Rit 18: Pinerolo (Italië) - Galibier Serre-Chevalier (200,5 km)
donderdag 21 juli 2011
Andy zet Tour op z'n kop
Vandaag stond de koninginnenrit van deze Tour op het programma. Er moesten drie hellingen buiten categorie beklommen worden: Col Agnel, Col d'Izoard en de Col du Galibier. Er werd een grote strijd verwacht tussen de kanshebbers op de eindzege. En alweer zou Thomas Voeckler (Europcar) het geel verliezen. Deze rit verliep echter op een geheel andere manier dan alle scenario's die vooraf geopperd waren. Dankzij Andy Schleck (Leopard), die met veel lef al zestig kilometer voor de aankomst demarreerde. Een verslag van een gekke dag in de Alpen.
Negentien renners lieten zich niet afschrikken door het loodzware parcours en kozen resoluut voor de aanval. Daarbij twee Belgen. Dries Devenyns (QuickStep) was één van hen. De andere was Maxime Monfort (Leopard) die samen met Joost Posthuma vooruit was gestuurd als luitenant van de Schlecks. Cadel Evans (BMC) had eveneens twee mannen in de leidersgroep: Brent Bookwalter en Marcus Burghardt. Ook onze noorderburen lieten zich niet onbetuigd. Twee Nederlanders zaten mee in de kopgroep: Maarten Tjallingii (Rabobank) en Johnny Hoogerland (Vacansoleil). Dit zijn de namen van hun medevluchters: Mickaël Delage (FDJ), Anthony Delaplace (Saur-Sojasun), Leonardo Duque (Cofidis), Imanol Erviti (Movistar), Danilo Hondo (Lampre), Maxime Iglinskiy (Astana), Markel Irizar (RadioShack), Ramunas Navardauskas (Garmin-Cervélo), Ruben Perez (Euskaltel), Nicolas Roche (AG2R), Egor Silin (Katusha) en Pablo Urtasun (Euskaltel). Ze kregen een maximale voorgift van meer dan acht minuten. Deze vluchters kaapten alle punten weg aan de tussensprint na 40 km. Duque was daar de snelste.
De eerste col van de dag was de Agnel (23,7 km en 6,5 % gemiddeld). Of liever de Agnello, want hij werd beklommen via de Italiaanse kant. Met zijn 2744 m is de Agnello het hoogste punt in deze Tour. Een groepje met onder meer Robert Gesink (Rabobank), Levi Leipheimer (RadioShack) en Lieuwe Westra (Vacansoleil) reed er weg van het peloton. Dat werd gemend door Stuart O'Grady (Leopard). Enkele van zijn ploeggenoten moesten vroegtijdig lossen: Fabian Cancellara en Jakob Fuglsang. Ook Alberto Contador (Saxo Bank) verloor met Benjamin Noval een belangrijk mannetje voor het vervolg van de etappe. Contador zelf zat verdacht ver achteraan. Was dat een teken aan de wand? Voorin reed Iglinskiy dan weer als eerste over het dak van deze Tour en streek er de Souvenir Henri Desgrange op.
In de afdaling verscheen Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) in beeld. Hij nam ploegmaat Jelle Vanendert, Kevin De Weert (QuickStep) en gele trui Thomas Voeckler op sleeptouw. Ze reden tot bij de groep met Gesink, waardoor deze ontsnapping meteen teniet werd gedaan. Het peloton volgde immers in het zog. Bij aanvang van de Col d'Izoard ( 14,1 km en 7,3 %) reden nog tien renners op kop: Devenyns, Erviti, Hoogerland, Iglinskiy, Irizar, Monfort, Posthuma, Roche, Silin en Urtasun. Posthuma bepaalde het tempo tijdens de beklimming. De Leopards deden dat eveneens in het peloton. Jens Voigt en opnieuw O'Grady namen die taak op zich. Daardoor moesten enkele van hun teamgenoten echter de rol los. Wederom Fuglsang, maar verrassend genoeg ook Linus Gerdemann. Noval moest voor de tweede keer afhaken. Leipheimer, die even voordien nog mee in de aanval was, kon evenmin nog volgen. Maxime Bouet (AG2R) voelde zich wel nog goed en liet het peloton achter zich. Ver zou zijn onderneming echter niet dragen. Bij de koplopers voelde Iglinskiy zich opperbest en plaatste een demarrage op 5,5 km van de top. Juist nadat Posthuma was gelost.
