Welkom bij saagje!
Foto
Inhoud blog
  • Het oude moedertje
  • De legende van de maïs
  • Mans van de Maone
  • De boer en de duivel
  • De twee advocaten(slot)
  • De twee advocaten
  • Het geitje Pak-me-dan
  • De natgeregende kabouter
  • De zeven heksen
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel 2
  • Het aardmannetje van de Röhrerbühel
  • Nikola staat borg
  • De vurige man van de Geute
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur 2
  • De geschiedenis van de boerendochter Ketilrídur
  • Op reis gaan
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw(vervolg)
  • De luie hasjverslaafde en zijn verstandige vrouw
  • Het toverfluitje en het toverhoedje (vervolg)
  • Het toverfluitje en het toverhoedje
  • Waarom de bomen in de herfst geel worden
  • Tijl Uilenspiegel en de paardenkoopman
  • De nimf Daphne
  • De geschiedenis van de reuzenkreeft
  • De toren van Medemblik
  • Theseus en Hippolytus
  • Duimedik
  • De vuurman van Soest
  • Maan, Djabu en de dood
  • De jakhals en de patrijs
  • Goudsbloempje
  • Afspraak is afspraak
  • Het spook van de Zeedijk
  • Rata's wonderbaarlijke reis-einde
  • Rata's wonderbaarlijke reis-vervolg
  • Rata's wonderbaarlijke reis
  • Waarom de hyacint maar zo kort bloeit
  • De citerspeler
  • Van een opgeverfde haan
  • Het land van moeder Soemba
  • Het zwanennest
  • De engel
  • De gebarsten emmer
  • De hondenmarkt van Boedapest (slot)
  • De hondenmarkt van Boedapest
  • Billy de coyote (slot)
  • Billy de coyote(vervolg)
  • Billy de coyote
  • Garuda
  • De dood van de sprookjesverteller
    Foto
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Hoofdpunten blog waaroemni
  • Kerstgroet
  • Luchtballonvaart
  • Paulus Potter
  • Sint-Elisabethsvloed
  • Willem Tell
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
  • aardgeest (21)
  • avonturenverhaal (6)
  • dierenverhaal (5)
  • duivels (46)
  • fabels (57)
  • gedichten (1)
  • geesten (griezellen) (12)
  • heksen (52)
  • historisch verhaal (13)
  • historische sagen (35)
  • legende (42)
  • Luchtgeest (30)
  • Mythe (24)
  • parabel (7)
  • Plaaggeest (10)
  • sagen (87)
  • Sinterklaasverhalen (4)
  • sprookjes (118)
  • Tovenaars (38)
  • toverboeken (13)
  • volkssprookje (40)
  • volksverhalen (140)
  • vuurgeest (26)
  • watergeest (19)
  • weerwolven (15)
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    'VOLKSVERHALEN'

    problemen
    Verhalen, sprookjes, fabels, mythen, sagen en legenden
    welkom!
    Problemen
    Er zijn nogal wat problemen met het lezen van de teksten, daarom volgende tip :
    Met de muis links klikken en over de tekst schuiven.
    De tekst verschijnt duidelijk leesbaar.
    06-02-2011
    nieuwsgierig héDe aap, de tijger, de kat en de geit
    De aap, de tijger, de kat en de geit
    - Een volksverhaal uit Indonesië over dieren die een reus verslaan -
    Eens waren de tijger, de kat en de geit slaven van de aap. Hun huis stond dicht bij de kust. De aap bezat een werpnet, en wanneer ze gingen vissen dan wekten ze elkaar 's morgens vroeg om er op uit te gaan. Wat er na afloop van zo'n dag overbleef werd dan gerookt en bewaard.

    Eens, toen ze weer gingen vissen, hadden ze het er met elkaar over wie zou achterblijven om op de voorraad te passen. De kat zei: "Laat mij dat maar doen. Ik zal er goed voor zorgen."

    Onder het dak lag een grote omgevallen boomstam. De aap zei: "Probeer dan eens, kat, of je die boomstam op het erf kunt gooien."

    De kat krabde aan de stam en hij haalde er zulke grote stukken uit dat de aap, overtuigd van haar kracht, zei: "Goed, blijf jij maar hier om het huis te bewaken."

    De anderen gingen weg om te vissen. Maar nauwelijks waren ze vertrokken, of daar kwam iets uit het bos aanklossen; zodra het tegen een boom stootte brak die met een groot gekraak aan stukken, en kwam het tegen een steen dan vloog die meteen uit de grond. Dat was een reus. Toen hij de kat zag groette hij haar, liep regelrecht naar de rookzolder en begon de gerookte vissen op te eten. De kat probeerde hem ervandaan te trekken, maar het lukte haar niet; ze krabde stukken vlees uit de benen van de reus, hele brokken van boven de dij tot onderaan de kuit. "Ga jij je gang maar," zei de reus, "straks als ik klaar ben met eten zal ik wel met je afrekenen. Dan zullen we met elkaar worstelen."

