggen, daarom gaan wij er ook zo graag wandelen, telkens weer kom je stukje erfgoed tegen.
Het is prachtig om al wandelend de mooie plekjes te ontdekken, door de kleine wegjes, langs de velden en weilanden. Wij wandelen door dit prachtige landschap, aan het plein van Nandrin staat de grote kasteelhoeve en donjon het plein is prachtig aangelegd met wat waterpartijen en zitbanken. Heel aangenaam. Dan wandelen we verder en komen voorbij Ferme Sarlet. Op de binnenkoer staat het indrukwekkend hoeve omgeven door de stallingen het is een indrukwekkend gebouw. Wij wandelen weer verder en komen in Fraiture, een bijzonder mooi dorpje met de overblijfsels van het kasteel. Chateau Neuf een Louis XVI stijl gebouwd in 1778 brandde af op 31-07-1963, nu blijven er alleen nog wat bijgebouwen en de prachtige hekken over. Wij hebben hier controlepost.
Wij verlaten het domein en komen langs maison de Jacques Le Charras wat verder komen we langs de voormalige smidse. En tegenover de oude Rijkswachtkazerne die al een hele geschiedenis heeft van 1797 tot 1815 gebruikt door de Fransen, van 1815 tot 1830 door de Hollanders en van 1830 tot 1914 door de Belgen, nu staat het gebouw te koop.
Wat verder komen we langs Ferme de Trois Tilleuls wij komen langs de kerk en gaan even binnen kijken prachtige glasramen in lood, een doopvont uit 1581. Wij verlaten de kerk en komen op een pleintje met een eigenaardige waterpomp, dan wandelen we verder naar Tinlot en dan weer de natuur in met prachtige zichten over de omgeving. Na een tijdje komen we terug in Nandrin.
Een legende word verteld op de wandeling in Fraiture hier het verhaal.
De Legende van DZY Een beroemde Fraiturois : de DZy.
Deze figuur waart rond in het dorpje Fraiture vanaf het einde van de 19de eeuw. In 1874, publiceert de Luikse protestschrijver, Joseph Demoulin, de geschiedenis van Paul Derenne, bijgenaamd de D'Zy. Paul Derenne wilde aanvankelijk priester worden, maar zijn liefde voor Jeanne is sterker. Hij woont met zijn vrouw, zijn vader en een oude nicht in een kleine boerderij, gelegen aan de rue de Liège (nummer 14), in Fraiture. Hij gaat door het leven als keuterboer en werkt 's winters als houthakker. In de bossen van Gougeon doodt hij de ridder van Cortis die zijn vrouw probeerde te verkrachten. Hoe valt de moord op een edelman, gepleegd door een eenvoudige boer te rechtvaardigen in het begin van de 19de eeuw? Paul gelooft niet in de rechtvaardigheid van de mensen. Hij ontsnapt uit de kerker van de Rijkswacht van Fraiture. Hier beginnen de avonturen van de D'Zy. D'Zy is de Waalse benaming voor een "hazelworm", een klein soort reptiel dat zich moeilijk laat vangen. Jeanne sterft, terwijl ze in verwachting is van een kind. Paul's vader overleeft de ellende niet. De boerderij wordt verkocht. Paul brengt vele jaren door in de bossen van L'Herberain met steun van alle inwoners van Fraiture en in het bijzonder van pastoor Moret en zijn vriend Jean Bouvier. Hij is voortdurend op de hielen gezeten door de Rijkswacht. Zijn gezworen vijanden zijn de « Rougeaud » en de « Grande Gatte ». Hij beleeft hachelijke avonturen. In eer hersteld, leeft de D'Zy nog een paar jaar in Fraiture op het dorpsplein (nummer 35), vlakbij de oude smederij en de Rijkswacht. Tenslotte komt hij om bij een noodlottig ongeval in de straten van Brussel ten tijde van de Revolutie van 1830.
MARCHE PHILANTHROPIQUE. / LA CARACOLE ANDENNAISE / BONNEVILLE 17/03/2010.
MARCHE PHILANTHROPIQUE.
LA CARACOLE ANDENNAISE.
BONNEVILLE.
