Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    20-03-2010
    nieuwsgierig héWas het zo of niet ?
    Was het zo of niet?
    - Een sterk verhaal uit Lapland over het begin van de lente -
    Op een avond zaten we allemaal rondom het open haardvuur en vertelde een Lap een verhaal, waarvan ik maar in het midden zal laten of het waar was of niet, echt beleefd of een sprookje. Hij zei, dat het hem zelf overkomen was en dus echt waar. Als je niets anders te doen hebt, lees dan zijn verhaal en bekijk dan zelf maar wat je er van vindt.

    De hele geschiedenis zou nooit ontstaan zijn als het voorjaar in de noordelijke landen niet zo lang uitgebleven was. Het bleef maar stormen en sneeuwen. De Lap dacht, dat er in de hemel iets mis was gegaan en dat het een goed idee zou zijn zelf maar eens te gaan kijken hoe dat nu zat. Maar hoe moest hij er komen? De hemel is ontzaglijk hoog en ver!

    De Lap, die lang niet dom was, kreeg een idee. Hij pakte een bijl en een schaaf en ging naar het bos. Hij hakte een enorm hoge den om en schaafde de stam in spaanders. Nu lag er een berg spaanders, die hoog boven het bos uitstak. Hij legde er een natte rietmat overheen en ging er bovenop zitten. Toen stak hij de spaanders aan. Het vuur laaide flink op, de rietmat droogde op en een dichte wasem ging omhoog. In die wasem werd de Lap omhooggetild.

    Al buitelend steeg hij op tot in de wolken. Hij greep zich vast aan de rand van een wolk en stapte er bovenop. Nieuwsgierig keek hij in het rond. Er was niet veel te zien. Alles was leeg en wit, geen sterveling te zien, rondom niets dan wolken, wit en zacht als sneeuw.

    Opeens zag hij in de verte een wolk, die hoger was dan de andere en de vorm had van een iglo. "Aha," dacht de Lap verheugd, "er woont hier in de hemel dus toch iemand!" Hij haastte zich naar het wolkenhuis. Hij ging naar binnen en wat zag hij daar? De Donder zelf, aan handen en voeten gebonden.

    "Goed dat je gekomen bent, mens," sprak de Donder. "Maak me gauw los!"

    "Als ik je losmaak, begin je te donderen," antwoordde de Lap. "Ik ben erg bang voor onweer. Het lijkt me maar het allerbeste, dat degene die je vastgebonden heeft, je ook weer losmaakt."

    "Doe toch niet zo dom," sprak de Donder geërgerd. "Ik ben gebonden door de Vorst. Hoe moet die mij losmaken? Zolang ik niet kan donderen, blijft de Vorst heersen op aarde en kan in de toendra het voorjaar niet beginnen."

    "O, zit het zo?" dacht de Lap. "Tja, dan moet ik hem wel losmaken."

    Hij maakte de handen van de Donder los. Meteen begon deze met zijn armen te zwaaien en het begon zo hard te donderen, dat de Lap snel opzij sprong. Het was maar goed, dat de wolken zo zacht waren. Hij deed zich bij het vallen geen pijn.

    "Hé, kom hier!" riep de Donder. "Je moet mijn voeten nog losmaken."

    Wat te doen? De Lap was begonnen en moest nu ook doorzetten. Met een van angst vertrokken gezicht maakte hij ook de voeten van de Donder los.

    O, o, wat begon het nu verschrikkelijk te onweren. De Donder stampte flink met zijn voeten en de donderslagen waren niet van de lucht. Met zijn handen slingerde hij bliksemstralen naar de aarde.

    De Lap wist niet hoe hij het had. Hij trilde en beefde van angst en wist maar één ding zeker: "Hier moet ik zo gauw mogelijk weg!"

    Maar de aarde was te diep om zomaar naar beneden te springen. Net ging een bliksemstraal vlak langs zijn gezicht. De Lap pakte de bliksem beet en suisde naar beneden. In tijd van ja en nee was hij geland, midden in een moeras. Hij zakte er tot zijn schouders in. Hij probeerde zich omhoog te werken, maar dat lukte niet. Hij zakte zelfs nog wat dieper.

    Rondom hem was het nu voorjaar. Struiken stonden in bloei en de vogels waren druk doende nesten te bouwen... Een zwanenechtpaar vloog over het moeras. Het vrouwtje ontdekte, dat er iets uitstak, een boomstomp of een heuveltje of zo. In ieder geval een goede plaats voor een nest. Zij vlocht haar nest bovenop het hoofd van de Lap, die alles geduldig onderging. Nu hij toch vast zat in het moeras, was het misschien wel zo goed iets op het hoofd te hebben. Dan zou hij tenminste geen zonnesteek oplopen. En bij regen bleef hij tenminste van boven droog.

    Het zwanenwijfje legde drie eieren en ging zitten broeden. Op zeker moment moest zij even weg en liet het nest onbewaakt. Een wolf, die al lang op het nest loerde, zag zijn kans schoon en sloop naderbij. Hij smikkelde de drie eieren schoon op, maar hij had nog meer honger. Zoekend trok hij met zijn grote poten het nest uit elkaar. Zijn scherpe klauwen krasten op het hoofd van de Lap. Deze had grote moeite het niet uit te schreeuwen van pijn, maar hij beheerste zich.

    Eindelijk keerde de wolf zich om en wilde verdwijnen. De Lap wachtte het juiste moment af en zette zijn tanden in de staart van de wolf. Met alle kracht beet hij zich vast. De wolf schrok vreselijk. Met een reusachtige sprong ging hij er vandoor, waarbij hij de Lap uit het moeras trok. Nog drie geweldige sprongen en de Lap was op het droge. Daar liet hij de staart van de wolf los. Het dier wilde niet eens weten wat hem gebeten had en verdween ijlings in het bos. De Lap evenwel liep naar huis.

    Meer dan eens vertelde de Lap bij het haardvuur wat hem was overkomen. Sommigen geloofden hem, anderen niet. De één zei - het is een sprookje, een andere weer - een bedenksel. Maar de Lap hield voet bij stuk: "Het is de zuivere waarheid! Zo'n verhaal kan toch niemand bedenken?"


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "De veer van de kraanvogel. Sprookjes uit het hoge noorden van Rusland en Siberië"
               voor kinderen naverteld door N. Gesse en S. Sadunaiskaja.
               Omniboek, Den Haag, 1978. ISBN: 90-620-70-52-3

    20-03-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (1)
    04-03-2010
    nieuwsgierig héDe druif
    De druif
    - Een volksverhaal uit Afghanistan -
    Men vertelt dat er eens in Herat een machtige sjah woonde. Hij was de heerser van Chorazan en had maar één zoon, mooi als de dag en moedig als een leeuw. Zijn zoon heette prins Badan. Alles wat hij deed lukte hem. Maar het meeste succes had hij met boogschieten. Zo'n goede schutter had Chorazan nog nooit gekend en zou het ook nooit meer krijgen.

    Op een dag was de sjah met zijn onderdanen en zijn zoon aan het wandelen in de tuin. Toen gebeurde er iets vreemds. Nauwelijks had de sjah een voet op het gras gezet, of er vloog een adelaar voor zijn voeten en om de hals van de adelaar kronkelde een giftige slang. De sjah kreeg medelijden met de adelaar en riep: "Wie durft hem te bevrijden?" Prins Badan pakte zijn pijl en boog en zei: "Ik vader, als u het mij toestaat!"

    Hij spande zijn boog en schoot een pijl af; precies zo, dat hij de slang in zijn kop raakte. De dode slang viel op de grond, de adelaar spreidde zijn vleugels en met een dankbare krijs verdween hij in de wolken.

    Vele jaren later toen de sjah met zijn zoon en zijn onderdanen in de tuin wandelde, gebeurde er weer iets vreemds. Nauwelijks had hij een voet op het gras gezet, of boven hun hoofd krijste een grote adelaar die voor de voeten van de sjah een paar zaadjes liet vallen. Toen verdween hij weer in de wolken.

    De machtige sjah keek verbaasd op en zei: "Dat was zeker dezelfde adelaar, die we jaren geleden gered hebben. Vandaag bracht hij ons een geschenk. Laat de zaadjes uitzaaien!"

    De tuinier van de sjah zaaide de zaadjes op een daarvoor bestemde plek. Na enige tijd was er een onbekende struik uit gegroeid en deze struik werd steeds groter en voller, tot hij helemaal bedekt was met grote zware trossen druiven. De druiven waren rijp geworden door de zon en barstten uit elkaar. Uit de opengebarsten druiven liep sap. Toen men het sap in een beker opving en in de schaduw zette, ging het gisten, daarna werd het helder en tenslotte glinsterde het als goud. Maar wat het voor vocht was, dat wist niemand, ook de knappe ministers van de sjah wisten het niet.

    Ze konden de sjah alleen de raad geven om het sap te laten drinken door iemand die ter dood veroordeeld was.

    De man die ter dood veroordeeld was dronk de eerste beker en trok een zuur gezicht. De ter dood veroordeelde man dronk een tweede beker en begon te lachen.. De man dronk een derde beker en hij begon vrolijk te zingen, alsof hij vergeten was, dat hij ter dood veroordeeld was.

