Witloofmosselsoep met kerrie en zeekraalxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ingrediënten voor 4 personen
3 stronkjes witloof 50 g boter (bakboter) 2 kg mosselen 1 dl wijn (wit/droog) peper 0.5 theelepel kerriepoeder 15 dl visfumet 150 g zeekraal 1 dl room
Het witloof schoonmaken, de bittere kern verwijderen en fijnhakken.
Op een zacht vuur gedurende 5 minuten stoven in boter, onder af en toe roeren.
Ondertussen de mosselen grondig reinigen en eventuele open of gebarsten schelpen verwijderen.
De mosselen bij het witloof doen, de witte wijn erop gieten en kruiden met peper en een beetje kerriepoeder.
Het deksel op de pan zetten en 10 minuten laten koken op een vrij hoog vuur.
Af en toe opschudden.
De mosselen eruit scheppen en de schelpen verwijderen.
Het vocht dat hierbij vrijkomt, bewaren.
De visfumet bij het witloof voegen, weer aan de kook brengen en pureren met de mixer.
De zeekraal wassen en samen met de room aan de soep toevoegen.
Nog een tweetal minuten laten koken, de mosselen en het mosselvocht bijvoegen en nog even laten doorwarmen.
Meteen opdienen.
Roodbaars in waterkerssaus
Ingrediënten voor 4 personen
800 g roodbaarsfilet 2 bakjes waterkers 2 dl wijn (wit/droog) 2 dl room 1 sjalot 4 stengels bleekselderij 1 dl visfumet 5 cl jenever 15 g boter (bakboter) peper zout
De waterkers koken in gezouten water, afgieten, spoelen met koud water, fijnmalen, zeven, en koel bewaren.
De gehakte sjalot en selderij uitzweten in boter, de witte wijn en het glaasje jenever bijvoegen en laten inkoken.
De visfumet en de room toevoegen.
De vis spoelen en droogdeppen, kruiden en gaarstomen.
Op verwarmde borden leggen.
De witte wijnsaus verder afwerken met de waterkers en over de vis gieten.
Millefeuille
Ingrediënten voor 4 personen
250 g bladerdeeg 1.5 dl room 20 g poedersuiker 5 dl melk (halfvol) 120 g suiker 0.5 stokje vanille 6 eierdooiers 2 theelepels maïszetmeel
Bereid de banketbakkersroom: kook de melk samen met de helft van de suiker en het vanillestokje.
Meng in een andere kom de eierdooiers, de andere helft van de suiker en het maïszetmeel. Giet dit laatste mengsel op de kokende melk en laat even opkoken.
Klop de room op.
Meng de banketbakkersroom met de opgeklopte room.
Bouw de millefeuille op in vier lagen bladerdeeg en drie lagen crème.
Bestrooi de taart met poedersuiker en karameliseer deze met een gloei-ijzer of de stang waarmee u crème brûlé maakt.
|