Een rustige wandeling op woensdag namiddag in Bonneville, vertrek in het Centre Orthopédagoque Saint-Lambert. Bonneville is een deelgemeente van Andenne.
Het golvende landschap is werkelijk fijn om te wandelen, grote stukken akkerland en op de toppen van de heuvels bosjes. Wij wandelen een stukje langs de Maas en wandelen dan naar Sclaigneaux hier zijn prachtige rotsformaties. Wij wandelen over de spoorwegbrug en komen zo aan de overzijde hier wandelen we langs de rotsen en langs de spoorweg.
Hier is de natuur wel bijzonder mooi. Wat verder komen we langs een watermolen, deze is ook prachtig het waterrad word van bovenaf gevoed. Het is wel een bijzonder groot gebouw. We wandelen door de prachtige omgeving en komen zo aan een monument spijtig dat we niet kunnen zien waarom deze hier staat alleen het jaartal en namen van personen kunnen we lezen -1883- dan weer de grote open vlaktes waar je bijna een eindeloos zicht hebt.
We komen in de buurt van grachten en vijvers en de paddentrek is bezig, een bord waarschuwt de autobestuurders en vraagt hen wat voorzicht te rijden. Dan komen we terug in Sclaigneaux. Terug langs de prachtige rotsformaties. Dan weer een eindje langs de Maas.
We klimmen terug het bos in en komen aan Chateau Cherimont. Een schuttersclub is er eigenaar van, je kunt de schoten horen hier word aan kleiduif schieten gedaan, we verlaten het domein en zijn dan weer terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling hebben we gedaan in de Condroz.
Op een oppervlakte van 750 hectare wacht ons een avontuurlijk natuurgebied met beken, moerassen, grazige weiden en bos. Nadat het oude moerasgebied systematisch was drooggelegd en de beken tot kaarsrechte lopen waren omgebouwd, hebben de beide gemeenten in 2003 het initiatief genomen het water in het gebied weer de vrije loop te geven en de natuur grootschalig te herstellen.
De Roode Beek en Rodebach stromen samen door het Natuur- en Landschapspark en geven het park zijn naam. Tot in het begin van de vorige eeuw stroomden de beide beken tussen Schinveld en Gangelt in een enorm moerasgebied uit. Dit moeras werd in de 20e eeuw drooggelegd en de beken werden rechtgetrokken en in beton gelegd. Zo kon het water uit de mijngebieden rondom Brunssum snel worden afgevoerd en werd de bodem in het gebied geschikt voor landbouw.
Onderweg in het natuurpark, komen we hier en daar een kudde Schotse Hooglanders tegenkomen. Sinds 2004 leven er ongeveer 70 dieren in het gebied; ze lopen vrij rond door de graslanden en door het bos. Deze grote grazers spelen een belangrijke rol in de natuur, want ze vreten de jonge boompjes en struiken op, die anders de zompige graslanden snel in bos zouden doen veranderen. Zo ontstaat er op termijn een halfopen landschap met bloemrijke graslanden en hier en daar wat struiken en bomen. Te midden van het moeras boden de Schansbergen in het verleden een veilige vluchtplaats tegen plunderende troepen. De aarden heuveltjes zijn met grachten en wallen omgeven die vaak met houtgewas werden beplant. Restanten van de middeleeuwse schansen vinden we nu nog in het Natuur- en Landschapspark.
Langs de Rodebach en Roode Beek stonden in het verleden maar liefst 14 watermolens waar met waterkracht graan en olie werd gemalen. De laatste molen draaide tot in 1970. De grote houten raderen zijn vervallen, maar de meeste gebouwen zijn er nog, vaak in gebruik als horecagelegenheid. Om het gebied voor de landbouw te kunnen gebruiken, ontwaterde men het moerasgebied met greppels en trok men de beeklopen recht. In het huidige natuurgebied zijn de greppels nog steeds zichtbaar. De komende decennia zullen ze langzaam vervagen. De inwoners van de dorpen aan beide zijden van de grens hebben hun verbondenheid met de natuur nog behouden. Met de inrichting van het Natuur- en Landschapspark geven ze de natuurontwikkeling weer een belangrijke plaats in hun midden.
