Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Paulie vertelt
Over ons gezin Iedere dag is de moeite waard
22-07-2006
Kaassoufflé
Ingrediënten voor 4 personen
4 eieren 50 g boter (bakboter) 40 g bloem (tarwebloem) 5 dl melk (halfvol) 100 g kaas peper zout nootmuskaat
Een soufflévorm met een diameter van 22 centimeter beboteren.
De rest van de boter smelten in een kookpan, bloem erbij schudden en tot een gladde, blonde roux roeren.
De melk toevoegen en op smaak brengen met peper, zout en nootmuskaat.
Al roerend een achttal minuten laten indikken.
Van het vuur nemen en kort laten afkoelen.
Vervolgens de eierdooiers en de geraspte kaas erdoor roeren.
De eiwitten met een snuifje zout tot stevige sneeuw kloppen en voorzichtig door de kaassaus spatelen.
Overscheppen in de beboterde soufflévorm en in een op 200 graden voorverwarmde oven 35 minuten laten bakken.
De ovendeur nooit openen tijdens het bakken.
Tip:
Deze soufflé wordt nog smakelijker wanneer aan de kaassaus enkele lepels fijngehakte peterselie worden toegevoegd.
Sardientjes in t groen
Ingrediënten voor 4 personen
12 sardientjes 1000 g spinazie 4 sjalotten 75 g kaas 50 g boter (bakboter) 5 dl melk (halfvol) 30 g bloem (tarwebloem) peper zout nootmuskaat
De sardientjes schoonmaken, ontschubben, de kop en de zijvinnen verwijderen en fileren.
De spinazie schoonmaken, de steeltjes verwijderen, 5 minuten laten blancheren in gezouten water en laten uitlekken.
De sjalotjes fruiten in de helft van de boter en wanneer ze beginnen te kleuren, bestrooien met bloem.
Al roerend met de garde beetje bij beetje de melk toevoegen tot de saus bindt.
Op smaak brengen met peper en zout.
De uitgelekte spinazie toevoegen, kruiden met een snuifje nootmuskaat en aan de kook brengen.
Een vuurvaste schotel beboteren met de rest van de boter.
De helft van de spinaziesaus erin gieten, de sardienfilets erop schikken en bedekken met de rest van de saus.
Het gerecht bestrooien met geraspte kaas en de schotel gedurende 12 minuten in een hete oven van 220 graden plaatsen.
200 g amori (gekrulde pasta) 1 cl olijfolie (extra vierge) 180 g chorizoworst 500 g maïs (in blik) 4 palmharten uit blik 0.2 dl yoghurt (mager) 4 eetlepels cocktailsaus zout peper paprikapoeder 12 olijven (ontpit) 4 bosjes peterselie 4 sprietjes bieslook 1 krop lollo rosso-sla 4 eetlepels cocktailsaus
Kook de amori beetgaar in gezouten water met olijfolie.
Laat ze uitlekken in een vergiet, spoel ze overvloedig onder koud water en laat goed uitlekken.
Snijd de uitgelekte palmharten in dunne reepjes.
Snijd ook de chorizoworst in dunne reepjes.
Meng de deegwaren met de reepjes chorizo, de maïskorrels en de reepjes palmhart.
Meng de yoghurt met de cocktailsaus en roer door de pastasalade.
Breng op smaak met peper, zout en paprikapoeder.
Maak de lollo rossa schoon en verdeel de blaadjes over de borden.
Schep hierop telkens een beetje van de pastasalade.
Garneer met olijven, enkele takjes platte peterselie en fijn gesnipperde bieslook.
Mignonnettes met frambozensabayon
Ingrediënten voor 4 personen
4 mignonnettes 100 g frambozen 2 eierdooiers peper zout 150 g boter (bakboter) 12 asperges 2 cl sherry (droog) 1 takje tijm 50 g boter (geklaard)
De helft van de frambozen pureren.
In een kom scheppen en au bain-marie zetten op een laag vuurtje.
De frambozenpuree mooi schuimig kloppen met de eierdooiers en de sherry.
Met kleine scheutjes er de geklaarde boter aan toevoegen, op smaak brengen en warm houden.
Het vlees goudbruin bakken in boter en kruiden met peper, zout en verse tijm.
Warm houden.
De asperges schillen en gaarkoken in gezouten water.
Goed laten uitlekken en een paar minuten stoven in boter tot ze een goudbruin kleurtje hebben.
Kruiden met peper en zout.
Het vlees op warme borden schikken, garneren met asperges en overgieten met de frambozensaus.
Versieren met de rest van de frambozen.
Meringues
Ingrediënten voor 4 personen
5 eiwitten 0.5 theelepel zout 160 g suiker 160 g poedersuiker 2 theelepels vanille-extract
De meringues moeten ten minste 1 dag van tevoren worden gemaakt en zijn luchtdicht afgesloten enkele weken houdbaar.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Klop in een superschone kom met een mixer de eiwitten stijf met het zout.
Voeg de tafelsuiker toe en klop het mengsel 10 minuten op de hoogste snelheid.
Schep de poedersuiker erdoor met het vanille-extract.
Schep heel kleine lepeltjes van het mengsel op de bakplaten die zijn bekleed met vetvrij papier.
Schuif de bakplaten in de oven en schakel de temperatuur onmiddellijk terug naar 120°C.
Bak ze 1 uur.
Schakel de oven uit en laat de meringues in de oven afkoelen.
Voor het opdienen: Plak een uur voor het serveren twee meringues met slagroom aan elkaar.
