Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
welkom!
Problemen Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
09-08-2009
Duivels
Duivels
duivelspact, duivelsschuur, de bedrogen duivel, bokkenpoten, zwarte honden, ...
Met een zwarte hen in de hand kan men op een kruispunt zijn ziel aan de duivel verkopen. Duiveltjes bouwen in één nacht een nieuwe schuur voor de boer, tot de boerin de haan doet kraaien...
Drie mannen willen een kaartspel spelen, al was het met de duivel!
Een man die 's avonds terugkwam van een vergadering van de drukkers, raakte verdwaald door toedoen van een waternekker. Pas bij het ochtendgloren kwam de man helemaal bezweet thuis.
Sindsdien is de man nooit meer 's avonds naar de stad geweest.
Op een molen woonde een man die over bijzondere krachten beschikte. Wanneer de man stro in stukken sneed en daarna zei: "Omhoog, omhoog!", dan veranderden de strohalmen in soldaatjes.
De halmen met een knoop erin, werden ruiters. Toen er op een dag Hollandse soldaten in aantocht waren, was de man bang dat ze het dorp zouden plunderen. De man toverde snel een aantal soldaatjes en veranderde zichzelf dan in een berkelarenstruik met doornen. De Hollandse soldaten kwamen allemaal tegen de struik plassen.
Uiteindelijk slaagden de soldaten van de man erin om de Hollandse tegenstanders terug te drijven tot in Stamprooi.
Omdat het kasteel van Heers tijdens de wintermaanden leegstond, kwam er een man uit Horpmaal logeren. Elke nacht spookte het in het kasteel tussen twaalf en één uur.
Er liepen dan katten rond, en soms werd ook een Zwarte Madam gezien. Toen om middernacht de poort openvloog, reed er een koets met brandende kaarsen naar binnen. De man uit Horpmaal werd uit zijn bed geduwd, maar hij kroop er altijd opnieuw in.
Op een nacht zei de man achteloos: "Och God, och God, laat me toch slapen!"
Een klavertje vier biedt bescherming tegen de kracht van tovenaars. Als men er één vindt, moet men het dus plukken. Toch mag men er niet naar zoeken, want een klavertje vier bezit enkel kracht indien men het toevallig heeft gevonden.
Op een dag stond op de Oude Markt in Montenaken een man met een hen die zo sterk was dat ze een boom kon trekken. De omstaanders konden niet geloven wat ze zagen.
Op dat ogenblik kwam er een boer voorbij met een busseltje klaver op zijn hoofd. Die boer begreep niet waarom de mensen zo geboeid konden kijken naar een hen die een strohalm aan haar poot had.
De tovenaar zag de boer en begreep onmiddellijk waarom hij stond te lachen. Hij begon tussen de klaver te wroeten en viste er het klavertje vier uit.
Toen kon ook de boer zien dat de hen een boom verdertrok.
In Velm woonde iemand, die kon toveren. Op een dag zat hij in een herberg in Gingelom, waar hij de bazin vroeg om bier.
Toen de dame terugkwam uit de kelder, had hij de kachel in een varken veranderd. Omdat de bazin daardoor helemaal overstuur was, zei hij: "Het is niet erg, vrouwtje. Haal nog maar een glas bier, en dan zal ik de kachel weer doen terugkomen.
" Toen de bazin terugkwam stond de kachel terug op de plaats waar het varken had gelegen.
Men vertelde dat de vuurman altijd door het Hol-ven van Opoeteren naar 't Louwel ging.
Een jongen die in Opoeteren naar de kermis was geweest, zag op de terugweg een vuurbol. De jongen was zo verschrikt dat hij naar huis liep zo snel hij kon.
Zijn vader had ooit de vuurman gezien toen hij zijn schapen was gaan hoeden in 't Groot Broek.
In Glabbeek werden ooit twee vuurmannen tegelijk gezien.
Een man uit Glabbeek die naar de vuurman had gefloten, werd door het vuur achtervolgd. De man vluchtte naar binnen en hoorde hoe de vuurman tegen de deur op vloog.
De volgende dag stond er een zwartgeblakerde hand op de deur.
Bij een boer in Zepperen gebeurden vreemde dingen in de stal. Het gebeurde meermaals dat de dieren 's ochtends met de ketenen ineengestrengeld stonden, of dat hun staarten aan elkaar waren gebonden. Soms waren de dieren zonder aanleiding helemaal bezweet. Ten einde raad liet de boer een zekere X komen om de problemen op te lossen.
Alle bewoners van de boerderij moesten gaan slapen, behalve de boer, want die moest X vergezellen naar de stal. X legde een groot vuur aan en begon te lezen in een boek. Plotseling klopte er iemand op de deur van de stal. De boer wilde opendoen, maar X verbood het hem. Toen er voor de derde maal geklopt werd, mocht de boer wel opendoen.
De heks kwam binnen en ze wreef in haar handen: "Wat is het toch koud, meester!" X stond niet toe dat ze haar handen warmde bij het vuur en hij beval: "Nu ga je al het kwaad dat je hier hebt aangericht, ongedaan maken, of anders laat ik u levend verbranden!"
De heks was blij dat haar leven gespaard bleef en deed wat er gevraagd werd.
Sindsdien gebeurden er geen vreemde dingen meer in de stal.
Een jongeman werkte als knecht bij een boer in Weert.
De vader van de boer had een kabouter in dienst genomen.
Op zekere dag vroeg de kabouter aan de boer: "Als ik het veld bemest heb, mag ik dan naar de kermis gaan?"
De boer ging akkoord, maar geloofde niet dat de kabouter het veld zo snel zou kunnen bemesten.
Toen de kabouter op het veld kwam, stak hij zijn mestvork in een mesthoop en zei: "Allemaal zo!" Ogenblikkelijk staken er wel dertig mestvorken in de mesthoopjes op het veld.
In een mum van tijd was het veld bemest en kon de kabouter naar de kermis vertrekken.
Maar de kabouter is nooit meer teruggekomen van de kermis.