Tartaar van Provençaalse groentenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
2 tomaten 1 paprika (rood) 1 ui 1 venkelknol 1 wortel 1 courgette 120 g tuinbonen 20 aspergepunten 1 teentje knoflook 4 artisjokken (paars) 1 citroen 50 g pistou 3 g tijmbloempjes 3 blaadjes salie 3 cl balsamicoazijn 10 cl olijfolie (extra vierge) zout peper
Ontvel en ontpit de tomaten en de paprika en snijd ze vervolgens in kleine blokjes.
Snijd de ui en de venkelknol in ringen.
Snijd de wortel en de courgette in kleine blokjes.
Kook de tuinbonen en de aspergepunten in water.
Hak de knoflook fijn.
Verwijder de blaadjes van de artisjokken.
Hak ze fijn en giet er wat citroensap over om te voorkomen dat ze verkleuren.
Meng alle rauwe groenten en gekookte groenten behalve de asperges door elkaar.
Roer er de pistou door en breng op smaak met zout en peper.
Voeg de tijmblaadjes en de gehakte salie toe.
Maak tartaartjes van de groenten en schik ze op het midden van de borden, met de aspergepunten in een rijtje erover.
Maak een vinaigrette met de azijn en de olijfolie en breng op smaak met peper en zout.
Giet rond het tartaartje een lepel vinaigrette.
Bloemkoolsoufflé met camembert
Ingrediënten voor 4 personen
1 bloemkool 1 aardappel (Bintje) 2 eieren 50 g camembert 1 dl room peper 15 g boter (bakboter)
De bloemkool in roosjes verdelen en samen met de aardappel laten gaarkoken.
De camembert, de room en de eierdooiers tot een gladde massa roeren.
De bloemkool en de aardappel pureren samen met een flinke scheut kookvocht en door het kaasmengsel roeren.
Op smaak brengen met peper.
Ovenvaste schaaltjes insmeren met boter.
De eiwitten stijfkloppen en voorzichtig door het bloemkoolmengsel roeren.
De schaaltjes tot ongeveer 1 centimeter van de rand vullen en gedurende 30 minuten in een voorverwarmde oven goudbruin laten bakken.
Pannenkoekjes met appel en kaneelsaus
Ingrediënten voor 4 personen
100 g bloem (zelfrijzend) 2 eieren 3 dl melk (halfvol) 8 cl arachideolie zout wijnsteenbakpoeder 30 g rozijntjes 1 dl room 0.5 theelepel maïszetmeel kaneelpoeder esdoornstroop 2 appelen (Jonagold)
Maak het beslag.
Klop de eieren los en voeg het meel, het wijnsteenbakpoeder, de melk en het zout toe.
Roer goed.
Verhit de olie in een pan.
Bak dunne pannenkoekjes en hou ze warm.
Schil de appelen en haal het klokhuis eruit.
Snij de appelen in ronde schijven.
Bak ze lichtbruin en bestrooi ze met kaneel.
Roer het maïszetmeel door de koude room.
Breng het mengsel aan de kook tot het dikt.
Voeg van het vuur kaneel en esdoornstroop aan dit sausje toe.
Leg op elk bord een in 4 gevouwen pannenkoek en serveer de appelen erbij.
Bestrooi de appelen met de krenten.
Schenk er een lepeltje saus over.
|