Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 20 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Paulie vertelt
Over ons gezin Iedere dag is de moeite waard
13-08-2006
Menu van de dag
Gebakken platte oesters met amandel en kropsla
Ingrediënten voor 4 personen
20 oesters 1 krop sla 15 g amandelpoeder 30 g amandelschilfers 40 g boter (bakboter) peper zout
De oesters openen, uit de schelp nemen en laten uitlekken.
Het oestervocht apart bewaren.
De kropsla wassen, in grote stukken snijden en in een weinig water met een klontje boter stoven.
Kruiden met peper en zout.
In een anti-kleefpan de overige boter goudgeel kleuren en de oesters zeer vlug door de pan halen.
De pan van het vuur nemen en deglaceren met het kooknat van de kropsla.
Het oestervocht en amandelpoeder toevoegen en roeren tot het amandelpoeder de saus lichtjes bindt.
Ondertussen de amandelschilfers licht kleuren onder de grill.
De sla op het bord schikken, hierop de oesters leggen en overlepelen met de saus.
De vis door de handelaar laten fileren en vragen om de koppen en de graten bij te voegen.
Eerst de bouillon maken: alle graten en koppen spoelen en fruiten in de boter.
De schoongemaakte en fijngesneden selderij en een halve ui toevoegen en laten meestoven. Het water, 4 dl witte wijn, tijm, laurier, peper en zout toevoegen en alles aan de kook brengen. Goed afschuimen, 15 minuten laten koken op een zacht vuurtje en goed zeven.
De wortel, de ui en het preiwit schoonmaken en fijnsnijden.
Samen met de geplette knoflook fruiten in de olijfolie, maar niet bruin laten worden.
De poonfilets toevoegen, een minuutje laten meestoven en weer uit de pan nemen.
De goed gereinigde mosselen toevoegen en overgieten met de rest van de witte wijn en de helft van de bouillon.
Kruiden met peper en zout.
Afdekken en 3 minuutjes laten koken.
De tomaten pellen en ontpitten en het vruchtvlees in blokjes snijden.
De poonfilets weer bij de bereiding voegen, samen met de blokjes tomaat en de saffraan.
Aan de kook brengen, 1 minuut laten koken, eventueel bijkruiden en vervolgens de pan van het vuur nemen en 5 minuten laten trekken.
De poonfilets over warme borden verdelen, de mosselen rond de vis schikken en overgieten met soep.
Bestrooien met gehakte peterselie.
Bavarois met vruchten
Ingrediënten voor 4 personen
8 eierdooiers 10 dl melk (halfvol) 7 blaadjes gelatine (van 3 g) 200 g suiker 100 g aardbeien 100 g druiven (ontpit) 1 appel (Jonagold) 50 g braambessen 250 g frambozen 30 g boter (bakboter)
De melk opkoken met de suiker, de pan van het vuur nemen en er de losgeroerde eierdooiers doorkloppen samen met de vooraf in koud water geweekte gelatine.
Een bavaroisvorm met boter bestrijken en daarin het schoongemaakte fruit leggen, behalve de frambozen.
De warme eiercrème op de vruchten gieten en laten afkoelen.
Vervolgens in de koelkast nog een paar uur laten opstijven.
De bavarois in plakken snijden en serveren met een coulis van de gepureerde frambozen.
De scharren (laten) fileren en de filets met de velzijde naar binnen van kop naar staart oprollen, 5 minuten pocheren in gezouten water en warm houden.
Voor de saus de tomaten pellen, het vruchtvlees in blokjes snijden en in de pan doen.
De sjalot, tomatenpuree, laurier en paprikapoeder toevoegen en overgieten met pocheervocht van de vis.
Op hevig vuur koken tot de tomaatblokjes uiteenvallen.
Krachtig roeren, zeven en kruiden met peper en zout.
Opnieuw aan de kook brengen en de boter erdoor kloppen met de garde.
De scharrolletjes op een bord schikken, napperen met de saus en afwerken met gehakte peterselie en bieslooksnippers.
De pompoen schillen, in stukken snijden en de pitjes verwijderen.
De juiste hoeveelheid vruchtvlees afwegen en er met de centrifuge sap van maken.
De gelatine weken in koud water.
Het eigeel met de suiker opkloppen tot een wit schuimig mengsel en er voor één charlotte 150 gram pompoensap en het maïszetmeel doorroeren.
Het mengsel 1 minuut laten opwarmen onder voortdurend kloppen.
De gelatine uitknijpen en bij het mengsel voegen.
Grondig roeren en laten afkoelen.
De room stijfkloppen. De wanden van een charlottevorm bekleden met de lepelbiscuits. Wanneer het pompoenmengsel half opgesteven is, er voorzichtig de room doorroeren.
Dit mengsel in de vorm scheppen en een nacht in de koelkast laten staan.
De charlotte uit de vorm halen en versieren met toefjes slagroom.
Op ieder bord een schijf charlotte leggen en er het resterende pompoensap omheen gieten.
De gelatine in dit gerecht kan vervangen worden door agar-agar.
De buikholte kruiden met peper en zout, opvullen met schijfjes geschilde citroen, citroenkruid, laurier, tijm en peterselie.
