klik op het plaatje
De kerstboom : Geschiedenis en traditie. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De oorsprong van de kerstboomtraditie.
Over de oorsprong van de kerstboomtraditie lopen de meningen uiteen.
Er bestaan hierover verschillende versies, maar steeds wordt aan de kerstboom dezelfde symboliek toegeschreven: in het putje van de winter symboliseert de spar met zijn groenblijvende naalden het leven dat niet dood is en zal terugkeren.
De geschiedenis van de kerstboom is voor een deel gebaseerd op waarheid, maar de tijd en de verbeeldingskracht hebben deze realiteit een eigen vorm gegeven, waardoor de mystiek rond de kerstboom alleen maar gegroeid is.
We geven hier de meest gangbare verhalen die de ronde doen over de kerstboomtraditie.
Zeer waarschijnlijk was het bij onze Germaanse voorouders traditie om de kortste dag te vieren met een altijd groene tak of boom uit het bos (conifeer, jeneverstruik, hulst, maretak, enz
).
Deze boom of tak stond voor het leven dat voortgaat en was de voorbode van de vernieuwing. Ook het licht vormde een belangrijk symbool bij deze gebeurtenis.
Om de langste nacht van het jaar te vieren werden er vreugdevuren ontstoken.
Naar alle waarschijnlijkheid is deze traditie van de groenblijvende boom en van het licht bij de kerstening van Europa overgenomen door de Christelijke gebruiken.
Ze maakt sinds die tijd deel uit van de kerstvieringen.
De traditie om de kerstboom te versieren met kerstballen zou ontstaan zijn in de XIde eeuw.
In die tijd gaven de troubadours voorstellingen op het kerkplein.
Vooral het "mysterie " (de naam die gegeven werd aan deze voorstellingen) van het Paradijs was zeer in trek en kreeg een vaste stek in de Adventsperiode.
Een boom (meestal de takken van een appelboom) versierd met rode appels symboliseerde dan de boom van het Paradijs.
In de loop van de XVde eeuw vatten de gelovigen dan de gewoonte op om op 24 december, de feestdag van Adam en Eva, hun interieur op te smukken met deze versierde takken.
Later werden door de Duitse kerstboomtraditie de appelboomtakken vervangen door een spar en de appels door kerstballen in allerhande kleuren.
Wat er ook van zij, de traditie van de kerstboom heeft zo goed als zeker een Germaanse oorsprong.
In de XVIde eeuw versierde iedereen zijn straat of huis met een groene boom (dit was meestal de spar van de Vogezen, toen de enige groenblijvende boom van streek).
Dit wordt gestaafd door de edicten van Sélestat (Nederrijn).
Deze edicten stelden een kapperiode in voor kerstbomen tijdens de kerstperiode (van 9 dagen vóór tot 9 dagen na Kerstmis).
In Frankrijk was het Hélène de Mecklenbourg, echtgenote van de Duc dOrléans en van Duitse origine, die in 1837 in de Tuilerieën voor het eerst een kerstboom versierde.
Voor de invoering van de kerstboomtraditie in Groot-Brittannië en in de rest van het Europese continent zorgde Prins Albert van Saksen Coburg en Gotha.
Via zijn huwelijk halverwege de XIXde eeuw met Koningin Victoria van Engeland verspreidde hij de traditie van de kerstboom in Groot-Brittannië.
De missionarissen en de eerste Franse kolonisten zouden de kerstboom mee naar het Amerikaanse continent genomen hebben.
Vandaag de dag maakt de kerstboomtraditie overal in de wereld deel uit van de heersende gebruiken.
Deze van oorsprong christelijke traditie is uitgegroeid tot een symbool voor gelovigen en niet-gelovigen, groot en klein, arm en rijk, die samen rond deze boom de eindejaarsfeesten vieren.
Hier in België moeten we voor de kerstboomtraditie teruggaan tot in de XVIIIde eeuw.
In die tijd gingen de inwoners van de Ardennen in het bos een kleine spar zoeken waarmee ze hun huis in de kerstperiode versierden.
Met de twee Duitse invasies die ons land tijdens deze eeuw meemaakte, kreeg deze traditie steeds meer ingang.
Verschillende benamingen van land tot land
Een "kerstboom" krijgt in Londen, Düsseldorf, Amsterdam in Parijs een heel andere naam.
De Engelstaligen kozen voor de algemene term "Christmas tree", net als de Nederlandstaligen (kerstboom).
De Duitsers spreken dan weer van een "Christbaum" of "Weihnachtsbaum" (kerstboom of Kerstnachtboom).
In Frankrijk en Wallonië gebruikt men de term "sapin de Noël".
Ongetwijfeld omdat de eerste kerstbomen "abies" waren (Latijnse naam voor "spar").
Door de eeuwen heen blijkt dit een verkeerde benaming omdat de meeste Kerstbomen eigenlijk epicea zijn (Epicea Abies Karst in het Latijn).
Door de invloed van de Franse taal wordt een kerstboom in Vlaanderen ook wel een "kerstspar" genoemd.
In zuiderse landen omschrijft men de kerstboom als "de boom van de Geboorte" (Italië: Albero di Natale; Spanje: Arbol de Navidad).
Die verschillende benamingen hebben ondertussen ruimschoots ingang gevonden.
Voor de consument en de verdeler is het inderdaad makkelijker om de kerstboom met een algemene naam aan te duiden, veeleer dan de variëteit te specificeren.
Dan zouden immers heel wat namen in omloop zijn.
Bovendien is dat een stuk moeilijker voor de verkopers en vooral de gebruikers die vaak de variëteit of de naam van de boom helemaal niet kennen.
|