Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    29-08-2010
    nieuwsgierig héDe leeuw en zijn raadsleden
    De leeuw en zijn raadsleden
    - Een fabel uit Zambia over verleiden tot opoffering -
    Lang geleden leefde er een leeuw die drie raadsleden had: een wolf, een jakhals en een raaf. Koning leeuw regeerde en jaagde, zijn raadsleden adviseerden hem en aten alles wat de leeuw hen gaf. Allemaal waren ze tevreden.

    Op een dag kwam een kameel aan in het koninkrijk. Koning leeuw had nog nooit zo'n dier gezien en was nogal nieuwsgierig. "Wie ben je en wat zoek je hier vreemdeling?" vroeg de leeuw. "Ik ben een kameel en ik zoek bescherming," was het antwoord. De leeuw vond hem wel aardig en zei: "Blijf bij ons als een gast. Je zal hier veilig zijn." De kameel aanvaardde de uitnodiging met plezier en bleef van toen af aan bij de leeuw. Hij was er zeer tevreden. Hij had weiden om te grazen, water om te drinken en bescherming van de sterke koning.

    Maar op een dag werd de leeuw verslagen door een olifant. Gewond lag hij op de grond, hij kon zich niet meer bewegen en dus ook niet meer jagen. De raadsleden die van de leeuw afhankelijk waren voor hun voedsel, kregen honger. "Wat zullen we doen?" vroegen ze elkaar. "We zullen nooit zelf kunnen jagen," gaapte de luie wolf. "Laten we de kameel opeten," stelde de jakhals voor. "De koning zal dat nooit goedvinden," zei de wolf, "de kameel was zijn gast." - "Laat mij hem ompraten," zei de raaf en vloog naar de koning.

    "Oh, machtige heerser," sprak hij, "we zijn bezorgd om u. U eet en drinkt niets en we zijn bang dat u zo zal sterven van zwakheid." - "Je hebt gelijk," antwoordde de leeuw, "maar wat kan ik doen als ik zelf niet kan jagen?" - "Waarom zou je moeten jagen als een goed maal vlakbij is?" kraaide de raaf. "Jij denkt zeker aan mijn vriend de kameel, verrader," sprak de leeuw boos. "Wil je dat ik mijn erewoord breek?" - "U zult het niet hoeven te breken, u zult zien dat de kameel zelf zal komen om zijn eigen vlees te geven. Dan bent u vrij om hem op te eten," antwoordde de kraai. "Nou, goed dan," murmelde de leeuw.

    De raaf vloog weg naar zijn vrienden de raadsleden en smeedde een complot. Hij vertelde hen wat ze moesten zeggen en hoe ze het moesten zeggen. Toen vroegen ze de kameel om met hen mee te gaan op bezoek bij de koning.

    Toen ze bij de koning waren aangekomen, nam de raaf als eerste het woord. "Oh, allermachtigste koning," vleide hij: "Ik zie dat u zal sterven van zwakheid als u niets eet. Maar wij, uw dienaars, geven onze levens voor u. Eet mij en wordt weer sterk." Nog voor de raaf uitgesproken was riep de jakhals: "Nee, machtige koning, de raaf heeft maar weinig vlees onder zijn veren en het zal u niet smaken, neem mijn vlees." Nog voor de jakhals was uitgesproken huilde de wolf: "Nee, waardevolste koning, de jakhals is niet schoon, zijn vlees zal u schaden, eet mij toch."

    Maar toen begonnen de raaf en de jakhals door elkaar te schreeuwen. "Nee, nee, neem het wolvenvlees ook niet, het zal u geen goed doen."

    De kameel had staan luisteren en dacht: "Dit is mijn kans om de koning mijn dankbaarheid te tonen, maar hij zal het nooit goed vinden." Zodoende sprak de kameel tegen de koning: "Oh, heerser, als u geen wolvenvlees, ravenvlees of jakhalsvlees kunt eten, neem dan mijn vlees."