    De machtige sjah zag dat het niet giftig was. Hij liet de man vrij en proefde zelf van de wonderlijke drank. Zo kwamen de wijnranken op de wereld. En zo heeft de adelaar er voor gezorgd, dat de mensen zoete druiven eten en zure wijn drinken.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "De betoverde tuin" door Marie Mrstikova.
               Nederlandse vertaling van Els Nuijen.
               Uitgeversmaatschappij Holland, Haarlem, 1978. ISBN: 90-251-0297-2

    04-03-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (6)
    27-02-2010
    nieuwsgierig héDe zeemeermin van Schweinfurt
    De zeemeermin van Schweinfurt
    - Een Beiers ridderverhaal over een nieuwsgierige zeemeermin -
    Dit verhaal gaat over de rondreizende ridders, die van kasteel naar kasteel, van stad naar stad trokken, en zich door hun dapperheid en bekwaamheid de gunsten veroverden van de edelvrouwen, die zij zich vóór het steekspel hadden uitgekozen.

    Ook in Schweinfurt namen de ridders het in het strijdperk tegen elkaar op, misschien wel op dezelfde plaats, die nu nog de naam: 'het grote strijdperk' draagt.

    Eens moet daar namelijk een beroemd steekspel hebben plaatsgevonden, waarvoor de ridders van heinde en ver kwamen. Velen lieten al voor de opening van het toernooi door de herauten omroepen, waarvoor ze wilden strijden. Sommigen hadden het zakdoekje van hun dame om de arm gebonden, anderen aan de helmpluim de handschoen van hun uitverkorene, er waren er, die een rivaal een nederlaag betaald wilden zetten of hun vaardigheid wilden bewijzen in de omgang met zwaard of lans. Zo had iedereen wel een reden, alleen de onbekende ridder die vlak voor de opening het plein opreed, had nog geen doel om voor te strijden.

    Dus reed hij voor het begin van de strijd het veld rond, om onder de aanwezige dames een schone vrouwe te kiezen, wiens kleuren hij wilde verdedigen. Hij behoefde niet lang te zoeken. Een beeldschoon meisje, met ogen, onpeilbaar als de diepte van de zee, viel hem dadelijk op. Hij sprong van zijn paard, maakte een diepe buiging en vroeg haar, voor haar groene kleur te mogen strijden. Het meisje knikte zonder woorden en wierp de ridder haar sluier toe, licht als een veertje en groen als zeegras. Het meisje was zo mooi als een sprookjesprinses, en toen de ridder naar het strijdperk reed, was hij zeker van de overwinning.

    Het trompetsignaal was nog niet verklonken, of de onbekende reed fier en zonder dralen het strijdperk binnen. Onfeilbaar trof zijn zwaard elk schild of helm van zijn tegenstander. Hij was de beste van allemaal en werd tot overwinnaar uitgeroepen.

    Het was de gewoonte, dat de overwinnaar door zijn edelvrouwe met de erekrans werd onderscheiden. Onze ridder nam de helm van zijn hoofd en reed naar de tribune, waar zijn uitverkorene al op hem wachtte.

    Ook het meisje was verheugd en lachte de ridder toe. En daarbij bemerkte de ridder tot zijn grote schrik en verwondering, dat het meisje niet alleen een groen gewaad, groene ogen en een groene sluier had, zij had ook groene tanden!

    Door zijn zichtbare ontsteltenis scheen het meisje zich plotseling weer van haar uiterlijk bewust te worden. Bliksemsnel veranderde ze in een meermin, baande zich een weg door de mensenmenigte, die angstig achteruitweek, terug naar de nabijgelegen Main. Ze dook de rivier in en was het volgende ogenblik door de golven meegevoerd.

    Nog vele weken was deze gebeurtenis het gesprek van de dag in Schweinfurt, maar langzamerhand raakte het in de vergetelheid.

    Onze ridder kon het meisje echter niet vergeten. Hij besloot, wapenuitrusting en sporen af te leggen, het klooster in te gaan, afstand te doen van de wereld en haar de rug toe te keren. Hij leefde hier als kluizenaar en bleef in gedachten de meermin van Schweinfurt trouw.

    De arme man kon immers niet weten dat de zeemeermin, door louter nieuwsgierigheid gedreven, het toernooi had bezocht. En nieuwsgierigheid, zo zegt men, is een echt vrouwelijke eigenschap, maar ik geloof, dat sommige mannen er ook raad mee weten!


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Sagen van Europese steden"
               verteld door Vladimír Hulpach.
               Holland, Haarlem, 1980. ISBN: 90-251-0412-6

    27-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (9)
    17-02-2010
    nieuwsgierig héDrie gouden rozen
    Drie gouden rozen
    - Een volksverhaal uit Slowakije -
    In het zuidoosten van Slowakije, daar waar de laatste berghellingen van het Slowaakse ertsgebergte langzaam wegzinken in het Sajodal bij de rivier de Slana, leefden in vroeger tijden maar weinig mensen. Ze woonden in schamele herdershutten, die her en der verspreid in de bergen lagen en verdienden de kost met het hoeden van de schaapskudden, die hier in groten getale voorkwamen. Het was hier voor de dieren een waar paradijs - welig en sappig gras van het vroege voorjaar tot de winter.

    Het herdersleven was niet bijzonder zwaar; de enige taak van de herdersjongens bestond eruit, de schapen 's morgens vroeg naar de weiden te brengen en 's avonds weer terug naar de schaapskooi. Verder konden ze de hele dag luieren en lekker in het gras naar de blauwe lucht liggen kijken.

    Maar Janko was anders. Plichtsgetrouw hoedde hij elke dag de hem toevertrouwde schapen, tot op een ochtend - het was juist aan het begin van de zomer - er een vreemde gebeurtenis plaatsvond: alle dieren verdwenen letterlijk voor zijn ogen.

    Weliswaar stond het gras er ongewoon hoog bij, zodat een schaap er gemakkelijk in kon verdwalen, maar een hele kudde tegelijk? Janko liep naar de rivier, beklom alle bergen, keek naar alle kanten en riep zo hard hij maar kon, maar geen belletje, geen geblaat was er te horen en van de schapen was geen spoor te bekennen. Het leek erop, alsof ze van de aardbodem verdwenen waren.

    Het liep al tegen de middag, toen de vermoeide jongen bij een bergweide kwam. Zijn voeten konden hem nauwelijks meer dragen, het zweet gutste van zijn voorhoofd en omdat hij toch niet meer wist, waar hij verder nog zoeken moest, ging hij uitgeput in het gras liggen om te rusten.

    Het gras rook zo heerlijk, de vlinders fladderden over hem heen, de bijen zoemden en de zon brandde en brandde...

    Geen wonder dus, dat zijn ogen langzaam dichtvielen. En in zijn slaap beleefde hij een wonderlijke droom: een goudgelokte nimf in een ragfijn wit en golvend gewaad kwam naar hem toe en boog zich over hem heen. Toen haar mond zich opende om te spreken leek het hem of duizenden herdersfluiten begonnen te spelen.

    "Ik was het, die je naar deze bergweide voerde, Janko," sprak ze in zijn droom. "Wees niet bang, je schapen zijn al lang in hun kooi. Kijk hier liever maar eens goed rond..."

    Toen zag de herdersjongen tot zijn verbazing, dat er drie prachtige rozen naast hem begonnen te groeien. Geen gewone rode, gele of witte rozen waren het, maar gouden, en zo fel schitterden ze in de middagzon, dat hij zijn ogen ervoor moest sluiten.

    "Ja, ze zijn van puur goud," hoorde hij de waternimf zeggen. "Ik schenk ze jou en alle herdersjongens uit de verre omtrek, en de rozen zullen jullie geluk en voorspoed brengen. Vergeet niet, waar ze groeien..."

    Toen verdween de nimf en op hetzelfde ogenblik opende Janko zijn ogen. Nog helemaal slaperig keek hij om zich heen, maar noch van de rozen, noch van de nimf was er een spoor te bekennen.

    "Ach wat, het was maar een droom," zei Janko bij zichzelf en hij glimlachte een beetje treurig voor zich uit. Toch deed hij geen verdere pogingen om zijn schapen te gaan zoeken. Het leek wel, of de nimf hem toeriep dat hij naar huis moest gaan.

    Al van verre zag hij, dat zij de waarheid had gesproken. Alle schapen waren in de kooi en begroetten hem met luid geblaat. Bij het tellen ontbrak er niet één.

    Die avond kon Janko niet in slaap komen. Hij kon die vreemde droom niet kwijtraken, steeds weer zag hij voor zijn ogen de gouden rozen. De volgende dag ging hij naar een oude herder, die in de hele streek om zijn wijsheid werd geëerd. Hij vertelde hem het hele verhaal van het begin tot het einde.