    En werkelijk, toen de reus klaar was met eten, draaide hij zich om en gaf de kat met zijn ene hand zo'n klap dat hij door de lucht vloog en midden in zee geworpen werd. De kat zwom zo snel mogelijk naar land, maar hoewel ze door de reus 's morgens vroeg was weggeslingerd, bereikte ze pas tegen de avond de kust. Ze ging stilletjes naar huis.

    Nauwelijks was ze daar aangekomen of de vissers kwamen ook terug. De kat zei beschaamd: "Er is vandaag wat gebeurd hier. Er is een reus gekomen die onze rookzolder heeft geplunderd. Ik heb me zo goed mogelijk verdedigd, maar hij heeft me met één klap in zee geslingerd en ik ben net pas weer teruggekomen."

    De geit zei toen: "Laat mij morgen maar eens oppassen." De volgende morgen zei de aap tegen de geit: "Ben jij wel sterk genoeg om tegen de reus te vechten? Probeer jij eens die boomstam op te tillen." De geit nam de hele stam op zijn horens en danste ermee rond.

    Daarop lieten de anderen de geit achter om op het huis te passen en zij gingen naar het strand om te vissen. Na een tijdje kwam de reus weer en zonder zich aan de geit te storen, liep hij regelrecht naar de zolder en at alle vissen op. De geit stootte ondertussen met zijn horens zo hard hij kon; de stukken vlees vlogen in het rond. "Ga jij je gang maar," zei de reus, "straks, als ik klaar ben met eten zal ik wel met je afrekenen; dan zullen we met elkaar worstelen."

    Toen de reus alles op had, gaf hij de geit zo'n dreun, dat hij met een grote boog in zee geslingerd werd. 's Morgens gebeurde dit en pas 's avonds bereikte de geit het strand. Nauwelijks was hij binnen of de anderen kwamen van de visvangst terug. De geit vertelde dat er van de vis niets meer over was: "De reus is vandaag weer gekomen en ik kon niet verhinderen, dat hij op zolder alles ging opeten."

    "Laat mij maar eens thuisblijven," zei toen de tijger. De aap dacht, dat die het wel tegen de reus zou kunnen opnemen. Maar de anderen waren nauwelijks vertrokken, of daar kwam de reus. Hij stoorde zich helemaal niet aan de tijger en liep regelrecht naar de zolder. De tijger probeerde uit alle macht de reus op te tillen en weg te duwen, maar de reus hield niet op met eten. "Ga je gang maar," zei de reus, "straks, als ik klaar ben met eten zal ik wel met je afrekenen; dan zullen we met elkaar worstelen."

    Toen alles op was, greep de reus de tijger beet en wierp hem ver weg in zee. 's Morgens vroeg gebeurde het en pas tegen de avond kwam de tijger aan het strand terug. Niet lang daarna kwamen de anderen thuis en ook de tijger moest bekennen dat hij niet had kunnen verhinderen dat de reus de voorraad op at.

    Toen zei de aap: "Gaan jullie morgen maar vissen, dan zal ik zelf het huis wel bewaken."

    De volgende morgen, toen de anderen weggegaan waren, stapelde de aap een grote hoop hout op en stak die aan. Hij ging erbij zitten om zich op te warmen. Meteen stond de reus al voor hem en zei: "Wel wel, wat ben jij van achteren rood! Hoe heb je dat zo mooi gekregen?"

    "Heel gemakkelijk," zei de aap, "daar heb ik een rood stuk ijzer tegen gehouden."

    "Dat moet je bij mij ook doen," zei de reus.

    "Best," antwoordde de aap. "als je dat wilt, kan ik dat wel doen." Daarna maakte de aap een stuk ijzer heet op de kolen van de smidse en liet het goed rood worden. Hij zei: "Nu moet ik je eerst even goed vastzetten, want anders houdt het rood niet goed."

    De reus ging daarop in de pers, de aap schroefde hem goed vast en hield het gloeiende ijzer tegen zijn vel aan. De reus rukte zich eindelijk met al zijn macht los en zette het op een lopen, tot hij bij de rand van de put kwam.

    De aap was hem gevolgd en de reus riep hem toe: "Aap, je hebt me bedrogen. Het doet zo'n verschrikkelijke pijn, ik geloof dat ik dood ga. Wat doe jij nu weer hier?"

    "Ik bewaak de put van mijn meesteres."

    "Och, laat mij een bad nemen in de put."

    "Nee, dat gaat niet," zie de aap, "want als mijn meesteres dat merkt, wordt ze boos op me."

    Maar de reus had te veel pijn om naar hem te luisteren en sprong naar beneden in het water. Maar het gloeiende ijzer, dat nog altijd in zijn lichaam zat, siste en schuimde en de reus stierf eraan. Zo werd hij bedrogen door de aap.