    Toen spraken de wolf, de raaf en de jakhals als één stem: "Ja koning, neem hem als maaltijd," en ze sprongen allemaal op de kameel en verscheurden hem.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - "Dierensprookjes" uitgegeven door Rebo Productions BV, Sassenheim. ISBN: 90-36600-766
               - www.beleven.org

    29-08-2010 om 00:56 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:fabels
    » Reageer (12)
    28-08-2010
    nieuwsgierig héDe mooiste droom
    De mooiste droom
    - Een grappig Toscaans verhaal over een gewonnen weddenschap -
    Drie vrienden namen eens hun intrek in een eenzame herberg. Toen ze voor het naar bed gaan afspraken gezamenlijk te ontbijten, zei de waard: "Het spijt me, heren, ik ben door mijn voorraad heen. Ik heb nog wel een stuk brood, een brok Mortadella Bologna en een slok wijn in huis, maar dat zal alleen genoeg zijn voor één van u."

    De vrienden lieten hun plezier hierdoor niet bederven. Ze. sloten onder elkaar de volgende weddenschap af: wie van hen drieën de volgende ochtend de mooiste of de akeligste droom kon vertellen, die zou het ontbijt winnen. De twee verliezers moesten dan samen de rekening betalen. De waard kreeg hierbij de rol van scheidsrechter toebedeeld.

    Nog voor het aanbreken van de dag stond een van het drietal op. Hij ging naar de keuken en at met smaak de restjes op die als ontbijt waren bedoeld.

    Uren later kwamen de vrienden bijeen in de gelagkamer. "Stel je voor," begon de eerste, "ik droomde dat ik in het paradijs was. O, wat een vreugde, wat een verrukking en gelukzaligheid. Geen sterfelijke tong kan zoveel heerlijkheid beschrijven. Kan er een mooiere droom bestaan?"

    "Wat zijn de zegeningen van de hemel in vergelijking met de verschrikkingen van de hel?" zei de tweede. "Mijn droom bracht me naar het diepste inferno, waar de zielen van de verdoemden tot in alle eeuwigheid gruwelijk jammeren. Ik heb zulke afgrijselijke kwellingen gezien, dat mijn lippen zouden verschrompelen als ik erover zou spreken. Werkelijk, welke droom zou akeliger kunnen zijn?"

    "Jullie hebben allebei voortreffelijk gesproken," was de reactie van de waard, "de derde zal het bepaald niet gemakkelijk hebben."

    De man die aan de beurt was liet zich niet in het minst van zijn stuk brengen. "Ik droomde," zo begon hij, "dat jullie allebei waren gestorven. De een ging naar het paradijs en de ander moest naar de hel. Nu weet ieder fatsoenlijk christenmens dat noch van de ene, noch van de andere plek ooit een sterveling is teruggekeerd. Daarom ging ik beneden mijn ontbijt opeten. Jullie hadden het toch niet meer nodig."

    Daar moesten ze allemaal hartelijk om lachen. Het was duidelijk wie de weddenschap had gewonnen. Zo kon het gebeuren dat twee vrienden met een knorrende maag de rekening betaalden, terwijl de derde verzadigd en tevreden op zijn paard stapte.
    Ja, zo kan het volgens zeggen gaan.
    Wie het begrijpt,
    mag het leuk noemen.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - "Toscaanse sprookjes" verzameld door Herbert Boltz.
                Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 2001. ISBN: 90-389-1231-5
                - www.beleven.be

    28-08-2010 om 00:08 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (9)
    27-08-2010
    nieuwsgierig héDe vrouw die door een duivel verslonden werd
    De vrouw die door een duivel verslonden werd
    - Een Japans griezelsprookje over een meisje dat alle mannen afwijst -
    Lang geleden leefde er in het dorp Amoetsji in de provincie Yamato een zeer rijke familie. Hun familienaam was Kagamisoekoeri no Myatsoeko, wat ook voor een Japanner een mondvol is. Hun volwassen dochter heette kortweg Yorozoenoko, wat niet minder betekent dan 'een kind uit duizenden'.

