Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 20 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Paulie vertelt
Over ons gezin Iedere dag is de moeite waard
30-04-2006
recept
Zeebaars op bed van aardappelpuree met zwarte olijven
Ingrediënten voor 4 personen
4 stukjes zeebaars van ongeveer elk 100 gr.
500 gr. aardappelen
1 potje ontpitte zwarte olijven
1 potje tapenade van zwarte olijven
extra olijfolie
grof zout
verse basilicum
Bereiding:
De aardappelen pellen en koken in goed gezouten water.
Eens gekookt, de aardappelen grondig verpletteren totdat men een puree bekomt.
Daarna verdunnen met een half glas melk en zachtjes mengen op een zacht vuur.
Voeg nog wat olijfolie toe totdat u een gladde en homogene puree bekomt.
De zwarte olijven in grove stukken snijden en bij de puree voegen.
Alles warm houden.
De zeebaars op een ovenplaat in de oven koken.
Voeg er een beetje olijfolie en wat grof zout.
Ondertussen kunt U de tapenade een beetje verdunnen met wat olijfolie en laten lauw worden au bain-marie.
Een bed mousse op de borden schenken, daarna de zeebaars erop plaatsen en rondom versieren met de verdunde tapenade.
Afwerken met vers gesnipperde basilicum en in kleine blokjes gesneden kerstomaatjes.
Barbecue met varkensvlees, vergt wat voorbereiding, voor 4 personen, met een bereidingstijd van 60 minuten.
Ingrediënten
4 eetlepels vloeibare honing
1 eetlepel sherry
3 eetlepels wijnazijn
1 koffielepel paprikapoeder
1 ui
1 teentje knoflook
1 kleine gemberknol
8 varkensribben
Peper
zout
Voorbereiding De dag vooraf:
Vermeng de honing met de sherry, de wijnazijn, het paprikapoeder, peper en zout.
Pel de ui en het teentje knoflook, snipper ze fijn en voeg de snippers bij de marinade.
Was de gemberknol en rasp hem over de marinade.
Laat de varkensribben minstens 24 uur marineren.
Bereidingswijze: Haal de ribbetjes uit de marinade en bak ze op de barbecue gaar. Draai ze regelmatig om en bestrijk ze nu en dan met wat marinade. De ribbetjes zijn klaar als de uiteinden van de beentjes in 2 cm uit het vlees steken.
Serveer de ribbetjes met stokbrood en rauwkost en drink er een landwijn bij.
De wok of een diepe braadpan inwrijven met olie, verhitten en daarin de schoongemaakte en kleingesneden asperges en hopscheuten een paar minuten roerbakken tot ze gaar zijn.
Kruiden met peper en zout en blussen met room.
De in reepjes gesneden zalm en de garnalen toevoegen met gehakt bieslook, even omroeren en serveren als voorgerecht.
Zeeduivelfilet met rijst en saffraan
Ingrediënten voor 4 personen
600 g zeeduivelfilet 150 g tomaten (gedroogd) 250 g rijst (langkorrelrijst) 20 dl visfumet 2 eetlepels jenever (oud) 40 g kaas 1 cl olijfolie (extra vierge) 75 g boter (bakboter) 1 theelepel komijnzaad 10 druppels tabasco 1 potje saffraanpoeder peper zout
De visfumet, de tabasco, zout, olijfolie en jenever samen in een pan doen en aan de kook brengen.
Hierin de blokjes gesneden zeeduivelfilet zes minuten pocheren.
De visblokjes daarna met een schuimspaan uit het pocheervocht halen en goed laten uitlekken.
De rijst gaarkoken in het pocheervocht van de zeeduivel.
De gedroogde tomaten fijnsnijden en vijf minuten voor het einde van de bereiding aan de rijst toevoegen.
De gare rijst afgieten en vermengen met het komijnzaad, de gepocheerde zeeduivelblokjes, boter en saffraan.
Het geheel nog even opwarmen op een zacht vuurtje en verdelen over voorverwarmde diepe borden of kommetjes.
Serveren met een kommetje gemalen kaas apart erbij.
Kersentaart
Ingrediënten voor 4 personen
1 dl melk (halfvol) 1 ei 10 g gist 200 g bloem (tarwebloem) 30 g suiker zout 40 g boter (bakboter) 60 g suiker 2 eierdooiers 40 g bloem (tarwebloem) 1 stokje vanille 4 dl melk (halfvol) 10 g boter (bakboter) 250 g kersen (ontpit) 1 ei 3 eetlepels bessenconfituur
Om te beginnen een gistdeeg maken.
