X was een stroper. Toen hij op een nacht op strooptocht was, zag hij plots een haas in het licht van zijn lichtbak spelen. X laadde zijn geweer en schoot naar de haas. Het dier nam echter een aanloop, en sprong over de stroper zijn hoofd in het koren.
Even later kwamen er drie hazen, waarop hij ook probeerde te schieten. Ook die hazen sprongen echter over de man heen.
Enkele ogenblikken later kwamen er tientallen hazen aangelopen. De stroper wilde nog één keer zijn kans wagen en schoot.
Daarna wist de man niet wat hem overkwam: al die hazen begonnen over hem heen en weer te springen.
De moed zonk hem in de schoenen, hij gooide zijn geweer weg en rende zo snel hij kon naar huis. De volgende dag durfde X pas gaan kijken toen het licht was.
Zijn geweer lag nog op de plaats waar hij het had neergegooid, maar voor het overige was er niets merkwaardigs te zien.
Hij had verwacht dat het koren helemaal plat zou liggen door al die hazen, maar daar was helemaal niets van te merken.
regio : Hoepertingen verzamelaar - F. Beckers - |