Andere serveerideeën: Plak twee meringues aan elkaar met stijf geslagen slagroom met een smaakje, bijvoorbeeld met limoencurd, bessencompote, passievruchtenpulp of koffielikeur erdoor.
De ossenhaas verdelen in grote blokjes (1 centimeter zijde) en overvloedig bestrooien met paprikapoeder.
De ui pellen en fijnhakken.
De tomaten pellen, in partjes snijden, ontpitten en het vruchtvlees in blokjes snijden.
Licht gezouten water aan de kook brengen en hierin de deegwaren beetgaar koken.
De geperste knoflook vermengen met het paneermeel.
De kerstomaatjes met dit mengsel insmeren en ze gedurende 5 minuten in een warme oven van 200 graden zetten.
De olijfolie laten verhitten in de wok en hierin de vleesblokjes kort dichtschroeien (het vlees moet binnenin nog rood zijn).
Het vlees uit de wok halen en warm houden.
In dezelfde vetstof de gehakte ui fruiten.
De wok deglaceren met de dragonazijn en de witte wijn en de saus laten inkoken.
De room toevoegen en op smaak brengen met peper en zout.
Tot slot de tomatenblokjes en de tomatenpuree toevoegen.
Roeren en heel even opwarmen.
De bereiding over warme borden verdelen, er de gegratineerde kerstomaatjes en de gekookte deegwaren bij schikken en het geheel bestrooien met gehakte dragon.
Meteen opdienen.
Aardbeien-frambozendessert
Ingrediënten voor 4 personen
125 g aardbeien 125 g frambozen 4 cl kirsch 3 dl water 2 blaadjes gelatine (van 3 g) 50 g poedersuiker 25 cl porto (rood) 1 sinaasappel
De aardbeien en de frambozen wassen en vervolgens de kroontjes verwijderen.
De sinaasappel grondig wassen, uitpersen en de schil raspen.
Enkele frambozen apart houden en de rest in grote wijnglazen doen samen met de aardbeien. Ervoor zorgen dat aardbeien en frambozen goed gemengd zijn.
Kirsch over het fruit gieten en 1 uur laten marineren.
De gelatineblaadjes in een beetje water dompelen en de rest van het water in een steelpannetje gieten.
Daarbij de suiker en de geraspte sinaasappelschil voegen.
De suiker laten oplossen en het mengsel aan de kook brengen.
Het pannetje van het vuur nemen en er de uitgeknepen gelatine in oplossen.
Het sinaasappelsap en de porto bijvoegen en laten afkoelen.
Dit mengsel eerst door een zeef gieten en vervolgens verdelen over de glazen met fruit.
Goed mengen.
De glazen gedurende 10 uur in de koelkast zetten.
De resterende frambozen toevoegen en opdienen, al dan niet met een toefje slagroom.
Snij de aubergine in plakjes van 1 cm en stoom of blancheer ze ongeveer 5 minuten.
Ontvel de tomaten en snij ze in plakjes.
Olie een ovenschaal in.
Leg afwisselend en dakpansgewijs een plakje tomaat en een plakje aubergine in de schaal. Strooi er uiringen, olijven en stukjes feta over, bestrooi ruim met kruiden.
Plaats 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200°C.
Tip:
Dit gerecht is ideaal om een overschot van Griekse salade te verwerken.
U kunt dan de ovenschaal met de vinaigrette invetten.
Kersentaart
Ingrediënten voor 4 personen
1 dl melk (halfvol) 1 ei 10 g gist 200 g bloem (tarwebloem) 30 g suiker zout 40 g boter (bakboter) 60 g suiker 2 eierdooiers 40 g bloem (tarwebloem) 1 stokje vanille 4 dl melk (halfvol) 10 g boter (bakboter) 250 g kersen (ontpit) 1 ei 3 eetlepels bessenconfituur
Om te beginnen een gistdeeg maken.
Hiervoor melk, 1 ei en gist al roerend met elkaar vermengen.
De helft van de bloem, een snuifje zout en 30 g suiker bijvoegen en kneden.
De rest van de bloem en 40 g boter bijvoegen en kneden tot een soepel deeg.
Vervolgens de banketbakkersroom bereiden.
De suiker met kleine hoeveelheden tegelijk vermengen met de eierdooiers en er vervolgens de bloem bijvoegen.
Het vanillestokje koken in de melk, het verwijderen en de kokende melk al roerend bij het mengsel dooiers-suiker-bloem voegen.
Terug op het vuur zetten en al roerend laten doorkoken.
De bekomen room laten afkoelen.
Om velvorming te voorkomen wat boter over het oppervlak uitstrijken.
Ten slotte de taart afwerken.
De oven voorverwarmen op 200 graden.
De taartvorm beleggen met klontjes boter en in de oven zetten.
Als de boter gesmolten is, de vorm uit de oven nemen en met draaiende bewegingen de boter over de bodem verdelen.
Het gistdeeg uitrollen tot een dikte van ongeveer 2,5 millimeter en daarmee de taartvorm bekleden. 10 minuten laten rusten.
De banketbakkersroom in de taartvorm gieten en daarop de (uitgelekte) vruchten leggen (in plaats van kersen kunnen ook krieken, abrikozen of perziken worden genomen).
De randen van de taart lichtjes bestrijken met opgeklopt ei.
Bakken in een oven van ongeveer 200 graden gedurende 20 tot 30 minuten.
De taart laten afkoelen.
Ondertussen de confituur met wat water verdunnen en opkoken.