De zesde rit was er één in de bergen. Het peloton moest over een berg van 1ste, 3de en tenslotte 2de categorie, maar de aankomst lag niet bergop. Van begin af aan probeerden renners een vlucht op touw te zetten, zelfs Bettini (QuickStep) die het later in de etappe nog lastig zou krijgen door kniepijn. 5 anderen raakten wel weg: Pinotti (T-Mobile), Kern (Crédit Agricole), Contrini (Tinkoff), Laverde (Panaria) en Schwab (QuickStep). Het vijftal reed steeds verder weg doordat het peloton liet begaan en besloot er een collectieve berguitstap van te maken op een relatief rustig tempo. Dit betekende dat de leiderspositie van Di Luca (Liquigas) in het gedrang kwam, maar misschien komt dit hem wel goed uit. Terug naar de koplopers dan. Op de slotklim bleken Laverde en Pinotti de sterkste te zijn en reden samen naar de streep. Een sprint, zou je dan denken, maar die kwam er niet. Pinotti was al zeer blij met het binnenrijven van de roze trui waarop hij de ritzege cadeau gaf aan Laverde. Pinotti is na Gasparotto en Di Luca al de derde roze-trui-drager en meteen ook de derde Italiaan. De pelotonsspurt werd gewonnen door Petacchi (Milram). Hierdoor behaalde hij echter niet de zesde plaats, want op de slotklim was Baliani (Panaria), die in eigen streek reed, ontsnapt.
Na 15 km wedstrijd kozen Buffaz (Cofidis) en Ignatiev (Tinkoff) het hazenpad. Het peloton volgde steeds op een overbrugbare afstand. Buffaz kon Ignatiev op een gegeven moment niet meer volgen. Aan de solo van Ignatiev kwam pas een einde op 20 km van de streep. Dit was het begin van enkele aanvalspogingen. Zo probeerden Voeckler (Bouygues Télécom) en even later ook Sella (Panaria) het peloton te verschalken. Een massasprint kon echter niet ontlopen worden. De finishlijn lag zeer ongelukkig, namelijk vlak na een bocht. Dit zorgde ervoor dat de sprint eerder chaotisch verliep met duw- en trekwerk. Förster (Gerolsteiner) kwam er als eerste uit voor Hushovd (Crédit Agricole) en Petacchi (Milram).
Op 60 km van de aankomst reden Ignatiev (Tinkoff) en Visconti (QuickStep) weg van hun drie medevluchters. Ze waren er aan voor de moeite op 4 km van het einde. Er volgden vervolgens nog twee demarrages, één van Tosatto (QuickStep) en één van Roche (Crédit Agricole). Dit mocht echter niet baten, de tweede opeenvolgende massaspurt was een feit. Alweer was er een val waar ondermeer Hushovd (Crédit Agricole) bij betrokken was. Er volgde een ontregelde sprint vanwege de late uitvallen, maar het was toch spurtbom Petacchi (Milram) die zijn 20ste Girorit ooit won.Na afloop was hij zeer geëmotioneerd, vorig jaar had hij nmelijk met een zware knieblessure af te rekenen. Ten gevolge van de val wisselt de roze trui alweer van eigenaar, dit keer is het opnieuw de beurt aan Gasparotto (Liquigas). Disndag is er de eerste van twee rustdagen.
Na veel blessureleed lijkt Petacchi opnieuw de oude
Gasparotto is voor de tweede keer in het roze gehuld
Net als gisteren speelde de etappe zich af op Sardinië. Vijf renners kleurden de rit: Frédéric Bessy (Cofidis), Pavel Brutt (Tinkoff), Mauro Facci (QuickStep), Arnaud Labbe (Bouygues Télécom) en Simone Masciarelli (Acqua e Sapone). De eerste die het moeilijk kreeg was Labbe en even later kon ook Masciarelli het tempo niet meer aan. Brutt was degene die het het langste volhield en pas op 7,5 km van de aankomst gegrepen werd. Het peloton stevende af op een sprint. Vlak voor het ingaan van de laatste kilometer kwamen nog enkele renners ten val. Dat kon de sprinters echter niet deren, zij gingen voluit voor ritwinst. Robbie McEwen (Predictor-Lotto) was de sterkste en won zijn 12de Girorit ooit. Paolo Bettini (QuickStep) en Alessandro Petacchi (Milram) finishten respectievelijk als tweede en derde. De roze trui verandert van schouders. Enrico Gasparotto (Liquigas) was namelijk betrokken bij de val waardoor zijn ploegmaat Danilo Di Luca de leiderstrui overneemt.
Vandaag is op Sardinië de Giro d'Italia uit de startblokken geschoten. De eerste opdracht was een ploegentijdrit van 25,650 km. Hoewel het nog maar de het begin van een loodzware ronde was, was het parcours van de tijdrit al zeer geaccidenteerd. De renners moesten klimmen, dalen en heel wat bochten nemen. Vooral een bocht in de dalende strook naar de laatste kilometer zorgde voor problemen. Zo ging onder andere Yaroslav Popovitsj (Discovery Channel) tegen de grond, hij sprong echter snel weer de fiets op. Aan de finish telde de tijd van de vijfde renner, nochtans was met een kwintet tot aan de meet raken geen sinecure.
De ploeg die de tijdrit het snelst aflegde was Liquigas. Danilo Di Luca is kopman van dit team en was dan ook uitermate ontevreden toen niet hij, maar Enrico Gasparotto als eerste over de streep reed en zo de roze leiderstrui mag aantrekken. Daar zal deze avond ongetwijfeld nog over nagekaart worden.
In 2005 behaalde Di Luca een vierde plaats in het eindklassement van de Giro. Ook dit jaar wil hij voluit voor dat klassement gaan. Hij heeft na vandaag al enige voorsprong op zijn concurrenten Paolo Savoldelli (Astana), Damiano Cunego (Lampre) en Gilberto Simoni (Saunier Duval). Anderen die getipt worden als kanshebber voor de eindzege, of een dichte ereplaats, zijn Ricardo Ricco (Saunier Duval), Yaroslav Popovych (Discovery Channel) en Franco Pellizotti (Liquigas). De vraag is echter of Ricco voluit mag gaan aangezien hij ploegmaat is van Simoni. In 2004 won Cunego de Giro hoewel hij eigenlijk Simoni aan de overwinning had moeten helpen. Dit nam Simoni hem niet in dank af. En wat Popovych betreft is het afwachten of hij geen blessure overhoudt aan zijn val in de ploegentijdrit.
