Cesarsalade met witloofxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
6 eieren 50 g ansjovisfilets (in olie) 3 teentjes knoflook 0.5 citroen 1 eetlepel kappertjes 8 cl olijfolie (extra vierge) 1 eetlepel peterselie (fijngehakt) peper zout 4 stronkjes witloof 4 stronkjes witloof (rood) 1 krop krulsla 2 tomaten 2 sneetjes wit brood 50 g veldsla
Eerst de Cesarsaus bereiden.
4 eieren gedurende 3 minuten koken (ze moeten nog smeuïg zijn).
Pellen en fijn prakken.
Per ei een ansjovisfilet hakken en bij de eieren voegen.
Vermengen met geperst knoflook, het citroensap, de fijngehakte kappertjes en opkloppen met de olijfolie.
Op smaak brengen met peper, zout en peterselie.
Het witloof schoonmaken en per persoon anderhalve stronk in rondjes snijden.
De krulsla in reepjes snijden.
Witloof en krulsla mengen met de Cesarsaus.
De bereiding verdelen over individuele slakommen.
De wanden van de kommen bekleden met de blaadjes van het resterende witloof en met blaadjes veldsla.
Het brood in kleine blokjes verdelen en tot croûtons bakken in een pan met antikleeflaag.
Midden op de sla partjes hardgekookt ei, stukjes tomaat, enkele broodcroûtons en opgerolde ansjovisfilets schikken.
Gestoomde pladijsfilets met mousseline van witbier
Ingrediënten voor 4 personen
4 pladijzen (van 600 g) 3 eierdooiers 15 cl witbier 3 limoenen 75 g boter (geklaard) 1 eetlepel foreleitjes 1 eetlepel peterselie (fijngehakt)
Voor de saus de eierdooiers opkloppen op het vuur met het sap van de limoentjes en de Hoegaarden.
Kruiden met peper en zout en afwerken met geklaarde boter. (Om de saus nog te verzachten, een beetje licht opgeklopte room toevoegen.)
Ondertussen de filets stomen in een stoomketel met een goede court-bouillon.
De visfilets onderaan het bord schikken.
Overgieten met saus.
Foreleitjes op de vis leggen, alsook een schijfje limoen, van de schil ontdaan.
Dit gerecht kan geserveerd worden met gepersileerde aardappeltjes of met hertoginnenpuree.
Boterwafels
Ingrediënten voor 4 personen
120 g boter (roomboter) 500 g bloem (tarwebloem) 5 dl water 5 dl melk (halfvol) 40 g gist 5 g suiker 5 eieren
De eieren splitsen.
Het eiwit tot sneeuw kloppen samen met de suiker.
De gist oplossen in lauw water en samen met de losgeklopte eierdooiers bij de melk voegen.
De bloem zeven en tegelijk door de vloeistof roeren.
Alles zorgvuldig mengen.
De eiwitsneeuw voorzichtig door het deeg spatelen.
Ten slotte de boter smelten en bij het mengsel voegen.
Bakken in een heet wafelijzer.
Serveren met boter, suiker, slagroom, confituur of vruchten.
|