    Het meisje was niet alleen buitengewoon knap, maar ook nog maagd. Geen wonder dus dat mannen van rang en stand naar haar hand dongen, maar Yorozoenoko wees hen allen af. Of zij waren niet rijk genoeg, of er was wel iets op hun uiterlijk of hun gedrag aan te merken. De aanbidders sleten de houten trappen uit die naar de villa van de koopman voerden, maar zij keerden allemaal onverrichterzake terug. Zo verliepen er enige jaren en het begon er op te lijken dat Yorozoenoko ongetrouwd zou blijven.

    Op een goede dag hield er een lange stoet stil voor het huis van de rijke koopman. Voorop reed een samoerai te paard, zo knap en fier van uiterlijk dat elk meisje op slag verliefd op hem zou worden. Achter hem volgde een aantal bedienden en drie wagens die waren volgeladen met de fijnste zijden stoffen en allerlei snuisterijen. Dit maakte ongetwijfeld indruk op Yorozoenoko's vader die zich uitsloofde om zijn gast zo goed mogelijk te ontvangen. Wat zijn dochter zelf betrof, haar hart en haar zinnen raakten volkomen van streek bij het zien van deze indrukwekkende aanbidder. Het gevolg was dat Yorozoenoko, tot grote opluchting van haar vader, haar jawoord gaf.

    De edele samoerai was een voortvarend type. Nog dezelfde avond legde hij zich met zijn toekomstige bruid te ruste.

    Midden in de nacht hoorden de ouders hun dochter hartverscheurend kreunen en kermen.

    "Dat heeft niets te betekenen," zei de vader geruststellend tegen zijn vrouw. "Het kind heeft helemaal geen ervaring. Dat gaat allemaal wel weer over, heus, ik bezweer het je."

    De ouders sloegen er verder geen acht meer op en vielen in slaap.

    De volgende ochtend werden zij later dan gewoonlijk wakker, maar er was nog niets te horen in de kamer van hun dochter. De moeder klopte aan de deur, maar kreeg geen antwoord. Zij klopte nog eens en nog eens, en opende toen de deur.

    Vol ontzetting deinsde zij terug. De kamer was leeg en alleen op het bed lagen een paar vingers van Yorozoenoko. Dat was alles wat er nog van haar over was...

    Even later kwam een bediende vertellen dat het paard van de gast verdwenen was en dat op de plaats waar het gestaan had alleen een bos stro lag. De prachtige zijden stoffen en de andere geschenken waren in dierenbeenderen veranderd. De wagens waren stukken stinkend wrakhout geworden.

    De ouders deden hun rouwkleren aan en treurden nog lang over het verlies van hun enige dochter.


                                        * * * EINDE * * *
    Bron : - "Japanse sagen en verhalen" door M.A. Prick van Wely.
               Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, 1979. ISBN: 90-228-3346-1
               - www.beleven.org

    27-08-2010 om 00:05 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:duivels
    » Reageer (14)
    26-08-2010
    nieuwsgierig héDe boze kabouter
    De boze kabouter
    - Een Spaans sprookje over een gemene kabouter en een heldin -
    Er was eens een student. Hij hield van een mooi meisje, maar haar ouders verboden haar om met hem om te gaan, omdat hij zo arm was. Toen besloot het meisje het huis van haar ouders te verlaten en zij sprak met haar vriend af, dat hij haar 's nachts zou komen halen om samen met haar te vluchten. Dan zou ze met hem tro uwen in een kleine kapel boven op de berg.

    Op de afgesproken tijd ging het meisje naar het balkon en zij zag buiten in de duisternis een jongeman aankomen, die een paard aan de teugels hield. Ze dacht dat het haar geliefde was en ze zei: "Kom eens dichterbij en pak mijn koffer aan."

    De jongeman nam zwijgend de koffer aan en het meisje liet zich langs een touw naar beneden glijden, steeg op het paard en reed samen met de jongeling weg. Het verwonderde haar wel, dat haar vriend geen woord tegen haar zei. Toen het
    licht werd, zag ze dat de jongeman haar vriend helemaal niet was, maar een onbekende jongen. Hij was toevallig voorbijgekomen toen zij op het balkon stond. Toen zei ze tegen hem: "Breng mij in godsnaam niet verder, laat mij maar hier!" De jongen hield stil en het meisje steeg van het paard en ging op haar koffer zitten en de onbekende jongen reed verder.