Er nemen zes Belgen aan deze Giro deel: Mario Aerts (Predictor-Lotto), Axel Merckx (T-Mobile), Jurgen Vandenbroeck (Predictor-Lotto), Jurgen Van De Walle (QuickStep), Jurgen Van Goolen (Discovery Channel) en Wim Vanhuffel (Predictor-Lotto). QuickStep werd vandaag elfde op 1'26" en Predictor-Lotto twaalfde op 1'28" van Liquigas.
De eerste renners die een succesvolle vlucht op touw konden zetten waren de Belgen Stubbe (Chocolade Jacques) en Ingels (Predictor-Lotto) samen met Bonnaire (Bouygues Télécom), Rooijakkers (Skil-Shimano) en Musiol (Unibet). Hun maximale voorsprong bedroeg acht en een halve minuut. Toen deze voorsprong met de helft gedaald was, werd Ingels ingelopen door het peloton.
Toen Voigt (CSC), Righi (Lampre) en Wesemann (Wiesenhof) zich roerden, liepen ze de vier koplopers in. Enkel Rooijakkers kon nog even aanklampen. Uiteindelijk zou alles opnieuw samenlopen. Fränck Schleck (CSC), de winnaar van vorig jaar was ondertussen gevallen, maar was weer op de fiets gesprongen. Dankzij de volgwagen van CSC kon hij een spectaculaire terugkeer maken en zou hij uiteindelijk nog negende worden.
Enkele schermutselingen achterwege gelaten, gebeurde er niets in het peloton tot op de Eyserbosweg op 21 km van de aankomst. Bettini (QuickStep), Boogerd (Rabobank), Kessler (Astana), Schumacher en Rebellin (Gerolsteiner) vormden een kopgroep. Even later sloten Wegmann (Gerolsteiner), Di Luca (Liquigas) en Valverde (Caisse d'Epargne) aan.
Bij het ingaan van de laatste twee kilometer demarreerde Schumacher. Hij verzwakte niet op de laatste beklimming van de Cauberg en won voor zijn ploegmaat Rebellin. Boogerd, die zijn laatste Amstel Gold Race reed, finishte als vijfde.
Schumacher schreef de Amstel Gold Race op zijn naam.
Boogerd reed zijn laatste Gold Race
Het podium: Schumacher (m) op 1 voor Rebellin (r) en Di Luca (l)
Een week na de Ronde van Vlaanderen stond voor de klassieke renners alweer een topkoers op de agenda: Parijs-Roubaix. Boonen, Hoste, Balllan en Cancellara werden opnieuw als favoriet bestempeld. Benieuwd waartoe ze in staat waren bij deze zomerse temperaturen en al dat stof.
Na een veertigtal kilometer reed een omvangrijke groep van iets meer dan 30 op kop. Onder hen vier Belgen: Willems (Liquigas), Van Impe (QuickStep), Van Avermaet en Steels (Predictor-Lotto). Andere mannen waren O'Grady (CSC), Franzoi (Lampre), Petito (Liquigas) en Hammond (T-Mobile). Ook Ralf Grabsch (Milram) maakte deel uit van deze kopgroep, maar koos op 120 km van Roubaix het hazenpad. Later, wanneer de kopgroep al een flink stuk uitgedund was, zou Grabsch bijgehaald worden.
Op Trouée d'Arenberg fietste Boonen (QuickStep) op kop samen met Michaëlsen (CSC) die zijn laatste wedstrijd aan het afhaspelen was. Even leek het erop dat een groepje met favorieten een kloofje kon slaan, maar langzaamaan kwamen uit de achtergrond meer en meer renners terug. Vooral de jongens van Predictor-Lotto maakten door hun talrijke aanwezigheid en inzet veel indruk.
Vooraan ontstond een koptrio met Van Impe (QuickStep), Pollack (Wiesenhof) en Kopp (Gerolsteiner). Michaëlsen (CSC), Leukemans (Predictor-Lotto), Rosseler (QuickStep) en Flecha (Rabobank) reden weg uit de groep met favorieten, zonder Ballan (Lampre), tot bij Petito (Liquigas), Franzoi (Lampre), Breschel (CSC) en Grabsch (Milram). Rosseler moest echter de rol lossen.
Wesemann (Wiesenhof) en O'Grady (CSC), die eerder uit de kopgroep was verdwenen door een lekke band, traden in het offensief en haalden de kopgroep in. Ondertussen waren Van Impe, Pollack en Kopp er al aan voor de moeite. O'Grady was de volgende om te demarreren. Ze zouden hem nooit meer terugzien.
Achter O'Grady bevonden zich Flecha, Petito, Wesemann en Leukemans op iets minder dan een minuut. Op anderhalve minuut volgden Boonen, Burghardt (T-Mobile), Hoste (Predictor-Lotto) en Scheirlinckx (Cofidis). Topfavoriet Cancellara (CSC) was al enige tijd niet meer te bespeuren. Boonen versnelde en raakte tot bij Franzoi en Hammond. Achteraf zou blijken dat Hoste toen ten val was gekomen en daardoor zijn kansen niet meer kon verdedigen.
Hoe dan ook reed O'Grady als eerste de velodroom van Roubaix op toegejuicht door het publiek. Flecha finishte als tweede voor Wesemann. Onze landgenoot Leukemans werd knap vierde.
Jan Ullrich bracht zijn jeugd door in het Duitse Rostock, DDR. Hij groeide er op bij zijn moeder en twee boers Stefan en Thomas. Op zijn dertiende besloot Ullrich naar een sportschool te gaan.
In 1993 bleek dat de Spartaanse trainingen hun vruchten hadden afgeworpen, want Ullrich werd wereldkampioen bij de amateurs in Oslo, Noorwegen. Hier hoort nog een kleine opmerking bij. Datzelfde jaar won niemand minder dan Lance Armstrong het WK bij de profs. Later zouden de paden van deze twee renners vaak kruisen op de Franse wegen. Ullrichs eerste profcontract werd getekend in 1995 en dat was bij het Duitse Telekom. Het volgende jaar mocht hij al aantreden in de Tour de France en wat bleek, ondanks alle hulp die hij bood aan zijn ploegmaat Bjarne Riis werd hij zelf nog knap tweede op amper 141 van de Deen. Onmiddellijk werd Ullrich uitgeroepen tot hét Duitse talent.