    De oude luisterde belangstellend, dacht lang na en zei tenslotte: "Mijn zoon, je bent niet de enige die door de goede fee is geholpen. Het is al vaker gebeurd dat de schapen van andere herdersjongens zijn verdwenen en ook bij hen kwam de fee in een droom vertellen waar ze de dieren weer terug konden vinden. En wat die gouden rozen op de bergweide betreft, het zou kunnen betekenen dat we het goud onder de grond moeten zoeken..."

    De raad van de oude herder werd opgevolgd. Alle schapenhoeders uit de omgeving werden door Janko naar de bergweide geroepen, en nauwelijks waren ze met graven begonnen, of ze stootten op goudstukken zo groot als een vuist.

    Janko en zijn vrienden werden welvarend. En aangezien het nieuwtje zich als een lopend vuurtje verspreidde kwamen er steeds meer mensen, zodat er binnen korte tijd een dorp en later zelfs een stad ontstond, die weliswaar nooit de omvang van een grote stad bereikte, maar die vanwege haar beroemde bouwstijl en haar rijkdom andere en grotere steden overtrof.

    Velen kwamen zich hier vestigen en de ijverigsten werden ook de rijksten, want de goudader bood iedereen, die maar diep genoeg wilde graven, de gelegenheid om veel geld te verdienen.

    Deze stad werd genoemd naar de drie rozen, die ook nu nog in het stadswapen van Rožnava zijn terug te vinden.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Sagen van Europese steden"
               verteld door Vladimír Hulpach.
               Holland, Haarlem, 1980. ISBN: 90-251-0412-6

    17-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (11)
    10-02-2010
    nieuwsgierig héDe brief in het nachtkastje
    De brief in het nachtkastje
    - Een verhaal van Marinus van den Berg -
    In een Engels ziekenhuis stierf onlangs een oude vrouw op de geriatrische afdeling. Toen de zuster die haar in de laatste levensfase had verzorgd, het kastje naast het bed opruimde, vond ze daarin geen voorwerpen van enige waarde. Maar wel lag er een vel papier in, dat de oude vrouw met moeizaam gevormde lettertjes had volgeschreven. Er stond:

    "Wat zie je zuster? Wat zie je? Een kribbige oude vrouw, niet meer bij de tijd. Een beetje onzeker, met starende ogen. Een oude vrouw, die met haar eten knoeit en die geen antwoord geeft, als je met een hard stemmetje tegen haar zegt "Ik wou dat je het nou maar eens probeerde." Een oude vrouw die schijnbaar niets merkt van de dingen die jij doet. Die steeds weer iets kwijt is, een kous of een schoen. Die zonder tegenstribbelen laat doen wat jij wilt. Die met wassen en eten de lange dagen laat vullen. Denk je dat? Zie je dat?

    Doe dan je ogen eens open, zuster. Je kijkt niet eens naar me. Ik zal je zeggen wie ik ben, als ik hier zo zit. Als ik plas op jouw bevel en eet, wanneer jij het wilt.

    Ik ben een jong meisje van tien, met een vader en een moeder, met broers en zusters die van elkaar houden.

    Een bruid van twintig ben ik en mijn hart springt op als ik denk aan de belofte die ik deed.

    Vijfentwintig ben ik, en ik heb zelf kinderen die me nodig hebben om een veilig, gelukkig huis te bouwen.

    Een vrouw van dertig ben ik en de kleintjes worden snel groot, verbonden door banden die zullen blijven.

    Veertig ben ik. Mijn zoontjes zijn volwassen geworden en uitgevlogen. Maar mijn man is bij me om te zorgen dat ik niet treur.

    Vijftig ben ik - en weer spelen er kinderen op mijn schoot.

    Dan komen de donkere dagen. Mijn man is dood. Ik kijk naar de toekomst en ik huiver van angst. Want mijn kinderen hebben nu zelf een gezin. Ik denk aan de jaren van liefde die ik kende.

    Nu ben ik een oude vrouw.

    De tijd is wreed. Het is een grap van de tijd, ouderen er als dwazen te laten uitzien.

    Mijn lichaam is vervallen, gratie en kracht zijn verdwenen.

    En er zit nu een steen op de plaats waar ik ooit een hart had.

    Maar... binnen in dat oude karkas woont toch nog dat jonge meisje.

    Soms klopt mijn oude hart wat sneller.

    Ik herinner me de vreugde en de pijn.

    Ik heb weer lief. Ik leef mijn leven opnieuw.

    Ik denk aan de jaren die voorbij zijn, te snel vervlogen, en ik accepteer de harde waarheid dat niets kan duren.

    Doe je ogen open, zuster, en kijk.

    Niet naar die kribbige oude vrouw.

    Kijk eens goed, zuster.

    Kijk eens naar... mij."


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Verhalen en sprookjes op de grens van leven en dood"
               samengesteld door Bert Voorhoeve.
               Christofoor, Zeist, 1999. ISBN: 90-6238-637-7

    10-02-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (13)
    31-01-2010
    nieuwsgierig héWaarom de sneeuw het sneeuwklokje geen kwaad doet
    Waarom de sneeuw het sneeuwklokje
    geen kwaad doet

    - Een kort verhaal over hoe de sneeuw aan zijn kleur komt -
    Alles had een kleur, behalve de sneeuw. De aarde was bruin, het gras groen, de rozen rood, de hemel blauw en de zon was van goud. Alleen voor de sneeuw bleef er geen kleur over. De arme sneeuw besloot om aan één van de anderen een beetje kleur te vragen.

    Eerst ging hij naar de aarde: "Aarde, mag ik een beetje van jouw bruine kleur?" Maar de aarde sliep en antwoordde niet.

    Daarna ging de sneeuw naar het gras en vroeg: "Gras, mag ik een beetje van jouw groene kleur?" Maar het gras was gierig en deed alsof het niets gehoord had.

    Toen ging de sneeuw naar de roos en smeekte: "Roosje, alsjeblieft, geef mij een beetje van jouw rode kleur." Maar de roos was erg verwaand en draaide zijn hoofd af.

    De sneeuw probeerde het bij de hemel en riep: "Hemel, mag ik een beetje van jouw blauwe kleur?" Maar de hemel was veel te ver weg en hoorde de sneeuw niet.

    En zo moest de sneeuw weer verder en vroeg aan de zon: "Zonnetje, mag ik een beetje van jouw gouden kleur?" Maar de zon had het veel te druk met schijnen en had geen tijd om te antwoorden.

    En tenslotte vroeg hij aan een klein wit bloempje aan de rand van het bos: "Wit bloempje, mag ik een beetje van jouw mooie kleur?"

    En het lieve bloempje antwoordde: "Natuurlijk sneeuw, neem zoveel als je wilt!"

    Zo nam de sneeuw een beetje van de witte kleur van de bloem en vanaf dat ogenblik was de sneeuw wit.

    Daarom werd het tere bloempje aan de rand van het bos sneeuwklokje genoemd en het is het enige bloempje, dat van de sneeuw geen last heeft.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "De betoverde tuin" door Marie Mrstikova.
               Nederlandse vertaling van Els Nuijen.
               Uitgeversmaatschappij Holland, Haarlem, 1978. ISBN: 90-251-0297-2

    31-01-2010 om 01:16 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (5)
    30-01-2010
    nieuwsgierig héDe oneerlijke vriend
    De oneerlijke vriend
    - Een boeddhistisch verhaal over door de mand vallen -
    Er was eens een man die op reis ging en hij vroeg een vriend om voor zijn ploeg te zorgen tot hij weer terug zou keren. De vriend beloofde hem er heel goed zorg voor te dragen. Maar nauwelijks was de man weg of hij verkocht de ploeg en stak de opbrengst in zijn eigen zak. Was dat geen gemene streek een vriend zo te behandelen?

    De man kwam terug en vroeg zijn vriend om de ploeg.

    "O, het spijt me heel erg," antwoordde de vriend; "mijn huis wemelt van de ratten en op een nacht kwam er een hele grote rat en at hem op."

    "Ach, nou ja," zei de man, "men moet zich in het onvermijdelijke schikken! Het moet wel een erg grote rat geweest zijn."

    "Dat was zij ook," zei de ander, "erg groot." Je moet niet denken, dat deze man precies zo dwaas was als hij leek. Je zult spoedig zien, waarom hij geen drukte maakte over zijn ploeg.

    De volgende dag nam hij de zoon van zijn vriend mee uit wandelen. Toen zij een stuk gelopen hadden, bracht hij de jongen naar het huis van een andere vriend en vertelde deze vriend, dat hij goed op de jongen moest passen, maar dat hij hem niet het huis uit moest laten gaan, totdat hij terugkwam.

    Toen rende hij terug naar de vader van de jongen.

    "Waar is mijn jongen?" vroeg de vader.

    "Je jongen? O, ik weet het weer - een havik kwam naar beneden gedoken en nam hem mee."

    "O, jij leugenaar! O, jij moordenaar!" zei de vriend. "Kom voor de rechter en dan zullen we zien."

    "Zoals je wilt," zei de man.

    Dus gingen zij naar de rechtbank.

    "Wat is uw klacht?" vroeg de rechter.