Dan gebeurde het! Zes kilometer voor de top viel niemand minder dan Andy Schleck (Leopard) aan. Geen enkele renner volgde hem, want het leek een onbegonnen onderneming met nog meer dan 60 km tot de aankomst. Waaronder nog de slotklim naar de Galibier. De demarrage van Schleck getuigde wel van lef. Daar leek het de broers in de Pyreneeên wat aan te ontbreken. Schleck fietste onmiddellijk een mooie voorsprong bijeen. Voor de top haalde hij Posthuma in, die hem niet heel lang meer van dienst kon zijn. Op de top kwam Schleck 1'50" na Iglinskiy boven. Het peloton volgde op twee minuten van de Luxemburger. In het peloton was het Europcar die het kopwerk deed. Saxo Bank zette met David Navarro wel een man mee aan het werk. Toch leken de favorieten er gerust in te zijn dat Schleck zijn vlucht niet tot een goed einde zou brengen.
Op de top was Iglinskiy dus als eerste gepasseerd. Anderhalve minuut later volgden Devenyns, Monfort en Silin. Tussenin reed Roche. Monfort wachtte in de afdaling zijn kopman op. Samen reden ze dan het gaatje op Devenyns en Silin dicht. Ook Roche moest er aan geloven. In de vallei, waar tegenwind stond, moesten Monfort en Schleck aanvankelijk het werk alleen opknappen, maar uiteindelijk zou Devenyns overstag gaan en mee kopwerk doen. Het vijftal haalde Iglinskiy in op 30 km van de streep. Dat is zeven kilometer voor de voet van de Galibier. In het peloton volgde er overleg tussen Alberto Contador en Samuel Sanchez (Euskaltel) die de voorbije dagen al lieten zien dat ze elkaar graag met raad en daad bijstaan. Euskaltel hielp de Saxo's dan ook in de achtervolging. Tegen de vallei kwamen veel mannen terug uit de achtergrond, zoals Rigoberto Urán (Sky) die op de Izoard had moeten lossen en in de afdaling tegen de vlakte ging. Contador maakte van de vallei gebruik om zijn fiets te wisselen. Het feit dat zoveel mannen terugkeerden, duidde er op dat er geen haast was om Schleck bij te halen. Andy had aan de voet van de Galibier een voorsprong van meer dan drie minuten.
Dan kon men beginnen aan de slotklim. De top van de Col du Galibier ligt op 2645 m waardoor dit meteen de hoogste aankomstplaats ooit was. Men herdenkt dit jaar dat 100 jaar geleden deze col voor het eerst werd beklommen. Morgen staat de Galibier nog eens op het programma. De lengte van deze mythische col is 23,0 km en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 5,0 %. De eerste helft zijn er geen stroken van meer dan 5,5 %. Ook hier hadden de renners nog wind tegen. Dat zou het geval zijn tot aan de top van de Lautaret op 9 km van de streep. Toch weerhield de wind Schleck er niet van om op 20 km van de aankomst al een voorsprong van 3'48" bijeen gereden te hebben. Dat was voor een groot deel ook te danken aan het berewerk van onze Monfort. Drie kilometer verder moesten Monfort en Devenyns afhaken. Niet veel later volgde Silin.
Andy Schleck bleef maar van de andere favorieten wegrijden. 15 km voor de top hadden zij al een achterstand van vier minuten. Het sein voor Contador om zelf op kop te beginnen rijden. Voor even toch. Cadel Evans (BMC) sprong bij. Hij vroeg hulp aan Pierre Rolland (Europcar) maar hij mocht niet overnemen van zijn kopman Voeckler. Contador liet Navarro dan nog maar wat kopwerk verrichten. Echte organisatie van alle klassementsrijders kwam er niet. De voorsprong bleef echter oplopen tot 4'30". Evans trok het tempo nogmaals op. Van af dat ogenblik zou hij de koppositie niet meer verlaten tot 3 km voor de top.