Hiervoor melk, 1 ei en gist al roerend met elkaar vermengen.
De helft van de bloem, een snuifje zout en 30 g suiker bijvoegen en kneden.
De rest van de bloem en 40 g boter bijvoegen en kneden tot een soepel deeg.
Vervolgens de banketbakkersroom bereiden.
De suiker met kleine hoeveelheden tegelijk vermengen met de eierdooiers en er vervolgens de bloem bijvoegen.
Het vanillestokje koken in de melk, het verwijderen en de kokende melk al roerend bij het mengsel dooiers-suiker-bloem voegen.
Terug op het vuur zetten en al roerend laten doorkoken.
De bekomen room laten afkoelen.
Om velvorming te voorkomen wat boter over het oppervlak uitstrijken.
Ten slotte de taart afwerken.
De oven voorverwarmen op 200 graden.
De taartvorm beleggen met klontjes boter en in de oven zetten.
Als de boter gesmolten is, de vorm uit de oven nemen en met draaiende bewegingen de boter over de bodem verdelen.
Het gistdeeg uitrollen tot een dikte van ongeveer 2,5 millimeter en daarmee de taartvorm bekleden.
10 minuten laten rusten.
De banketbakkersroom in de taartvorm gieten en daarop de (uitgelekte) vruchten leggen (in plaats van kersen kunnen ook krieken, abrikozen of perziken worden genomen).
De randen van de taart lichtjes bestrijken met opgeklopt ei.
Bakken in een oven van ongeveer 200 graden gedurende 20 tot 30 minuten.
De taart laten afkoelen.
Ondertussen de confituur met wat water verdunnen en opkoken.
Voor allen die naar Oostende zijn gegaan wens ik een bijzondere fijne dag toe en ik hoop van harte dat de actie "Belgen in nood" een daverend success mag worden. Zelf kan papa Ronny er niet bij zijn want die is niet meer zo goed te been. Wij zullen de verslagen wel lezen op de diverse blogs.
400 g zeeduivelfilet 25 g ansjovisfilets (in olie) 3 tomaten 2 eetlepels kappertjes 6 blaadjes basilicum 25 g kaas 50 g boter (bakboter) 0.5 cl olijfolie (extra vierge) peper zout
Een magnetronschaal instrijken met boter, de bodem licht bestrooien met peper en zout.
De zeeduivelfilets erin schikken met hun dunste delen naar het midden van de schaal toe.
Op smaak brengen met peper en zout.
De ansjovisfilets diagonaal op de zeeduivelfilets schikken.
De kappertjes goed laten uitlekken en over de vissen verdelen.
Enkele nootjes boter erop leggen, de schaal afdekken en zeven minuten in de magnetron verhitten bij 850 W.
Uit de oven nemen.
De grill voorverwarmen en de bereiding nog twee minuten onder de grill zetten bij 375 W.
De tomaten wassen, halveren, kruiden met peper en zout, beleggen met de gemalen kaas en een blaadje basilicum, besprenkelen met olijfolie en twee minuten grillen bij 375 W.
De zeeduivelfilets op warme borden schikken, garneren met de tomaat en serveren met aardappelpuree of een sneetje stokbrood.
600 g krieken 200 g braambessen 4 eieren 6 dl melk (vol) 175 g poedersuiker 125 g bloem (tarwebloem) 75 g boter (roomboter) zout
De oven voorverwarmen op 180 graden.
De krieken en de braambessen spoelen onder stromend water.
Goed laten uitlekken, de steeltjes verwijderen en de krieken ontpitten.
Tweederde van de boter smelten in een pannetje.
De bloem in een kom strooien, een kuiltje maken en hierin de gesmolten boter gieten samen met de helft van de suiker, het zout en de losgeklopte eieren.
Goed mengen.
Een glazen schaal invetten met de rest van de boter en er een bodem deeg in aanbrengen. Hierop de krieken en de bramen schikken.
Bedekken met de rest van het deeg.
In de oven zetten en 40 minuten laten bakken.
Uit de oven halen, bestrooien met de rest van de suiker en opnieuw 20 minuten in de oven zetten.