Aan de rand van de Schinveldse Bossen, half verscholen onder het lover, ligt het Nonke Buusjke. Een historisch kleinood dat uniek is voor Nederland. Het koestert een verzameling Zuid-Limburgse vakwerkhuizen en werkplaatsen uit het begin van de vorige eeuw. Middelpunt is de geheel gerestaureerde vakwerkboerderij. Daaromheen de bijgebouwen als bakhuis, stroopstokerij, timmerwerkplaats, weefhuis, klompenmakerij en schoenmakerij. Alle gebouwen zijn volledig ingericht met authentieke meubels en gebruiksvoorwerpen die rond 1900 op het Limburgse platteland werden gebruikt. Een collectie landbouwwerktuigen uit de tijd voor de mechanisatie maakt de herinnering aan een voorbije samenleving compleet.
De wandeling heeft voor ons een heel bijzonder stukje Nederland - Duitsland laten kennen. Duitse dorpjes als Niederbusch en Hohenbusch, Mindergangelt en Gangelt. De Schinveldse bossen en het natuurpark Rodebach -Roode Beek. Een pracht van een wandeling.
MARCHES DES DJOYEUS / LES DJOYEUS D'A TULTAY / HODY 13/03/2010.
19E MARCHE DES DJOYEUS.
LES DJOYEUS DA TULTAY.
HODY.
Bij het naderen van de Ardennen ontplooit er zich voor ons een landelijke streek waar water en steen de landschappen hebben gebeeldhouwd en hun stempel op het leven van de mens hebben gedrukt. Wij ontdekken de rijkdom van het architecturale erfgoed en de eeuwenoude traditie eigen aan de exploitatie van steengroeven. Water en steen liggen aan de oorsprong van dit prachtige natuurlijke patrimonium en deze typische gebouwen van weleer.
Wij maken een voettocht door de velden en de uitgestrekte bossen en ontdekken de typische gehuchten, schilderachtige valleien en prachtige panoramas van de Ourthe-Amblève-streek en de uitlopers van de Luikse Condroz. De wandeling laat ons kennis maken met deze prachtige streek, dadelijk na het vertrek wandelen we de natuur in, met zijn velden en bossen.
In de verte zien we een prachtig kasteel liggen, wij wandelen verder en komen in Tavier, dit dorpje is in zijn geheel beschermt en bezit verschillende prachtige huizen, een grote boerderij met een rond torende, dat opvalt het is het enige deel van de boerderij dat in baksteen gebouwd is. Verschillende huizen stammen uit de 17de en 18de eeuw. We komen aan de zaal Saint Barbe de Tavier welke 100jaar bestaat, een grote Sint Barbara staat in de zaal.
Na de controle komen we terug in de natuur met prachtige weilanden en op de heuvels bossen. Dan komen we aan de boerderij Radion hier wandelen we door de toegangspoort over het erf en dan weer de weilanden en velden in. Wat verder midden in het veld staat de kapel Notre-Dame deze ligt op een hoogte van 235meter.
Wat later komen we terug in Hody met zijn kasteel en kasteelhoeve. Al bij al is het een prachtige wandeling, met mooie gebouwen en heel veel natuur, gewoon prachtig.
PAREL VAN HASPENGOUW / LOONSE TSJAFFELEERS / GORS-OPLEEUW 08/03/2010.
PAREL VAN HASPENGOUW.
LOONSE TSJAFFELEERS.
GORS-OPLEEUW.
Al in de middeleeuwen werden Gorsleeuw en Opleeuw als twee zelfstandige Loonse heerlijkheden onderscheiden. Gorsleeuw was het bezit van verschillende adellijke families. Hoewel het een Loons bezit was, volgde de rechtspraak toch de Luikse wetgeving. Aanvankelijk was de Loonse heerlijkheid Opleeuw eveneens bezit van het plaatselijke riddergeslacht, maar later werd het aan Herman van Mettecoven toegewezen. Opleeuw volgde de Loonse rechtspraak. De parochiekerk en het kasteel vormen de historische dorpskom.
