OORLOG: MEER LITTEKENS DAN ERETEKENS
Een maand geleden was ik voor een verlengd weekend in de Westhoek. Ik ben daar weer de wereld van de waanzin tegengekomen. Het einde van de eerste wereldoorlog hangt er overal nog alle dagen in de lucht. Na 1568 dagen waanzinnig wereldwijd oorlog voeren proclameerden de Duitsers, Fransen en Engelsen 'het staakt-het-vuren van Den Grooten Oorlog' in een treinwagon in het Franse Compiègne. Die wagon staat er nog altijd als getuige. De afrekening telde 8,5 miljoen mensenlevens en alleen in de Westhoek sneuvelden 400.000 jonge mensen in een niets ontziende loopgravenoorlog. Ik heb die oorlog niet meegemaakt en gelukkig ook geen andere. Ik ben 'van na den oorlog' en dat wil ook zo houden. Maar iedere keer als ik in de Westhoek kom, herinneren borden eraan dat ik onderweg ben naar een monument, begraafplaats of relict uit die oorlog. Om niet te vergeten!
In de Westhoek vind je de oorlog weere, en 't graf van duizend soldaten: altijd iemands vader, altijd iemands kind... Vermandere zingt erover en je wordt er stil van. In die stille steden van de dood word je met een teletijdmachine onwillekeurig teruggevoerd naar 14-18, ook al is het 100 jaar geleden. De namen van soldaten van 20 jaar, of 18 of zelfs 14 jaar staan er in kille bonkige stenen tafelen gebeiteld, om altijd weer aan te denken. In Flanders Fields, waar de klaprozen bloeiden, groeiden vijfentwintig jaar later weer rijen eenvormige kruisjes die herinneren aan de veelheid van zoveel jonge mensen. In Vladslo stond ik in de druilerige regen bij het in steen gekapte "Treurende Ouderpaar"van Käthe Kollwitz (1867-1945) die haar verdriet, onmacht en moederleed voor eeuwig vorm gaf. Voor haar waren "de eigenlijke verliezers van de oorlog altijd de ouders, de vrouwen en vooral de moeders". Toen Hitler in 1933 rijkskanselier werd, mocht ze haar beelden niet langer tonen. Zo lang mensen een oorlog van binnen hebben, zal er buiten hen ook oorlog zijn. Ik vertelde het verhaal van Hans en Peter Kollwitz aan mijn kleinkinderen en tussen de 24.000 op steen gebeitelde namen zochten en vonden we de naam van Peter terug: Peter Kollwitz Musketier 23 10 1914. Toen was het even stil.
Bij het begin van WO I nam haar zoon Hans dienst in het leger en ook zijn jongere broer Peter trok naar het front in Vlaanderen. Hij sneuvelde in Diksmuide op 23 oktober 1914 en rustte eerst op het soldatenkerkhof Roggeveld bij Esen, midden de eenzame vlakten waar de IJzer stroomt. Later werd hij overgebracht naar Vladslo, vlakbij Diksmuide. Käthe reageerde fel op de moeders die in oorlogstijd - tegen beter weten in - de levens van hun zonen zomaar te grabbel gooiden voor de loop van honderden kanonnen, nadat ze zelf zoveel jaren zo goed voor 'hun jongens' hadden gezorgd. De onverstaanbaarheid, het onbegrip en de neerslachtigheid werden er alleen maar schrijnender door. Een jonge Duitse schrijver wilde op het einde van de oorlog jonge vrijwilligers ronselen 'om de eer van het vaderland te redden'. Zij reageerde hierop met een Goethe-citaat:"er zijn al genoeg doden gevallen en zaaigraan mag je nooit vermalen!". Toen Peter gesneuveld was, antwoordde ze aan zijn vrienden die een halsdoek voor hem hadden opgestuurd:"deze sjaal zal Peter niet meer verwarmen, want hij ligt dood onder de aarde bij Diksmuide". Kort daarna startte ze met een beeld als rouwmonument voor haar zoon en ze werkte er 18 jaar aan: even lang als Peters leeftijd toen hij sneuvelde. In 1956 belandden de beelden van Esen in Vladslo. Dat treurende ouderpaar stelt het leed van een gebroken moeder en een wezenloze vader voor die met een lege blik over de graven staart. Tussen de namen op de grafsteen links voor het vaderbeeld staat: Peter Kollwitz, Musketier, 23.10.14. Het regende nog altijd, maar we werden toch een beetje stiller, kouder en natter.
Een oorlog kent nooit winnaars, enkel verliezers. Je kunt sterven als een held, maar een medaille betekent niets als je ze postuum krijgt of als je er onder begraven ligt. Oorlog neemt veel, maar geeft niks. Wie neemt het initiatief om een oorlog te beginnen en waarom volgt iedereen dan? Omdat er altijd slimmeriken zijn die denken dat ze kunnen winnen. Oorlog is eigenlijk toch maar bloedvergieten op zoek naar vrede. Vrede is feitelijk de voortzetting van de strijd maar dan zonder bloedvergieten. In vredestijd heb je nog wetten of controlemechanismen, maar in een oorlog vallen die allemaal weg. Alleen gruwel en waanzin blijven over. Iedere kogel, raket of gasaanval veroorzaakt nog meer haat. Chemische wapens zijn alleen maar bedoeld om mensen buiten gevecht te stellen, te verwonden of te doden. Ze respecteren de dode materie en maken van levende wezens ook dode materie. Ze vormen het summum van waanzin en onmenselijkheid niet alleen in het brein van getormenteerde zielen maar ook in de slaafsheid van geïndoctrineerde navolgers en meelopers. Daarom is het Verdrag tegen Chemische Wapens een wereldwijd verbod op het gebruik en het in voorraad hebben van zulke chemische ondingen levensbelangrijk. En toch durft Assad in Syrië anno 2018 nog kinderen en volwassenen aanvallen met oorlogsgas. We liepen nog door de fameuze Dodengang in Diksmuide en voelden een beetje de kou en de miserie van die duizenden soldaten. De drashregen hielp ons daarbij nog.
Dan heb je tegenwoordig nog de heilige oorlogen die wegens religieuze opvattingen, vermeende goddelijke verplichtingen of ter verdediging van 'heilige' gebieden gevoerd worden. Vandaag de dag worden mensen opgeroepen tot een 'heilige' oorlog die altijd barbaars is en allesbehalve heilig. Heilig betekent hoop, liefde en geluk voor iedereen. Oorlog is altijd ongeluk, verdriet angst, dood en verderf. Wat kan het God of Allah schelen wie welke oorlog zal winnen? Voor wie zou hij moeten kiezen? God kiest niet de minst erge van twee kwalen maar laat mensen de vrijheid om eigen keuzes te maken. Oorlog is iets wat de mensen hebben uitgevonden en daar komt God niet in tussen.
Nederland en België - en ook nog andere landen - hebben een oorlogsgeschiedenis, maar ze zijn nogal vergeetachtig. Ze sturen mensen naar oorlogsgebied om te 'helpen' en om ver of dichterbij verwikkeld te geraken in een strijd die nooit te winnen valt. Mensen kun je uitroeien, ideeën niet. Waanzin evenmin.
En dan zijn er nog die zeggen dat ook voetbal oorlog is... Was oorlog maar voetbal, dan kon de scheidsrechter tenminste de strijd staken...
Marcel Huysmans
|