    Spoedig daarna kwamen er herders langs. "Wat een wondermooi meisje! Zo mooi als jonkvrouw Maria!" zeiden ze, en zij namen haar met zich mee.

    In het dorp waar de herders woonden, leefden een man en een vrouw, die geen kinderen hadden. Zij namen het meisje bij zich in huis en zorgden goed voor haar. Zij zeiden dat zij niet eens hoefde te werken. Maar zij stond erop om samen met de herderinnen uit de buurt de schapen te hoeden en liet zich daar niet vanaf brengen. Zo bracht zij de dagen bij de
    schaapskudde door.

    Toch beviel het haar niet in het dorp, want alle mensen leefden in grote angst om wat er zich op het nabijgelegen paleis afspeelde. Iedere dag werd er namelijk iemand uit het volk door het lot aangewezen, die dan
    's na chts bij de zieke prinses in de kamer moest gaan sl apen. M aar nooit was iemand levend uit het koninklijk pa leis vanda an gekomen. Op een dag viel het lot op de familie bij wie het meisje woonde, en toen zij dat vernam zei zij: "Ik wil niet dat er iemand uit dit huis in de kamer van de prinses gaat slapen. Ik zal er zelf naar toe gaan." En zij ging naar het paleis.

    Toen de koning haar zag, zei hij: "Ik kan niet toestaan, dat zo'n mooi meisje zal sterven! Degene die door het lot was aangewezen, moet in de kamer van de prinses gaan slapen." Het meisje smeekte er echter zo dringend om, dat de koning tenslotte toegaf.


    's Avonds ging zij in de kamer van de zieke prinses op een bed liggen. Hoewel ze al spoedig heel moe werd, lukte het haar toch om wakker te blijven. Kort na middernacht kwam er een kabouter de kamer binnen en stak een naald in het hoofd van de prinses, achter haar oor. De prinses begon te jammeren: "O wee, ze verschroeie n me; o wee, ze verbranden me!"

    Toen zweeg zij een ogenblik en daarna zei zij tegen de kabouter: "Ik smeek je in godsnaam om het meisje dat daar ligt niet te doden."

    "Er blijft me niets anders over dan haar te doden," zei het boze wezen.

    "In godsnaam, dood haar niet, want zij is zo mooi!"

    De boze kabouter keek naar het meisje, dat deed alsof zij
    sliep, en hij zei: "Ja, zij is inderdaad heel mooi. Daarom zal ik haar pas doden als het dag wordt!" Daarop verliet hij de kamer.

    Het meisje was nog steeds wakker gebleven en stond nu op en liep stilletjes achter de kabouter
    aan. Hij ging een andere kamer binnen en begon te schrijve n. Steed s las hij wat hij had opgeschreven en gooide het velletje papier daarna in een ketel die boven het vuur hing. En iedere keer als hij het papiertje in de ketel wierp, sloegen er blauwe vlammen omhoog, en dan riep de arme prinses: "O wee, ze verschroeien me! O wee, ze verbranden me!" Tenslotte hield de dwerg op met schrijven en sliep in.

    Toen pakte het meisje de ketel en goot de inhoud over hem heen, zodat hij verbrandde. Daarna ging ze naar de prinses, trok de naald uit haar hoofd en meteen was de prinses
    helemaal gezond. De volgende morgen kwamen de dienaren van de koning om het dode lichaam van het jonge meisje te halen. Tot hun verbazing zagen zij, dat zij leefde.

    Het duurde niet lang, of iedereen in het hele koninkrijk wist, dat het meisje de boze kabouter had gedood, en dat de prinses weer gezond was geworden.


    Intussen had de student in het hele land naar het meisje gezocht. Nu kwam hem het bericht ter ore dat zijn meisje de prinses had gered. Spoorslags reed hij naar haar toe en na een paar dagen trouwden zij met elkaar. Op de dag van de bruiloft schonk de koning het meisje vele rijkdommen en hij bewees haar grote eer. En samen met haar man leefde zij haar leven lang heel gelukkig.