125 g boter (roomboter) 1 ei 250 g bloem (tarwebloem) zout 0.3 dl water 12 asperges 200 g spinazie 3 sneetjes spek (gerookt) 3 sneetjes spek (gezouten) 15 g boter (bakboter) 3 eieren 2 dl room peper nootmuskaat
Het deeg bereiden met de zachtgeroerde roomboter, het ei, de bloem, een snuifje zout en 3 eetlepels ijskoud water.
Met koele handen kneden tot het deeg goed loskomt van het werkblad.
Enkele uren laten rusten in de koelkast.
Ondertussen de asperges schillen met een dunschiller. Het onderste stukje afbreken en bewaren voor aspergesoep.
Het spek in blokjes snijden.
De spinazie schoonmaken en fijnhakken.
Het spek knapperig bakken in een beetje boter.
Vervolgens de in stukken gesneden asperges toevoegen en een vijftal minuten laten garen. Ten slotte de spinazie bij het mengsel voegen en alles samen nog 5 minuten laten zacht worden.
Eventueel overtollig vocht afgieten.
Het deeg uitrollen, er een beboterde bakvorm mee bekleden en enkele malen doorprikken met een vork.
Het spek-asperge-spinazie-mengsel hierover verdelen en overgieten met de eieren die losgeklopt werden in de room.
Kruiden met peper en nootmuskaat.
Gedurende 40 minuten laten bakken in een voorverwarmde oven van 180 graden. Onmiddellijk opdienen.
Verdeel de staartvis in vier gelijke moten. Doe de room in een kom.
Snij de vanillepeulen in de lengte doormidden.
Haal er met de botte kant van een mes het merg uit en voeg alles bij de room.
Rasp een stukje gember fijn en doe dit bij de room.
Breng op smaak met peper en zout en meng goed.
Giet de room in een kookpot en zet die opzij. Haal met een speciaal mesje of een dunschiller de zeste (het dunne buitenschilletje) van de limoen en maak er fijne reepjes van.
Blancheer ze 2 minuten in kokend water en koel ze af onder stromend water uit de kraan.
Dep de reepjes droog en hou ze apart. Doe de rijst in een kookpot en giet er drie keer het volume aan water bij.
Voeg er de saffraan bij en een beetje zout en laat koken tot het water volledig is opgenomen door de rijst.
Schil de mango en snij het vruchtvlees in dunne schijfjes.
Hou ze apart. Breng de room in de kookpot voorzichtig aan de kook.
Leg er de zeste van de limoen in samen met de moten staartvis.
Laat 15 minuten koken op een zacht vuur en roer regelmatig. Leg de staartvis op een schotel.
Snipper de basilicumblaadjes fijn en strooi ze over de vis.
Schik de rijst ernaast en de schijfjes mango erbovenop.
Schraap de wortelen en de knolraapjes en snij er de uiteinden af. Was de asperges en snij er de punten af op een lengte van 10 tot 15 cm.
Leg de stelen weg voor als u eens soep maakt.
Bind de aspergepunten samen in een bundeltje. Haal de prinsessenboontjes uit de diepvries. Breng water met een beetje zout aan de kook en laat de wortelen en de knolraapjes in 15 tot 20 minuten gaar worden.
Vul twee andere kookpotten met water en breng aan de kook.
Kook in de ene pot de asperges in 10 tot 15 minuten gaar en in de andere de prinsessenboontjes in 15 minuten gaar.
Prik erin met de punt van een mes om te zien of ze gaar zijn. Snij intussen de staartvis overlangs in grote medaillons.
Verhit de olie in een braadpan.
Bak de medaillons 5 minuten en keer ze regelmatig om zodat ze aan elke kant mooi bruin worden.
Haal de medaillons uit de pan en hou ze warm.
Gooi de olie weg en doe de room in de pan.
Doe er de kerrie bij en meng goed.
Leg de medaillons in de room en laat 5 minuten stoven op een zacht vuur.
Breng op smaak met peper en zout. Giet de groenten af en schik ze op een schotel.
Leg de medaillons erbovenop en overgiet met de kerrieroom.
