Flensjes van Lancelot de Casteauxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
2 eieren 125 g bloem (tarwebloem) 3 dl melk (halfvol) 30 g boter (roomboter) zout 5 g suiker kaneelpoeder 4 eierdooiers 65 g suiker 4 dl melk (halfvol) 0.5 stokje vanille 2 eieren 0.5 dl melk (halfvol) 10 g poedersuiker
De flensjes
De bloem zeven in een kom en een kuiltje maken.
Hierin een snuifje zout, de twee eieren en de zachte boter brengen en alles goed mengen. Beetje bij beetje de 3 dl melk in het deeg gieten.
Het beslag moet zo dik zijn als dunne room.
Uit dit beslag flensjes bakken van ongeveer 20 centimeter doorsnee.
De flensjes in stapeltjes van 4 leggen en tussen elk flensje een beetje suiker en wat kaneelpoeder strooien.
Vervolgens de stapeltjes oprollen en laten afkoelen.
De vanillesaus
De eierdooiers tot schuim kloppen met de suiker.
Bij dit mengsel de 4 dl kokende melk gieten waarin een vanillestokje heeft meegekookt. Zeven en zachtjes laten indikken zonder koken.
Warm houden op de kant van het vuur.
Afwerking
De flensjesrollen in 4 stukken snijden en onderdompelen in de melk waarin de eieren werden geklutst.
Deze rolletjes opbakken in boter en warm houden in de oven.
In een diep bord wat saus gieten en daarin de rolletjes schikken.
Bestrooien met wat poedersuiker.
Dit recept werd teruggevonden in het receptenboek 'Ouverture de Cuisine' van de 17de eeuwse Waal Lancelot de Casteau.
|