Roche moest Schleck en Iglinsky laten gaan op 10 km van de top. Bovenop de Lautaret liet Andy ook Iglinskiy achter zich. De faviorieten kwamen hier door op 3'34". Nog steeds een mooie voorsprong voor de jongste Schleck. Bij de favorieten volgden geen aanvallen. Evans bleef maar mennen. Voor Samuel Sanchez werd het allemaal te veel. Hij moest lossen. dat zou goed kunnen zijn voor Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) die slechts twee punten voor stond in het bergklassement. Vanendert moest even verder echter zelf lossen en zou niet voor de bergpunten kunnen meespelen. Vier kilometer voor de top was dit de samenstelling van het groepje onder leiding van Evans: Basso (Liquigas), Contador, Cunego (Lampre), Fränk Schleck, Rolland en Voeckler. Nog steeds had Andy meer dan drie minuten voorsprong. Op drie kilometer voor de top gebeurde iets heel verrassend: Contador moest lossen! Na wat hij de voorbije dagen had laten zien, was dat geheel oneverwacht. Het beeld van Contador die aan de staart bengelde op de Agnello was dus wel degelijk een teken aan de wand. Contador was niet goed (genoeg). Toen Basso zag dat Contador loste, nam hij het werk van Evans over. Ook Rolland mocht meerijden van Voeckler. Die maakte immers kans zijn gele trui te redden, want Schleck stond in het klassement 2'36" achter op de Fransman en het was nog mogelijk de trui te redden. In de laatste twee kilometer had Andy nog drie minuten over.
In elk geval bracht Andy Schleck een heroïsche vlucht tot een goed einde. Hij boekte zijn mooiste zege ooit. Het is lang geleden dat een favoriet voor het eindklassement zo een onderneming heeft durven opzetten. Eddy Merckx keek mee in de wagen van de Tourdirectie en zag dat het goed was. Broer Fränk maakte het familiegeluk copmleet en finishte als tweede. Voor Evans en Basso. En jawel, Voeckler redde voor de zoveelste keer zijn trui. Hij heeft nu nog 15" voorgift op Andy Schleck. Die naast de ritzege binnen te rijven ook een goede zaak doet in het algemeen klassement en terug in de running is voor de eindzege. Andy staat nu derde in het bergklassement met slechts vier punten minder dan Vanendert. Het gevaar voor onze landgenoot lijkt dus vanuit Luxemburgse hoek te komen. De grote verliezer is Contador. El Pistolero kwam 3'50" na Schleck binnen. Die kreeg overigens meer dan verdiend de prijs van de strijdlust.
De bus met sprinters Mark Cavendish (HTC-Higroad) en Tyler Farrar (Garmin-Cervélo) kwam buiten tijd aan. De tijdslimiet lag op 33'07" en de grupetto kwam binnen op 35'40". De renners werden opgevist, maar verloren wel 20 punten. Dat betekent dat José Joaquin Rojas (Movistar), die in een eerdere groep binnen was gekomen, nu maar 15 punten achterstand meer heeft op Cav. Ook in het jongerenklassement waren er verschuivingen. Rein Taaramae (Cofidis) neemt de witte trui over van Urán. Hij staat 33" voor op Rolland, de meester-helper van Voeckler.
Nog even meegeven dat Vanendert 14de werd op 3'50" van Schleck. De Weert finishte als 22ste op 5'35". In het algemeen klassement staat De Weert nu 13de en Vanendert 16de.
Rit 18: Pinerolo (Italië) - Galibier Serre Chevalier (200,5 km)
De koninginnenrit in de Alpen vertrekt in het Italiaanse Pinerolo waar de rit gisteren aankwam. De eindstreep ligt 200 km verder op de top van de Galibier (2645 m). Nog nooit was de Galibier het decors voor een aankomst, nog nooit lag de finish zo hoog. Vooraleer de renners aan de Galibier kunnen beginnen, moeten ze eerst nog over twee andere cols buiten categorie: de Agnel en de Izoard. Alsof het parcours op zich nog niet loodzwaar genoeg is, zal ook het weer een rol spelen. Vooral over de omstandigheden op de Galibier was veel te doen, nadat deze week tweehonderd wielertoeristen moesten worden geëvacueerd doordat ze werden verrast door de sneeuw. Vandaag zal het weer eveneens grillig zijn. Aan de voet van de Galibier is het open weer, maar naarmate de top nadert kunnen de renners in regen- en sneeuwbuien terechtkomen.
