Een man die 's nachts wakker werd, zei tegen zijn vrouw: "X, hier is een dwaallichtje. Ik ga het verlossen." De man ging naar beneden terwijl het dwaallichtje vóór hem de trap af ging. Bij de pomp heeft de man het dwaallichtje gedoopt. Wanneer het dwaallichtje verlost was, ging het lichtje uit. De persoon die het verloste, had dan recht op een plaatsje in de hemel.
Y, de broer van X, kwam 's avonds ook een dwaallichtje tegen, maar hij was niet slim genoeg om het te dopen. Het had maar een haar gescheeld, of Y zou verdronken zijn in de vijver waar het dwaallichtje hem naartoe had geleid.
regio : Borgloon verzamelaar - F. Beckers - |