In 1997 loste hij alle verwachtingen meer dan in door op het hoogste schavotje te staan in Parijs. Hoewel vanDer Jan, gezien zijn jonge leeftijd, voorspeld werd dat hij het record van Anquetil, Merckx, Hinault en Indurain zou breken zou Ullrich nooit meer La Grande Boucle op zijn naam schrijven. Dit wil echter niet zeggen dat hij er geen mooie prestaties neerzette. Tijdens de betreurde Festinatour eindigde Ullrich 2de na Pantani. Het was op Les Deux Alpes dat Ullrich zijn kansen op de overwinning verspeelde. In 1999 deed de Duister niet mee vanwege knieproblemen. De twee jaren daarop stond hij er echter opnieuw en was tweemaal tweede. 2002 was voor Ullrich en zijn fans een jaar om vlug te vergeten: door knieproblemen was zijn seizoen naar de knoppen, hij reed een fietsstalling in de prak en testte op de koop toe positief tijdens een dopingcontrole. Ullrich bleef steeds volhouden dat hij nooit doping had genomen, maar dat het kwam door het nemen van xtc.
Toch werd Ullrich zes maanden geschorst en aan de deur gezet bij Telekom. Maar geen nood, het nieuwe Team Coast sloot Ullrich in de armen. Deze ploeg kende echter allerlei financiële problemen en viel uit elkaar voor de start van de Tour. In allerijl stampte Rudy Pevenage, Ullrichs beschermheer, Bianchi uit de grond waardoor Ullrich opnieuw een gooi kon doen naar een eindoverwinning in de Tour de France. Alweer eindigde Ullrich als tweede, waardoor de nieuwe Poulidor leek opgestaan. Nochtans had Ullrich tijdens de beklimming naar Luz Ardiden de kans om Armstrong op achterstand te rijden nadat die een toeschouwer had geraakt. Ullrich wachtte zijn rivaal echter op waarvoor hij later dat jaar de prijs voor Fair Play zou krijgen.Ullrich strandde dat jaar op slechts 101 van de Amerikaan.
In 2004 en 2005 keerde hij terug, ditmaal reed hij voor T-Mobile. Pevenage daarentegen bleef persona non grata bij de Duitsers en mocht Ullrich enkel buiten de wedstrijden begeleiden en stond dan ook op zijn loonlijst. 2004 was voor Ullrich zijn slechtste deelname ooit aan de Tour, hij werd pas vierde. Het jaar daarop deed T-Mobile enige toegevingen aan Pevenage die Ullrich nu opnieuw vanuit de volgwagen mocht sturen. Dit keer stond Ullrich als derde op het Parijse podium.
Ulle nam dus acht keer deel aan de grootste en belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar, won ze één keer en zijn slechtste einduitslag was een vierde plaats. Hij werd twee keer vijfde waarvan drie keer na Armstrong. In de loop der jaren won Ullrich 7 etappes in de Tour.
Voor ik terugblik op 2006 wil ik nog even de aandacht vestigen op andere prestaties van Jan Ullrich. Zowel in 1997 als 2001 was Ullrich Duits kampioen op de weg, in 1995 was hij de beste Duitse tijdrijder. Laat het duidelijk zijn dat tijdrijden een kolfje naar de hand van Ulle was, zo won hij het WK tijdrijden in 1999 en 2001. Hoewel Ullrich in 99 knieproblemen had gekend redde hij zijn seizoen in het najaar door ook nog de Vuelta te winnen. Op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney was Ullrich de beste in de wegrit. 2004 betekende voor Ullrich het slechtste resultaat ooit in de Tour, maar hij schreef wel de Ronde van Zwitserland op zijn naam, waarschijnlijk was hij dat jaar iets te vroeg in vorm.
2006 dus: tijdens de Giro was Ullrich de beste in de tijdrit. Het was echter ook in die periode dat er voor het eerste sprake was van de zaak Fuentes. Toen werd al gesuggereerd dat Ullrich één van de klanten was van dopingdokter Fuentes. In juniwon Ullrich de Ronde van Zwitserland voor de tweede keer in zijn carrière. Hij leek op weg een mooie Tour te rijden, want hij zag er scherp uit. Vlak voor de start van de Tour brak de Operación Puerto, een andere naam voor de zaak Fuentes, pas echt uit. Heel wat toppers mochten niet van start gaan waaronder ook Ullrich. Vervolgens werd hij ontslagen bij T-Mobile.
Ullrich bleef steeds zijn onschuld uitschreeuwen, maar kondigde op 26 februari toch het einde van zijn loopbaan aan. Hij zou als pr-man en raadgever aan de slag gaan bij de Oostenrijkse continentale ploeg Team Volksbank. Begin april werd dan bevestigd door het parket van Bonn dat er in het kabinet van Fuentes zakjes gevonden zijn met bloed van Ullrich. Team Volksbank heeft de contacten met Ullrich nu even stilgelegd. T-Mobile, de voormalige werkgever van Ullrich, reageerde niet verrast op dit nieuws. Ondertussen blijven Ullrich en zijn entourage alles ontkennen. Volgens zijn advocaten betekent de aanwezigheid van het bloed van hun cliënt bij Fuentes niet dat hij zich ook gedopeerd heeft.
