Simplon express saladexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
500 g prinsessenboontjes 1 ui (rood) 3 tomaten 150 g gedroogde ham 20 g walnoten 50 g salad-dressing 50 g verse kaas (mager) 2 cl dragonazijn 1 eetlepel bieslook (fijngehakt) peper zout
De boontjes kort beetgaar koken.
De ui pellen en in zeer fijne reepjes snijden.
De ham in julienne snijden.
De tomaten pellen, ontpitten en in partjes snijden.
De afgekoelde boontjes op borden verdelen en de hamreepjes er bovenop leggen.
De reepjes ui en de partjes tomaat eromheen schikken.
Elk bord versieren met enkele halve walnoten.
Een sausje bereiden met salad-dressing, magere verse kaas, dragonazijn, peper, zout en vers gehakt bieslook.
De saus apart serveren bij het slaatje.
Varkensmedaillons in wijnsaus
Ingrediënten voor 4 personen
600 g varkenshaasje 12 sneetjes spek (gerookt) 2 dl wijn (wit/droog) 1 dl room 1 dl melk (halfvol) 1 theelepel maïszetmeel 250 g champignons 40 g boter (bakboter) 1 takje tijm peper zout 2 tomaten 1 bakje tuinkers 1 eetlepel peterselie (fijngehakt)
Het varkenshaasje in medaillons verdelen, het vlees omwikkelen met het gerookt spek en vastbinden met keukengaren.
Een paar uur laten marineren in de wijn.
Het vlees uit de marinade halen en afdrogen met wat huishoudpapier.
Het vlees afbakken in hete boter, kruiden met peper en zout en wat tijm.
Verder laten garen.
Ondertussen de champignons stoven in een beetje boter.
Het vlees uit de pan halen en bij de braadjus de wijn (van de marinade), de room en het maïszetmeel dat in de melk werd losgeklopt voegen.
Een weinig saus op de voorverwarmde borden lepelen en de medaillons op de saus leggen.
Afwerken met wat sla, een schijfje tomaat en een eetlepel gestoofde champignons.
Bestrooien met fijngehakte peterselie.
Mattentaart
Ingrediënten voor 4 personen
50 dl melk (vol) 450 g suiker 11 eieren 600 g bladerdeeg 10 g boter (bakboter) 25 dl karnemelk
Breng de melk aan de kook en voeg er de koude karnemelk bij.
Giet de gestremde melk in een neteldoek en bind de massa op.
Laat een nacht uitlekken en drogen.
Zo bekomt u een bol matten.
Pureer de droge matten in een roerzeef.
Meng de matten met de suiker en 10 eierdooiers tot een homogeen geheel.
Klop het eiwit tot sneeuw en spatel onder de matten.
Vet de taartvorm in met boter en bedek de bodem met een vel bladerdeeg van ongeveer 3 mm dikte.
Druk flink aan en doorprik met een vork.
Schep de matten op het bladerdeeg, bestrijk de randen met 1 losgeklopt ei en dek af met een tweede vel bladerdeeg.
Druk de randen stevig aan.
Knip met een schaar kerfjes in het deksel van de taart en bestrijk met de rest van het losgeklopte ei.
Laat de taart 1 uur rusten en bak ze dan goudbruin in 75 minuten op 250°C.
|