                                            * * * Einde * * *
    Bron : - "Nieuwe Indonesische Sprookjes" samengesteld door Bert Oosterhout.
               Uitgeverij Elmar, Rijswijk, 1993. ISBN: 90-389-01461
               - www.beleven.org

    06-02-2011 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:dierenverhaal
    » Reageer (4)
    05-02-2011
    nieuwsgierig héKoning Merelbaard(slot)
    Koning Merelbaard (slot)
    - Een sprookje over de vernedering van een hoogmoedige prinses -
    Een paar dagen leefden ze zo op deze manier zo goed en zo kwaad als het ging en aten hun hele voorraad op. Toen zei de man: "Vrouw, dat gaat zo niet, alleen maar opeten en niets verdienen; jij moet maar manden gaan vlechten." Hij ging uit en sneed wilgentenen en bracht haar die thuis; ze trachtte te vlechten; maar de harde staken maakten haar tere handen vol wonden. "Ik zie wel dat dat niet gaat," zei de man, "probeer dan maar te spinnen, misschien gaat dat beter."

    Ze ging zitten en poogde te spinnen, maar de harde draad sneed haar zo in haar tere huid, dat 't bloed erlangs drupte. "Zie je," zei de man, "voor geen enkele arbeid deug je, ik ben slecht uit met jou. Wat ik nu wil proberen is, een handeltje in potten en pannen op te zetten, ga dan naar de markt en verkoop ze."

    "Ach," dacht ze, "als dan op de markt mensen komen uit 't land van vader, en ze zouden me daar zien zitten en potten en pannen verkopen, wat zullen ze me dan voor de gek houden!"

    Maar er hielp niets aan, ze moest zich wel schikken, wilde ze niet van honger omkomen. De eerste keer ging het heel goed, want de mensen kochten graag van zo'n knappe vrouw, en ze betaalden haar wat ze vroeg, ja sommigen gaven haar geld en lieten haar de waren houden. Van die verdiensten leefden ze zo lang het duurde, en de man kocht weer een grote hoeveelheid nieuwe potten in. Daar ging ze mee op de hoek van de markt zitten, stalde het rond zich uit en bood ze te koop aan.

    Opeens kwam er een dronken huzaar over de markt jagen, hij reed juist door haar potten en alles sprong in duizend scherven. Ze begon te schreien en wist van angst niet, wat ze moest beginnen. "O, wat zal er nu gebeuren!" riep ze, "en wat zal mijn man zeggen!"

    Ze liep naar huis en vertelde hem het ongeluk. "Wie gaat er nu ook op de hoek van de markt zitten met breekbare waar!" zei de man. "Huil nu maar niet, ik zie wel dat je voor geen enkel werk geschikt bent. Nu ben ik in het slot van onze koning geweest en ik heb gevraagd of ze geen keukenmeisje konden gebruiken, en ze hebben beloofd dat ze je nemen zouden: vrije kost."

    Nu werd de prinses keukenmeid, moest doen wat de kok zei en het vuilste werk doen. In allebei haar zakken stopte ze een potje, waar ze alles in deed wat ze aan restjes kon verzamelen; en dat was hun voedsel.

    Toen gebeurde het, dat de bruiloft van de oudste prins gevierd zou worden; het arme mens liep naar boven om van achter de zaaldeur een kijkje te nemen. Toen de lichten waren ontstoken en de gasten, de één nog fraaier uitgedost dan de ander, binnenkwamen, en alles vol pracht en heerlijkheid was, dacht zij bedroefd aan haar lot en verwenste haar trots en haar overmoed, die haar ten val hadden gebracht en oorzaak waren van haar bittere armoede. Van de heerlijke gerechten die in- en uitgedragen werden, wierpen de lakeien haar soms resten toe, ze deed de brokken in de voorraadpotjes in haar schort en wilde dat stil naar huis meenemen.

    Opeens was daar de zoon van de koning, hij was gekleed in zijde en fluweel en had een gouden keten om de hals. Toen hij de schone vrouw aan de deur zag staan, greep hij haar hand en vroeg haar ten dans, en ze schrok, want ze zag opeens dat het koning Merelbaard was, die naar haar hand gedongen had en die zij met een spotnaam had afgescheept. Zij weigerde, maar haar tegenstreven gaf niets, hij trok haar in de zaal, daar scheurde de band, waarmee ze de potjes bevestigd had en ze rolden de zaal in en de soep en de brokken bemorsten de vloer.

    Toen de mensen dat zagen ontstond er een algemeen gelach en gehoon; en ze was zo beschaamd, dat ze zich liever duizend mijl onder de grond had gewenst. Ze vloog naar de deur en wilde ontsnappen, maar nog op de trap haalde iemand haar in en hij bracht haar weer naar de zaal, en toen ze hem aankeek, was het weer koning Merelbaard.

    Hij zei vriendelijk tegen haar: "Wees niet bang; ik en de bedelaar die met u in het armoedig hutje gewoond heeft, zijn één en dezelfde persoon, ter wille van jou heb ik me zo verkleed en de huzaar die je potjes en pannetjes in gruzelementen reed, dat was ik ook. Dat alles is gebeurd om je hoogmoed te breken, waarmee je mij bespot had."