    "Heer, deze man nam mijn zoon met zich mee op een wandeling en kwam alleen terug en nu zegt hij, dat een havik er met hem vandoor ging. Hij moet de jongen vermoord hebben! Recht, heer, recht!"

    "Wat heeft dit te betekenen?" vroeg de rechter streng. "Kom, man, zeg de waarheid."

    "Het is de waarheid, heer," zei de man; "hij ging mee wandelen met me en werd weggevoerd door een havik."

    "Onzin!'' sprak de rechter. ''Wie heeft er nu ooit gehoord van een havik die er met een jongen vandoor gaat?"

    "En wie heeft er ooit gehoord, heer, van een rat die een ploeg opeet?"

    "Wat bedoel je?" vroeg de rechter.

    De man vertelde zijn verhaal. Toen zag de rechter, dat de man die klaagde zijn vriend bedrogen had en begreep hij wat de reden was van deze kleine list. Dus zei hij tegen de man die zijn zoon kwijt was: "Als je de ploeg vindt die je toevertrouwd was, kan je zoon misschien ook gevonden worden."

    De man was erg boos, dat hij door de mand gevallen was, maar, of hij nu wilde of niet, hij moest de ploeg teruggeven. Daarna werd zijn zoon veilig bij hem teruggebracht. En hij begon te begrijpen, dat eerlijk het langst duurt.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Boeddhistische sprookjes uit de jataka, afkomstig uit het oude India" uit het Pali vertaald en
               bewerkt door W.H.D. Rouse
               Vertaald door Chris Mouwen © 1980. Uitgeverij Sirius en Siderius, Den Haag, 1981.
               ISBN: 90-6441-019-4

    30-01-2010 om 03:56 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (10)
    27-01-2010
    nieuwsgierig héDe helft van de beloning
    De helft van de beloning
    - Een Tibetaans volksverhaal over stokslagen delen met de paleiswacht -
    In Tibet leefde eens een koning, die dolgraag vis at. Bij elk van zijn maaltijden moest minstens één visgerecht zijn en zonder vis at hij geen rijst. In een bepaald jaar bleef de regen in Tibet uit, een enorme droogte teisterde het land. De rivieren vielen droog en zo verdwenen ook langzamerhand de vissen. Ze vielen allemaal ten offer aan deze verschrikkelijke droogte.

    De koning werd steeds mismoediger en niets smaakte hem meer. In het hele land werd bekendgemaakt dat hem, die vis naar het paleis kon brengen, een rijke beloning zou wachten.

    Van heel ver kwam er tenslotte een boer, die een grote vis gevangen had die hij de koning wilde aanbieden. De paleiswacht stond met een grote speer voor de poort. "Halt, wie is daar? Waar wil je heen?"

    "Ik ben een boer en wil naar de koning."

    "Wat moet je daar?"

    "Ik heb een geschenk voor de koning in mijn tas, een grote vis."

    De wachtpost, die een hebberige knaap was, dacht aan de grote beloning en zei: "Goed boer, laat die vis maar hier. Ik geef hem wel voor je af."

    "Nee, nee, dat doe ik liever zelf; ik heb een lange reis achter de rug en wil niet zo maar bij de deur afgescheept worden,"

    "Wil je die vis ook niet verkopen? Ik geef je er een goede prijs voor!"

    "Nee, nee, ik verkoop hem aan niemand. Ik wil deze vis persoonlijk aan de koning als geschenk overhandigen."

    De wachtpost bemerkte wel dat de boer niet over te halen was en daarom probeerde hij het met dreigementen: "Boertje, ik laat je niet door, tenzij je me de helft van de beloning geeft, die je van de koning krijgt."

    De boer dacht hier even over na en zei toen: "Nou goed dan, je kunt de helft krijgen!"

    "Zweer het hier en nu," zei de wachtpost wantrouwig, "zodat je me niet kunt bedriegen!"

    "Ik zweer het," zei de boer op ferme en besliste toon.

    De wachtpost grijnsde over zijn hele gezicht en liet de boer doorlopen naar het paleis.

    De boer maakte een lichte buiging en zei: "Als ik van de koning de beloning ontvang, moet ik wel weten met wie ik deze zal delen. Hoe heet je, waarde vriend?"

    "Iedereen kent mij," zei de wachtpost, "men noemt mij de Eenogige Brombeer."

    De koning was buiten zichzelf van vreugde toen hij de vis zag en vroeg de boer direct wat hij zich als beloning wenste.

    "Ik zou graag duizend stokslagen hebben!" zei de boer. "Dat meen je toch niet?" antwoordde de koning, en begon hartelijk te lachen. De boer vertrok echter geen spier en volhardde bij zijn zonderlinge wens. De koning dacht dat de boer niet goed wijs was en beval zijn mensen hem maar heel zachte klappen te geven.

    De boer werd op de grond neergelegd en de hovelingen telden de stokslagen op zijn achterwerk; ze sloegen echter heel zachtjes, zodat hij er nauwelijks iets van voelde. Bij de vijfhonderdste klap sprong de boer op en riep: "Genoeg, ik heb mijn deel gekregen!"

    Nu hielden ze hem allemaal voor een dwaas en de koning vroeg onder gelach van de hovelingen: "Wie moet dan het andere deel krijgen?"

    "De Eenogige Brombeer," antwoordde de boer en vertelde de koning en zijn personeel wat er zich bij zijn aankomst bij de poort had afgespeeld.

    En met een ernstig gezicht voegde hij eraan toe: "Ik heb hem gezworen dat hij de andere helft van de beloning zou krijgen; betaal deze dus in mijn bijzijn uit!" Bij dit verhaal was de koning het lachen vergaan, hij was rood geworden van woede en beval de Eenogige Brombeer direct bij hem te brengen.

    Voor de poort had de Eenogige Brombeer intussen vrolijk heen en weer gelopen en had bij zichzelf overlegd wat hij met zijn deel van de beloning zou gaan doen. Hij wreef zich steeds maar in de handen als hij aan de domme boer dacht. Toen men hem had laten roepen, ging hij stralend van blijdschap voor de koning staan. Maar wat was dat? De koning keek hem somber en boos aan en beval de hovelingen hem vast te binden en hem vijfhonderd harde slagen met een stevige stok te geven.

    Toen hij verbaasd en geschrokken naar de oorzaak van het koninklijke strafgericht wilde vragen, snauwde de koning hem toe: "Je hebt om de helft van de beloning van de boer gevraagd, die zul je nu ook krijgen, precies de helft!" De Eenogige Brombeer kronkelde al spoedig van de pijn, maar er werden hem precies vijfhonderd stokslagen op zijn achterwerk toegediend.

    Toen hij de beloning ontvangen had, zei de koning tegen hem: "Zo, en nu bedank je de boer hier voor jouw helft, die hij voor je heeft overgelaten."

    De Eenogige Brombeer moest voor de slagen bedanken en hield onder het gelach van het hele hof jammerend zijn achterwerk vast, terwijl de boer vrolijk afscheid nam van het hof.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Chinese volkssprookjes"
               uitgegeven door Elmar, Rijswijk, 1990. ISBN: 90-6120-8343

    27-01-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (8)
    24-01-2010
    nieuwsgierig héDe schrandere knecht
    De schrandere knecht
    - Een volksverhaal over een knecht die zijn eigen gevoel volgt -
    Wat gelukkig is de heer en hoe goed gaat het met zijn huis, als hij een wijze knecht heeft, die wel naar zijn woorden luistert, maar er niet naar handelt, maar liever zijn eigen wijsheid volgt.

    Zo'n wijze Hans werd eens door zijn baas weggestuurd, om een koe die verloren was, te zoeken. Hij bleef lang weg, en de baas dacht: "Die trouwe Hans, geen moeite is hem teveel in mijn dienst." Maar toen hij steeds maar niet terug kwam, was de baas bang dat er iets gebeurd zou zijn, en nu ging hij zelf weg om eens te kijken. Hij moest lang zoeken, en eindelijk zag hij de knecht in de verte; hij liep de akker op en neer.

    "Wel, beste Hans," zei de baas toen hij bij hem was aangeland, "en heb je de koe ook gevonden, waar ik je voor weg had gestuurd?"

    "Nee baas!" antwoordde hij, "die koe heb ik niet gevonden, maar ik heb haar ook niet gezocht."

    "Wat heb je dan gezocht, Hans?"

    "Iets beters, baas! en dat heb ik ook heel gelukkig gevonden."

    "En wat is dat dan, Hans?"

    "Drie merels!" antwoordde de knecht.

    "En waar zijn die dan?" vroeg de baas.

    "De ene zie ik; en de tweede hoor ik, en op de derde jaag ik," antwoordde de wijze knecht.

    Neemt hieraan een voorbeeld; bekommer je niet om wat de baas zegt en wat hij beveelt, doe liever wat je invalt en waar je zin in hebt; en dan zul je even wijs handelen als de wijze Hans.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "De sprookjes van Grimm; volledige uitgave" vertaald door M.M. de Vries-Vogel.
               Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.