                                          * * * Einde * * *
    Bron : "Kaboutersprookjes" vert. en samenstelling Els Boekelaar en Ineke Verschuren.
                Uitgeverij Christofoor, Zeist, 1985, p. 48-50.
               www.beleven.org

    26-08-2010 om 01:05 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (12)
    25-08-2010
    nieuwsgierig héDe jongen die de wolven roept
    De jongen die de wolven roept
    - Een Nieuw-Zeelands verhaal over ongepast de saaiheid verdrijven -
    Er was eens een klein dorp. Er was niets speciaals aan dat dorp. Er kwam niemand vandaan die beroemd was geworden en er had nooit een grote veldslag plaatsgevonden of zelfs maar welke andere gebeurtenis van betekenis in de streek dan ook.

    Ook vandaag gaat het leven er als iedere andere dag gewoon verder. De molenaar maalt tarwe, de bakker bakt brood en iedereen is tevreden want alles is bekend, bepaalt en regelmatig. Iedereen merkt dat ook deze dag is zoals die hoort te zijn. Daar zijn ze blij om in het dorpje. Behalve jonge Peter.

    Jonge Peter is de herder voor alle schapen van het dorp. Dagelijks neemt hij ze mee de heuvels in. Daar gaat hij in het gras zitten en kijkt naar de grazende schapen en hoeft maar af en toe op te staan om een schaap dat van de kudde af is gedwaald terug te halen.

    Ook vandaag zit jonge Peter in de heuvels. Zoals iedere dag voelt hij zich ontevreden. Hij vindt het saai. Hij wil dat er iets nieuws, iets leuks of iets spannend gebeurt.

    Opeens komt hij op een idee. Hij haast zich terug naar het dorpje en zodra hij in de buurt ervan is begint hij te schreeuwen: "De wolf! De wolf! De wolf is gekomen! Help! Help!" Meteen stopt iedereen met alle bezigheden en grijpt naar stokken, stenen, messen en zwaarden en haast zich de heuvels in. Als ze bij de schaapskudde aankomen, blijkt daar niets aan de hand te zijn. De schapen lopen even rustig als altijd rond.

    "Misschien is de wolf wel gevlucht door dat schreeuwen van mij," zegt jonge Peter. De dorpelingen geven hem complimenten. Opnieuw tevreden gaat iedereen terug naar het dorpje en pakt de draad weer op. Een week lang is jonge Peter de held van het dorp omdat hij de schapen heeft gered. "Leuk," denkt jonge Peter, "er gebeurde eindelijk eens iets." Tot zijn spijt merkt hij ook dat alles weer bij het oude is; saai en regelmatig. En dus besluit hij hetzelfde nog eens te proberen…

    Weer komt iedereen om de wolf te verdrijven, maar nog steeds is er geen wolf te bekennen. Jonge Peter vindt al die opwinding in het dorp zo leuk, dat hij het ook een derde en een vierde keer doet.

    Maar dan, terwijl hij met de schapen in de heuvels is, ziet hij plotseling iets… Wat is dat? Het is ver weg, maar het beweegt naar hem toe… Jong Peter kijkt en kijkt… Een wolf! Nee, drie… Vijf! Het is een heel pak!

    Jong Peter springt overeind en rent zo snel hij kan naar het dorp: "Wolven! Help! Een heel pak!" Maar niemand reageert op zijn geschreeuw. "Snel," roept hij, "bewapen je, we moeten de schapen redden!" De dorpelingen negeren hem. Ze schudden meewarig hun hoofd. Ze geloven jonge Peter niet langer. In paniek en met tranen in zijn ogen klampt hij iedereen persoonlijk aan, maar wat hij ook zegt, hoe hij ook smeekt, hij wordt niet geloofd. Terneergeslagen laat hij zich in een hoekje zakken.