Ingrediënten voor 4 personen 800g staartvis 8 dunne sneetjes bacon 2 bollen verse knoflook 8 courgettes 1 eetlepel olijfolie 1 blokje visbouillon 1 glas droge witte wijn zout peper
Vraag de visverkoper het centrale kraakbeen van de staartvis te verwijderen, maar laat de staart in zijn geheel. Haal de lookteentjes van de bollen.
Pel de helft van de teentjes en snij ze in dunne schijven.
Pel de andere helft en laat ze heel. Was de courgettes en snij ze in rondjes. Steek de gesneden schijfjes look in de staartvis op de plaats waar het kraakbeen zat.
Doe dit over de gehele lengte.
Wikkel de vis in de sneetjes bacon en bind hem op met keukengaren. Verhit de olijfolie in een kookpot.
Braad het boutje op een zacht uur aan alle kanten aan tot de sneetjes bacon beginnen te kleuren.
Haal de vis uit de kookpot en gooi de olie weg. Zet het vuur lager en leg de staartvis terug in de pot.
Los het blokje visbouillon op in een glas heet water en giet de bouillon samen met de witte wijn over de staartvis.
Doe er de hele lookteentjes en de courgettes bij.
Leg het deksel op de kookpot en laat 25 minuten pruttelen op een zacht vuur. Haal de staartvis uit de pot.
Verwijder het garen en de sneetjes bacon. Haal de courgettes en de lookteentjes uit de kookpot en schik ze op een schotel.
Snij de staartvis in schijven en leg die op de schotel. Laat het kookvocht op een hevig vuur tot de helft inkoken en giet het over het gerecht. Bestrooi met een beetje peper uit de molen en dien heet op.
115 g boter (roomboter) 50 g basterdsuiker 225 g bloem 4 theelepels suiker
Shortbread is een kruimelig Schots biscuit, met een volle botersmaak.
Ook voor shortbread heeft iedere Schotse familie haar eigen recept.
Sommigen rollen het deeg dun uit, anderen maken er langwerpige koekjes van minstens 1/2 cm dik van.
Bereiding:
Klop de boter en de suiker met de handmixer in ca. 5 minuten tot een romige massa.
Klop de bloem er in gedeelten door tot een stevig deeg ontstaat.
Rol het deeg op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een ronde lap van ca. 22 cm doorsnede.
Leg de deeglap op een met bakpapier beklede bakplaat.
Snijd de lap in 12 punten en prik met een vork gaatjes in de punten.
Bak de biscuits in een voorverwarmde oven van 150°C in 30-45 minuten goudbruin en gaar. Laat de biscuits op een taartrooster afkoelen en bestrooi ze met fijne tafelsuiker.
1 kg aardappelen (Bintje) 250 g spek (gezouten) 4 preiwitten 4 stengels bleekselderij 2 wortelen 4 uien 2 raapjes 15 dl kippenbouillon 25 g kervel 2 tomaten 25 g boter (bakboter) 1 kruidentuiltje peper zout
Het gezouten spek in dobbelsteentjes snijden.
De ui, prei, wortelen, raap en de selderij in reepjes snijden.
De geschilde aardappelen in kleine blokjes snijden.
Het spek met boter aanfruiten.
De soepgroenten kort meestoven zonder te kleuren.
Bevochtigen met de kippenbouillon.
Op smaak brengen met peper en zout.
Het kruidentuiltje bijvoegen.
Ondertussen de tomaten pellen, ontpitten en in stukjes snijden.
De soep laten koken op een matig vuur.
Na een kwartier de aardappelblokjes bijvoegen en nog een tiental minuten laten koken (ervoor zorgen dat de ingrediënten niet platgekookt worden).
Het kruidentuiltje verwijderen.
De soep in kommetjes scheppen en versieren met stukjes tomatenvlees en enkele blaadjes kervel.
Lamsburgertjes met broccoliroomsaus en fijne groenten
Ingrediënten voor 4 personen
500 g gehakt (lamsgehakt) 3 sjalotten 1 ei paprikapoeder 4 druppels tabasco 0.5 paprika (rood) 250 g broccoli 2 dl room 10 g suiker 100 g boter (roomboter) 2 eetlepels kippenbouillon 2 wortelen peper zout
De sjalotten pellen en zeer fijn hakken.
Het lamsgehakt in een kom doen en mengen met tweederde van de sjalotten, het ei, een halve theelepel paprikapoeder en de tabasco.
Kruiden met peper en zout en afgedekt in de koelkast zetten.