    Toen begon ze bitter te schreien en zei: "Groot onrecht heb ik tegen je gedaan en ik ben 't niet waard, je vrouw te zijn."

    Maar hij zei: "Troost je, de boze dagen zijn nu voorbij; nu gaan we onze bruiloft vieren."

    Daar kwamen de kamerjuffers aan en kleedden haar in de prachtigste gewaden, en haar vader kwam, en het hele hof en ze wensten haar geluk met haar huwelijk, en met koning Merelbaard, en dat begon nu pas. Ik wou dat jij en ik er ook bij geweest waren.


                                              * * * einde * * *
    Bron : - "De sprookjes van Grimm; volledige uitgave" vertaald door M.M. de Vries-Vogel.
               Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.
               - www.beleven.org

    05-02-2011 om 00:00 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (6)
    04-02-2011
    nieuwsgierig héKoning Merelbaard
    Koning Merelbaard
    - Een sprookje over de vernedering van een hoogmoedige prinses -
    Er was eens een koning, en hij had een dochter. Zij was zeldzaam mooi, maar ook zo trots en overmoedig, dat er geen vrijer goed genoeg was. De één na de ander wees ze af, en bovendien bespotte ze hen nog. Eens liet de koning een groot feest aanrichten, en nodigde daartoe van nabij en van verre de jonge mannen uit, die nu wilden trouwen. Ze werden allen op een rij geplaatst, naar rang en stand. Eerst de koningen, dan de hertogen, de vorsten, graven en baronnen, tenslotte de edellieden. Nu werd de prinses langs de rijen geleid; maar er was niemand op wie ze niet wat aan te merken had. De één was te dik: "Een wijnvat!" zei ze. De ander te lang! "Slank en lang heeft geen gang," zei ze. De derde was te kort: "Dik en kort, moet maar vort," zei ze. De vierde te bleek: "De bleke dood!" zei ze. De vijfde te rood: "Kalkoen!" zei ze. De zesde was niet recht genoeg: "Groen hout dat achter de oven gedroogd is!"

    En zo had ze op ieder wat aan te merken, maar vooral koos ze als mikpunt een goede koning, die een enigszins spitse kin had. "Kijk," riep ze lachend, "die heeft een kin als de snavel van een merel," en sindsdien heette de koning Merelbaard. Maar toen de oude koning zag, dat zijn dochter niets anders deed dan de mensen uitlachen, werd hij boos. En hij zwoer een dure eed, dat ze de eerste de beste bedelaar tot man zou krijgen, die aan de deur kwam.

    Een paar dagen later was er een muzikant die op het slotplein begon te zingen, om een kleine aalmoes te krijgen. Toen de koning dat hoorde, zei hij: "Laat hem maar boven komen." Daar trad de speelman binnen, met zijn vieze lompen aan, om een milde gave. Toen zei de koning: "Uw zingen beviel mij heel goed, ja, zo goed, dat ik u mijn dochter tot vrouw zal geven." De prinses schrok. Maar de koning zei: "Ik heb een eed gezworen je te geven aan de eerste de beste bedelaar, en die eed zal ik houden." Daar hielp geen praten tegen; ze haalden de dominee, en ze moest meteen met de muzikant trouwen. Toen dat alles gebeurd was, zei de koning: "Het past nu niet, dat je nog als een bedelvrouw hier in het paleis blijft; trek nu maar weg met je man."

    De bedelaar leidde haar aan de hand naar buiten, en ze moest te voet met hem gaan. Ze kwamen bij een groot bos; toen vroeg ze:
    "Ach, aan wie behoort dat mooie bos?"
    "Dat is van koning Merelbaard,
    Had hem gehuwd, het was van u!"
    "Ik arme jonkvrouw fijnbesnaard
    Was ik gehuwd met Merelbaard!"
    Toen kwamen ze bij een weiland. En ze vroeg weer:
    "Ach, aan wie behoort die groene wei?"
    "Die is van koning Merelbaard:
    Had hem gehuwd, zij was van u!"
    "Ik arme jonkvrouw fijnbesnaard
    Was ik gehuwd met Merelbaard!"
    Daarna trokken ze door een grote stad. Toen vroeg ze weer:
    "Aan wie behoort die grote, mooie stad?"
    "Die is van koning Merelbaard:
    Had hem gehuwd, zij was van u!"
    "Ik arme jonkvrouw fijnbesnaard,
    Was ik gehuwd met Merelbaard!"
    "Dat vind ik vervelend," zei de bedelaar, "datje aldoor iemand anders tot man wilt hebben: ben ik soms niet goed genoeg?" Ten slotte bereikten ze een heel klein huisje. Toen zei ze:
    "Wat is dat voor een hutje klein,
    Van wie kan dit armzalig huisje zijn?"
    De bedelaar antwoordde: "Dit is mijn huis en ook jouw huis, het huisje van ons beiden waarin we samen wonen." Ze moest bukken om door het lage deurtje te gaan. "Waar zijn de bedienden?" vroeg de prinses. "Wat bedienden!" antwoordde de bedelaar, "je moet zelf maar doen, wat je gedaan wilt hebben! Maak meteen vuur aan en zet water op, zodat je gauw wat eten kookt, want ik ben flink moe." Maar de prinses kon geen vuur aanmaken en geen eten koken, en de bedelaar moest zelf helpen, als er nog wat van terecht moest komen. Toen ze het magere maal hadden gegeten, gingen ze naar bed, maar vroeg in de morgen haalde hij er haar uit, want ze moest het huis in orde maken.