Wij vertrekken met de wandeling in Opleeuw. Beneden in de vallei ligt het kasteel van Opleeuw. Het huidige kasteel van Opleeuw dateert uit 1874 en werd op dat ogenblik opnieuw opgebouwd in neobarokke stijl naast het vroegere kasteel dat ruim driemaal groter was en eveneens een 17e eeuwse U-vormige kern had met grachten er rond. Het kasteel werd in 2004 samen met de kasteelhoeve beschermd als monument. De omgeving van het kasteel werd dat jaar eveneens beschermd als dorpsgezicht. Vandaag zijn er werken uitgevoerd aan de omgeving waardoor het kasteel weer prachtig ligt in zijn omgeving.
Wij wandelen het dorpje uit richting Kerniel en buigen dan links af het veld in wij wandelen dan door de velden naar een volgende kasteel van Gors-Opleeuw. Het kasteel Haagsmeer dateert uit 1890 en was het jachtpaviljoen van het kasteel van Opleeuw. Het kasteel werd verbouwd in 1958. Naast het kasteel ligt de kasteelhoeve uit de 18e eeuw. Wat verder komen we aan de vierkantshoeve De Oude Winning in de onmiddellijke nabijheid van het kasteel Haagsmeer werd in 2004 als monument beschermd werd. De omgeving van de hoeve werd beschermd als dorpsgezicht. We klimmen verder en komen zo aan de hoofdstraat van het dorp. Hier staan nog verschillende huizen uit vakwerk die prachtig gerestaureerd zijn.
Wat verder komen we terug aan ons vertrekpunt. We gaan ook een stukje wandelen in Gors. Het kasteel van Gors is het meest belangrijke kasteel van Gors-Opleeuw. Het heeft een U-vormige kern uit de 17e eeuw dat aan drie zijden omringd was door grachten. Het kasteel werd volledig verbouwd in 1820 in laatclassicistische Empirestijl. De ronde toren dateert uit 1923. Het kasteel werd in 1986 beschermd als monument. De bijbehorende kasteelhoeve werd in 1865 afgebroken en even verderop opnieuw opgebouwd naar de oude plannen.
Ook de hoeve werd in 1986 beschermd. Helaas is de staat van dit gebouw de laatste jaren achteruit gegaan. De Rijschool of Manège uit de tweede helft van de 19e eeuw behoorde oorspronkelijk tot het kasteeldomein van Gors. In 1986 werd dit gebouw eveneens beschermd als monument. Voor de kerk op het dorpsplein staat een vierkante neogotische dorpspomp uit 1845. In 1905 werd ze van Tongeren naar Gors-Opleeuw verhuisd. Dit is werkelijk één van de mooiste pleinen van het land.
MARCHE POPULAIRE INTERNATIONALE / MARCHEURS DE LA GOUTELLE / GESPUNSART. FRANCE-ARDENNES 07/03/2010.
MARCHE POPULAIRE INTERNATIONALE.
MARCHEURS DE LA GOUTELLE.
GESPUNSART. FRANCE ARDENNES.
In het hart van de Franse Ardennen ligt Gespunsart. De Franse Ardennen: vol van uitbundige natuur en sfeervolle historie en een veelzijdige departement van Noordoost Frankrijk.
Hier liggen de grandioze, groene uitlopers van het Ardennen massief dat al in België begint. De Maas en de Aisne slingeren dwars door het steeds weer verrassende landschap. En er is veel te beleven en te genieten. Wandelen door uitgestrekte velden, heuvels en bossen het kan allemaal in dit natuurrijke deel van Frankrijk.
Wij vertrekken met onze wandeling even iets buiten het centrum, en dan wandelen we de prachtige natuur in. Bijna heel de wandeling zijn we in au coeur de la forêt Ardennaise in het hart van de Ardense bossen. Uitgestrekte bossen op de hellingen en in het dal weilanden en akkers. Een prachtig landschap.
Na een tijdje krijgen we de kerk van Gespunsart in beeld en wij wandelen verder door de bossen en dan komen we terug in het dorp. Langs het monument voor de gesneuvelden en en de dorpsfontein. Zo zijn we terug aan ons vertrekpunt de wandeling was heel aangenaam in deze prachtige streek.
