Bavarois van gerookte palingxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
200 g rivierpaling (gerookt) 2 dl room 1 dl melk (halfvol) 1 citroen nootmuskaat 3 blaadjes gelatine (van 3 g) 1 eetlepel zalmeitjes 1 paprika (rood) 2 tomaten 1 preiwit peper zout 1 eetlepel basilicum (fijngehakt)
De melk koken en op smaak brengen met peper, zout en nootmuskaat.
De gelatine weken in koud water, uitknijpen en bij de melk voegen.
De paling in schijfjes snijden, enkele schijfjes apart houden en de rest fijnmalen en door de melk roeren.
Ten slotte de lichtjes opgeklopte room toevoegen en volgens smaak bijkruiden, in vormpjes gieten en laten afkoelen.
De saus maken van de paprika, de tomaten, de prei, de kruiden en het basilicum.
De saus en de bavarois op het bord schikken.
Garneren met een schijfje gerookte paling en zalmeitjes.
Mignongebraad met look en oesterzwammen
Ingrediënten voor 4 personen
750 g mignongebraad 6 teentjes knoflook 3 dl room 1 takje tijm 400 g oesterzwammen 1 sjalot 10 eetlepels cognac 150 g boter (bakboter) peper zout
Met de punt van een scherp mes inkepingen maken in het gebraad.
De knoflookteentjes halveren en de groene kern verwijderen.
De gehalveerde knoflookteentjes in de inkepingen duwen.
Het gebraad dichtschroeien in de hete boter en daarna kruiden met peper en zout.
In een op 190 graden voorverwarmde oven bakken gedurende 20 minuten.
De tijm toevoegen.
De oesterzwammen schoonwrijven en ze samen met een fijngehakte sjalot aanfruiten in hete boter.
Kruiden met peper en zout.
Het vlees uit de braadslee nemen en warm houden onder aluminiumfolie.
Het braadvet afgieten en de braadbodem deglaceren met cognac, flamberen en blussen met room. Laten indikken, op smaak brengen en zeven.
Een bedje oesterzwammen op warme borden scheppen en daarop een paar plakjes vlees schikken.
Overgieten met saus.
Serveren met kroketten of aardappelgratin.
Boterwafels
Ingrediënten voor 4 personen
xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />120 g boter (roomboter) 500 g bloem (tarwebloem) 5 dl water 5 dl melk (halfvol) 40 g gist 5 g suiker 5 eieren
De eieren splitsen.
Het eiwit tot sneeuw kloppen samen met de suiker.
De gist oplossen in lauw water en samen met de losgeklopte eierdooiers bij de melk voegen.
De bloem zeven en tegelijk door de vloeistof roeren.
Alles zorgvuldig mengen.
De eiwitsneeuw voorzichtig door het deeg spatelen.
Ten slotte de boter smelten en bij het mengsel voegen.
Bakken in een heet wafelijzer.
Serveren met boter, suiker, slagroom, confituur of vruchten.
|