Palmares
1993
WK op de weg bij de amateurs
1995
Duits kampioen tijdrijden
GP Freiburg
1996
2de Duits kampioenschap op de weg
1 ritzege in Tour
2de in Tour
1997
3de in Ronde van Zwitserland
Duits kampioen op de weg
2 ritzeges in Tour
1ste in Tour
HEW Cyclassics Hamburg
3de in Ronde van Nederland
2de in kampioenschap van Zürich
1998
2de Duits kampioenschap op de weg
3 ritzeges in Tour
2de in Tour
1999
2 ritzeges in Vuelta
1ste in Vuelta
WK tijdrijden
2000
5de in Ronde van Zwitserland
2de in Tour
2de in kampioenschap van Zürich
olympisch kampioen op de weg
2de olympische tijdrit
2001
Duits kampioen op de weg
2de in Tour
2de in kampioenschap van Zürich
WK tijdrijden
Ronde van Emilië
2003
7de in Ronde van Zwitserland
1 ritzege in Tour
2de in Tour
2de in kampioenschap van Zürich
2004
1ste in Ronde van Zwitserland
4de in Tour
2005
3de in Ronde van Zwitserland
3de in Tour
2006
1 ritzege in Giro
1 ritzege in Ronde van Zwitserland
1ste in Ronde van Zwitserland
Jan in beeld
Ullrich wint het WK bij de amateurs in 93
Ullrich wordt tweede in de Tour van 1996 na Riis (m) en voor Virenque (l)
Ullrich wint de Tour in 1997 voor Virenque (l) en Pantani (r)
Na de eindzege in de Vuelta 99 won Ullrich ook het WK tijdrijden
Tour 2001: mijn hart stond stil, maar Der Jan reed verder
Ook toen stond mijn hart stil
2001: voor de tweede keer wereldkampioen tijdrijden
In 2003 rijdt Ullrich een prachtige Tour en wint een rit
Armstrong valt en Ullrich wacht
In 2005 wordt Ullrich derde in zijn laatste Tour
De Toren van Pisa hangt scheef, maar Ullrich blijft recht in de tijdrit
Ullrich wint de Ronde van Zwitserland 2006 en lijkt klaar voor de Tour
Ullrich mag niet starten in de Tour 2006
Ullrich kondigt op 26 februari 2007 zijn afscheid aan
Meer dan 15.000 mensen waren er deze ochtend aanwezig op de Grote Markt van Brugge. Neen, het waren geen solden, maar wel was daar de start van de 91ste Ronde van Vlaanderen. Het peloton begon er aan een tocht van 259 km tussen Brugge en Meerbeke. Onderweg lagen 18 hellingen en heel wat kasseistroken waaronder de alom bekende Paddestraat in Velzeke en de kasseien van de Haaghoek. Boonen (QuickStep) kon voor de derde opeenvolgende keer deze klassieker op zijn naam schrijven, nochtans werd zware concurrentie voorspeld van de Belgen Hoste (Predictor-Lotto) en Stijn Devolder (Discovery Channel), de Italianen Ballan (Ballan) en Pozzato (Liquigas), de Zwitser Cancellara (CSC) en de Spanjaarden Freire en Flecha (beiden Rabobank). Pasen zou in ieder geval een hoogtepunt worden en indien een Belg zou zegevieren zouden op heel wat plaatsen de klokken luiden.
Van bij de start ging het er woelig aan toe. Belgisch kampioen Eeckhout (Chocolade Jacques) was de eerste aanvaller van de dag, hij raakte echter niet weg. Er volgden nog wat schermutselingen totdat deze zeven een kloof sloegen: Boucher (Landbouwkrediet), Franzoi (Lampre-Fondital), Garcia Acosta (Caisse d'Epargne), Kuschynski (Liquigas), Mangel (AG2R), Tjallingii (Skil-Shimano) en Verbist (Chocolade Jacques). Hun voorsprong liep op tot bijna 14 minuten.
In deze Ronde regende het valpartijen. Boonen was één van de eerste slachtoffers. Hoewel men bij QuickStep liet uitschijnen dat de schade beperkt was gebleven, bleek hij er gedurende de wedstrijd toch last van te hebben. Zabel (Milram) en ondermeer ook Quinziato (Liquigas) waren betrokken bij een val vlak voor de Oude Kwaremont. Voor hen was het over en uit.
Op die Oude Kwaremont was het enkel Burghardt (T-Mobile) die zich liet opmerken door zich aan de kop van het peloton te zetten, maar op grootse dingen was het nog wachten geblazen zo bleek. Het was dan natuurlijk nog bijna 80 km tot aan de meet. De volgende helling die bedwongen diende te worden was de Paterberg, net voor dit cruciale moment reed Steegmans (QuickStep) lek. Paniek alom. Toch zou hij later nog terugkeren en hoe. Coyot (Unibet) besloot te demarreren op de Steenbeekdries. Op de volgende helling, de Taaienberg, was de Fransman er al aan voor de moeite. Van Petegem (QuickStep) bevond zich toen achteraan het peloton, maar ook hij zou terug komen aansluiten.
In de aanloop naar de Eikenberg demarreerden Hulsmans (QuickStep) en Van Summeren (Predictor-Lotto). In de achtergrond was er alweer een valpartij, ditmaal was Paolini (Liquigas) er bij betrokken. Na technische assistentie kon hij weer naar het peloton toe rijden. Er was op dat moment inderdaad nog sprake van een echt peloton, want door de passieve wedstrijd en het mooie weer hadden slechts weinigen moeten afhaken. Het leek bijna alsof alle favorieten met Boonen naar de finish zouden rijden om zichzelf genadeloos te laten afmaken.
Daar dacht Cancellara dan toch anders over. Op de Eikenberg plaatste hij een aanval. O'Grady (CSC) en nota bene Van Petegem en Steegmans sloten zich bij de Zwitser aan. Vlak voor de Leberg vatten ze alweer post in het nog steeds omvangrijke peloton. Steegmans bleef echter niet bij de pakken zitten en samen met O'Grady probeerde hij opnieuw een vlucht op touw te zetten. Hoste, Boogerd (Rabobank) en Bennati (Lampre) deden mee. Dit groepje reed tot bij Hulsmans en Van Summeren. Het viertal Bettini (QuickStep), Kroon (CSC), Vansevenant (Predictor-Lotto) en Gilbert (La Française des Jeux) sloten aan tussen de Berendries en Valkenberg. Ploegmaats Devolder en Vaitkus (Discovery Channel) voerden daar de forcing waardoor de groep met Bettini ingehaald werd. Vrijwel onmiddellijk demarreerde Cancellara. Hij kreeg gauw het gezelschap van Steegmans. Voor Vansevenant en Devolder die hun wagonnetje probeerden aan te haken lag het tempo dat Cancellara aanvoerde te hoog.
Steegmans kon wel volgen en de twee reden tot bij de kopgroep. Jawel, de zeven hadden nog steeds stand gehouden. Voor Garcia Acosta werd het dan echter toch net iets te zwaar en hij loste. Het kopwerk moest Cancellara vrijwel de hele tijd voor zijn rekening nemen. Steegmans' beurten waren zeldzaam, kort en minder krachtig. Naar eigen zeggen had hij voordien al heel wat krachten verspild.