                                     * * *dit is niet het einde * * *
    Bron : - "De sprookjes van Grimm; volledige uitgave" vertaald door M.M. de Vries-Vogel.
               Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.
               - www.beleven.org

    04-02-2011 om 02:07 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (10)
    03-02-2011
    nieuwsgierig héJizo, de god van de kinderen
    Jizo, de god van de kinderen
    - Een Japanse legende over een boeddhistische god -
    Het Japanse volk gelooft dat kinderen die gestorven zijn naar de 'Droge Bedding van de Zielenrivier' gaan. Dit is een eentonig land zonder zon, met bergen die tegen een bleke hemel oprijzen en met duistere valleien. Er groeit niets op deze dorre, lege vlakten, geen bomen en struiken, geen gras en geen bloemen. De zielen van de kleine kinderen lopen op blote voeten over de harde stenen die langs de rivierbedding liggen. Die arme wezens denken met smart aan hun ouders, hun broeders en zusters die zij op de lichte, warme aarde hebben moeten achterlaten, en zij huilen zo hartverscheurend als zij op aarde nooit hebben gedaan.

    Dan komt Jizo naar hen toe. Hij lacht zo teder en liefdevol naar deze wezens dat zij hun verdriet snel vergeten. Hij vertroost hen zoals hun moeders vroeger deden en hij streelt ze met de zorgvolle hand van een vader. Alle dagen dartelen de kinderzielen om hem heen, en door zijn aanwezigheid voelen zij zich niet meer zo alleen. Zijn lichtend gewaad brengt wat zon in deze barre omgeving. Onder zijn toeziend oog bouwen de kleinen torens van stenen, die gebeden voorstellen, één voor hun vader, één voor hun moeder en één voor elk van hun broertjes en zusjes. Zo vergaat de tijd en langzaam aan wennen de kinderen aan deze nieuwe omgeving.

    Maar voor de oni - die afzichtelijke duivels - is een gebed of een gebedstoren een doorn in het oog. Zij worden er door gehinderd bij de uitoefening van hun kwade praktijken. Daarom verwoesten zij de stenen torentjes die zij op hun weg ontmoeten. De kinderen doen hun beklag bij Jizo, die met zijn toverstaf in het rond zwaait om de duivels te verjagen.

    Er bevindt zich een oude grot in Japan die de 'Oude Spelonk' wordt genoemd. Hier komen 's nachts de kinderzielen bijeen, nadat zij over zee de grot hebben bereikt. Men kan 's morgens nog hun voetstappen in het zand voor de spelonk zien, maar de kinderen zijn dan verdwenen; want de overledenen mogen de zon nooit aanschouwen.

    Er was eens een oude, arme vrouw die in haar levensonderhoud voorzag door zijderupsen te kweken en er zijde van te spinnen. Toen zij op een keer een bezoek aan de tempel van Jizo bracht en naar het kale hoofd van de god keek, meende zij dat hij het wel koud moest hebben. Zij besloot een zijden muts voor hem te maken, en toen deze gereed was, ging zij ermee naar de grot, zette de muts op het hoofd van het beeld en bad: "Eerwaarde en liefdevolle god, u weet dat ik arm ben, en daarom kan ik u alleen een muts offeren. Neem dit kleine geschenk van mij aan als dank voor alles wat u voor de kinderzielen doet."

    Een tijdje later stierf de vrouw. Haar lichaam bleef drie dagen lang warm, zodat haar vrienden haar niet durfden te begraven. Hoe verheugd waren zij toen de vrouw na de derde dag haar ogen opende, van het bed opstond en rondliep of haar niets gemankeerd had.

    Zij vertelde haar vrienden dat zij haar lichaam voor drie dagen had verlaten en dat zij was verschenen voor de grote god van het Oordeel na de Dood, Emma-O. Hij had haar vertoornd aangezien en haar veroordeeld omdat zij tegen de wetten van Boeddha had gezondigd door zijderupsen te doden.

    "Neem haar maar mee," beval Emma-O zijn dienaren, "en werp haar in het grote vat dat gevuld is met vlammend, kokend metaal."