Het is nog vroeg op de dag en Charleville Méziéres is slechts 12 kilometer van hier vandaan. Voor de liefhebbers van cultuur, kastelen en historie is de sfeervolle stad Charleville-Mézières, duidelijk de hoofdstad, zeer de moeite waard. Charleville-Mézières, één stad en vijf gemeenten, is een mozaïek van geschiedenis. Mézières, de moederstad en stad van vestigingen, wordt gesticht in 899. De Poort van Bourgogne, de Toren van de Luikenaars of de Toren van Roy, maar ook de omwallingen, getuigen stuk voor stuk van een bewogen verleden. In 1512 wordt de stad bestormd door de troepen van Karel de Vijfde.
De stad houdt stand en wordt verdedigd door ridder Bayard. Na de oorlogen werden er rondom de stad vestigingen gebouwd. De kunstenaar René Dürrbach, kleuroperator, gaf aan de stralende, gotische basiliek van Mézières, symbolische glas-in-loodramen die opgedragen zijn aan Zwarte Maagd. De Koninklijke School voor de Genie, waar Rouget de l'Isle studeerde en waar Monge les gaf, werd de huidige Prefectuur en de Departementsraad. Op een mooie meidag in 1606 besloot de 26-jarige Charles de Gonzague in het paleis van Tournelles de Mézières om zijn stad, Charleville, te stichten. Op dit onafhankelijke prinsdom, een nieuwe gemeenschap, paste de architect Clément Métézeau een vernieuwende architectuur toe, die kenmerkend was voor een vooruitziende stedenbouwer.
De Place Ducale (Hertogenplaats) in het centrum van de stad is ook vandaag nog een zeldzaam voorbeeld van de architectuur van het begin van de 17e eeuw. Bij deze twee steden, die in 1966 fusioneerden, voegde zich later ook nog de industriestad Mohon, het dorpsstadje Etion en Montcy Saint-Pierre la Mosane. Het bezoek aan Charleville-Méziéres is een heel fijne ervaring met de prachtige gebouwen. Zo hebben we weer een stukje cultuur kunnen opsnuiven.
MARCHE DU 35E ANNIVERSAIRE. / CHAUDFONTAINE EN MARCHE / MEHAGNE 06/03/2010.
MARCHE DU 35E ANNIVERSAIRE.
CHAUDFONTAINE EN MARCHE.
MEHAGNE.
Chaudfontaine is een plaats en gemeente aan de Vesder in de provincie Luik, België. De gemeente telt bijna 21.000 inwoners. De plaats heeft zijn naam gegeven aan het gelijknamige bronwatermerk, sinds 2003 eigendom van Coca-Cola België.
Wij vertrekken in Mehagne, dadelijk komen we aan een klooster, ommuurd door een bakstenen muur. Wij wandelen verder door het mooie landschap. En we komen zo in de natuur met zijn bossen en de Vesder die voor ons uitvloeit. Prachtige rotsformaties komen we tegen en het is genieten van de prachtige omgeving.
Wat verder komen aan het monument van het fort van Chaudfontaine. Eerst langs een bunker en dan langs de tank en het monument. Naar het fort zelf gaan we niet er is een avonturen park in onder gebracht. Wij vervolgen onze wandeling. Langs een bijzonder watertoren chateau deau een watertoren uit 1922 een prachtig stukje bouwwerk. Nog wat verder en we zijn alweer terug op ons vertrek.
Een mooie wandeling is het wel geworden, natuur hebben ruimschoots mogen genieten en een paar mooie gebouwen hebben we mogen aanschouwen. Een aangename wandeling.
CANISIUS WINTERWANDELING / WC JIS SCHINNEN / SCHINNEN 28/02/2010.
CANISIUS WINTERWANDELING.
WC JIS SCHINNEN.
SCHINNEN.
Wintertocht ? beter stormtocht met rukwinden tot 100km/u. wanneer we thuis vertrekken is het al winderig maar we denken dat het wel niet zo erg zal zijn, de weervoorspelling zegt stormweer met hevige rukwinden, we zullen wel zien. Hoe meer we richting Schinnen rijden hoe harder de wind waait.