Vlak voor de Muur van Geraardsbergen, op 18 km van Meerbeke was er een hergroepering. Met een aanzienlijke groep werd aan de beklimming begonnen. Boonen opende de debatten op de Muur, maar hij werd overvleugeld door een sterke Ballan. Enkel Hoste kon vlak na de top van de Kapelmuur aanpikken bij de Italiaan. In de achtergrond probeerde Pozzato er nog naartoe te rijden en even later deed ook Scheirlinckx (Cofidis) dat. Hij had tijdens de wedstrijd nochtans zijn portie pech gehad. Vaitkus en Kroon zouden uiteindelijk nog het dichts bij het kopduo naderen, maar tevergeefs. In de slotkilometer bleef Hoste in laatste positie. Hij zette de sprint in en het leek alsof het binnen was totdat hij in de laatste meters compleet stilviel en Ballan een droom waarmaakte. De klokken zouden niet luiden in Vlaanderen.
Ballan demarreert op de Muur
Enkel Hoste kan volgen
Hoste lijkt het te halen
Ballan springt er nog over en Hoste is voor de derde keer tweede
De proloog, 7,9 km lang, vindt dit jaar plaats in hartje Londen. Het startpodium is opgesteld aan de oevers van de Thames nabij Whitehall. Deze straat dankt haar naam aan het Palace of Whitehall dat tussen 1530 en 1698 dienst deed als woonst voor de Engelse koninklijke familie. In 1698 werd het gebouw bijna volledig verwoest door een brand. Onder meer de poort van het paleis werd gespaard. De poort geeft nu uit op de Horse Guards Parade waar de Britse koningin op haar verjaardag de troepen aanschouwt (Trooping the Colour). Whitehall is voornamelijk het regeringscentrum, zo zijn het Ministerie van Defensie en het Departement van Buitenlandse Zaken er gevestigd. Vlak voor het ingaan van Parliament Street zullen de renners trouwens ook Downing Street passeren, zoals geweten woont de Britse premier in nummer 10. Op dit moment is dat Gordon Brown die nog maar pas zijn partijgenoot Tony Blair heeft opgevolgd.
Aan het einde van Parliament Street staat de Big Ben. Deze beroemde klokkentoren is 96,3 m hoog. Big Ben was eerst de naam voor de grootste klok, maar geleidelijk aan werd het gebruikt om te refereren naar de hele toren. Na een brand in 1834 waarbij het Palace of Westminster oftewel de Houses of Parliament verwoest werden, startte men met de bouw van de klokkentoren. Ook de House of Lords en House of Commons bouwde men opnieuw op. Tot op de dag van vandaag zetelen deze twee huizen nog steeds hier.
Vervolgens rijden de renners Victoria Street in met aan de linkerkant Westminster Abbey. Hier vindt de kroning plaats van Britse monarchen en het is ook de begraafplaats van vele Engelse gekroonde hoofden.
Het parcours loopt verder langs Buckingham Hall, vlakbij het paleis van koningin Elizabeth II.
Daarna volgt Constitution Hill, een verbinding tussen The Mall en Hyde Park voor Buckingham Palace. Hoewel de naam anders aangeeft is dit stuk zogoed als vlak. Het was het decor van enkele dramatische gebeurtenissen in de eerste helft van de 19de eeuw. Zo waren er drie moordpogingen op koningin Victoria en een val van Robert Peel. Deze voormalige eerste minister werd van zijn paard gegooid, raakte gewond en stierf enkele dagen later.
Het parcours loopt door in Hyde Park op de South Carriage Drive waarna wordt rechts wordt afgeslaan naar de Exhibition Road en West Carriage Drive. Opnieuw is er een bocht naar rechts tot op Serpentine Road. Via deze weg verlaten de renners Hyde Park om opnieuw over Constitution Hill te rijden richting The Mall.
Bij het begin van The Mall staat een monument ter ere van koningin Victoria. Deze weg werd aangelegd op het einde van de 19de eeuw en het begin van de 20ste. Het was de bedoeling dat deze laan zou aangewend worden tijdens officiële ceremonies. Maar het zou ook bedoeld zijn als vluchtweg voor de koninklijke familie en hoge leden van de regering in geval van nood. Op deze weg ligt de eindstreep van de proloog van deze 94ste Tour de France.
Drie renners die alvast alles op alles zullen zetten in de proloog zijn David Millar (Saunier Duval), Bradley Wiggins (Cofidis) en Mark Cavendish (T-Mobile). Zij zullen in hun thuisland maar al te graag de overwinning én de gele trui behalen. Ze moeten dan wel afrekenen met Fabian Cancellara (CSC) die vorig weekend Zwitsers kampioen tijdrijden werd.
Lange tijd reden drie renners voorop: Petito (Liquigas), Veikkanen (La Française des Jeux) en Kolesnikov (Unibet). In de loop van de wedstrijd kwamen Aggiano (Tinkoff), Hansen (T-Mobile), Van den Broeck (Predictor-Lotto), Roche en Charteau (Crédit Agricole) en Moerenhout (Rabobank) daar bij. Aangezien er plaatselijke ronden waren, moesten de renners verscheidene keren over de Bruineput, Lindenberg en Alsemberg waardoor velen het op den duur moeilijk kregen en bij de laatste tocht over de Bruineput waren alle koplopers ingelopen. De ultieme finale kon beginnen. Deze mannen sloegen een kloof: Kirchen (T-Mobile), Freire en Boogerd (Rabobank), Gasparotto (Liquigas), Kroon (CSC) en de Belgen Nuyens (Cofidis) en Leukemans (Predictor-Lotto). Op de Lindenberg besloot Leukemans te demarreren, maar Boogerd reed, in dienst van Freire, de ziel uit zijn lijf en haalde onze landgenoot in. Dan was het één langgerekte spurt tot aan de finish. Deze werd gewonnen door Freire en die schreef zo voor de derde keer op rij de Brabantse Pijl bij op zijn ondertussen indrukwekkend palmares.
Behalve enkele aanvalspogingen viel er heel weinig te beleven tot op iets meer dan 70 km van de aankomst in Harelbeke. Op de Boigneberg was het Marcel Sieberg (Milram) die in het offensief trad. Niemand reageerde, maar beetje bij beetje verloor de Duitser zijn voorsprong.
