Ik ben Paulie, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Prettig gestoord.
Ik ben een man en woon in Menen (België) en mijn beroep is Het zotteken uithangen.
Ik ben geboren op 19/03/2005 en ben nu dus 19 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Iedere dag lekker rondfladderen in het huis en vooral aan mijn baasje zijn oren knabbelen.
Ik ben hier aangekomen op 15 juni 2005 en ik was toen 12 weken oud en ik moet zeggen, ik ben hier met mijn gat in de boter gevallen.
Voor allen die naar Oostende zijn gegaan wens ik een bijzondere fijne dag toe en ik hoop van harte dat de actie "Belgen in nood" een daverend success mag worden. Zelf kan papa Ronny er niet bij zijn want die is niet meer zo goed te been. Wij zullen de verslagen wel lezen op de diverse blogs.
400 g zeeduivelfilet 25 g ansjovisfilets (in olie) 3 tomaten 2 eetlepels kappertjes 6 blaadjes basilicum 25 g kaas 50 g boter (bakboter) 0.5 cl olijfolie (extra vierge) peper zout
Een magnetronschaal instrijken met boter, de bodem licht bestrooien met peper en zout.
De zeeduivelfilets erin schikken met hun dunste delen naar het midden van de schaal toe.
Op smaak brengen met peper en zout.
De ansjovisfilets diagonaal op de zeeduivelfilets schikken.
De kappertjes goed laten uitlekken en over de vissen verdelen.
Enkele nootjes boter erop leggen, de schaal afdekken en zeven minuten in de magnetron verhitten bij 850 W.
Uit de oven nemen.
De grill voorverwarmen en de bereiding nog twee minuten onder de grill zetten bij 375 W.
De tomaten wassen, halveren, kruiden met peper en zout, beleggen met de gemalen kaas en een blaadje basilicum, besprenkelen met olijfolie en twee minuten grillen bij 375 W.
De zeeduivelfilets op warme borden schikken, garneren met de tomaat en serveren met aardappelpuree of een sneetje stokbrood.
600 g krieken 200 g braambessen 4 eieren 6 dl melk (vol) 175 g poedersuiker 125 g bloem (tarwebloem) 75 g boter (roomboter) zout
De oven voorverwarmen op 180 graden.
De krieken en de braambessen spoelen onder stromend water.
Goed laten uitlekken, de steeltjes verwijderen en de krieken ontpitten.
Tweederde van de boter smelten in een pannetje.
De bloem in een kom strooien, een kuiltje maken en hierin de gesmolten boter gieten samen met de helft van de suiker, het zout en de losgeklopte eieren.
Goed mengen.
Een glazen schaal invetten met de rest van de boter en er een bodem deeg in aanbrengen. Hierop de krieken en de bramen schikken.
Bedekken met de rest van het deeg.
In de oven zetten en 40 minuten laten bakken.
Uit de oven halen, bestrooien met de rest van de suiker en opnieuw 20 minuten in de oven zetten.
125 g boter (roomboter) 1 ei 250 g bloem (tarwebloem) zout 0.3 dl water 12 asperges 200 g spinazie 3 sneetjes spek (gerookt) 3 sneetjes spek (gezouten) 15 g boter (bakboter) 3 eieren 2 dl room peper nootmuskaat
Het deeg bereiden met de zachtgeroerde roomboter, het ei, de bloem, een snuifje zout en 3 eetlepels ijskoud water.
Met koele handen kneden tot het deeg goed loskomt van het werkblad.
Enkele uren laten rusten in de koelkast.
Ondertussen de asperges schillen met een dunschiller. Het onderste stukje afbreken en bewaren voor aspergesoep.
Het spek in blokjes snijden.
De spinazie schoonmaken en fijnhakken.
Het spek knapperig bakken in een beetje boter.
Vervolgens de in stukken gesneden asperges toevoegen en een vijftal minuten laten garen. Ten slotte de spinazie bij het mengsel voegen en alles samen nog 5 minuten laten zacht worden.
Eventueel overtollig vocht afgieten.
Het deeg uitrollen, er een beboterde bakvorm mee bekleden en enkele malen doorprikken met een vork.
Het spek-asperge-spinazie-mengsel hierover verdelen en overgieten met de eieren die losgeklopt werden in de room.
Kruiden met peper en nootmuskaat.
Gedurende 40 minuten laten bakken in een voorverwarmde oven van 180 graden. Onmiddellijk opdienen.
Verdeel de staartvis in vier gelijke moten. Doe de room in een kom.
Snij de vanillepeulen in de lengte doormidden.
Haal er met de botte kant van een mes het merg uit en voeg alles bij de room.
Rasp een stukje gember fijn en doe dit bij de room.
Breng op smaak met peper en zout en meng goed.
Giet de room in een kookpot en zet die opzij. Haal met een speciaal mesje of een dunschiller de zeste (het dunne buitenschilletje) van de limoen en maak er fijne reepjes van.
Blancheer ze 2 minuten in kokend water en koel ze af onder stromend water uit de kraan.
Dep de reepjes droog en hou ze apart. Doe de rijst in een kookpot en giet er drie keer het volume aan water bij.
Voeg er de saffraan bij en een beetje zout en laat koken tot het water volledig is opgenomen door de rijst.
Schil de mango en snij het vruchtvlees in dunne schijfjes.
Hou ze apart. Breng de room in de kookpot voorzichtig aan de kook.
Leg er de zeste van de limoen in samen met de moten staartvis.
Laat 15 minuten koken op een zacht vuur en roer regelmatig. Leg de staartvis op een schotel.
Snipper de basilicumblaadjes fijn en strooi ze over de vis.
Schik de rijst ernaast en de schijfjes mango erbovenop.
Schraap de wortelen en de knolraapjes en snij er de uiteinden af. Was de asperges en snij er de punten af op een lengte van 10 tot 15 cm.
Leg de stelen weg voor als u eens soep maakt.
Bind de aspergepunten samen in een bundeltje. Haal de prinsessenboontjes uit de diepvries. Breng water met een beetje zout aan de kook en laat de wortelen en de knolraapjes in 15 tot 20 minuten gaar worden.
Vul twee andere kookpotten met water en breng aan de kook.
Kook in de ene pot de asperges in 10 tot 15 minuten gaar en in de andere de prinsessenboontjes in 15 minuten gaar.
Prik erin met de punt van een mes om te zien of ze gaar zijn. Snij intussen de staartvis overlangs in grote medaillons.
Verhit de olie in een braadpan.
Bak de medaillons 5 minuten en keer ze regelmatig om zodat ze aan elke kant mooi bruin worden.
Haal de medaillons uit de pan en hou ze warm.
Gooi de olie weg en doe de room in de pan.
Doe er de kerrie bij en meng goed.
Leg de medaillons in de room en laat 5 minuten stoven op een zacht vuur.
Breng op smaak met peper en zout. Giet de groenten af en schik ze op een schotel.
Leg de medaillons erbovenop en overgiet met de kerrieroom.