    Die dag verloor het dorp al zijn schapen. Ze waren door de wolven vermoord of werden nooit terug gevonden. Iedereen, ook jonge Peter, had vreselijke spijt.

    Zo gaat het verhaal van jonge Peter, de jongen die de wolven riep.


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - Opgenomen voor een project van stichting Beleven door Michiel Jaspers.
                - www.beleven.be

    25-08-2010 om 00:09 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:volksverhalen
    » Reageer (9)
    24-08-2010
    nieuwsgierig héDe boze geest van Hoge Duvel
    De boze geest van Hoge Duvel
    - vandaag volle maan -
    - een sage uit de Veluwe -
    Er was eens een boer uit Nunspeet die in Wiesel hakhout kwam halen. Maar toen hij de wagen had volgeladen en huiswaarts wilde keren, kon zijn paard niet voort en merkte hij dat het dier ziek was geworden. Zo kwam het dat hij zijn paard in Wiesel liet en een veearts ging halen, na eerst aan een daar wonende boer verzocht te hebben de wagen met hout voor hem naar Nunspeet te rijden. Deze boer zond zijn knecht met zijn paard. De knecht spande een zwart paard voor de wagen en reed naar Nunspeet.

    In de nacht keerde de knecht op het losse paard weer huiswaarts. Een enkele ster stond te pinken tussen wat zacht zwevende tere nachtwolken. Het was stil overal. De dorpjes en buurten welke hij door reed, lagen al te slapen tegen de heuvelhellingen. Het ketsen van de hoeven sloeg de stilte stuk en in het bos schreeuwde de bosuil: "Krie-oe, 'k krieg oe." Dat hoorde de boerenknecht wel, maar hij was een onverschillige jongen en hij schreeuwde terug, zodat de slapende echo's er van wakker schrokken.

    Diep in de nacht kwam hij eindelijk bij 'Hoge Duvel'. Hij herinnerde zich de verhalen die hij gehoord had over de boze geest Ossaert die daar woonde en een plaag was voor heel de omtrek, totdat de heilige monnik - die aan het Uddelermeer woonde - met een ijzeren kruis de kwelduivel teruggedrongen had op 'Hoge Duvel' en waar hij 99 jaar moest blijven.

    De boer bij wie de knecht diende had de boze Ossaert wel in de struiken horen snurken en ook wel een blauw licht op 'Hoge Duvel' gezien. En de buurman had er eens honend geroepen:
    "Griepke, griepke grauw
    a'j' me griepen wilt, griep me dan gauw."
    Toen was er een groot zwart monster met vreselijke zwaarte boven op hem gesprongen. Hij had de klauwen in zijn rug gevoeld en dacht te zullen sterven. Hij had gelopen met de moed der wanhoop totdat het monster ineens losliet, omdat het niet verder dan 'Hoge Duvel' kon komen.

    De knecht geloofde van al die verhalen 'helemaal geen zak' en had er om gelachen. Nu hij de berg opreed wilde hij toch wel eens zien, wat er van al die onzin waar was. Gebeurde er iets, dan was het nog niet erg. Als hij aan de andere kant de voet van de berg bereikt had, zou de kwelgeest hem toch moeten loslaten. En boven op de berg gekomen riep hij uit alle macht:
    "Griepke, griepke grauw
    a'j' me hebben wilt, griep me dan gauw."
    Er sloeg een vlam uit de weg omhoog en een dreunende klap volgde. Het paard steigerde hoog, zodat de jongen - als hij een minder goed ruiter was geweest - er af gevallen zou zijn. Tegelijkertijd zag de knecht achter zich een groot zwart gevaarte op hem afkomen, dat met vurige klauwen naar hem greep. Hij zette het paard in draf en met de oren in de nek stormde het met zijn berijder de berg af. De boze Ossaert bleef achter.

    Wel was de ruiter wat geschrokken; maar zich bij de eik aan de voet van de berg veilig achtend, nu het monster hem niet verder volgen kon, keerde hij zich op het paard om en lachte de kwelduivel honend uit. Daar stootte de geest een woedend gebrul uit dat ver in het rond weerklonk en uit het bos dat ter weerszijden van de weg gelegen is en 'De Roode Heggen' genoemd wordt, sprongen een aantal weerwolven met groen lichtende ogen te voorschijn. Nu was het lachen uit en de roekeloze knecht werd door een grote angst bevangen.