Op de Stationsberg opende Stijn Devolder (Discovery Channel) de debatten. Enkel Gilbert (La Française des Jeux) en Quinziato (Liquigas) volgden. Na de beklimming van de Taaienberg kregen ze het gezelschap van Boonen (QuickStep) en Burghardt (T-Mobile). Vanuit een achtervolgende groep besloot Cancellara (CSC) zijn tijdrijderscapaciteiten ten toon te spreiden en reed tot bij de koplopers. Even later kreeg ook zijn ploegmaat O'Grady dat idee. Zonder hulp bleek hij de kloof niet te kunnen overbruggen, waardoor Cancellara zich even liet uitzakken om zijn ploegmaat hulp te bieden.
Na de Paterberg werd de kopgroep noch vervoegd door Paolo Bettini (QuickStep) en Oscar Freire (Rabobank). Op de Côte de Trieu besloot Bettini een versnelling te plaatsen, maar hij kende jammer genoeg technische problemen. Boonen, Burghardt, Cancellara en Quinziato reden met z'n vieren de finale in.
In de laatste kilometer waren er schamele demarrages van Quinziato en Burghardt, maar een spurt kon niet ontlopen worden. Ondanks krampen in de finale, was Boonen toch de sterkste. Een verrassende Cancellara werd tweede.
Boonen was de sterkste
Het podium: Cancellara (l), Boonen (m) en Burghardt (r)
Na de start in Milaan vloog het peloton er dadelijk in. Het eerste wedstrijduur werd afgelegd aan meer dan 46km/h. Er waren heel wat ontsnappingspogingen, waaronder ook één van Petacchi (Milram). Hij sloot zich aan bij een 16-koppige groep. Maar de enige demarrage die positief uitdraaide was die van deze zes: De Kort (Astana), Traficante (Team LPR), Sella (Panaria), Hernandez (Euskaltel), Brutt (Tinkoff) en Kunitski (Aqua e Sapone). Zij konden een geruststellende voorsprong bij elkaar fietsen.
De eersten die moesten afhaken waren de onbekende Italiaan Traficante en de Nederlander De Kort. Op ongeveer 50 km van Sanremo begon de zone met de fameuze Capi. Dit was er voor Sella te veel aan en ook hij kon vooraan niet aanklampen. In de afdaling van de Capo Berta werd een val in het peloton gesignaleerd. Het zwaartse slachtoffer was David Kopp (Gerolsteiner). De Duitser moest worden afgevoerd.
Vlak voor de beklimming van de Cipressa kwam er een einde aan de vlucht van Hernandez, Brutt en Kunitski. Bettini, die deze wedstrijd met een gebroken rib reed, bevond zich bij aanvang van de Capo Berta helemaal achterin. Maar geen paniek,want er volgde een indrukwekkend inhaalsmanoeuvre. Blijkbaar had de wereldkampioen enkel pech gehad. De eerste demarrage was er één van Voeckler (Bouygues Télécom), op de voet gevolgd door Quinziato (Liquigas). Hun voorsprong raakte echter niet uitgebouwd en dus werden ze al snel weer bijgehaald door de anderen. Toen was het de beurt aan Pelizotti (Liquigas), Moletta (Gerolsteiner) en Popovitsj (Discovery Channel). Zij slaagden er wel in een kloof te slaan. In de afdaling sloeg voor Moletta (Gerolsteiner) het noodlot toe. Hij vloog uit de bocht en brak zijn rechterdijbeen. Alweer pech voor Gerolsteiner.
Op de Poggio werd het leidersduo gegrepen. Popovitsj liet dit niet aan zijn hart komen en plaatste al snel weer een demarrage. Ditmaal kreeg hij het gezelschap van Philippe Gilbert (La Française des Jeux) en Ricardo Ricco (Saunier Duval). Even later moest Popovitsj afhaken waardoor Ricco en onze landgenoot Gilbert alleen in het offensief reden. Had de streep anderhalve kilometer dichter gelegen, hadden we mogelijk een Belgische overwinnaar gehad, maar het mocht niet baten.
Een sprint zou beslissen over winst en verlies in La Primavera. Milram zette een pracht van een treintje op voor speerpunt Petacchi. Het was ouwe rot in het vak Erik Zabel die de laatste man was. Alles liep perfect volgens plan, Petacchi moest het werk enkel afmaken... En daar schuilde net het probleem: de Italiaan kwam kracht tekort. Freire (Rabobank) daarentegen ontbolsterde al zijn krachten en won voor de tweede maal Milaan-Sanremo. Davis (Discovery Channel) finishte nipt tweede voor Tom Boonen (QuickStep).
Traditiegetrouw staat de dag na de Omloop Het Volk, Kuurne-Brussel-Kuurne op het programma. 3 renners zetten de onstnapping van de dag op: Devolder (Discovery Channel), Pronk (Unibet) en Siedler (Milram). Op de Kruisberg rukten 4 mannen zich weg uit het peloton: Staf Scheirlinckx (Cofidis), Maes (Chocolade Jacques), Rosseler (QuickStep) en O'Grady (CSC). Deze laatste twee lieten zich ook gisteren al opmerken.
Na de Oude Kwaremont volgde er veel tumult in de achterste gelederen. Vooral Hoste (Predictor-Lotto) wilde werk maken van de achtervolging, maar aangezien hij niet echt steun kreeg, moest hij zijn poging staken. Ondertussen smeltten groep 1 en 2 samen. Enkele kilometers verder kregen de zeven het gezelschap van Van Hecke (Predictor-Lotto) en Vandenbergh (Unibet).
In de achtergrond kozen enkele renners het hazenpad, waaronder ook Niko Eeckhout (Chocolade Jacques). Hij reed een tijdje solo, maar de jury riep hem een halt toe, naar verluid zou Eeckhout aan de neutrale wagen gehangen hebben. De Belgisch kampioen zegt echter enkel een blikje cola te hebben aanvaard. De vraag is nu of hij terecht uit koers werd gezet?
Bij het begin van de eerste van twee plaatselijke ronden, waren de negen nog steeds samen, hoewel er al enkele demarrages waren geweest. Van Hecke en Pronk slaagden er uiteindelijk toch in de anderen te verschalken. Het peloton werd aangevoerd door QuickStep, die alles op alles zette om Boonen naar de zege te loodsen. Op 2km was het kopduo eraan voor de moeite en dankzij Gert Steegmans, zat Boonen in een zetel en maakte hij het teamwerk perfect af.
