Lauwe salade van quorn en gerookte Schotse wilde zalmxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
200 g quorn 6 plakjes zalm (gerookt) 1 komkommer 2 cl olijfolie (extra vierge) peper 3 eetlepels bieslook (fijngehakt) 250 g salade-assortiment 2 eetlepels mayonaise 0.5 dl room 10 g kervel 2 eetlepels kaviaar
Snijd de quorn en de zalm in blokjes.
Halveer de komkommer en schil één helft.
Snijd deze helft van de komkommer in de lengte door en verwijder de zaadlijsten.
Snijd het vruchtvlees in kleine blokjes.
Was de andere komkommerhelft en schaaf hem in plakjes.
Bak de quorn in hete olie goudbruin en kruid met peper.
Neem de pan van het vuur en meng de quorn in een kom met de zalm, de komkommer en het bieslook.
Zet ringen op de borden en vul deze met het quornmengsel.
Druk stevig aan en verwijder de ringen.
Beleg de taartjes met plakjes komkommer en leg hier de gemengde sla op.
Roer de mayonaise los met de room en nappeer het sausje rond het quorntaartje.
Garneer met kervel en met wat kaviaar.
Serveer het gerecht onmiddellijk.
Griekse aubergineschotel
Ingrediënten voor 4 personen
2 aubergines 3 tomaten 20 olijven (groen) 2 uien 150 g fetakaas 2 cl olijfolie (extra vierge) 3 blaadjes basilicum 0.5 takje oregano 0.5 theelepel Provençaalse kruiden peper zout
Snij de uien in dunne ringen.
Snij de aubergine in plakjes van 1 cm en stoom of blancheer ze ongeveer 5 minuten.
Ontvel de tomaten en snij ze in plakjes.
Olie een ovenschaal in.
Leg afwisselend en dakpansgewijs een plakje tomaat en een plakje aubergine in de schaal. Strooi er uiringen, olijven en stukjes feta over, bestrooi ruim met kruiden.
Plaats 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200°C.
Tip:
Dit gerecht is ideaal om een overschot van Griekse salade te verwerken.
U kunt dan de ovenschaal met de vinaigrette invetten.
Kersentaart
Ingrediënten voor 4 personen
1 dl melk (halfvol) 1 ei 10 g gist 200 g bloem (tarwebloem) 30 g suiker zout 40 g boter (bakboter) 60 g suiker 2 eierdooiers 40 g bloem (tarwebloem) 1 stokje vanille 4 dl melk (halfvol) 10 g boter (bakboter) 250 g kersen (ontpit) 1 ei 3 eetlepels bessenconfituur
Om te beginnen een gistdeeg maken.
Hiervoor melk, 1 ei en gist al roerend met elkaar vermengen.
De helft van de bloem, een snuifje zout en 30 g suiker bijvoegen en kneden.
De rest van de bloem en 40 g boter bijvoegen en kneden tot een soepel deeg.
Vervolgens de banketbakkersroom bereiden.
De suiker met kleine hoeveelheden tegelijk vermengen met de eierdooiers en er vervolgens de bloem bijvoegen.
Het vanillestokje koken in de melk, het verwijderen en de kokende melk al roerend bij het mengsel dooiers-suiker-bloem voegen.
Terug op het vuur zetten en al roerend laten doorkoken.
De bekomen room laten afkoelen.
Om velvorming te voorkomen wat boter over het oppervlak uitstrijken.
Ten slotte de taart afwerken.
De oven voorverwarmen op 200 graden.
De taartvorm beleggen met klontjes boter en in de oven zetten.
Als de boter gesmolten is, de vorm uit de oven nemen en met draaiende bewegingen de boter over de bodem verdelen.
Het gistdeeg uitrollen tot een dikte van ongeveer 2,5 millimeter en daarmee de taartvorm bekleden. 10 minuten laten rusten.
De banketbakkersroom in de taartvorm gieten en daarop de (uitgelekte) vruchten leggen (in plaats van kersen kunnen ook krieken, abrikozen of perziken worden genomen).
De randen van de taart lichtjes bestrijken met opgeklopt ei.
Bakken in een oven van ongeveer 200 graden gedurende 20 tot 30 minuten.
De taart laten afkoelen.
Ondertussen de confituur met wat water verdunnen en opkoken.
Daarmee de taart doen glanzen.
|