    Het bevel werd uitgevoerd en de arme vrouw leed ontzettende pijn en gilde het uit. Toen leek het of het metaal plotseling koud werd en de pijn verdween. De vrouw zag dat Jizo naast haar stond met een stralende glimlach op zijn gelaat. Hij greep haar hand, sprak troostende woorden en vertelde haar dat haar angsten en pijnen nu voorbij waren. Hij tilde haar uit het vat en leidde haar weer voor de troon van Emma-O.

    "Deze vrouw," zei Jizo "heeft altijd godvruchtig geleefd en de goden geëerd. Zij had geen andere broodwinning dan haar zijderupsen, maar ondanks haar armoede heeft zij mij toch een zijden muts geofferd in mijn tempel in de 'Oude Spelonk'. Ik smeek u haar niet te straffen en haar weer naar de aarde te laten terugkeren".

    Zo kwam de oude vrouw weer tot leven. Op deze manier beloont Jizo allen die hem vereren en hem een goed hart toedragen.


                                              * * * Einde * * *
    Bron : - "Japanse sagen en verhalen" door M.A. Prick van Wely.
               Fibula-Van Dishoeck, Haarlem, 1979. ISBN: 90-228-3346-1
               - www.beleven.org

    03-02-2011 om 00:36 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:legende
    » Reageer (8)
    02-02-2011
    nieuwsgierig héDe duivel en de Sint-Servaasbasiliek
    De duivel en de Sint-Servaasbasiliek
    - Een Limburgse legende over de bouw van de kerk aan het Vrijthof -
    Bij het bouwen van grote kerken laat de legende gewoonlijk de duivel een niet geringe rol spelen. In Maastricht schrijft het volksgeloof hem een daad toe, waaruit de goddelijke bescherming, die het graf van de heilige Servaas geniet, blijkt.

    Niet lang na de dood van Sint Servaas - in het jaar 383 - bouwden de inwoners van de stad een kerk op de plaats waar hun gestorven bisschop begraven lag. Die nieuwe kerk was hoogst nodig, want de houten kapel, door St. Maternus gebouwd en aan St. Pieter gewijd, was te klein geworden om de gelovigen te kunnen bevatten, die uit alle streken het graf van de heilige geloofsprediker kwamen bezoeken.

    De duivel werd jaloers op de eenstemmigheid waarmee de nagedachtenis van de goede Sint Servaas geëerd werd, en besloot de voltooiing van de nieuwe kerk tegen te werken.

    Hij riep de woeste noordenwind te hulp. Zwarte onheilspellende wolken verzamelden zich boven het nog onvoltooide gebouw en barstten eensklaps los. Onstuimige windstormen woeien en sloegen huilend tegen de kerkmuren. Verschrikkelijke hagelbuien vielen met pletterende kracht. De zon verduisterde en het leek wel midden in de nacht. De orkaan met zijn helse schrikakkoorden loeide vervaarlijk. Een barre angst vervulde de harten van de inwoners van Maastricht bij het gevaar dat hun kerk bedreigde.

    Door de bescherming Gods weerstond echter het gebouw die felle aanvallen van de duivel. Al het satansgeweld kon geen steen van zijn plaats rukken.

    Doch de wil Gods, wiens geheimen en oogmerken niet te doorgronden zijn, liet toe dat het dak, losgerukt en verbrijzeld door een hevige windvlaag, in alle stukken wegvloog. Satan lachte, en het grijnzend geluid van die helse lach weergalmde door de hele stad. Allen schrokken; geestelijken en leken stortten neer in gebed voor de redding van hun dierbare kerk, waarvan zij dachten dat deze nu gedoemd was volledig vernield te worden. Zijn overwinning nabij denkend, vernieuwde de duivel met dolle hoop zijn tempeestaanvallen. Doch tevergeefs, zijn triomf was ten einde. God, om te tonen de hoge gunst, waarin bij Hem de heilige Servaas stond, liet het volgende wonder geschieden.

    Terwijl rondom de kerk hagel en regen met ongelofelijke kracht neerkletterden, bleef het binnenste van de kerk, hoewel door geen dak meer beveiligd, geheel bevrijd. Niet één hagelkorrel, niet één regendruppel van de helse storm bezoedelde de rustplaats van de heilige patroon. En toen, te midden van de woeste orkaan, de duivel de hagel- en regenbuien door verblindende sneeuwvlagen afwisselde, scheen in de kerk en op het graf de zon met verwarmende stralen, zonder dat een sneeuwvlokje op de gewijde bodem viel.

    Satan erkende de hand van God - en moest knarsetandend van spijt zijn wraak laten varen.


                                              * * * einde * * *
    Bron : - "Limburgsche legenden, sagen, sprookjes en volksverhalen. Deel 1" verzameld en uitgegeven door H. Welters.
               Uitgeverij de Lijster, Maasbree, 1982. ISBN: 90-6486-031-9
               - www.beleven.org

    02-02-2011 om 00:15 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:duivels
    » Reageer (10)
    01-02-2011
    nieuwsgierig héJatstraat in Groningen
    Jatstraat in Groningen
    - Een sage over het ontstaan van een straatnaam: de Jatstraat -
    Toen in het jaar 1672 Bernard van Galen, de bisschop van Munster, de stad Groningen belegerde, waren de Staten van Stad en Land voorbereid. Zij hadden gelukkig tijdig voor een doorgewinterde veldheer gezorgd. Tegen een vergoeding van vierduizend rijksdaalders verdedigde Karel Rabenhaupt, Baron de Sucha, Erfheer in Lichtenberg en Fremisnich, Heer tot Grimbach, de roemrijke vesting.

