Japanse saladexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
1 krop ijsbergsla 500 g runderfilet (ossenhaas) 3 sjalotten 1 eetlepel pijnboompitten 3 eetlepels ketjap (sojasaus) 6 cl sherry (droog) 1 cl wijnazijn (rood) 2 eetlepels honing (vloeibaar) 1 mespuntje gemberpoeder 1 teentje knoflook
Een marinade maken met de sojasaus, de sherry (of saké), de wijnazijn, de honing, het gemberpoeder en het geplette teentje knoflook.
Het vlees (in één stuk) hierin leggen en ervoor zorgen dat alles goed bedekt is met de marinade.
Afdekken en een nacht in de koelkast zetten.
Het vlees laten uitlekken, in een beboterde ovenschotel leggen en gedurende 15 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 220 graden.
Tijdens het bakken geregeld bedruipen met de marinade.
Uit de oven nemen en de braadjus in een kommetje gieten.
De kleingesneden ijsbergsla op een serveerschotel schikken, het vlees in dunne plakjes snijden en op de sla schikken.
De jus over het vlees lepelen en bestrooien met fijngehakte sjalot en geroosterde pijnboompitten.
Mignonnettes met scampi en groentebeignets
Ingrediënten voor 4 personen
4 mignonnettes 12 scampi 1 ui 2 eetlepels peterselie (fijngehakt) 0.5 courgette 2 wortelen 0.25 knolselder 300 g bloem (tarwebloem) zout 2 eieren 5 g suiker 2 cl maïskiemolie 20 cl pilsbier 50 g boter (bakboter) peper
De scampi bakken in boter met gehakte ui.
Een beignetbeslag maken met bloem, water, pilsbier, olie, eiwit en een snuifje zout.
Het vlees goudbruin bakken in hete boter.
Kruiden met peper en zout en warm houden onder aluminiumfolie.
De gewassen groenten in gelijke stukjes snijden en in het beignetbeslag dompelen (hiervoor kan een groentemengeling naar keuze worden gebruikt).
Goudbruin bakken in hete frituurolie en even laten uitlekken op keukenpapier.
De mignonnettes op warme borden schikken en garneren met scampi en groentebeignets. Serveren met puree of rijst.
Afwerken met een toefje peterselie.
Chocoladetaartjes met gekonfijte witlof en sinaasappel
Ingrediënten voor 4 personen
150 g bloem 250 g boter (roomboter) 125 g suiker 2 eieren zout 50 g erwtjes 3 eierdooiers 100 g chocolade (puur) 50 g After eight 4 stronkjes witloof 1 theelepel kummel 1 dl sinaasappelsap 20 g poedersuiker
Vermeng de ingrediënten voor het deeg (bloem, 2/3 van de boter, 2/3 van de suiker, 1 ei en het zout) en laat deze minimaal een halve dag rusten.
Rol het deeg uit en bekleed er 4 taartvormpjes mee.
Bedek de bodem met vetvrij papier en strooi er een laagje bonen of erwten op.
Bak de taartjes ca. 20 minuten op 160°C.
Verwijder halverwege de baktijd de bonen of erwten.
Klop voor de vulling het ei met de eidooiers en de suiker tot een stevige massa.
Smelt de chocolade, de After Eight en de boter en spatel dit door het eimengsel.
Giet de massa in 4 taartvormpjes en bak het geheel op 160°C in 15 à 20 minuten.
Halveer de witlofstronkjes en snij de harde kern eruit.
Fruit het witlof aan in wat boter, voeg de kummel toe en vul aan met het sinaasappelsap.
Stoof het witlof hierin gaar.
Voeg als laatste poedersuiker naar smaak toe en laat het witlof licht karameliseren.
Serveer bij elk taartje een stronkje witlof. xml:namespace prefix = v ns = "urn:schemas-microsoft-com:vml" />
|