'Het had ook mijn zoontje kunnen zijn'
Door Edine Wijnands en Cyril Rosman
Vrijdag 1 december 2006, HOOGERHEIDE - "Er is iets ergs gebeurd in groep vijf. Dat is wat we hoorden. Met een paar ouders stonden we tussen de middag te wachten op onze kinderen. Groep vijf, de groep van mijn zoontje. Een paar vreselijke minuten dacht ik dat hij het was, dat hij dood was." Nicole, moeder van een klasgenoot van de gedode Jesse, trilt nog na als ze denkt aan die verschrikkelijke minuten van onzekerheid. Aan de kinderen die kort nahet drama één voor één vanuit de school naar buiten stapten. Geen enkele leerling van groep vijf. Die werden nog even binnen gehouden." Eindelijk mochten we de school in en zag ik met veel andere ouders onze kinderen ongedeerd terug. Toen hoorden we wat er was gebeurd. Dat Jesse dood is. Omgebracht, dood gemaakt, gewoon op school." . Heel beangstigend vindt Nicole het. Het lijkt er op dat die man er zomaar een kind heeft uitgepikt. Eentje die toevallig langskwam. Het had dus ook mijn zoontje kunnen zijn. Waarom niet?" Mijn zoontje is heel erg van slag. Hij heeft huilbuien en snapt niet wat er is gebeurd. Gelukkig heeft hij niets gezien. Maar dan nog. Ik houd mijn hart vast voor vanavond, als hij in bed ligt en gaat piekeren." Een geruststelling is het dat er een verdachte is opgepakt, vindt ze. Toch vreest ze dat het nog heel lang duurt voor zij, haar zoon en andere betrokkenen een beetje over de schrik heen zijn. Want het gevoel van veiligheid in het dorp is flink aangetast.
|