Vooraleer het grote klimwerk begint, ligt er een tussensprint na 46,5 km in het Italiaanse Verzuolo. Hier zal Mark Cavendish (HTC-Highroad) ongetwijfeld nog wat punten willen pakken vooraleer hij aan een lange dag in de achterste gelederen van het peloton begint. Vanaf de sprint is het nog veertig kilometer tot de voet van de Col Agnel, maar ook op dat stuk loopt de weg al omhoog. De Col Agnel (buiten categorie) is 23,7 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 6,5 %. Met een hoogte van 2744 m vormt deze berg het dak van de Tour. Degene die als eerste bovenkomt passeert krijgt de Souvenir Henri Desgrange, een extra premie. Het zwaartepunt ligt in de tweede helft van de klim waar stroken liggen van meer dan 10 %. Voorbij de top rijdt het peloton Frankrijk binnen. Na een afdaling van 20 km kunnen de renners zich bevoorraden in de vallei. Hier kunnen ze krachten opdoen vooraleer de beklimming van de Col d'Izoard (buiten categorie) aan te vatten. De Izoard heeft een lengte van 14,1 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,3 %. Ook hier is de tweede helft steiler, met stroken van 10 %.
Daarna is het dalen tot even voorbij Briançon. Vervolgens gaat het weer bergop. De slotklim naar de top van de Galibier (buiten categorie) is 22,8 km lang. Het gemiddeld stijgingspercentage is niet zo hoog: 4,9 %. Het is wel een slopende klim vanwege de lengte en het feit dat de hele etappe al loodzwaar is geweest. In de eerste acht kilometer stijgt het nooit meer dan 5,0 %, dus wellicht zullen de favorieten hier nog even afwachten. Het is pas in de laatste negen kilometer dat er stroken zijn van 8 en 9 %. Dat is voorbij de top van de Lautaret.
Wellicht zullen de klassementsrijders voor de ritzege strijden. Ook onze Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) zal zich in de debatten moeten mengen op de slotklim wil hij zijn bolletjestrui deze avond opnieuw om de schouders hebben hangen. Momenteel heeft hij maar twee punten voorsprong op Samuel Sanchez (Euskaltel). Op cols buiten categorie zijn maximaal twintig punten te verdienen, maar dat wordt verdubbeld als de aankomst boven is. Aan de streep is dit de puntenverdeling: 40, 32, 24, 16, 8 en 4. Opdracht voor Jelle: finishen voor Sanchez. Naast de bolletjestrui en de etappezege staat vooral de gele trui op het spel. Thomas Voeckler (Europcar) mag voor de negende keer starten in het geel. Zijn voorgift op nummer twee Cadel Evans (BMC) bedraagt 1'18". Fränk Schleck (Leopard) is derde op 1'22". Zijn broertje Andy (Leopard) staat nog meer dan een minuut verder. In de Pyreneeën prikte de jongste Schleck enkele keren, maar kon hij nooit wegrijden. Fränk Schleck kon dat wel op weg naar Luz-Ardiden. Beiden moesten echter lossen op de Col de Manse, twee dagen terug. Daar maakte Alberto Contador (Saxo Bank) een sterke indruk. Samen met Samuel Sanchez en Cadel Evans kon hij afstand nemen van de concurrenten. Gisteren vormde hij alweer een tweespan met landgenoot Sanchez in de afdaling, maar voor de streep werden ze bijgehaald onder impuls van de Schlecks. De voorbije dagen leken de Schlecks zwakker en Contador sterker dan in de Pyreneeën. El Pistolero zou wel eens genadeloos kunnen toeslaan op de Galibier.
Net als in de vorige etappe ging het er hard aan toe in de aanvangsfase. Te hard voor Paolo Tiralongo (Astana), want hoewel de aankomst in zijn thuisland lag besliste hij er toch de brui aan te geven. In de ontsnapping van de dag, die bestond uit veertien man, was één landgenoot mee: de lang verwachte Björn Leukemans (Vacansoleil) die tot nog toe onopvallend doorheen Frankrijk fietste. Dit zijn de namen van zijn medevluchters: Andrey Amador (Movistar), Edvald Boasson Hagen (Sky), Borut Bozic (Vacansoleil), Sandy Casar (FDJ), Sylvain Chavanel (QuickStep), Julien El Fares (Cofidis), Dmitriy Fofonov (Astana), Jonathan Hivert (Saur-Sojasun), Bauke Mollema (Rabobank), Dmitriy Muravyev (RadioShack), Maciej Paterski (Liquigas), Ruben Perez (Euskaltel) en Maarten Tjallingii (Rabobank).