    24-01-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (4)
    20-01-2010
    nieuwsgierig héDe kokospalm
    De kokospalm
    - volkssprookje -
    Soms is het moeilijker te leven dan te sterven. Toen de vader van Rahim en Rahman stierf, liet hij alleen maar schulden achter. Zijn zoons verkochten alles, maar ondanks dat konden ze maar een klein gedeelte van wat hun vader de mensen schuldig was, afbetalen. De broers hadden daar veel verdriet van. Ze wilden niet, dat hun vaders naam te schande werd gemaakt.

    Op een dag besloten de broers: "We kunnen het beste de wijde wereld in trekken. Als we geluk hebben kunnen we rijk worden en betalen we alle schulden af. En als we geen geluk hebben, dan hoeven we niet te luisteren naar wat de mensen over vader vertellen."

    En zo gingen Rahim en Rahman de wijde wereld in. De eerste nacht moesten ze in een diep> bos doorbrengen. Ze gingen onder een hoge boom liggen en hadden allebei dezelfde droom. In hun droom verscheen een grijsaard met een witte baard die tegen hen zei:

    "Als jullie de goede naam van je vader wilt redden, moet één van jullie zijn leven opofferen. Als een van jullie de ander zijn hoofd afslaat en dat hoofd in de grond stopt, zal daar een boom met zeldzame vruchten uit groeien. Met de oogst daarvan kunnen jullie de schuld van je vader aflossen." De volgende morgen maakte Rahim zijn broer wakker, gaf hem zijn zwaard en zei:

    "Rahman, ik droomde vannacht, dat je mijn hoofd moet afslaan en in de aarde stoppen. Dan kunnen we de schuld van vader aflossen."

    Maar Rahman wilde daar niets van horen. Hij trok zijn zwaard en gaf het aan Rahim: "En ik heb gedroomd, dat jij mijn hoofd er af moet slaan."

    Lange tijd overlegden de broers, wie z'n leven zou opofferen. Tenslotte zei Rahim tegen Rahman:

    "Ik ben de oudste, ik mag het zeggen. Jij bent jonger en moet me gehoorzamen. Jouw lot is niet makkelijker dan het mijne. Soms is het moeilijker te leven dan te sterven. Daarom moet je me gehoorzamen en doen wat er gedaan moet worden." En zo gebeurde er wat Rahim zei. Rahman sloeg met één slag het hoofd van zijn broer af en stopte het in de vruchtbare grond.

    Een jaar lang huilde Rahman om Rahim; een heel jaar wachtte hij af, wat er uit het hoofd zou groeien. Na een jaar stond er een grote boom en weer een jaar later droeg de boom grote vruchten. Ze waren zo rond als een hoofd en zo hard als een noot. Rahman plukte een mand vol, wierp de mand over zijn schouder en bracht de vruchten naar de veiling. De mensen op de veiling kwamen allemaal kijken. "Zeg jongen, wat zijn dat voor vruchten? Zulk fruit hebben we nog nooit gezien."

    Toen men een vrucht openmaakte liep er zoete melk uit, en toen de vrucht helemaal openbrak vonden ze er zoet vruchtvlees in.

    Ook de mensen aan wie zijn vader nog geld schuldig was, kwamen kijken en ze zeiden:

    "Verkoop ons honderd van deze noten en we geven je daarvoor honderd gouden dukaten, dan heb je meteen de schulden van je vader betaald."

    Zo betaalden de broers de schulden van hun vader, zo redden ze zijn goede naam en bewezen ze de mensen op de hele wereld een goede dienst. Sinds die tijd groeit de boom overal. Vanaf die tijd eten de mensen kokos van de kokospalm.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "De betoverde tuin" door Marie Mrstikova. Nederlandse vertaling van Els Nuijen.
               Uitgeversmaatschappij Holland, Haarlem, 1978. ISBN: 90-251-0297-2

    20-01-2010 om 05:37 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (7)
    15-01-2010
    nieuwsgierig héHet gevonden geld
    Het gevonden geld
    - Een grappig verhaal over het bewaren van een geheim -
    Dicht bij Kampen, in een klein dorpje, woonden een man en een vrouw met een boel kinderen, die hun kost verdienden met vissen, weven en wild strikken.

    Eens, op een avond, toen de man uitging om nog even naar zijn zalmfuik en zijn vosseval te kijken, vond hij op de weg een grote zak met geld. In plaats van naar de zalmfuik en naar de vosseval te kijken, ging hij gauw naar huis terug om zijn Griet eens met de zak vol geld te verrassen. Toen hij evenwel dicht bij huis was, bedacht hij zich en zei tegen zichzelf: als ik dat aan mijn vrouw vertel, dan is er een grote kans dat morgen iedereen het weet.

    Hij ging daarom op zijn schreden terug, zette de zak met geld achter een dikke boom en ging naar de vosseval en de fuik: in de val zat een vos en in de fuik een zalm. Hij maakte ze allebei dood en stopte de vos in de fuik en de zalm in de val, en daarna ging hij naar zijn Griet, die druk zat te weven.

    "Och Griet," riep hij, "ga toch eens gauw met mij mee. 't Is zo donker, ik was al helemaal verdwaald." Griet bedacht zich niet lang en ging met Piet mee. Onderweg kwamen ze langs het gemeentehuis, waar nog laat licht brandde omdat ze aan het schoonmaken waren.

    "Wel nog aan toe," zei Griet, "er is nog licht in het raadhuis en dat zo laat op de avond." - "Ja," zei Piet, "'t is nu net de nacht dat de veldwachter met de duivel afrekent."

    "Och Piet, is dat waar?"

    "Zeker," antwoordde Piet, "weet je dan nog niet dat de veldwachter eenmaal in het jaar met de duivel afrekent." - "Nee, dat wist ik niet," zei Griet.

    Eindelijk kwamen ze bij de fuik en daar vonden ze een vos en in de vosseval een dikke zalm. Toen gingen ze weer naar huis toe, maar onderweg zei Piet: "Het regent zo, Griet, we gaan hier even onder die boom schuilen." En toen ze daar gingen zitten, vond Griet de grote zak met geld.

    "Nu Griet," zei Piet, "nu maar gauw naar huis, zodat geen mens het gewaarwordt en denk erom dat je tegen niemand iets zegt van het geld dat je hebt gevonden."

    "Nee, waarachtig niet," zei Griet.

    Het duurde echter niet lang of Griet moest het toch eens even aan haar buurvrouw Trijntje vertellen; die zou het toch aan niemand verder vertellen. Ja maar, pas op: Trijntje vertelde het aan Marietje, en Marietje aan Jannetje en toen wist het hele dorp gauw dat Piet en Griet geld hadden gevonden. Het duurde dan ook niet lang of Piet en Griet moesten op het raadhuis komen om het geld terug te geven.

    "Wij hebben geen geld gevonden," zei Piet.

    "Maar," zei de burgemeester, "je vrouw zegt het toch."

    "Ja mijnheer de burgemeester," zei Piet, "mijn vrouw zegt zo veel; die heeft ze soms niet alle vijf bij elkaar."

    "Wel drommels nog aan toe, wil je mij voor gek uitmaken?" riep Griet. "Ik weet nog heel goed wanneer het gebeurd is. 't Was in de nacht dat de veldwachter met de duivel afrekende en dat we in de fuik een vos vingen en in de vosseval een zalm."

    "Nou mijnheer de burgemeester, wat zeg je me daarvan?" vroeg Piet.

    "Ik hoor het al," zei de burgemeester, "ga maar naar huis."

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Volkssprookjes uit Nederland en Vlaanderen"
               door J.R.W. Sinninghe. Den Haag, 1978.

    15-01-2010 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (11)
    31-12-2009
    nieuwsgierig héOud en nieuw in Hongarije
    Oud en nieuw in Hongarije
    - Boldog újévet -
    In Hongarije heet de Oudejaarsavond 'Silvester-avond'. Meestal wordt het feest met vrienden gevierd en gaat men dansen.
    Dit kan thuis zijn, maar                    er worden ook diner dansants georganiseerd.                    Iedereen dirkt zich op, koopt champagne en                        gaat naar een feestlokatie.
    Om middernacht wordt                 de televisie aangezet om naar het volkslied te luisteren en ook mee te zingen. Ieder jaar is dat weer een heel plechtig moment. Vervolgens proost men met champagne en volgen de 'gelukkig nieuwjaar'-wensen. Daarna rent iedereen de straat op en trekt naar het stadscentrum. Er worden rotjes gegooid en er is beperkt vuurwerk. Men zoent iedereen die men tegenkomt. Men drinkt uit elke fles champagne die wordt aangeboden.

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : Stichting Beleven

    31-12-2009 om 14:41 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (8)
    30-12-2009
    nieuwsgierig héOud en nieuw in Schotland
    Oud en nieuw in Schotland
    - Bliadhna mhath ur (Gaelic) -
    In sommige dorpen vullen ze vaten met teer en steken die aan en laten ze door de straten                rollen. Op deze manier wordt het oude jaar opgebrand                en mag het nieuwe jaar beginnen. De Schotten                     geloven dat de eerste persoon die je huis                              binnenkomt in het nieuwe jaar je ofwel geluk of                    geen geluk brengt. Het meeste geluk zal een bezoeker met donker haar brengen die ook nog iets meebrengt. Dit gebruik wordt 'first-footing' genoemd. Het nummer, 'Auld Lang Syne' wordt gezongen als de klok 12 uur slaat tijdens de jaarwisseling.

