Gemarineerde haringxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
200 g haringfilet 5 sjalotten 1 wortel 1 ui 2 dl wijn (wit/droog) 10 cl azijn 0.5 eetlepel peperbolletjes (roze) 1 blaadje laurier 2 takjes tijm 1 takje dille peper zout 4 kerstomaatjes 1 stronkje witloof 20 g veldsla 4 sprietjes bieslook
De sjalotten, wortel en ui in schijfjes snijden.
De haringfilets in een vuurvaste schotel leggen.
De witte wijn en de azijn in een pan gieten en alle groenten en kruiden erbij voegen.
Een beetje peper erover malen, zout toevoegen, al roerend opwarmen en laten sudderen tot de groenten beetgaar zijn.
De inhoud van de pan over de haringfilets gieten en 2 minuten in een hete oven zetten.
Laten afkoelen en dan een nacht in de koelkast zetten.
Op kleine bordjes enkele witloofblaadjes en enkele blaadjes veldsla schikken, hierop een stukje haringfilet leggen en afwerken met een kerstomaatje en een sprietje bieslook.
Heilbot met sinaasappelsaus
Ingrediënten voor 4 personen
800 g heilbotfilet 2 sinaasappelen 5 sjalotten 20 g boter (bakboter) 1.25 dl sinaasappelsap 2 dl room 1.5 dl wijn (wit/droog) 5 g suiker 2 takjes dille peper zout
De helft van de sinaasappelen persen, de rest dik schillen en in schijven snijden.
De sjalotten pellen, fijnhakken en in boter glazig fruiten.
Blussen met het sinaasappelsap, room en wijn bijvoegen en tot de helft laten inkoken.
Op smaak brengen met zout, peper en suiker.
De vis in de hete, niet meer kokende saus laten pocheren.
Enkele van de ontvelde sinaasappelpartjes mee laten opwarmen.
De vis op een verwarmde schotel schikken, overgieten met de saus.
Versieren met sinaasappelpartjes en takjes dille.
Baklava
Ingrediënten voor 4 personen
1 kg filodeeg boter voor het invetten 500 g walnoten 2 theelepels kaneelpoeder 750 g suiker 450 g boter (geklaard) 150 g griesmeel kruidnagel 250 g honing (vloeibaar) 5 dl water 2 citroenschillen sap van 1 citroen
Meng walnoten (licht geroosterd, dan verkruimeld), kaneelpoeder en 250 g fijne tafelsuiker in een kom en zet apart.
Smelt de helft van de geklaarde boter in een pan en voeg het griesmeel toe.
Roer goed door, maar laat het niet kleuren.
Laat het geheel afkoelen.
Verwarm de oven voor op 180°C.
Vet een bakvorm van 30 x 15 x 5 cm in.
Leg er 10 vellen filodeeg in, bestrijk elk vel met boter en steeds met griesmeel (in totaal de helft).
Gebruik vooral veel boter! (Wanneer u het filodeeg zelf bereidt, verdubbel dan de hoeveelheden en voeg een theelepel gedroogde gist aan het deeg toe. Verdeel het deeg in 32 stukken en rol elk stuk uit.)
Voeg een laag toe met de helft van het walnoten-kaneelpoedermengsel.
Leg hier opnieuw tien vellen filodeeg op en bestrijk deze zoals hiervoor met boter en griesmeel.
Vervolg met een laag van de resterende walnoten-mix.
Besluit met de vellen filodeeg en gebruik even veel boter als eerst.
Snijd met een scherp mes de bovenkant van de baklava in.
Decoreer elke portie met een kruidnagel.
Besprenkel de baklava met water en zet 30 minuten in de oven.
Draai de oventemperatuur lager tot 140°C en bak de baklava nog eens 2 tot 2,5 uur.
De bovenkant moet goudkleurig blijven (en niet donkerbruin worden).
Haal de baklava uit de oven en laat afkoelen.
Doe alle ingrediënten voor de siroop (de tijmhoning, 500 g suiker, het water en de fijngeraspte citroenschil), zonder het citroensap, in een pan en breng aan de kook.
Voeg het citroensap toe als de siroop aan een lepel blijft kleven en giet de hete siroop over de afgekoelde baklava.
Laat het een nacht rusten en geniet de volgende dag van dit lekkers!
|