Deze middag omstreeks 11h30 ging op het Gentse Sint-Pietersplein de eerste Belgische wielerwedstrijd van het jaar van start: de 62ste editie van de Omloop Het Volk. Er werd uitgekeken naar de prestaties van Gilbert (La française des Jeux), Nick Nuyens (Cofidis), Leif Hoste (Predictor-Lotto) en natuurlijk Tom Boonen (QuickStep).
Op de Oude Kwaremont kozen acht renners het hazenpad: Van Summeren (Predictor-Lotto), Quinziato (Liquigas), Bernucci (T-Mobile), Hunt (Unibet), de duo's Rosseler en Steegmans (QuickStep) en Minard en Lequatre (Cofidis). 90km voor het einde zetten Wesemann (Team Wiesenhof) en Casper (Unibet) de achtervolging in. Hoewel de kloof iets minder dan een minuut bedroeg, kregen ze de anderen nooit in het vizier.
44km voor de aankomst volgde de samensmelting, Lequatre beet nog even door, maar werd al snel ingehaald. Daarna deed de Nederlander Bas Gilling (Team Wiesenhof) een poging. Nadat hij even het gezelschap van Roesems (Predictor-Lotto) had gekregen, werd hij ingelopen door onder andere Nuyens, Gilbert, Boonen, Gardeyn (Unibet), Sentjens (Predictor - Lotto), O'Grady (CSC), Pozzato (Liquigas) Flecha (Rabobank) en Cooke (Unibet). Deze groep reed tot bij Roesems en dat was het teken voor O'Grady en Flecha om er vandoor te gaan. Boonen, Pozzato, Nuyens en Cooke sloten even later aan. In de spurt was Pozzato, vorig jaar nog ploegmaat van Tom Boonen en winnaar van Milaan-San Remo, de sterkste.
Alsof al de commotie rond de beschuldigingen aan Patrick Lefèvre nog niet genoeg waren, riep Johan Museeuw gisteravond in zeven haasten een persconferentie bijeen. Hij gaf toe op het einde van zijn carrière doping te hebben gebruikt. Museeuw neemt ook ontslag als pr-man van het team QuickStep-Innergetic.
Er is al een hele tijd een heksenjacht aan de gang die de wielersport verstoort. Met vandaag een nieuw triest hoogtepunt. Ik heb de indruk dat niet iedereen de lijn tussen fictie en realiteit kent. Ik besef dat ik daar voor een deel toe bijdraag. Ook ik heb ter voorbereiding van een aantal wedstrijden op het einde van mijn carrière een fout gemaakt. Ik heb mijn actieve carrière in schoonheid willen afronden en heb dingen gedaan die niet konden. Niet alle verhalen die circuleren zijn correct. Waarom leg ik nu pas een verklaring af ? Vanaf dag één heb ik gemerkt dat een sereen debat niet mogelijk is. Ik heb er nog altijd vertrouwen in dat ik geen feiten heb gepleegd waarvoor ik strafrechterlijk veroordeeld kan worden. Dat neemt niet weg dat ik aan het einde van mijn carrière het sportieve spel niet 100% fair heb gespeeld. En dat spijt me.
In zijn verklaring verwees Museeuw ook naar een e-mail van Wouter Vandenhaute, voormalig sportjournalist en nu baas van Woestijnvis, waarin een tekst staat die Museeuw zou moeten voorgelezen hebben op een persconferentie in februari 2005. Op de valreep werd hij echter tegenhouden door Lefèvre die dit geen goed idee vond. Opmerkelijk is dat op 1 januari net het ethish charter van kracht gegaan was waarin men pleitte voor openheid en transparantie en geen gestructureerde dopingpraktijken binnen een ploeg duldt. Lefèvre wierp zich nochtans op als een voorstander van deze code. Museeuw zou de pers hebben samen geroepen omdat hij op de hoogte was dat de bewuste e-mail vandaag in Het Laatste Nieuws gepubliceerd zou worden.
In Het Laatste Nieuws van dinsdag 23 januari was een uitgebreid artikel te lezen waarin enkele getuigen Patrick Lefèvre zwaar beschuldigen.
Een overzicht
De enige getuige waarvan de naam bekend is, is Luc Capelle, naar eigen zeggen een vroegere boezemvriend van Lefèvre. Hij spreekt voornamelijk over de jaren '70, de periode waarin beide mannen zelf koersten. Zo vertelt hij dat Lefèvre doping gebruikte en dit niet alleen voor de koers, maar ook tijdens: Op 60km van de finish zetten we de laatste spuit, we moesten niet bang zijn dat een ander het zou zien, want iedereen deed het.Insider 1gaat nog een stap verder en beschuldigt Lefèvre ervan zelf ook dealer geweest te zijn. In het jaar '79 haakte Lefèvre af als wielrenner, naar eigen zeggen omdat hij geen groot talent was. Verzorger 1 haalt een andere reden aan: Lefèvre moest stoppen omdat hij verslaafd was aan dopingen hij werd naar een afkickcentrum gebracht.
In het interview komen twee dokters aan het woord die beiden anoniem wensen te blijven. Vooral Dokter 2heeft een groot aandeel in de aantijgingen tegen Lefèvre, hij was 4 jaar ploegarts bij Mapei: Ik ben gedegouteerd uit het wielrennen gestapt, zo erg was het, ook in die ploeg. En wie stuurde er die hele boel? Juist, Lefèvre. Volgens Dokter 2werd er samengewerkt met de beruchte Italiaanse artsen Ferrari en Cecchini en drong Lefèvre er bij de renners op aan zich te doperen. Uit vrees dat Mapeibaas Squinzi op de hoogte zou raken van de praktijken werd er nooit iets op papier gezet, er waren enkel mondelinge afspraken. Dokter 2 zegt dat Yvan Van Mol, nu ploegarts bij QuickStep-Innergetic, degene was die de renners tegen dat de grote afspraken eraan kwamen "voorbereidde".
In 2005 werd Marc Lotz geschorst nadat bij hem thuis dopingproducten waren gevonden. Lotz reed op dat moment bij QuickStep en volgens Dokter 1 zou het Lefèvre zelf geweest zijn die het gerecht had getipt omdat Lotz matig presteerde, maar wel een aanzienlijk contract had. De enige manier om daar onderuit te komen was dopinggebruik van de renner in kwestie... Lotz zelf liet eerder in de pers al uitschijnen dat hij er van uit ging dat iemand hem verraden had, nu heeft hij zijn mening echter bijgestuurd. Het feit dat hij opnieuw wil koersen, zit daar misschien wel voor iets tussen.
