Soep van zeeduivelxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
800 g zeeduivelfilet 1 wortel 1 koolrabi 0.5 komkommer 1 courgette 1 preiwit 1 stengel bleekselderij 0.1 g saffraandraadjes 10 g tomatenpuree 0.5 teentje knoflook 10 dl visfumet 2 dl wijn (wit/droog) 1 citroen 10 g boter (bakboter) peper zout 1 blaadje laurier 1 takje tijm
Het visvlees van de zeeduivel in balkvormpjes snijden, ze 1 minuut pocheren in visfumet en ze verder laten garen aan de kant van het vuur.
De prei en de witte selderij (in brunoise versneden) aanstoven in boter en er de geplette look bijdoen.
Een koffielepel tomatenpuree toevoegen en goed omroeren.
Bevochtigen met de droge witte wijn en er de visfumet bijgieten waarin de zeeduivel gepocheerd is.
Kruiden met peper en zout, tijm, laurier en de saffraandraadjes.
De soep 20 minuten laten koken op een klein vuurtje.
Intussen de wortel, de koolraap, de komkommer en de courgette versnijden en elk apart gaarkoken in water met zout en een weinig citroensap.
De soep proeven om de kruiding na te gaan en de zeeduivel alsook de groenten opwarmen.
De soep verdelen in warme diepe borden, de zeeduivel in een waaier midden op het bord leggen en de 4 verschillende groenten rond de vis verdelen.
Als presentatie een gekookt mosseltje midden de zeeduivelwaaier plaatsen.
Zalmfondue met koolgroenten van eigen bodem
Ingrediënten voor 4 personen
1200 g zalmfilet 1 bloemkool 400 g broccoli 100 g spruitjes 0.25 groene kool (savooikool) 4 raapjes 10 dl visfumet 10 dl court-bouillon zout 4 plakjes zalm (gerookt) 150 g kaas 1 eetlepel bieslook (fijngehakt)
De zalmfilet spoelen met koud water, droogdeppen en in kleine blokjes snijden.
De bloemkool en broccoli in roosjes verdelen en wassen.
Beide groenten apart 3 minuten laten blancheren in licht gezouten water, laten afkoelen in koud water en laten uitlekken.
De groene kool in stukken verdelen en eveneens blancheren.
De rapen schillen en in dobbelsteentjes snijden.
De buitenste blaadjes van de spruitjes verwijderen.
Beide groenten apart blancheren in licht gezouten water.
Laten afkoelen en uitlekken.
De zalmblokjes en de geblancheerde groenten in waaiervorm op een dienblad schikken.
Op een tweede dienblad het gehakte bieslook, de gemalen kaas en de gerookte zalm (in kleine stukjes) schikken als garnituur bij de fondue.
In een fonduepan de visfumet en de court-bouillon samen aan de kook brengen.
Aan tafel de brander zo regelen dat de bouillon tegen de kook aan blijft pruttelen.
De zalmblokjes en de groenten samen op een fonduevorkje prikken of in een netje leggen en gaar pocheren in de bouillon.
Baklava
Ingrediënten voor 4 personen
1 kg filodeeg boter voor het invetten 500 g walnoten 2 theelepels kaneelpoeder 750 g suiker 450 g boter (geklaard) 150 g griesmeel kruidnagel 250 g honing (vloeibaar) 5 dl water 2 citroenschillen sap van 1 citroen
Meng walnoten (licht geroosterd, dan verkruimelt), kaneelpoeder en 250 g fijne tafelsuiker in een kom en zet apart.
Smelt de helft van de geklaarde boter in een pan en voeg het griesmeel toe.
Roer goed door, maar laat het niet kleuren.
Laat het geheel afkoelen.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Vet een bakvorm van 30 x 15 x 5 cm in.
Leg er 10 vellen filodeeg in, bestrijk elk vel met boter en steeds met griesmeel (in totaal de helft).
Gebruik vooral veel boter! (Wanneer u het filodeeg zelf bereidt, verdubbel dan de hoeveelheden en voeg een theelepel gedroogde gist aan het deeg toe.
Verdeel het deeg in 32 stukken en rol elk stuk uit.)
Voeg een laag toe met de helft van het walnoten-kaneelpoedermengsel.
Leg hier opnieuw tien vellen filodeeg op en bestrijk deze zoals hiervoor met boter en griesmeel.
Vervolg met een laag van de resterende walnoten-mix.
Besluit met de vellen filodeeg en gebruik even veel boter als eerst.
Snijd met een scherp mes de bovenkant van de baklava in.
Decoreer elke portie met een kruidnagel.
Besprenkel de baklava met water en zet 30 minuten in de oven.
Draai de oventemperatuur lager tot 140°C en bak de baklava nog eens 2 tot 2,5 uur.
De bovenkant moet goudkleurig blijven (en niet donkerbruin worden).
Haal de baklava uit de oven en laat afkoelen.
Doe alle ingrediënten voor de siroop (de tijmhoning, 500 g suiker, het water en de fijngeraspte citroenschil), zonder het citroensap, in een pan en breng aan de kook.
Voeg het citroensap toe als de siroop aan een lepel blijft kleven en giet de hete siroop over de afgekoelde baklava.
Laat het een nacht rusten en geniet de volgende dag van dit lekkers!
|