    Het schichtige paard stormde als een wervelwind over de weg. De kop vooruit gestrekt, de neusvleugels trillend van angst. De galop van zijn neerbeukende hoeven sloeg de kluiten en keien uit de grond. Het werd een duivelse rit op leven en dood. In duizelingwekkende vaart sleurde het paard zijn berijder langs takken en struiken en de man zette het tot nog grotere spoed aan, tegelijk doodsangsten uitstaande, dat de krachten van het vermoeide dier uitgeput zouden zijn vóór het einde van de weg.

    De weerwolven huilden als een dolle verschrikking vlak achter hen aan; maar het paard won eindelijk iets op de achtervervolgers, die een vreselijk gehuil aanhieven en de vervolging sneller en sneller voortzetten. Nu scheen het paard uitgeput te zullen neerstorten. Telkens struikelde het, maar schoot dan weer vooruit. In de verte zag de ruiter de veilige hoeve al, maar de weerwolven wonnen. Hij hoorde hun gehuil steeds dichterbij komen en voor het laatst zette hij zijn trouwe paard tot uiterste spoed aan. Het dier wankelde, struikelde weer; de ruiter hield het nog op. De takken striemden de jongen in het gelaat. In een razende vaart reden ze het erf op en met de laatste en uiterste krachtsinspanning, droeg het kloeke dier zijn berijder tot op de deel. Het was net op tijd.

    Toen de knecht de grote deeldeuren snel dichtsloeg en er de boom voorschoof, waren de spookwolven op geen twee vadem meer van hem af. Hij hoorde hen buiten janken. Het trillende paard zag met verwilderde ogen rond of het zijn eigen stal niet herkende en het was zo nat bezweet, dat het wel leek of het uit het water kwam. De knecht klopte het arme dier vriendelijk en dankbaar op de hals, verzorgde het goed en ging toen naar bed.

    Maar de volgende morgen vond de boer zijn zwarte paard dood op het stro liggen. 's Nachts, toen iedereen sliep, had - ondanks dat er een paardenkop boven op de stal stond - de nachtmerrie toch nog binnen weten te komen, om zich te wreken op het onschuldige dier. De boer ontstak in hevige woede toen zijn knecht hem het verhaal van de nachtelijke rit deed en hij zond hem om zijn roekeloosheid op staande voet weg.


                                          * * *einde* * *
    Bron : - "Veluwsche sagen" geschreven en verlucht door Gust. van de Wall Perné.
                Uitgegeven te Amsterdam bij Scheltens & Giltay, 1921, p. 102-111.
                - www.beleven.org

    24-08-2010 om 00:10 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:weerwolven
    » Reageer (12)
    23-08-2010
    nieuwsgierig héDe muskiet en de mestkever
    De muskiet en de mestkever
    - Een fabel van het Haida-volk (Kaigani) uit Brits-Columbia (Canada) -
    Op een dag ontmoette de muskiet de mestkever en zei tegen hem: "Luister goed naar me. De oude Senor, bij wie ik werk, heeft een mooie dochter. Hij wil haar alleen maar aan iemand uithuwelijken, die goud voor hem meebrengt. Als je kunt vinden wat hij wil hebben, krijg je dat meisje tot vrouw..."

    De mestkever was blij met de raad en hij begon er mee om ook bij de oude Senor te gaan werken. En hij zag, dat de muskiet werkelijk niet gelogen had, de dochter was heel mooi en de oude Senor vertelde het hem nogmaals, dat hij zijn dochter alleen gaf aan iemand, die goud voor hem meebracht.

    Maar goud - hoe kon hij aan goud komen? De mestkever kroop over velden en weiden en de muskiet vloog van moeras naar moeras.

    Eindelijk na ongeveer een maand, bereikte de mestkever de rivier en zie - wat een wonder - een korreltje puur goud! Het fonkelde in het zand van de rivier.