Reactie van Lefèvre
Patrick Lefèvre woont momenteel in het Zwitserse Genève een vergadering bij van de ProTour. Over de aantijgingen rond dopinggebruik is hij formeel: Ik heb zeven à acht keer amfetamines gebruikt, maar mijn lijf verdroeg het niet. De geloofwaardigheid van de getuigen trekt hij in twijfel. Vooral over de getuigenis van Luc Capelle is hij niet te spreken. Lefèvre geeft toe dat ze samen trainden in hun jeugd, echte vrienden waren ze echter niet. Ook het feit dat Capelle al twee keer aangeklaagd werd voor moordpoging is voor Lefèvre voldoende om aan te tonen dat diens verklaringen niets waard zijn. En alweer dreigt Lefèvre ermee een proces aan te spannen ditmaal tegen de krant Het Laatste Nieuws en journalist Maarten Michielssens die deze verhalen publiceerde.
Dedecker had gelijk
U zal zich ongetwijfeld nog herinneren dat Jean-Marie Dedecker enkele maanden terug heisa veroorzaakte door te zeggen dat hij weet had van 3 Belgische toppers die een dopingkuur hadden gevolgd in Italië en dat hij nog andere dopingpraktijken op het spoor was. Lefèvre nam deze uitspraken zeer persoonlijk en dreigd toen met een proces, juridische stappen heeft hij echter nooit ondernomen. Een reactie van Dedecker: Heeft Patrick niet zelf de voorzet gegeven tot deze hele zaak? Hij ging destijds op zijn achterpoten staan zonder dat ik hem vernoemde en ging me een proces aandoen. Wellicht staan de getuigen zeer sterk in hun schoenen. Het gaat deels om dezelfde getuigen die mij aan de mouw trokken, maar ik heb nog andere namen. Dit wordt zeker niet de laatste affaire.
Precies 50 jaar na de dood van Stan Ockers is op een Belgische piste opnieuw een dodelijk ongeval gebeurd. Omstreeks 00.30u zondag 26/11 kwam de 31-jarige Spanjaard Isaac Galvez in aanraking met Dimitri De Fauw en viel tegen de balustrade. Die dient om de renners bij een val uit de tribune te houden, maar de verwondingen die Galvez door de metalen staven opliep waren fataal. Hij verloor onmiddellijk het bewustzijn en werd nog gereanimeerd, hij overleed echter op weg naar het ziekenhuis ten gevolge van de inwendige bloedingen. De aanwezige toeschouwers, renners en organisatoren waren zeer aangeslagen. Sommigen werden onwel en één lid van de organisatie moest worden overgebracht naar het ziekenhuis met hartklachten. De renners en hun omkadering bleven de hele nacht samen in het hotel.
In de ochtend kondigde Rob Discart, organisator, aan dat de Zesdaagse zou worden stopgezet uit respect voor Galvez, zijn nabestaanden en de andere renners.
Galvez werd prof in 1999 en werd dat jaar al onmiddellijk wereldkampioen ploegkoers samen me Juan Llaneras, die eveneens in deze zesdaagse zijn partner was. De twee deden hun prestatie nog eens over eerder dit jaar. De Spanjaard was niet enkel actief op de piste, maar ook op de weg. In zijn carrière behaalde hij 12 zeges, waaronder 5 ritten in de Ronde van Mallorca. Sinds 2005 reed Galvez bij Illes Balears-Caisse d'Epargne.
Het parket onderzocht ondertussen de omstandigheden van het ongeval en bevestigt dat niemand schuld treft en dat het een jammerlijk ongeluk was.
Gisteren stond de laatste wielerklassieker van het seizoen op het programma: de 100ste Ronde van Lombardije. En in de aanloop naar deze wedstrijd was veel te doen rond Valverde (Caisse d'Epargne). De Spanjaard had vrijdag aangekondigd niet te starten omdat de organisatie weigerde hem de Pro Tourtrui uit te reiken. Na onderhandelingen bond die toch in en Valverde besliste mee te rijden. Voor de aanvang van de koers las wereldkampioen Bettini (QuickStep) aan de zijde van Valverde deze verklaring voor: Het peloton staat als één man achter Valverde. De Pro Tour bestaat nu eenmaal, of dat nu goed is of niet. De winnaar ervan verdient respect. Dat Alejandro in die trui aan de start komt, lijkt niemand te interesseren. Dat is niet fair. Valverde moet de regels van de Pro Tour naleven maar wordt daar nu niet voor beloond. Politieke spelletjes worden niet uitgevochten op de weg. Er zijn andere plaatsen om dat te doen. Iedereen moet beseffen dat als we goed willen doen voor deze sport, we best rond de tafel gaan zitten om in alle rust onze problemen op te lossen.(bron: sport.be) Het is duidelijk dat er nog heel wat afspraken zullen moeten gemaakt worden tussen de UCI en de wedstrijdorganisators vooraleer ze één front zullen vormen. Nog dit. Valverde haalde de finish niet, maar was toch al zeker van de eindzege in de Pro Tour.
Na 35km werd deze kopgroep gevormd: Georg Totschnig (Gerolsteiner), Andrea Pagoto (Panaria), Diego Cacchia en James Perry (Barloworld). Tijdens de beklimming van de Madonna del Ghisale moesten Perry en Cacchia lossen. In de achtervolgende groep schudde Paolo Bettini even aan de boom. Op de top ontstond deze kopgroep: Bettini (QuickStep), Boogerd (Rabobank), Di Luca (Liquigas), Schleck (CSC) en Rebellin (Gerolsteiner). Even later sloten ook deze renners aan: Sanchez (Euskaltel), Ricco (Saunier Duval), Pagoto (Panaria), Carrara (Lampre), Moreni (Cofidis), Totschnig en Wegmann (Gerolsteiner).
Op de Civiglio was het Di Luca die het vuur aan de lont stak, maar Bettini reageerde onmiddellijk en reed alleen weg. In de afdaling kreeg hij het gezelschap van Wegmann. Die reed hij eraf op de laatste helling van de dag, de San Fermo della Battaglia. De aankomst was voor Bettini, die vlak na het WK zijn broer Sauro verloor, zeer emotioneel.