als alle wouden
worden geveld
alleen sprokkelhout
ons nog vertelt
hoe bomen vol groene weelde
leven geurden
de wind
verwijtend klaagt
hoe hij
in het ongerepte landschap
geen grenzen of bakens
meer vindt
slechts één schamele bloem
in een troostend aanschijn vertelt
dat niks meer is zoals weleer
dan sla ik de ogen neer
in mijn overleven
|