Besprenkelen met citroensap en opnieuw kruiden.
De forellen in een magnetronschaal schikken (kop op staart, buikopeningen naar het midden van de schaal toe) en overgieten met de helft van de boter.
Acht minuten laten garen bij 650 W en halverwege de bereidingstijd de forellen omdraaien. Twee minuten laten nagaren.
De spinazie in een magnetronschaal schikken, overgieten met de resterende boter, kruiden met peper, zout en nootmuskaat.
Twee minuten laten garen bij 850 W en laten uitlekken.
De aardappelen wassen (niet schillen), hier en daar gaatjes prikken, in een magnetronschaal met een bodempje water schikken en afdekken.
Tien minuten verhitten bij 750 W en halverwege de bereidingstijd de aardappelen omdraaien.
De aardappelen overlangs doorsnijden.
Het vruchtvlees eruit halen, mengen met de spinazie, kruiden met peper en zout.
De leeggehaalde aardappelen ermee vullen en twee minuten verhitten bij 750 W.
De forellen en de aardappelen op warme borden schikken en overgieten met stoofvocht van de forellen.
Tip:
Serveren met een gehalveerd tomaatje, gevuld met kruidenboter en 1 minuut opgewarmd bij 850 W.
Kaasschotel
Ingrediënten voor 4 personen
100 g Breugel 100 g Ardennental 100 g Passendalekaas 100 g Loo 100 g Père Joseph 100 g Maredsouskaas 100 g brie 100 g Wijnendaele 1 Hervekaasje (van 120 gram) 100 g Pas de Bleu-kaas
Een kaasschotel is een ideale formule om ongedwongen familie of vrienden te ontvangen. Alles kan immers vooraf worden klaargemaakt.
Een tiental verschillende kazen volstaan ruimschoots voor de samenstelling van een volwaardig kaasbuffet: twee met hard zuivel (Breugelkaas, Nazareth, Ardennental, ...), vier met halfhard zuivel (Passendaele, Loo, Père Joseph, Maredsous, ...), drie met zacht zuivel (Brie, Brusselse kaas, Wijnendaele, Herve-kaas, ...) en één blauwschimmelkaas (Château d'Arville, Bleu de Franchimont, Pas de Bleu, ...).
Voor een uitgebreid Belgisch kaasbuffet hoeft niet noodzakelijk de duurste wijn gekozen te worden: een Chianti of Valpolicella, een Beaujolais-Villages, een gewone Côtes du Rhône, een gewone Bordeaux, een Minervois of een Cahors.
Wanneer kaas als dessert wordt geserveerd, is een hogere kwaliteit aangewezen.
Een maaltijd moet in alle omstandigheden immers met de beste wijn worden beëindigd.
Bij een paterskaas of een jonge kaas met hard zuivel past een Beaujolais Grand Cru, een Loirewijn (Bourgeuil of Chinon), een Vacqueyras, een betere Bordeaux of een Corbières.
Bij een oude kaas met hard zuivel: Châteauneuf-du-Pape, Barolo, Rioja, een grote Bordeaux.
Bij een kaas met zacht zuivel en een schimmelkorst of bij een blauwschimmelkaas: een droge witte wijn of een betere Bordeaux.
Als het om een topkaas gaat, is een Rijnwijn, een Elzassserwijn, een Sancerre of een witte Bourgogne op zijn plaats.
Andere combinaties: Bij Herve, Trou d'Sottai, Bou d'Fagne en blauwschimmelkazen: een porto of een natuurlijk zoete wijn (wegens het zoet-zuureffect). Bij een oude kaas met hard zuivel: een goede Belgische jenever.
4 eieren 0.4 dl melk (halfvol) peper zout 100 g boter (bakboter) 200 g Noordzeegarnalen (gepeld) 200 g oesterzwammen
De eieren klutsen met melk, peper en zout.
De oesterzwammen afborstelen en in kleine stukjes snijden.
De oesterzwammen samen met de garnalen kort aanfruiten in de hete boter en overgieten met de eierstruif.
Bakken tot een sappige omelet en de pan geregeld heen en weer schuiven om aanbakken te voorkomen.
Op een warm bord laten glijden en serveren.
Mignongebraad met witbier
Ingrediënten voor 4 personen
1000 g mignongebraad 100 g boter (bakboter) peper zout nootmuskaat 25 cl witbier 2 eetlepels rode-bessengelei 50 g rozijntjes 6 appelen (Jonagold) 8 blaadjes munt
Het gebraad in de hete boter aan alle kanten ongeveer 15 minuten kleuren.
Kruiden met peper, zout en nootmuskaat.
Overgieten met bier, de bessengelei erdoor roeren en de rozijntjes en de geschilde en in vieren gesneden appelen toevoegen.
Nog ongeveer 40 minuten laten bakken in een op 200 graden voorverwarmde oven.
Nu en dan het vlees bedruipen met wat saus.
Het vlees uit de ovenschaal nemen, in plakjes verdelen over de warme borden en overgieten met de saus.
Garneren met vers gehakte munt en serveren met kroketten of aardappelnootjes.
