| 
    
        
            | Een heel stout jongetje (2/2) - Een Sinterklaasverhaal over een jongetje dat in de zak gaat -
 |  
            | Nu moet je weten dat Sint Nicolaas stoute kinderen nooit heel   lang in de zak laat zitten. Na een half uurtje of zo vindt hij het   wel genoeg, dan doet hij de zak open en laat de kinderen beter-  schap beloven, voor hij ze naar huis stuurt. En dikwijls geeft hij   ze dan nog een cadeautje ook. Maar toevallig was het jongetje   één van de laatste kinderen die hij had bezocht. En de volgende   dag ging hij terug naar Spanje, want hij had haast dit jaar.
 
 Pas toen ze weer thuis in Spanje waren, zei Sint Nicolaas tegen   zijn knecht: "Zeg, Piet, herinner ik me dat nou goed? Hadden wij   niet een heel stout jongetje in de zak gestopt?"
 
 "Ja, baas," zei Piet.
 
 "Maar hebben we dat jongetje ook weer uit die zak gehaald?"
 
 "Nee, baas, dat ben ik helemaal vergeten," zei Piet.
 
 "O, domme Piet, we laten kinderen toch nooit lang in zo'n zak   zitten." En Sint Nicolaas maakte haastig de zak open - en ja hoor,   daar lag het stoute jongetje... heerlijk te slapen.
 
 "Word eens wakker! En kom er maar gauw uit!" zei Sint Nicolaas.   Het jongetje werd wakker en zei: "Zijn we dan al in Spanje?
 O ja, ik voel het, het is hier veel warmer. En hangen hier de   sinaasappelen nu echt aan de bomen?" En het jongetje sprong de   zak uit en begon te dansen van plezier omdat hij in Spanje was.
 
 Sint Nicolaas ging op een stoel zitten, streek een keer of tien   door zijn baard en zuchtte: "Wat moeten we nu met zó'n jongetje   beginnen, Piet. Hoe moet je zó'n jongetje nu bestraffen. We   zullen hem maar gauw met een vliegtuig naar huis sturen."
 
 "O, nee, Sint Nicolaas!" riep het jongetje. "Mag ik alstublieft een   weekje blijven? Het is hier zo lekker warm en ik heb zo'n trek in   sinaasappelen!"
 
 "Zo'n stout jongetje als jij? O nee," zei Sint Nicolaas.
 
 "Dan zal ik heus en echt nóóit meer zo'n stout jongetje zijn. Wel   een beetje stout, een heel klein beetje stout, maar meer ook niet.   Ik beloof het."
 
 "Hum," zei Sint Nicolaas. "Tja, als je dat echt belooft... Vooruit   dan maar." Hij liet Zwarte Piet een telegram naar de vader en   moeder van het jongetje sturen en het jongetje mocht een hele   week bij Sint Nicolaas logeren en zijn witte schimmel verzorgen   en net zoveel sinaasappelen eten als hij maar lustte. En toen het   jongetje weer in Nederland terug was, werd hij werkelijk een   aardig, helemaal niet zo stout jongetje. En als de andere jongens   hem vroegen wat hij voor zijn Sinterklaas gekregen had, dan zei   hij: "Het mooiste cadeau dat je denken kunt. Ik heb een hele   week lang bij Sint Nicolaas zélf gelogeerd.
 Wat zeg je me daarvan?"
 
 * * * EINDE * * *
 |  
            | Bron : "Daar wordt aan de deur geklopt. Verhalen voor Sint Nicolaas, liedjes en recepten" door Ineke Verschuren. Uitgeverij Christofoor, Zeist, 2000. ISBN: 90-6238-734-9
 |  
 |