De werking van de nieren |
Nieren zijn bloedrijke organen die aan weerszijde van de wervelkolom, hoog in de buikholte, tegen de achterste buikwand aan liggen. Het zijn net filters waar het bloed langs stroomt. Het bloed stroomt via de nierslagaders in de nier. Een gedeelte van het bloed en een deel van de stoffen die daarin zijn opgelost, worden door de filter geperst en blijven in de nier achter. Het andere deel gaat via de nierader uit de nier. Het bloed wordt dus gefilterd. De nier vormt deze vloeistof om tot urine, die via de blaas het lichaam verlaat.

De functie van onze nieren
Een van de functies is het maken van urine waardoor het lichaam afvalstoffen en vocht kwijt raakt.
Een andere belangrijke functie is de regeling van de water- en zouthuishouding. Ons lichaam bestaat voor tweederde deel uit water. De hoeveelheid vocht moet constant zijn, niet te veel maar ook niet te weinig. Voor zouten geldt hetzelfde: ook dit gehalte moet binnen bepaalde grenzen vallen.
De nier zorgt ook voor het aanmaken van de hormonen Renine en Erytropoietine. Renine is van belang voor het regelen van de bloeddruk en Erytropoietine is een hormoon wat het aanmaken van rode bloedlichaampjes stimuleert.

Over referentiewaarden in bloed en urine bij normale nierfunctie* Afwijkingen van deze waarden kunnen op een verminderde nierfunctie wijzen. Deze tabel is een extract uit een algemene tabel die deel uitmaakt van een richtlijn m.b.t. labo-onderzoek en dient enkel ter informatie. Er kunnen bijgevolg geen rechten aan ontleend worden.
Albumine in stolbloed |
35 - 50 g/l |
Albumine in urine |
0 - 15 mg/l 0 - 25 mg/24 uur |
Alkalische fosfatase in stolbloed |
40 120 U/l |
Calcium in stolbloed |
2.25 2.75 mmol/l. |
Calcium in urine |
2.50 7.50 mmol/24 uur |
Fosfaat in stolbloed |
0.70 1.65mmol/l. |
Fosfaat in urine |
10 40 mmol/24 uur |
Kalium in stolbloed |
3,5 - 5,0 mmol/l |
Kalium in urine |
25 - 125 mmol/24h uur |
Kreatinine in stolbloed |
Mannen: 65 - 110 µmol/l. Vrouwen: 55 - 95 µmol/l. |
Kreatinine: in urine |
Mannen: 10 - 18 mmol/24 uur Vrouwen: 8 - 16 mmol/24 uur |
Kreatinineklaring in urine en stolbloed |
Mannen < 60 jaar : 90 140 ml/min Vrouwen < 60 jaar : 80 125 ml/min Mannen en vrouwen > 60 jaar : 50 100 ml/min |
Magnesium in stolbloed |
0.73 1.05 mmol/l. |
Natrium in urine |
65 325 mmol/24 uur |
Oxalaat (Oxaalzuur) in urine |
Mannen : 0,08 - 0,49 mmol/24 uur Vrouwen : 0,04 - 0,32 mmol/24 uur |
Ureum in stolbloed |
1 60 jaar: 2.5 7.0 mmol/l > 60 jaar: 2.9 7.5 mmol/l. |
Ureum in urine |
330 - 580 mmol/24 uur |
Ureumklaring in urine en stolbloed |
> 70% |
Urinezuur in stolbloed |
Mannen : 0,20 - 0,45 mmol/l Vrouwen : 0,14 - 0,35 mmol/l |
Urinezuur in urine |
1.2 4.0 mmol/24 uur |
Verschillende meeteenheden
Meeteenheden kunnen per laboratorium wel eens verschillen. Dit geeft aanleiding tot duidelijk afwijkende waarden. Ook kunnen, afhankelijk van het laboratorium, kleine afwijkingen binnen eenzelfde meeteenheid mogelijk zijn!
Voor het aanduiden van een bepaalde hoeveelheid of ratio (hoeveelheid per tijdseenheid) gebruikt men de aanduidingen mmol/l of mg/l.
Er bestaan twee methoden om concentraties te beschrijven: door bepaling van het gewicht, of door telling van de molen. Het gewicht telt men in grammen, moleculair telt men de molen (voor wie het echt wil weten, een mol bevat 6.23 * 1023 moleculen. Meer hierover kan men vinden in de cursus scheikunde.) In beide gevallen is de eenheid uitgedrukt in milli, micro of andere voorvoegsels, en steeds "per" een bepaald volume. Meestal is dit liter of dm³. (Wat uiteraard hetzelfde is!) Dit betekent dat de conversie (omzettings-) factor afhangt van het moleculaire gewicht van de substantie in kwestie.
mmol/l is een SI-eenheid en betekend millimol per liter. Het is de wereld standaardeenheid voor het bepalen van o.a. kreatinine in urine en bloed. Nochtans gebruiken nog en aantal laboratoria de mg/dl aanduiding als meeteenheid.
mg/dl is de traditionele eenheid om, onder andere, kreatinine in bloed of urine te bepalen. Het gebruik van deze eenheid wordt echter langzaam teruggedrongen in het voordeel van de SI - eenheid. Ondertussen kan, door het gebruik van beide systemen, wel enige verwarring ontstaan, en is voor de duidelijkheid soms de omzetting van uit de traditionele aanduiding naar de SI - aanduiding gewenst.
Conversie
Om bepaalde waarden van het ene systeem om te zetten naar een ander systeem moet men met coëfficiënten te werk gaan. Zo ook hier.
Om mg/dl kreatinine om te zetten in µmol/l moet men de gegeven waarde µmol (micromol) vermenigvuldigen met factor 88
Om µmol kreatinine om te zetten naar mg/dl. moet men de gegeven waarde delen door factor 88
Deze factoren zijn specifiek voor kreatinine, omdat zij afhangen van het soortelijk gewicht van een molecule van deze stof.
Het spreekt voor zich dat bij andere substanties in de conversie ook een ander coëfficiënten moet worden verrekent. Al deze factoren hier op te sommen zou ons buiten het bestek van deze site leiden.
* h.a.s. 2003 | |
Brochures en Folders De NVN brengt diverse folders, brochures en boekjes uit. Ben je geïnteresseerd? Klik dan hier | |