Vijf hellingen lagen op het parcours vandaag. De eerste twee behoorden tot de derde categorie. Sylvain Chavanel kwam zowel als eerste boven op de Côte de Sainte-Marguerite als La Chaussée ofwel de Montée de Briançon. Tussen deze twee klimmetjes in lag een tussensprint. Doordat de vluchters met veertien waren, bleef er slechts één punt over. Mark Cavendish (HTC-Higroad) reed met ploegmaat Bernhard Eisel even weg uit het peloton en hij raapte het punt op. Gisteren maakte hij al indruk door sterk te finishen in de heuvelachtige rit. Cav deelt zijn concurrenten voor groen, José Joaquin Rojas (Movistar) en Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto), een tik uit. Hij is strijdvaardig en zal zich niet gauw gewonnen geven in de komende Alpenritten. Rojas en Gilbert hopen er immers op dat de Brit buiten tijd zal arriveren in de zware bergritten, vooral vrijdag zal de tijdslimiet laag zijn. Als hij in de race blijft, zullen zijn tegenstanders het niet makkelijk hebben. Momenteel heeft Cav 35 punten meer dan Rojas. Gilbert staat 70 punten achter.
Aan de tussensprint, waar Casar de premie pakte, had de kopgroep een voorsprong van 5'50". Die vergrootte later nog tot meer dan acht minuten. Op de Col de Montgenèvre (2de cat.) trokken drie renners in de aanval. Nicolas Roche (AG2R) zette als eerste aan. Hij zou het gezelschap krijgen van Johnny Hoogerland (Vacansoleil) en Kevin De Weert (QuickStep). De Belg stond twaalfde in het klassement en hoopte om wat tijd terug te pakken. Op de top waren De Weert en zijn kompanen genaderd tot op 5'30". Dat betekende een voorgift van anderhalve minuut op het peloton. Alweer was Chavanel als eerste boven gekomen. De beklimming naar Sestrières was de enige klim van eerste categorie in deze etappe. Op 2 km van de top demarreerde Perez in de kopgroep en hij kwam als eerste boven. Ongeveer 40" later volgden de andere vluchters. Nog eens een minuut later passeerden De Weert en co de top. Even na de top reed men Italië binnen.
Tijdens de afdaling moest Hoogerland afhaken. In het peloton ging Garmin-Cervélo Europcar bijstaan op kop. Zij wilden waarschijnlijk de top 10 positie van hun ploegmakker Tom Danielson verdedigen. De Weert stond 2'56" achter Danielson in het algemeen klassement. Door zijn ontsnapping was De Weert al meer dan zes minuten uitgelopen. Aan de meet zou daar op de favorieten maar een halve minuut van overblijven. Enkel op Ivan Basso (Liquigas), en Danielson, maakte hij iets meer dan 50 seconden goed.
Perez begon als koploper aan de laatste helling van de dag, de Côte de Pramartino (2de cat.), met een voorsprong die kleiner was dan een minuut. Paterski demarreerde als eerste, maar hij raakte niet ver weg. Ook Fofonov mislukte in zijn opzet. Frans kampioen Chavanel slaagde er wel in om naar Perez toe te rijden. Hij liet de Bask zelfs achter zich. Boasson Hagen dichtte in zijn eentje de kloof. Vlak voor de andere vluchters terugkeerden, demarreerde Boasson Hagen opnieuw. De jonge Noor ging op zoek naar zijn tweede ritoverwinning in deze Tour. Solo arriveerde hij aan de meet in Pinerolo. Gisteren moest Boasson Hagen nog de duimen leggen voor zijn landgenoot Thor Hushovd. Ook voor de wereldkampioen was het zijn tweede etappezege. Samen met Groot-Brittannië, waar Mark Cavendish voor alle vier de ritzeges zorgde, is Noorwegen de meest succesvolle natie in deze Tour.