    Rabenhaupt was op zijn taak berekend, maar hij maakte zich zorgen over de voedselvoorziening. Het eten werd aangevoerd over het Reitdiep, en hij was bang dat deze toegangsweg over water geblokkeerd zou worden. Hij benoemde daarom een man op een post bij het Reitdiep, die erop moest toezien of de doorvaart ongehinderd verliep.

    Niemand kent nu nog de naam van deze wachter, maar zijn gezicht kun je nog steeds bekijken: het staat afgebeeld op een steen midden in de stad Groningen. De man heeft een volle, krullende baard, en een vel dat bruin van kleur is. Hij heeft opvallend grote ogen die loensen. Misschien kwam dit wel van het voortdurend turen over het Reitdiep, dat ook wel het Jat werd genoemd.

    De man zat iedere dag trouw op zijn eenzame wachtpost. Elke morgen reed Karel Rabenhaupt, Baron de Sucha, hem voorbij om te controleren of alles in orde was. De man kon vanuit zijn hoogte het Reitdiep overzien. Hij nam waar dat de schepen, die de leeftocht voor de benarde vesting vervoerden, ongehinderd konden doorvaren. Daarom riep hij elke morgen weer blij: "Ik kiek nog in 't Jat."

    "Mooi!," riep Rabenhaupt, "van die kant dus geen gevaar!" Maar na verloop van tijd vond de man met de krullende baard, die een man van weinig woorden was, dat de zin ook korter kon. Daarom riep hij voortaan, als hij de luitenant-generaal zag naderen: "Ik kiek nog in 't."

    En Rabenhaupt reed dan verder, om de andere posten te inspecteren, tot er de achtentwintigste augustus niks meer te inspecteren viel, omdat de vijand er vandoor was gegaan.

    De Groningse raad vergaderde en men besloot dat voortaan de straat die uitkeek op het Reitdiep de Kijk in 't Jatstraat zou heten. Aan het einde van die straat liet men een steen plaatsen met een afbeelding van de kop van de man. Hij stond er niet al te scheel en met een keurig verzorgde baard op. Onder zijn kop beitelde men in de steen: "Ik kiek nog in 't."

    De Groningers weten niet precies hoe ze de naam moeten uitspreken. Ze hebben het over de Kiekintjatstraat, en niet over de Kijk in 't Jatstraat. En aangezien er ook een Nieuwe Kijk in 't Jatstraat is bijgekomen, zijn er nu een Nieuwe Kijk in 't Jatstraat en een Oude Kijk in 't Jatstraat, en weten ze het helemaal niet meer. Ze kunnen het bijna niet in een adem uitbrengen, zo'n mondvol is het. En dat danken ze aan de wachter die een man van weinig woorden was!


                                            * * * EINDE * * *
    Bron : - "De mooiste Nederlandse sagen en legenden"
               uitgegeven door Verba, Hoevelaken, 1999. ISBN: 90 5513 369 8
               - www.beleven.org

    01-02-2011 om 00:39 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sagen
    » Reageer (17)
    31-01-2011
    nieuwsgierig héEva's ongelijke kinderen
    Eva's ongelijke kinderen
    - Een sprookje van Grimm -
    Toen Adam en Eva uit het paradijs waren verdreven, moesten ze een huis bouwen op onvruchtbare grond, en hun brood eten nadat ze er heel hard voor gewerkt hadden. Adam hakte de akker en Eva spon wol. Eva kreeg ieder jaar een kind, maar de kinderen waren zeer ongelijk, sommigen mooi, anderen lelijk. Na een lange tijd zond God hun beiden een engel, en liet hun zeggen, dat hij wilde komen en hun huishouding wilde zien.

    Eva, vrolijk omdat de Heer zo genadig was, maakte het huis ijverig schoon, versierde het met bloemen en strooide riet op de vloer. Dan haalde ze de kinderen, maar alleen de mooien. Ze waste hen en stopte hen in bad, kamde hun haar, kleedde hen in schone hemden en vermaande hen om zich in de tegenwoordigheid van de Heer fatsoenlijk en flink te gedragen. Ze moesten een passende buiging maken, een hand geven en bescheiden, maar verstandig antwoorden op wat hij vroeg.

    Maar de lelijke kinderen mochten zich niet vertonen. Eén verborg ze onder 't hooi, het andere stopte ze onder het dak, het derde in het stro, het vierde in de oven, het vijfde in de kelder, het zesde onder een vat, het zevende onder de wijnkuip, het achtste onder haar oude pels, het negende en het tiende onder de stof waar ze hun kleren altijd van knipte, en het elfde en het twaalfde onder het leer waarvan ze hun schoenen altijd sneed.