Pruimentaart
Ingrediënten voor 4 personen
200 g bloem (zelfrijzend) 1 cl arachideolie 2 g boter (roomboter) 50 g suiker 1 zakje vanillesuiker 1 ei 600 g pruimen 2 cl rum 1 eetlepel bessenconfituur 15 g suiker
De bloem in een kom brengen en in het midden een kuiltje maken.
Hierin het geklutste ei, de suiker en de vanillesuiker doen.
Geleidelijk mengen met bloem en wanneer de bloem bijna vermengd is, met koele handen de in stukjes gesneden koude boter en de olie door het mengsel kneden tot een homogeen geheel. Het deeg best een nacht laten rusten in de koelkast.
De pruimen wassen, halveren en ontpitten.
In een schaaltje leggen en besprenkelen met rum.
Een half uurtje laten trekken.
Het aanrecht bestrooien met bloem en het deeg uitrollen tot op een dikte van ongeveer 4 mm en voorzichtig in een ingevette bakvorm overbrengen.
Doorprikken met een vork en het deeg bestrijken met confituur.
Hierop dakpansgewijs de pruimenhelften leggen.
De taart ongeveer 40 minuten in een oven van 190 graden zetten.
Vlak voor het opdienen, bestrooien met suiker.
Tip:
Door het deeg uit te rollen op boterhampapier zal het makkelijker in de taartvorm aan te brengen zijn; brokkeldeeg (of zanddeeg) is immers zeer kortbrekig.
1000 g andijvie 1 citroen 4 eieren peper zout nootmuskaat 500 g gemengd gehakt 1 eetlepel peterselie (fijngehakt) 20 g boter (bakboter) tomatensaus
De andijvie zorgvuldig wassen en in reepjes snijden.
Gedurende 5 minuten blancheren in kokend water met citroensap en een weinig zout.
De andijvie in een vergiet goed laten uitlekken.
De eieren loskloppen en mengen met de kruiden, de gehakte peterselie en het gehakt. Vervolgens de andijvie door het mengsel roeren en in een beboterde souffléschaal gieten.
In een voorverwarmde oven plaatsen en op 200 graden gedurende 1 uur laten garen au bain-marie.
De flan direct opdienen en serveren met warme tomatensaus.
Alle groenten klein snijden en aanstoven in boter.
Overgieten met de kippenbouillon en kruiden naar smaak met peper en zout.
De soep pureren met de staafmixer en ze door een zeef gieten.
De verse room en de garnalen erdoor roeren en kort laten doorwarmen zonder te koken. Bestrooien met gehakte peterselie en meteen serveren.
Gemarineerd lage ribgebraad
Ingrediënten voor 4 personen
800 g lage ribgebraad 50 g boter (bakboter) peper zout nootmuskaat 10 dl wijn (rood) 3 eetlepels peterselie (fijngehakt) 1 takje tijm 2 blaadjes laurier 5 mespuntjes peperkorrels 10 aardappelen (Bintje) 10 wortelen 1 knolselder 1000 g broccoli 30 g boter (roomboter) 10 cl azijn 100 g suiker 6 sinaasappelen 2 theelepels maïszetmeel 2.5 dl demi-glace (ingekookte fond)
Het gebraad 3 tot 4 uur marineren in de rode wijn met de gehakte peterselie, tijm, laurier en peperbolletjes.
Het vlees uit de marinade halen en zorgvuldig afdeppen met keukenpapier.
Aan alle kanten mooi kleuren in de hete boter.
Overgieten met de gezeefde marinade en 40 minuten bakken in de op 200 graden voorverhitte oven.
Tijdens het bakken geregeld bedruipen met de marinade.
Ondertussen 3 soorten puree bereiden.
Een derde van de aardappelen gaarkoken met de wortelen.
Afgieten en pureren.
Afwerken met een klontje boter, peper, zout en nootmuskaat.
Op dezelfde wijze knolselderij- en broccolipuree maken.
Vervolgens de saus bereiden.
De suiker karameliseren, van het vuur nemen en blussen met de azijn.
Het sinaasappelsap toevoegen samen met de ingekookte kalfsfond (demi-glace).
Binden met maïszetmeel dat in een beetje fond werd losgeklopt en kruiden met peper.
Het gebraad in plakken snijden en op een verwarmde schotel schikken met de groentepuree.
Aardbeiencoupe met bitterkoekjes
Ingrediënten voor 4 personen
500 g aardbeien 1 limoen 50 g suiker 1 zakje vanillesuiker 2.5 dl room 100 g bitterkoekjes (macarons)
De aardbeien wassen en pas daarna de kroontjes verwijderen.
De limoen schoonboenen en de schil raspen.
Vervolgens uitpersen.
Op een laag pitje onder deksel de aardbeien met het limoensap en de suiker 10 minuten laten stoven, in een kommetje scheppen en een uur laten opstijven in de koelkast.
De room stijfkloppen met de vanillesuiker en mengen met de geraspte limoenschil.
De room door de koude aardbeienmoes spatelen en in kommetjes scheppen.
Opnieuw laten opstijven in de koelkast en vlak voor het serveren met bitterkoekjes en een aardbei garneren.