Als we in Schinnen aankomen is de wind zo sterk dat je bijna niet vooruit komt. Wij beslissen dan ook maar om de kleinste omloop te doen, om ongelukken te voorkomen. Het word een tochtje rond het dorp, met hier en daar een prachtig vakwerkhuis en wat voorjaar bloemen die de trieste dag wat opfleuren. Wij vechten tegen de wind om vooruit te komen, de wandeling voelt veel langer aan dan ze is. We zijn blij dat we maar een korte omloop gekozen hebben als de wind opkop is komen we amper vooruit en Jefke heeft de grootste moeite om vooruit te komen.
Blij dat we terug binnen zijn en vlug terug naar huis. Gelukkig zijn we terug thuis voordat de storm op zijn hoogtepunt is. Hier in de buurt vliegen de dakpannen in het rond en bomen knaken af.
LANDSCHAPSWANDELING / DE GROENE SCHATKAMER / REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN / ZAMMELEN 12/03/2010.
LANDSCHAPSWANDELING.
DE GROENE SCHATKAMER.
REGIONAAL LANDSCHAP HASPENGOUW EN VOEREN.
ZAMMELEN.
Vlaanderen bezit hier en daar toch nog wel indrukwekkende stukjes natuur. Het natuurreservaat Zammelen is er zo ééntje. De Mombeek slingert er op natuurlijke wijze doorheen de vallei. Doorheen de tijden heeft de rivier zich in het leemplateau ingesneden. In de hellingen komen daardoor krijtlagen aan de oppervlakte. de combinatie van water, leem, kalk en zand trekt heel wat zeldzame planten en diersoorten aan zoals de sterk geurende daslook en ook prachtige orchideeën.
De wandeling vertrekt aan de kerk van het piepkleine Zammelen een landbouwgehucht van Vliermaal. Het telt een kerkje een zaaltje en een tiental huizen, de tijd is hier blijven stilstaan. Wij vertrekken aan de kerk en dadelijk wandelen we het natuurreservaat binnen, het is duidelijk dat wij hier nog in het vochtige Haspengouw zijn op de rand van het plateau. Prachtig wandelen over de houten wegjes die ons met droge voeten door het vochtige landschap brengen, mooi is het wel met de vijvers, wij wandelen door de velden en langs boomgaarden.
De rijke leemgrond van Haspengouw bestond vroeger uit graslanden. Om de opbrengsten van de weiden te verhogen plantte men er vanaf de 19de eeuw hoogstamfruitbomen op. Men koos toen vooral voor stevige soorten zoals Keulenman, sterappelen en dubbele Flip peren, en Kernielse kersen. In de jaren 1970 schakelden de fruitkwekers massaal over op laagstam. De kweek en de pluk werd gemakkelijker maar het landschap ging achteruit, de prachtige boomgaarden verwenen als sneeuw voor de zon, nu 40 jaar later word alles in het werk gesteld om deze boomgaarden te bewaren, ze zijn een speciale biotoop, waar vogels en kleine zoogdieren leven. De kleine steenuil heeft oude fruitbomen nodig om in te broeden, ook de eikelmuis vind hier zijn thuis.
De wandeling brengt ons richting oude spoorweg. In 1957 werd het trein vervoer stopgezet en in 1971 werden de sporen opgebroken en geleidelijk aan veroverde de natuur de oude spoorberm, waardoor nu mooie en waardevolle stukken natuur zijn. Wij wandelen verder over het oude spoorweg en dan wandelen we naar de Sint-Annavallei. Wij maken een halt aan de vijver van Natuurpunt hier kunnen even rusten op de banken en genieten van de prachtige natuur. Dan moeten we weer verder. Richting Gors Opleeuw.
De middeleeuwse kernen Gorsleeuw en Opleeuw werden in 1976 samengevoegd tot Gors-Opleeuw. De bijnaam kastelendorp dankt het aan de aanwezigheid van 4 kastelen. Wij nemen even een afwijking van het parkoer en wandelen naar het kasteel van Opleeuw. Het is onlangs aangekocht en er zijn grondige werken verricht aan de omgeving, het word weer een prachtig geheel.