Vlak voor het peloton aan de Pramartino begon kwamen enkele renners ten val. Onder hen Rob Ruigh (Vacansoleil). De Nederlander kon de achterstand niet meer goedmaken en zakt van de 19de naar de 22ste plaats in het klassement. Van de favorieten was het alweer Alberto Contador (Saxo Bank) die het initiatief nam. Tot twee maal toe. De broertjes Schleck (Leopard) volgden gezwind. Fränk Schleck controleerde de rest van de beklimming en niemand zou wegrijden. Na de top volgde een gevaarlijke afdaling, gelukkig lag die droog. Toch werd er gevallen. Jonathan Hivert, die samen met Mollema, op zoek was naar Boasson Hagen, ging enkele keren uit de bocht. Hivert reed zelfs een terras langs de kant van de weg op, gelukkig ontweek hij de afrastering. Ook gele trui Thomas Voeckler (Europcar) zou dat terras oprijden. Titi zou er ongeschonden uitkomen, maar wel tijd verliezen. In de afdaling schuwden Samuel Sanchez (Euskaltel) en Alberto Contador de risico's niet. Ze liepen uit op de Schlecks en Cadel Evans (BMC). Het leek alsof de twee Spanjaarden voor de tweede dag op rij een goede zaak zouden doen. Dat was echter zonder de vechterslust van de Luxemburgse broers gerekend die in de slotkilometer de kloof dichtten. De Schlecks, Evans en Damiano Cunego (Lampre) verloren geen tijd. Dat was dus wel het geval voor Voeckler die in het geel blijft, maar 27" moest toegeven. Ivan Basso (Liquigas) was eveneens in dat geval. Hij verloor voor de tweede opeenvolgende dag tijd. Gisteren verloor hij 54" op Evans.
Morgen staat een zware rit met aankomst op de Galibier op het programma. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) moet de bolletjestrui verdedigen. Hij heeft slechts twee punten voorgift op Samuel Sanchez. Voeckler start in het geel, hoewel het al eerder werd voorspeld en de Fransman iedereen verbaasde, zal hij het kleinood morgen meer dan waarschijnlijk moeten afgeven.
Vandaag trekt de Tour de Alpen in. Er liggen vijf beklimmingen onderweg. De eerste twee behoren slechts tot de derde categorie. Eerst is er de Côte de Sainte-Marguerite (2,8 km en 7,4% gemiddeld). Een goeie tien kilometer verderop ligt La Chaussée ofwel de Monteé de Briançon (1,4 km en 8,3% gemiddeld). De top ligt ongeveer halfweg deze rit. Tussen deze twee hellingen in ligt de tussensprint. Na La Chaussée kunnen de renners zich bevoorraden vooraleer aan de Col de Montgenèvre (2de cat.) te beginnen. Die is 7,9 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 6,1%. Als ze de renners de top hebben bereikt, rijden ze Italië binnen. In de Laars ligt de aankomst van deze etappe. Er liggen ook nog twee beklimmingen. De belangrijkste is de klim naar Sestrières. Dit is de enige berg van eerste categorie in deze rit. De top ligt op 2035 meter hoogte na 11,1 km klimmen. Het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 6,3%. Het lijkt op het eerste zicht dat de favorieten zich hier niet zullen roeren omdat het nadien nog meer dan 60 km naar de finish is. 40 km daarvan gaat in dalende lijn. Na wat er gisteren gebeurd is, kan het natuurlijk zijn dat de Schlecks (Leopard) toch iets zullen proberen. Eigenlijk zouden ze moeten. Alle mogelijke kansen moeten ze immers aanwenden om tijd terug te pakken op Alberto Contador (Saxo Bank). De dalende strook is ook ideaal voor Samuel Sanchez (Euskaltel). Aangezien hij vijfde staat in het klassement, zal hij niet makkelijk wegraken. In volle finale ligt nog een helling van tweede categorie: de Côte de Pramartino (6,7 km en 6% gemiddeld). Vanaf de top is het nog 8 km dalen naar de aankomstlijn in Pinerolo. De Côte de Manse, waar Contador in de vorige rit demarreerde was ook een helling van tweede categorie. Misschien dat El Pistolero het vandaag opnieuw probeert om klassementsrijders tijd te doen verliezen.
