HERFSTWANDELING.
WSV. CRESCENDO SCHINNEN.
PUTH. NL.
We wandelen vanuit het dorpje Puth en dadelijk wandelen we naar het Sweikhuizenerbos in het dorpje Sweikhuizen ligt op een vrij steile heuvel. Halverwege de helling ligt een kleine kerk die in 1739 gebouwd is. Onder aan de Sweikhuizerberg ligt een monumentale hoeve. De Biezenhof.
Aangenomen wordt dat de naam Sweikhuizen afkomstig is van het woord Zweihuizen oftewel twee huizen. De naam slaat op de bebouwing tussen twee huizen. Men vermoed dat de Stammenhof gelegen boven op de heuvel het boven- en de Biesenhof onder aan de heuvel het benedenhuis was. Ook ligt het dorp in het Landschapspark De Graven is een samenwerkingsverband, tot stand gekomen op een initiatief van de gemeenten Sittard, Geleen en Schinnen uit 1999, om een toegankelijk natuurgebied in het buitengebied van de drie gemeenten te realiseren. Een bekend onderdeel van het landschapspark is kasteel Terborg. Andere onderdelen zijn de Schwienswei benoorden Sittard, de beekdalontwikkeling van de Muldersplas bij Schinnen tot aan Geleen en de omgeving van de Biesenhof en de hellingen bij Sweikhuizen. Landschapspark de Graven heeft ten doel hoogwaardige natuur te ontwikkelen in de buitengebieden van de gemeenten.
Het kent een oppervlakte van 5700 hectare. Een groot aantal projecten is inmiddels gerealiseerd. De projecten aan de Geleenbeek spreken daarbij het meest tot de verbeelding. Recreatie voor de bevolking wordt bevorderd door het aanleggeven van routenetwerken voor wandelaars, fietsers en ruiters. Ook kent De Graven een bestand van Gidsen die op verzoek rondleidingen verzorgen in de buitengebieden van de genoemde gemeenten. We komen nu aan Kasteel Terborgh. Aan de voorzijde van het kasteel ligt aan een aftakking van de Geleenbeek de watermolen Terborgh of Borgermolen. Het huidige molenhuis stamt uit de achttiende eeuw en is voorzien van een vakwerkverdieping en een met pannen gedekt schilddak. De geschiedenis van de molen is veel ouder. De Borgermolen was de banmolen voor de inwoners van de heerlijkheid Schinnen. De voormalige watermolen was tot in de twintigste eeuw voorzien van een onderslag rad en werd aangedreven met behulp van een maalsluis. Eind negentiende eeuw was het molenhuis voorzien van twee waterraden. In 1888 werd één van de raderen verwijderd en in 1943 werd tenslotte het molenhuis geheel verbouwd tot woonhuis. In 1987 werd de molen gerestaureerd.
Wat verder en staan aan het kasteel Terborgh. Het huidige kasteel Terborgh is een zeventiende-eeuwse gesloten hoeve die is opgetrokken uit vier bakstenen vleugels. Twee vleugels zijn voorzien van bakstenen topgevels van het Gelderse type, afgedekt met rollagen, welke echter in een bakstenen krul eindigen. Het kasteelterrein is voorzien van een gracht die gevoed wordt door de Geleenbeek. Voorheen lagen er grote visvijvers rond het complex. Het binnenplein is bereikbaar via de voormalige ophaalbrug naar het van een topgevel voorziene poortgebouw. De noordvleugel herbergt het herenhuis en de zeshoekige huiskapel die in 1625 werd ingewijd door de bisschop van Roermond. Van de oorspronkelijke inrichting van de kapel is tegenwoordig niets meer overgebleven. Het woongedeelte beschikt over een monumentaal trappenhuis met eikenhouten bordes en diverse stucplafonds. In de zuidvleugel is de kasteelboerderij gevestigd. Achter het kasteel ligt een terp of motte, waar metersdikke restanten breuksteen wijzen op de fundamenten van een oude woontoren. Wij wandelen weer de laan uit en gaan dan verder op het parkoers.
Nog een stukje en we komen in Wolfhagen. De straat Wolfhagen is gelegen in dit gelijknamige gehucht en vormt een verbindingsweg met de eveneens tot de gemeente Schinnen behorende plaats Oirsbeek. Het Fabritiushuis (17e-eeuws renaissancehuis) is een van de oudste monumenten binnen de gemeente Schinnen. Maar Wolfhagen is bekend voor zijn Bokkenrijders. Rond de 17e eeuw werden in Wolfhagen de eerste Bokkenrijdersbendes opgericht. Door armoede gedreven bundelden mensen van allerlei allooi hun krachten en formeerden groepen die vooral middels brandbrieven de gevestigde orde onder druk probeerden te zetten. De bendeleider van die eerste bokkenrijdersbende was Geerling Daniëls, die destijds in Wolfhagen woonde. Omdat de gevestigde orde de Bokkenrijders als criminelen bestempelde, werden velen van hen nadat ze gevangen waren genomen vastgezet in de kerkers van Kasteel Terborgh en na veroordeling terechtgesteld (opgehangen) in het nabijgelegen Danikerbos.
Wolfhagen was ook de plaats waar de bokkenrijders rituelen pleegden, getuige de volgende verklaring van een bendelid: "dat hij de eed heeft gedaan in het boske achter Wolfhagen, toen aldaer een keertse (kaars) in een dode hand staande werd aangestoken en op een neusdoek op de grond gezet, en daar naast een dooske waarin een grote en een kleine geconsacreerde hostie, dat hij gedetineerde moest beloven van geen kameraden te beklappen waar het ook zo dat zij zouden gevangen worden en door de tortuur (martelen) daartoe gedwongen, ten dien einde God afzwerende en de Duivel toe, toen opstekende de twee voorste vingeren en de duim van de rechterhand en zo zij zouden gevangen worden en door de tortuur moesten bekennen en ter dood werden gebracht dat zij alsdan alles zouden herroepen."
We wandelen door het Wolfhagen en komen terug in het bos waar we een heel eind doorwandelen om dan weer in Puth te komen. Het is een mooie wandeling waar we vele nieuwe dingen ontdekt hebben.
Voor het fotoalbum de link volgen
|