De broccoli schoonmaken en in zeer fijne roosjes verdelen.
De paprika wassen, halveren, de zaadlijst verwijderen en in gelijke ruitjes snijden.
De broccoliroosjes en de paprikaruitjes gedurende 2 tot 3 minuten blancheren in licht gezouten water.
Onmiddellijk afgieten en laten uitlekken.
De helft van de broccoliroosjes apart houden voor de saus en de afwerking.
De wortelen spoelen en schrapen.
In de lengte doorsnijden in niet te dunne plakken.
Met een vormpje in stermotief er sterren uitduwen.
Deze sterren beetgaar koken in licht gezouten water, afgieten en laten uitlekken.
Vervolgens laten glanzen in een weinig boter en bestooien met een beetje suiker.
Warm houden.
Het lamsgehakt voorzichtig mengen met de broccoliroosjes en de paprikaruitjes.
Het mengsel in gelijke porties verdelen en van elke portie een hamburger vormen.
Boter in een pan smelten en er de lamsburgertjes in ongeveer 15 minuten aan beide kanten gaarbakken.
Ondertussen de room verwarmen samen met de kippenbouillon, enkele broccoliroosjes en de rest van de fijngesnipperde sjalotten.
Zachtjes laten inkoken, mixen en vervolgens zeven.
Op smaak brengen met peper en zout.
Opkloppen met enkele klontjes koude boter.
Op verwarmde borden een spiegel aanbrengen van broccoliroomsaus.
In het midden een lamsburger leggen.
Verder versieren met de overblijvende broccoliroosjes en de wortelsterren.
Opdienen met fijne frietjes.
Kippenkoekjes
Ingrediënten voor 4 personen
12 eierdooiers 1.2 dl water 180 g suiker 180 g amandelpoeder 300 g broodkruim kaneelpoeder 100 g bloem (tarwebloem) 75 g boter (roomboter) 25 g boter (bakboter)
De suiker en het water tot een stroopje koken.
Laten afkoelen.
Ondertussen de eierdooiers kloppen en er met een fijn straaltje het stroopje bijgieten.
Vervolgens het amandelpoeder, het broodkruim, de bloem, de boter en de kaneel toevoegen.
1 uur laten opstijven in de koelkast.
Boter smelten en met een kwast de bakplaat insmeren.
Met mooie vormpjes 20 tot 22 koekjes uit het deeg steken en die gedurende 30 minuten in een oven van 190 graden goudbruin bakken.
Beide in dunne plakjes snijden en vervolgens in kleine staafjes.
Peper en zout door de azijn roeren tot het zout opgelost is en er beide soorten olie doorkloppen.
De groenten 30 minuten laten marineren in de vinaigrette en er de gehakte peterselie doorroeren.
De aardappelen schillen, ze grof raspen, mengen met peper en zout en er hoopjes van maken. Bakken in de helft van de boter met de olijfolie in een pan met antiaanbaklaag tot ze goudgeel en krokant zijn.
Nu en dan een beetje platdrukken.
De hamburgers aan beide kanten mooi bruin bakken in de rest van de boter op een tamelijk zacht vuur.
Serveren met telkens 2 eetlepels gemarineerde groenten en aardappelrösti.
Een pittige en gezonde variant op de traditionele hamburgersausen.
Tip:
De aardappelrösti kunnen worden gemengd met allerlei geraspte groenten als wortelen, courgettes, koolrabi, knolselderij of met geraspte kaas.
Was de courgettes en blancheer ze enkele minuten in hun geheel.
Snij de geblancheerde courgettes doormidden en hol ze wat uit met een lepel.
Hak het courgettevruchtvlees fijn.
Snipper de ui.
Verwarm de olijfolie.
Fruit de ui, voeg de paprikastukjes, een bodempje water en het courgettevruchtvlees toe.
Stoof de groenten gaar.
Ontvel intussen de tomaten en snij ze in stukjes.
Verwarm de tomatensaus en voeg er de tomaten, de gare groenten, de gare gierst, room, peper, oregano en zout aan toe.
Schep deze vulling in de courgette.
Bestrooi met kaas.
Plaats in een ingeoliede ovenschaal en laat ongeveer 10 minuten gratineren (180°C).
Tips: U kunt ook rijst nemen in plaats van gierst. U kunt ook de rollen omkeren: vul 4 kleine rode paprika's en gebruik voor de vulling 1 middelgrote courgette in plaats van de paprika's.