    Dit gebruik komt in veel landen over de hele wereld voor. Tijdens de jaarwisseling worden er veel feesten gegeven die tot laat in de nacht duren. Het is een gebruik geworden dat iedereen een groet uitbrengt om 12 uur middernacht en dat de eerste minuten van het nieuwe jaar worden doorgebracht met familie en/of vrienden. Mensen dansen,                zingen en brengen een toost uit op het nieuwe jaar.                    Na deze viering is het tijd om voornemens te maken                       voor het nieuwe jaar. Dit is een lijst over hoe je                              zal gaan leven in het komende jaar.
    Deze traditie gaat terug naar de vroege Babylonische tijd. Vroeger was het bekendste voornemen: 'het teruggeven van geleende goederen' en dan met name die goederen die met de landbouw te maken hadden .

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : Stichting Beleven

    30-12-2009 om 18:58 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (2)
    29-12-2009
    nieuwsgierig héOud en nieuw in Spanje
    Oud en nieuw in Spanje
    - Feliz Año Nuevo -
    Op oudejaarsavond - Noche Vieja - blijven vele Spanjaarden tot middernacht thuis. Daarna is het feesten buiten de deur, met name voor de jongere                       generaties.
    In Spanje kennen ze                       een traditie die uit het begin van de 20e eeuw stamt.
    Deze traditie heet                       'Las Uvas de la Suerte' ('druiven voor geluk'). Iedereen krijgt een schaaltje met twaalf druiven.
    Op het moment dat de klok op de Puerta del Sol in Madrid 12 uur begint te slaan, wordt er druifgehapt. Eén druif per klokslag.
    Dit moet geluk en voorspoed geven voor het nieuwe jaar.
    Het idee ontstond toen er aan het begin van de 20e eeuw een keer een erg omvangrijke druivenoogst was.
    Vanaf dat moment is het uitgegroeid tot de traditie zoals hier beschreven. De klok op de Puerta del Sol is op de televisie te zien.
    Nadat de druiven naar behoren zijn verwerkt, wordt er getoost op het nieuwe jaar. Met                   heerlijke, Spaanse champagne (Cava).
    En dan wordt er uitbundig                gefeest tot de vroege ochtend.

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : Stichting Beleven

    29-12-2009 om 23:52 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (10)
    28-12-2009
    nieuwsgierig héOud en nieuw in Europa
    Oud en nieuw in Europa
    In Rome werd in 153 v. Chr. het begin van het jaar op 1 januari gezet, maar aanvankelijk werd deze dag niet gevierd en had alleen een administratieve functie. Het Midwinterfeest vond plaats tijdens de laatste 12 of 13 dagen van het oude jaar. Pas in de vierde eeuw, nadat het christendom zijn intrede had gedaan, werd de Kalendae Januariae ingesteld, een vijfdaags feest om de geboorte van het kindje Jezus op 6 januari in te luiden. Nog in dezelfde eeuw ging de kerk ertoe over de geboorte van Jezus op 25 december te plaatsen en deed men al het mogelijke om de snel gegroeide populariteit van de Kalendae Januariae in te dammen. De eerste drie dagen van januari werden door de Synode van Tours uitgeroepen tot vastendagen en het werd op straffe van excommunicatie verboden aan de 'heidense' nieuwjaarsviering deel te nemen.

    Ook werden er diverse pogingen gedaan een andere datum als nieuwjaar te bestempelen. In de oosterse kerk rekent men vanaf de Middeleeuwen 1 september als begin van het jaar. In de westerse wereld werden diverse nieuwjaarsdata na elkaar en soms tegelijkertijd gehanteerd: 1 september, 24 september, Kerstmis, 1 maart, 25 maart, Pasen.

    Het kerkelijk nieuwjaar werd, zoals gezegd, in 480 n. Chr. vastgesteld op het begin van de advent.

    Gedurende de gehele Middeleeuwen bleef de nieuwjaarsdag afhankelijk van regionale gebruiken, waarbij op één plaats vaak twee of meer data tegelijkertijd als nieuwjaar golden. In de vijftiende en zestiende eeuw gingen de meeste staten in Europa er toe over het nieuwjaar op de eerste januari te vieren, maar de verwarring bleef nog lang doorwerken. Tussen 1660 en 1669 veranderde Samuel Pepys, bijvoorbeeld, in zijn dagboeken het jaartal op 25 maart en zette toch 'New Year' bij de eerste januari.

    Voorzover 1 januari als nieuwjaar gevierd werd, ontstonden op deze datum gebruiken die vergelijkbaar zijn met die van andere dagen in de heidense midwintertijd. Het feest begon, zoals alle Germaanse en Keltische feesten, op de vooravond, die in het Engels nog steeds New Year's Eve heet. Naar de heilige aan wie deze dag gewijd is werd vroeger ook wel van Silvesteravond gesproken, een naam die in Duitsland nog steeds gebruikt wordt. Sylvester was een paus uit de vierde eeuw; zijn feest valt op 31 december, vandaar.

    Toen de heiligenverering tijdens de Reformatie werd afgeschaft ontstond de gewoonte van Oudejaarsavond te spreken. Het knallen van vuurwerk bij het begin van het nieuwe jaar en allerlei gebruiken om de gevestigde orde op haar kop te zetten zijn een algemeen verschijnsel tijdens de heidense joel (midwinter)tijd.

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : Stichting Beleven

    28-12-2009 om 23:57 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (5)
    27-12-2009
    nieuwsgierig héNieuwe hoeden voor het nieuwe jaar
    Nieuwe hoeden voor het nieuwe jaar
    - Een Japans verhaal over het vieren van oud en nieuw -
    Er waren eens een vriendelijke oude man en vrouw die in een klein huisje in de bergen van Japan woonden. Het waren goede mensen, maar ze hadden het heel erg arm. De man verdiende de kost door het vlechten van rieten hoeden tegen de zon en de regen, maar hij verdiende er niet veel mee.

    Op een koude winteravond, tegen het einde van het jaar, zei de oude vrouw tegen haar man: "Lieve man, straks is het nieuwjaar, en we hebben niets te eten in huis. Hoe kunnen we nieuwjaar vieren als we zelfs geen pot rijst hebben?" Ze keek naar haar lege voorraadkast en ze slaakte een diepe zucht.

    Maar haar man sloeg zijn arm om haar schouders en zei: "Maak je maar geen zorgen. Ik zal wat rieten hoeden maken, en morgen ga ik naar het dorp om ze te verkopen. Met het geld koop ik dan vis en rijst voor ons nieuwjaarsfeest."

    Op de dag voor nieuwjaar vertrok de oude man met vijf strohoeden naar het dorp. Het was verschrikkelijk koud, en al vanaf de vroege morgen sneeuwde het onafgebroken. De oude man bibberde van de kou, maar hij dacht aan de warme rijst en de vis die boven het kolenvuurtje knapperig bruin zou worden. Hij moest wat geld verdienen. Hij trok zijn wollen das wat dichter om zijn nek en ploeterde voort door de sneeuw.

    Toen hij in het dorp was aangekomen, liep hij door de nauwe straten op en neer en riep: "Rieten hoeden te koop! Rieten hoeden te koop!"

    Maar iedereen had het veel te druk met de nieuwjaarsvoorbereidingen om aan strooien hoeden te denken. Ze liepen hem voorbij, en kochten liever zeebrasem en kuit en rode bonen voor hun nieuwjaarsmaal. Er was niemand die een blik op de oude man of op zijn hoeden wierp.

    Er kwam steeds meer sneeuw uit de hemel gevallen, en de oude man begreep dat het geen zin had nog langer rond te lopen. Langzaam maar zeker begon het alweer donker te worden, en de oude man keek vol verlangen naar de uitgestalde vis in de kraampjes. "Kon ik maar een klein stukje voor mijn vrouw kopen," dacht hij verdrietig. Maar zijn beurs was al even leeg als zijn maag.

    Er zat niets anders op dan met zijn vijf onverkochte hoeden weer naar huis te gaan. Vermoeid beklom de oude man de berg waar hij woonde. De felle wind sneed hem in het gezicht. Terwijl hij langzaam voortliep kwam hij langs zes beelden van Jizo, de beschermer van kinderen. Ze stonden langs de weg, half met sneeuw overdekt.

    "Mah, mah, jullie zitten helemaal onder de sneeuw," zei de oude man tegen de beelden. Hij legde zijn pak met hoeden neer in de sneeuw en begon de beelden schoon te vegen. Juist wilde hij weer doorlopen, toen hij een goed idee kreeg. "Ik heb alleen maar wat rieten hoeden bij me die niemand wou kopen," zei hij. "Maar misschien houden ze jullie hoofden droog." En voorzichtig bond hij elk Jizo-beeld een hoed op.