    Ze was daar juist mee klaar, toen er aan de voordeur werd geklopt. Adam keek door een kier en zag dat het de Heer was. Eerbiedig deed hij open, en de Hemelse Vader trad binnen. Daar stonden al de mooie kinderen op een rij, bogen, gaven hem een hand en knielden dan. Maar de Heer begon hun de zegen te geven; hij legde de handen op het eerste kind en sprak: "Deze zal een machtig koning worden,"; en de tweede: "Deze een vorst,"; en de derde: "Deze een graaf,"; en de vierde: "Deze een ridder,"; en de vijfde: "Deze een edelman,"; en de zesde: "Deze een burger,"; en de zevende: "Deze een koopman,"; en de achtste: "Deze een geleerde." Hij gaf hun dus zijn rijke zegen mee.

    Toen Eva nu zag, hoe mild en genadig de Heer was, dacht ze: "Ik zal de minder fraaie kinderen ook maar laten komen, misschien krijgen die ook nog wel de zegen." Ze ging hen dus overal ophalen: uit het hooi, het stro, de kachel en waar ze verder verstopt waren, vandaan. Daar stond een plompe, vuile, schurftige, roetzwarte schare. Onze Heer moest glimlachen, maar hij bekeek hen allen en sprak: "Ook aan deze wil ik mijn zegen geven." En op de eerste legde hij de handen en sprak: "Deze zal een boer worden,"; en de tweede: "Deze een visser,"; en de derde: "Deze een smid,"; en de vierde: "Deze een leerlooier,"; en de vijfde: "Deze een wever,"; en de zesde: "Deze een schoenmaker,"; en de zevende: "Deze een kleermaker,"; en de achtste: "Deze een pottenbakker,"; en de negende: "Deze een koetsier,"; en de tiende: "Deze een schipper,"; en de elfde: "Deze een bode,"; en de twaalfde: "Deze een huisknecht, zijn leven lang."

    Toen Eva dat alles mee had aangehoord, zei ze: "Heer, wat wordt die zegen ongelijk verdeeld! Het zijn toch allemaal mijn kinderen, ik heb ze allen gebaard, en Uw genade moest toch over allen gelijk worden verdeeld." Maar God gaf ten antwoord: "Eva, dat kun je zo niet begrijpen. Voor mij is het nodig - en de wereld heeft het nodig - dat ik de wereld vervul met al je kinderen. Als het nu allemaal vorsten en heren werden: wie zou dan het koren verbouwen, dorsen, malen en bakken? Wie zou smeden, weven, timmeren, bouwen, graven, kuipen, snijden en naaien? Ieder moet zijn eigen stand inrichten, de één moet de ander onderhouden, en allen moeten gevoed en verzorgd worden, zoals de leden aan het lichaam." Toen antwoordde Eva: "O Heer, vergeef mij. Ik was te haastig, dat ik u tegen ging spreken. Uw wil geschiede, ook aan mijn kinderen."


                                              * * * einde * * *
    Bron : - "De sprookjes van Grimm; volledige uitgave" vertaald door M.M. de Vries-Vogel.
               Unieboek BV - Van Holkema & Warendorf, Weesp, 1984.
               - www.beleven.org

    31-01-2011 om 00:11 geschreven door saagje

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:sprookjes
    » Reageer (14)


    Welkom bij saagje !
    Foto


    Laatste commentaren
  • Harden vol 1 (Rodolfo)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Cheap Jerseys From China (Anthony)
        op De mythe van Stinsterloo
  • Lieve groetjes vanwege DEWESTHOEK (Annie & Rogier)
        op De boer en de duivel
  • Hallo Saagje,heel mooie story, (paolo)
        op De boer en de duivel
  • Piepelou Saagje (Jeske)
        op De boer en de duivel
  • Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Kribbelboekboek
  • Fijne midweek toegewenst
  • Lieve midweekgroetjes blogmaatje
  • Het blijft hier stil
  • Een fijne Donderdag gewenst
  • Voor alle Papa's en Opa's een fijne vaderdag gewenst

    bedankt voor de trouwe bezoekjes
    saagje


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    E-mail mij


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 05/12-11/12 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 26/12-01/01 2012
  • 20/12-26/12 2010
  • 13/12-19/12 2010
  • 06/12-12/12 2010
  • 29/11-05/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 20/09-26/09 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 30/08-05/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 09/08-15/08 2010
  • 02/08-08/08 2010
  • 26/07-01/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 12/07-18/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 28/06-04/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 14/06-20/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2009
  • 14/12-20/12 2009
  • 07/12-13/12 2009
  • 30/11-06/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 16/11-22/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 26/10-01/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 12/10-18/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 31/08-06/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 22/06-28/06 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 01/06-07/06 2009

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Welkom bij
    Foto

    Foto


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!