Wij wandelen terug naar het parkoer en gaan dan naar het centrum van Gors. Het is een waar museum, het kasteel van Gors, de kasteelhoeve, de kerk en plein met de oude Tongerse waterpomp. De oude hoeven en de pastorij. We verlaten Gors Opleeuw en duiken terug de beemden en weilanden in. En zo komen we terug aan de kerk van Zammelen. Hier eindigt voor ons een prachtige wandeling.
LANDSCHAPSWANDELING GROOTLOON / VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN / BORGLOON - GROOTLOON 09/03/2010.
LANDSCHAPSWANDELING GROOTLOON.
VIA HEUVELS EN BOOMGAARDEN.
BORGLOON-GROOTLOON.
Als je in Grootloon gaat zoeken achter de startplaats van deze Greenspot ben je eraan voor de moeite.
De wandelingen vertrekken in het centrum van Borgloon achter het stadhuis. De eerste stappen van deze landschapswandeling zetten we pal in het centrum van het historische stadje Borgloon. In de 11de en 12de eeuw regeerden de Loonse graven van hieruit over hun Graafschap, dat wat oppervlakte vergelijkbaar is met de huidige provincie Limburg. Tal van overblijfselen herinneren nog steeds aan dit middeleeuws verleden. Op de wandelroute passeren we ondermeer de Burchtheuvel. Hier lieten de Graven van loon een versterkte motburcht bouwen. In de 12de eeuw verlieten de graven Loon en vestigden zich in Kuringen en twee eeuwen later1366 werd het Graafschap Loon ingelijfd bij het Prinsbisdom Luik. Het betekende het einde van het graafschap.
Wij wandelen langs de Burchtheuvel en langs het Duifhuis. In de volksmond ook Dolfhuis genoemd. Het is een 15de eeuws renaissancistisch herenhuis aanvankelijk verbleven de kruisheren. Wij wandelen het centrum uit en steken de steenweg over. Nu komen we langs boomgaarden, weilanden en beemden Haspengouw op zijn best. Als we nog even achterom kijken zien we de Sint-Odulfuskerk tussen de bomen. We zien ook het kasteel van de Hulsberg dit kasteel kun je bijna overal zien op de wandeling het is gelegen op een van de hoogste punten van Borgloon.
Voor ons het prachtige landschap, via heuvels en boomgaarden en langs de Romeinse heerbaan. De landschapswandeling kan het best beschreven worden met een woord Strijd het harde labeur waarmee de bewoners van de vierkantshoeven hun akkers bewerkten en hun boomgaarden verzorgden. De oorlogen die de Graven van Loon voerden vanuit de historische stad Borgloon. De Romeinse troepen die het gebied doorkruisten. De ongelijke strijd tussen de omgeving en de krachten van de natuur. Het resulteerde in een golvend landschap met beboste heuveltoppen, akkers en boomgaarden. Zo een prachtig landschap word ons hier aangeboden. Op verschillende plaatsen zijn rustbanken en tafels geplaatst waar je van het landschap kunt genieten.
Van op de Romeinse kassei hebben we een prachtig zicht op het dorpje Grootloon, laat je door de naam niet verrassen, Grootloon is een onooglijk klein dorpje met wat boerderijen, en een bijzondere gordel van hoogstamboomgaarden rond het dorp. Nu wandelen we terug naar Borgloon de kerk komt weer terug in het zicht en we steken de Steenweg terug over en komen aan de ingang van het kasteel de Grote Mot. Het is een versterkt herenhuis van 1661, verbouwd in 1780 vroeger omgeven door watergrachten. In de jaren 1980 werd het nog eens verbouwd en kreeg het zijn huidige uitzicht met toren, het is gelegen in de mooiste vallei met hoogstamboomgaarden en een wijngaard.
Een oude postkaart van "De Mot" laat ons zien hoe het was.
Wij wandelen terug langs de Graaf, dit is de plaats waar vroeger de omwalling van de stad was. Nu komen we terug in het centrum en wandelen langs het Speelhof en dan terug naar het Stadhuis. Zo eindigt een prachtige wandeling, met zon en blauwe hemel maar wel bitter koud.