    "Ik heb er eigenlijk één te weinig," mompelde de oude man, terwijl hij naar de rij van zes beelden keek. Maar toen bedacht hij zich: hij deed zijn eigen hoed af en bond die op het zesde beeld.

    "Kijk eens," zei hij tevreden. "Jullie zullen geen last meer hebben van de sneeuw." Toen boog hij voor de beelden ten afscheid, want nu moest hij echt gaan. "Gelukkig nieuwjaar!" riep hij vrolijk. Daarna ging hij haastig weer op weg.

    Toen de oude man thuiskwam wachtte zijn vrouw hem al vol ongeduld op. "Heb je de hoeden verkocht?" vroeg ze. "Heb je wat vis en rijst kunnen kopen?"

    De oude man schudde zijn hoofd. "Ik heb er niet één verkocht," antwoordde hij. "Maar ik heb er wel een heel goede bestemming voor gevonden." En hij vertelde zijn vrouw hoe hij de Jizo-beelden van hoeden had voorzien.

    "Dat is goed gedaan," zei zijn vrouw. "Ik zou hetzelfde gedaan hebben." En ze maakte hem helemaal geen verwijten dat ze nu niets te eten hadden. Ze maakte een pot thee en deed nog een extra stukje houtskool op het vuur, zodat haar man zich kon warmen.

    Die nacht gingen ze vroeg naar bed, want er was nu helemaal geen houtskool meer. Het was erg koud geworden in het huisje. Buiten sneeuwde en sneeuwde het, en de oude man en zijn vrouw kropen diep onder hun deken om warm te blijven. "We mogen van geluk spreken dat we een dak boven ons hoofd hebben, met dit vreselijke weer," zei de oude man. "Dat is zeker," antwoordde de vrouw. En daarna vielen ze in slaap.

    Bij het aanbreken van de dag, toen de hemel nog helemaal grijs was, werd de man wakker. Er klonken stemmen buiten. Hij schudde zijn vrouw wakker. "Luister eens," zei hij. "Wat is dat? Wie zijn dat?" vroeg zijn vrouw. Ze hielden allebei hun adem in en luisterden. Het klonk als een groep mannen die een zware last sjouwden.

    "Yoi-Sah! Hoi-Sah! Yoi-Sah! Hoi-Sah!" riepen de stemmen. Ze kwamen al dichter en dichter bij.

    "Wie kunnen dat zijn, zo vroeg in de morgen?" zei de oude man verbaasd. Toen begonnen de stemmen te zingen.

    "Waar woont die goede oude man
    Die onze hoofden bedekte?
    Waar woont die goede oude man
    Die ons hoeden heeft gegeven?"
    De oude man en zijn vrouw renden naar het raam en keken naar buiten: daar kwamen de zes Jizo-beelden aangelopen door de sneeuw. Ze hadden de rieten hoeden nog op hun hoofd, en ze droegen alle zes een zware zak.

    "Yoi-Sah! Hoi-Sah! Yoi-Sah! Hoi-Sah!" riepen ze, en ze kwamen steeds dichterbij.

    "Ik geloof dat ze naar ons huisje komen!" zei de oude man verbijsterd. De oude vrouw stond verstomd. Voor hun verbaasde ogen kwam elk Jizo-beeld naar hun deur gelopen, en zette voor de drempel zijn zak neer.

    De oude man deed snel de deur open, en de zes grote zakken tuimelden de kamer binnen. In de zakken zaten rijst en tarwe, vis, bonen, wijn en bonenkoeken en nog een heleboel andere lekkere dingen waar ze altijd naar verlangd hadden.

    "Er is genoeg om het hele jaar feest mee te vieren!" riep de oude man opgewonden uit.

    "Dit wordt het mooiste nieuwjaarsfeest dat we van ons leven hebben gevierd!" riep de oude vrouw.

    "Ojizo sama, dank u!" riep de oude man.

    "Ojizo sama, hoe kunnen we u ooit voldoende bedanken?" riep de oude vrouw.

    Maar de zes beelden waren alweer vertrokken. Langzaam verdwenen ze in het wit van de vallende sneeuw. Na een tijdje waren alleen hun voetsporen nog zichtbaar.

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "FeestVerHalen" door Jos van Hest en Saskia van der Valk.
               Gottmer, Haarlem, 1996. ISBN: 90-257-2845-6

    27-12-2009 om 19:15 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (1)
    25-12-2009
    nieuwsgierig héTijl Uilenspiegel als bakkersknecht
    Tijl Uilenspiegel als bakkersknecht
    - Een Vlaams verhaal waarin Tijl bijzondere kerstbroden bakt -
    Eens had Tijl zich in Leuven kort voor de Kerstdagen als bakkersknecht verhuurd. De bakker was blij, dat hij voor deze drukke tijd een knecht had en zei al de tweede dag: "Het deeg is klaar, ik neem 'es een dag vrij om kennissen op te zoeken, jij moet vandaag maar bakken."

    "Goed baas. Maar wat moet ik eigenlijk bakken?"

    "Wat is dat nou voor een vraag," zei de baas, kwaad om zoveel onnozelheid, "bak voor mijn part apen en konijnen, halve gare grappenmaker, als je maar zorgt, dat de boel vanavond klaar is!" En hij stapte weg, nog mompelend: "Wat-ie bakken moet, wat-ie bakken moet, nota bene!"

    Uilenspiegel zei niets, maar kneedde van het deeg niets anders dan apen- en konijnenfiguren, en schoof het zaakje in de oven. Dat vond hij veel aardiger dan al die doodgewone broden.

    's Avonds kwam de baas thuis en werd razend, toen hij in plaats van broden al die rare baksels zag. Hij nam Uilenspiegel bij z'n nek en dreigde hem zijn armen en benen kapot te slaan. Tijl werd bang, want de bakker was een stevige kwant.

    "Genade!" riep hij, "ik zal u de koste van het deeg wel betalen, als u me maar even loslaat om m'n beurs te pakken."

    De bakker dacht: "Dat moest ik maar doen, dan heb ik nog de minste schade," en hij vroeg vijf gulden vergoeding.

    "Akkoord," zei Tijl en betaalde.

    "En maak nou maar gauw dat je weg komt, zo'n malle knecht kan ik niet gebruiken hoor," zei de bakker.

    "Ja," zei Tijl, "maar nou is het baksel toch mijn eigendom?"

    "Neem het hele zootje maar mee, ik kan er toch niks mee beginnen, de mensen zouden me vragen of ik gek was, als ik ze zulk brood leverde. Hier, neem die oude mand maar en ruk uit met je apen en je konijnen. En gauw maar een beetje, of..."

    Tijl pakte de baksels in de oude mand en maakte dat hij de deur uit kwam. Hij liep regelrecht naar de markt en bood daar zijn dieren te koop aan. Menigeen vond het wel aardig, tegen de feestdagen zo'n aap of konijn voor de kinderen mee naar huis te nemen en in een wip had Tijl al z'n vreemde broden voor een kwartje per stuk verkocht. Hij verdiende er nog dik aan en liet de lege mand onverschillig op de markt achter.

    Intussen had de bakker gehoord, dat zijn rare knecht op de markt goeie zaken maakte en hij trok er op af om nu ook nog vergoeding te eisen voor het gebruik van zijn oven en zijn brandstof. Maar toen hij op de markt aankwam, vond hij daar de lege mand: Tijl was al weg!

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Boek van de jeugd" Amsterdam, Arbeiderspers, 1937.

    25-12-2009 om 15:50 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (3)
    24-12-2009
    nieuwsgierig héDe goede dennenboom
    De goede dennenboom
    - Een verhaal van Urbanus over de belevenissen van een dennenboom -
    In het dennenbos liep een man met een bijl en drie kleine kindertjes. De grote dennenbomen trokken zich van het viertal niet veel aan want zij wisten dat zij geen kwaad konden. De kleine dennenboompjes sidderden van angst als de man met de bijl dichterbij kwam. Ze trachten er allemaal zo onaantrekkelijk mogelijk uit te zien.

    Al snel viel het oog van de kinderen op een prachtig boompje dat nog volop stond te pronken. "Deze hier is de mooiste!" riepen ze. Het was het domste boompje van het ganse dennenbos. Het kende het verschil nog niet tussen de lente en de winter en het begreep dan ook niet waarom al de andere boompjes zich zo lelijk maakten.

    Vader duwde de kinderen eventjes opzij, spuwde in zijn handen en hief de bijl hoog in de lucht. Een iets oudere dennenboom die dit alles zag, kreeg zo'n medelijden met het domme boompje, dat hij zijn afhangende takken omhoog stak. Hij trok zoveel sap naar zijn kruin, dat zijn naalden glansden en fonkelden als kristal. Nu wuifde hij sierlijk met zijn takken om de aandacht van de kinderen op zich te vestigen. "Halt, vader, eigenlijk zouden wij liever deze hier willen."

    "Zoals jullie wensen," zei vader en de bijl hakte diep in de voet van de moedige boom. De drie kinderen namen hem onder de arm en lachend stapten ze weer naar huis. De boom schreeuwde het uit van pijn, maar de mensen luisteren niet goed genoeg om de boom te horen huilen.