    De mestkever moest al zijn krachten gebruiken om het uit het rivierzand te rollen. Maar eindelijk had hij het voor elkaar. Hij rolde de gouden kogel als een bal voor zich uit en zong van vreugde een liedje:
    "Ik rol het goud, ik rol het goud
    het heertje ben ik gauw
    ik rol het goud, ik rol het goud
    straks heb ik ook een vrouw."
    Toen de muskiet het vrolijke gezang hoorde, vloog hij nieuwsgierig rond. Maar nauwelijks had de mestkever het goud aan zijn vrind laten zien of de muskiet zoemde: Je verheugt je tevergeefs. Die gouden bal is van mij! Ik heb die hier alleen maar bewaard, om nog meer goud te zoeken."

    "Neem hem dan maar - je goudkogel," zei de kever goedig.

    De muskiet beproefde steunend en zuchtend al zijn krachten om de gouden bal voort te rollen, maar die bewoog zich niet. "Zing dan een beetje, misschien gaat dat wel beter!" raadde de mestkever aan.

    De muskiet zoemde:
    "Ik rol het goud, ik rol het goud
    het heertje ben ik gauw!"
    "Je moet zingen als je kunt zingen," zei de mestkever. Hij had, toen de gouden kogel niet wilde rollen, het zijne er van gedacht.

    Hij rolde de kogel nu weer zelf verder en de muskiet vloog weg. Dacht je nu dat de muskiet het had opgegeven? Oh nee, in tegendeel! Met grote haast vloog hij naar het huis van de oude Senor en riep zo gauw de poort achter hem dichtsloeg: "Goud! Ik heb goud gevonden!"

    De oude Senor stak zijn hoofd uit het raam en keek rond op de binnenplaats. Daar was al het personeel al bij elkaar gekomen. "Breng me het goud gauw!" riep de oude Senor, "je krijgt daarvoor mijn dochter."

    "Je zult zien dat ik mijn belofte houd."

    De muskiet vloog als de wind zo snel naar de mestkever om hem nog meer haast te laten maken. De mestkever gunde zich geen tijd om uit te blazen. Hij rolde de kogel voor zich uit, steeds sneller en sneller en tegen de middag was hij al op de plaats van bestemming.

    De muskiet zei: "Je bent vies en vol stof. Zo kan je je niet aan de Senor laten zien!"

    De mestkever vermoedde niets slechts; hij liep terug naar de rivier en nam een bad. Toen hij daarna weer bij het huis kwam, bleef zijn mond open van verbazing. De muskiet zat naast de bruid aan een tafel en vertelde haar uitgebreid van de enorme inspanningen van het goudzoeken.

    "Wacht maar vriendje, je zult niet lang met valse veren pronken," dacht de mestkever en hij bleef in de huisdeur, naast de goudkogel staan.

    De muskiet praatte en praatte met zijn schelle stem, totdat de vader van de bruid vroeg: "Breng het goud eens hier!"

    De muskiet vond direct allerlei uitvluchten - hij was te moe, hij had pijn in de rug... Maar de Senor hield vol.

    Er bleef voor de muskiet niets anders over, hij moest de kogel bewegen. Maar hoe hij zich ook inspande, de gouden kogel bleef waar hij was.

    Nu kwam de mestkever naar voren en zei: "De muskiet is een opschepper en een leugenaar. Ik heb de gouden kogel gevonden en hem ook hier gebracht..."

    "Een opschepper en een leugenaar!" riep de oude Senor. Hij pakte zijn vliegenmepper en sloeg de muskiet dood.

    Daarna gaf de Senor zijn dochter aan de mestkever


                                          * * * EINDE * * *
    Bron : - "Sprookjes van de Indio's. Mythen, sprookjes en legenden van de Indianen uit Midden- en Zuid-Amerika"
               door Vladimir Hulpach, vertaald door Anke Eggink.
               Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, 1979. ISBN: 90-202-0044-5
               - www.beleven.org

    23-08-2010 om 00:09 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:fabels
    » Reageer (17)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!