In café de Helm op het Speelhof kwamen regelmatig vier mannen kaarten: de koster, de schepen, het wevertje, en de baas van de Helm.
Toen de schepen op een dag niet kwam opdagen, sprak het wevertje: "Hadden we maar een vierde man om te kaarten, zelfs al was het Jan de duivel."
Zijn woorden waren nog niet koud of er kwam een grote man met een zwarte baard binnen. Omdat de vreemde man altijd won, werd de koster achterdochtig.
Toen de koster zich bukte om een gevallen kaart op te rapen, zag hij dat de vreemde man paardenpoten had. De koster werd lijkbleek en riep verschrikt: "Heilige Maria!", waarop de vreemde antwoordde: "Tijdens het kaartspel mag die naam niet gebruikt worden", en hij stond recht en sprong door het raam naar buiten.
Het café stonk naar zwavel en pek, en al het voedsel en de drank waren bedorven.
Een bruine pater uit Holland heeft het café overlezen en alles met wijwater besprenkeld.
regio : Borgloon verzamelaar - F.Beckers - |