60 g bloem (tarwebloem) 1 ei 1.25 dl melk (halfvol) zout 2 g bakpoeder 250 g champignons 5 sneetjes spek (gerookt) 2 uien selderijzout peper 20 g boter (bakboter) 2 dl room
Voor het deeg de bloem mengen met het bakpoeder en het zout.
Het losgeklopte ei en de melk toevoegen en tot een glad deeg roeren.
Dunne pannenkoekjes bakken en warm houden.
Het spek in dobbelsteentjes snijden.
De uien schoonmaken en fijnsnijden.
Het spek en de ui fruiten in wat boter.
De champignons afborstelen en in schijfjes snijden en eveneens aanfruiten in wat boter. Kruiden met een flinke snuif selderijzout en er het spek met de uien bijvoegen.
Alles laten stoven.
De room toevoegen en laten indikken.
Op smaak brengen met peper.
Op elke pannenkoek een weinig vulsel scheppen en dubbel plooien of oprollen.
Verwarm de oven voor op 220 °C. Doe de bloem in een kom. Los de gist op in de helft van het water en doe de honing erbij. Maak in het midden van de bloem een kuiltje en giet het mengsel erin. Roer de ingrediënten in het kuiltje goed door elkaar en meng het met de bloem. Strooi het zout aan de buitenste rand op de droge bloem. Giet de rest van het water in 2 delen in het midden en roer vanuit het midden tot alle bloem is opgenomen. Zet de deeghaken op de mixer en kneed het deeg 4 minuten. Doe het deeg terug in de beslagkom en dek deze af met een vochtige doek. Laat het deeg op een warme plaats 45 minuten rijzen. Was de rozijnen in lauw water en verbrokkel de halve walnoten.
Kneed de rozijnen en noten door het deeg. Vet de tulbandvorm in. Doe het deeg in de vorm en laat onder een vochtige doek op een warme plaats weer ongeveer 30 minuten rijzen tot de dubbele hoeveelheid. Bak het brood 15 minuten op 220 graden. Temper nu de warmte tot 190 graden en bak de tulband in ongeveer 35 minuten af.
De Mechelse koekoek in stukken snijden en hem aanbakken in een mengsel van boter en olie.
Alle groenten schoonmaken en ze elk apart beetgaar koken.
De oven voorverwarmen op 180 graden.
De bouillon in een pan doen, de room toevoegen en het mengsel opkoken met de saffraan.
De saus op smaak brengen met peper en zout.
Het gevogelte in een vuurvaste schaal leggen, de groenten erbij voegen en overgieten met de saffraanbouillon.
De schaal afdekken en het gerecht 20 minuten in de oven zetten.
Serveren in diepe borden met stokbrood.
Koninklijke taart
Ingrediënten voor 4 personen
300 g boudoirkoekjes 200 g chocolade (puur) 2 dl koffie 4 eieren 125 g boter (bakboter) 125 g poedersuiker 5 g suiker
De chocolade in stukjes breken en smelten au bain-marie.
Ondertussen de boter tot room roeren en hierin de gezeefde poedersuiker lepel per lepel toevoegen.
Wanneer de chocolade gesmolten is, laten afkoelen tot het mengsel lauw is en vervolgens door het boter-suikermengsel roeren.
De eieren scheiden en het eiwit tot sneeuw kloppen met een snuifje suiker.
Het eigeel bij de chocoladepasta voegen, goed mengen en vervolgens het stijfgeklopte eiwit toevoegen.
Het mengsel even laten rusten.
Ondertussen sterke koffie maken.
Een springvorm bekleden met aluminiumfolie.
De rand van de springvorm bekleden met boudoirkoekjes waarvan met een mes ongeveer 1 cm werd afgesneden (de suikerlaag moet aan de buitenzijde zitten).
De afgesneden topjes en de rest van de boudoirkoekjes eventjes onderdompelen in de koffie en er de bodem van de bakvorm mee bedekken.
Vervolgens een laag chocolademengsel aanbrengen en opnieuw een laag koekjes.
Dit herhalen en eindigen met een laag chocolademengsel.
Een nacht laten opstijven in de koelkast alvorens te serveren.
Eventueel versieren met hagelslag, chocoladeblaadjes of slagroom.