    Daar stond hij nu, in het midden van de huiskamer, overdekt met slingerende lichtjes, slingers en bollen. Helemaal bovenaan stak een zilveren bol met een lange punt. Er waren al rare vogels boven op zijn kop komen zitten, maar zoiets, nee. Beneden aan zijn voeten stond een stalletje en hij zag hoe de kinderen er allemaal plaasteren figuurtjes inzetten met overal kleine schaapjes er om heen. "Zie mij hier nu staan," mopperde de boom, "ik ben blij dat de andere bomen mij niet zien, met al die belachelijke rommel aan mijn lijf."

    Zo stond hij daar week na week. Op zekere dag maakten de kinderen weer een drukte van belang om en rond het stalletje. "Wel verdraaid," dacht hij. "Nu komen er nog drie beeldjes bij, waarvoor dient dat toch allemaal."

    De dennenboom had al veel van zijn groene glans verloren en wanneer de kinderen eventjes aan zijn takken kwamen, voelde hij de dennennaaldjes overal langs zich heen naar beneden vallen. De dag daarna werd hij van al zijn versieringen ontdaan en al de plaasteren mannetjes werden in een papiertje gerold en in een doos gelegd.

    "Het is afgelopen," zuchtte de boom. "Mij wacht de open haard, het is allemaal voor niets geweest." Nu werd er ook een klein ventje in een strooien bakje uit het stalletje genomen en voor ook hij in het papiertje ging, knipoogde hij naar de boom en zei: "Ik weet wat je gedaan hebt en dat zal ik nooit vergeten."

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : Tekstboek bij de LP: 3 sprookjes van Urbanus, 1977.
               Zie ook: Zoete Hydromel en Het windemannetje.

    24-12-2009 om 18:42 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (6)
    23-12-2009
    nieuwsgierig héDe spin en het Christuskind
    De spin en het Christuskind
    - Een legende over waarom we engelenhaar in de kerstboom doen -
    Een grijze spin liep over de vloer van de herberg. "Oh," gilde de dochter van de herbergier. "Maak dat je wegkomt, lelijk mormel."

    "Zou ik werkelijk lelijk zijn?" vroeg de spin zich af, toen hij tegen de muur opklom. "Hoe het ook zij, mijn web is prachtig." Hij spon een mooi groot web en zocht er een goed plaatsje in om de nacht door te brengen.

    Maar de volgende morgen, o hemeltje lief, de herbergierster kwam er aan met haar bezem. "Wat! Een spinnenweb in mijn schone kamer!" riep ze. Ze veegde het prachtige web naar beneden en verjoeg de spin. "Daar ga je," zei ze en joeg hem met haar bezem weg. "Ik kan spinnen met hun lelijke harige lichamen en afschuwelijke lange poten niet uitstaan."

    "Niemand mag me," jammerde de arme spin, toen hij wegging naar de herbergstal en hij begon een web te spinnen van de ene balk naar de andere. Daar viel niemand hem lastig. De dieren onder hem waren hem eigenlijk dankbaar, omdat hij de vliegen ving, die hen bij warm weer plaagden.

    "Nu maak ik me tenminste nuttig," zei de spin. "Als ik nu ook maar mooi was," voegde hij er met een zucht aan toe. Maar omdat dat nu eenmaal niet kon, begon hij het fijnste web te spinnen, dat ooit door een spin gemaakt werd.

    Hij werkte er al sinds lang aan, toen er op een nacht grote drukte in de stal onder hem heerste stemmen en het flikkeren van lichten. Hij kon niet ontdekken wat er gebeurde, maar 's morgens keek hij naar beneden en daar zag hij in een van de kribben een teer kindje, waarover zich een mooie jonge vrouw boog, terwijl een oudere man met een vriendelijk gezicht toekeek.

    De baby begon te huilen. "Hij heeft het koud," zei zijn moeder. "Ik heb al het stro, dat ik kon vinden over hem heen gelegd, maar het is niet genoeg."

    Dit was de grote kans voor de grijze spin. Met zijn schitterend web, dat zo zijachtig zacht was als distelpluis en zo warm als wol, kwam hij van de balk naar omlaag en hij legde het aan de voeten van de moeder. Zij pakte het op, legde het over haar baby en stopte het warmpjes om hem heen. Hij hield op met huilen en viel tevreden in slaap."

    Toen zei Maria, de moeder, tot de kleine grijze spin, die daar trots bij stond: "Grijze spin, welke beloning wil je hebben voor je heerlijk geschenk aan mijn zoon?"

    "Oh, alstublieft," zei de spin, terwijl hij zijn voorpoten ineensloeg, "als ik toch alleen maar mooi zou mogen worden!"

    "Dat kan ik niet doen," antwoordde Maria, "je moet zo blijven, als de Heer je geschapen heeft. Maar ik zal maken dat de mensen blij zijn je te zien. Als iemand 's avonds een spin ontdekt, zal hij zeggen: 'Aha, dat betekent geluk.'"

    En daarom beschouwt men het tot op deze dag als een teken van geluk, wanneer men 's avonds een spin ziet. En tot op de dag van vandaag hangen wij tevens op kerstavond lange gouddraden en zilveren 'engelenhaar' in de kerstboom ter herinnering aan de kleine grijze spin en het geschenk, dat hij aan het Christuskind heeft gegeven.

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : "Een engel zonder vleugels. Kerstverhalen" samengesteld door Els de Jong-van Gurp.
               La Rivière & Voorhoeve, Kampen, 1994. ISBN: 90-384-0746-7

    23-12-2009 om 21:40 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (3)
    22-12-2009
    nieuwsgierig héDe maaltijd in hemel en hel
    De maaltijd in hemel en hel
    - bewerkt door Jaap Westerbos -
    Een man verbaasde zich al sinds zijn jeugd over de dingen die de mensen elkaar vertelden over de hemel en de hel. Zo hoorde hij hen zeggen dat de hemel een goede plaats was en de hel een slecht oord. De hemel zat barstensvol engelen en heiligen, terwijl de hel overbevolkt was met duivels, kwade geesten en gemene lieden. De man wist niet goed wat hij hiermee moest. Volgens hem kon je slechts een oordeel over deze twee oorden hebben als je ze met eigen ogen had gezien.

    Op een nacht werd hij gewekt door een engel die hem vroeg: "Ben je er nog altijd zo op gebrand om het verschil tussen hemel en hel te weten?" - "Ja," antwoordde de man, "ik wil niets liever weten dan waar ik terechtkom als ik doodga."

    Hierop nam de engel hem bij de hand en samen vlogen ze door een dichte, eindeloze duisternis tot ze bij een gesloten poort aankwamen. De engel duwde de zware deur open en zei: "Dit is de hel. Houd je ogen goed open en zorg er voor dat je geen detail mist."

    De man was zeer verbaasd. Er was, zoals hij verwachtte, geen duivel te zien in de hel, noch saters met bokkenpoten of eeuwige vuren waarin mensen brandden. Al wat hij zag was een gigantische zaal vol eettafels en elke tafel was volgeladen met de verrukkelijkste gerechten, schalen met het sappigste fruit, hoog opgestapelde taarten, de beste wijnen en de zachtste kazen. Zo ver hij kon zien zag hij mensen aan deze beladen feesttafels zitten. In eerste instantie benijdde hij hen, tot zijn blik op hun armen viel. Toen pas merkte hij op dat hun armen vanaf hun schouders veranderd waren in vorken. En deze vorken waren zo lang dat, hoezeer de feestgangers er ook hun best voor deden, ze niet in staat waren het voedsel naar hun mond te brengen. Hun vruchteloze pogingen waren zo frustrerend dat ze paars zagen van woede, haat en honger.

    De engel nam de man opnieuw bij de hand en leidde hem naar buiten. Voor de tweede keer vlogen ze door een dichte, koude duisternis, tot ze bij een andere poort aankwamen. De engel stopte, zwaaide de deur open en riep: "Mag ik je met vreugde presenteren: de hemel!"

    In eerste instantie raakte de man in grote verwarring, want de hemel zag er exact hetzelfde uit als de hel! Het was precies dezelfde gigantische ruimte, en ook hier stonden lange eettafels, volgeladen met de meest exquise gerechten uit alle delen van de wereld. Zelfs de feestgangers zagen er identiek uit: ook bij hen waren de armen veranderd in onhandige, lange vorken. Even dacht de man dat de engel een flauwe grap met hem uithaalde, totdat hij nog eens goed keek en het verschil opmerkte. De mensen in de hemel waren niet kwaad of hongerig, integendeel, ze lachten allemaal en waren goed doorvoed. Want deze mensen gebruikten allemaal hun lange gevorkte armen om hun buren te voeden. Ze werkten samen, ze hielpen elkaar en deelden het fantastische eten, zodat ze allemaal in gelijke mate aten, dronken en plezier hadden.

                                          * * * EINDE * * *
    Bron : Happinez, jaargang 2, nummer 6. Uitgave van Magazines vof, Baarn, 2004.
              www.happinez.nl

    22-12-2009 om 17:28 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (14)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!