Rit 16: Saint-Paul-Trois-Châteaux - Gap (162,5 km)
dinsdag 19 juli 2011
Andy Schleck is verliezer van de dag
In de rit na de tweede rustdag deden de renners het niet bepaald rustig aan. Met een vliegende vaart van 48,9 km per uur werden de eerste twee wedstrijduren afgehaspeld. Het duurde maar liefst 100 km vooraleer een groep vluchters wegraakte. Er waren voorheen al pogingen geweest van onder andere Sylvain Chavanel (QuickStep), Thomas De Gendt (Vacansoleil), Dries Devenyns (QuickStep), Johnny Hoogerland (Vacansoleil), Gianni Meersman (FDJ) en David Millar (Garmin-Cervélo). 60 km voor de meet slaagden tien renners er dan toch in een definitieve kloof te slaan. Gele trui Thomas Voeckler (Europcar) zette zich op kop van het peloton en dat was het teken om het helse ritme daar te doen stilvallen. Dit zijn de namen van de koplopers: de Belg Dries Devenyns (QuickStep), Andriy Grivko (Astana), Edvald Boasson Hagen (Sky), Ryder Hesjedal (Garmin-Cervélo), Thor Hushovd (Garmin-Cervélo), Mikhail Ignatyev (Katusha), Marco Marcato (Vacansoleil), Tony Martin (HTC-Highroad), Alan Perez (Euskaltel) en de onvermijdelijke Jérémy Roy (FDJ). Drie renners bleven hangen tussen het peloton en de koplopers. Het ging om Samuel Dumoulin (Cofidis), Fabrice Jeandesboz (Saur-Sojasun) en Bauke Mollema (Rabobank). De tien leiders kregen een maximale voorsprong van zes minuten. Dat was de achterstand aan de tussensprint. Ook al waren daar na de passage door de vluchters nog twee en één punt te rapen, werd daar in het peloton niet voor gestreden. Bij de kopgroep was het Dries Devenyns die als eerste passeerde.
Hoewel het de hele dag gestaag bergop liep, was er maar één helling die meetelde voor het bergklassement. De Col de Manse (2de cat.) is 9,5 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 5,2 %. De klim ving aan op 21 km van de streep. Ignatyev voelde zich van aan de voet geroepen om te versnellen. Devenyns wilde de sprong wagen, maar kon de Rus niet bijbenen. Hesjedal slaagde daar halfweg de klim wel in. Ignatyev bleef in het wiel hangen. Al snel had Hesjedal daar genoeg van en liet de Katusha-man achter. Begon de Canadees aan een solo naar Gap? Dat was zonder twee sterke Noren gerekend. Boasson Hagen en Hushovd, een ploegmaat van Hesjedal, sloten zich in het vooruitzicht van de top bij Hesjedal aan. Met hun drieën zouden ze in Gap voor de overwinning strijden.
In het peloton was het tegen alle verwachtingen in vuurwerk. Het was niemand minder dan Alberto Contador (Saxo Bank) die het vuur aan de lont stak. Fabian Cancellara (Leopard) bracht de broertjes Schleck terug in het wiel van de Spanjaard. Net als Thomas Voeckler, Samuel Sanchez (Euskaltel) en Cadel Evans (BMC). Vervolgens plaatste Sanchez een versnelling. Andy Schleck was degene die het gaatje dichtte. De jongste van de broers probeerde het ook even zelf, maar sloeg geen grote kloof. Contador prikte nog een tweede keer. Voeckler ging gezwind mee en ook Andy Schleck volgde. Fränk Schleck hinkte wat achterop. Contador probeerde het nogmaals en toen was noch Fränk, noch Andy mee. Sanchez en Evans konden El Pistolero wel volgen. Op de top van de Col de Manse had Contador al een halve minuut voorsprong op Andy Schleck. Die zou in de afdaling nog meer tijd verliezen. Na de aankomst gaf Andy mee dat hij de afdaling te gevaarlijk vond.
De drie koplopers zouden in elk geval onder hen uitmaken wie zou winnen. Hesjedal begon de sprint van op kop. Wereldkampioen Hushovd zat in het wiel van Boasson Hagen. Hushovd sprong vanuit die laatste positie weg en pakte zijn tweede ritwinst in deze Tour. Zijn landgenoot werd tweede. Hesjedal reed al juichend als derde over de streep. Devenyns finishte bijna twee minuten later als negende. Evans had in de afdaling afstand genomen van Sanchez en Contador. Aan de meet bleven daar nog drie seconden van over. Na Sanchez arriveerden José Joaquin Rojas (Movistar) en Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto). Dat leverde hen respectievelijk drie en twee punten op voor het puntenklassement. Groene trui Mark Cavendish (GTC-Higroad) kwam alleen binnen als 43ste. Dat was slechts zeven plaatsen na Andy Schleck die op sleeptouw werd genomen door ploegmaat Maxime Monfort. Andy verloor 1'06" op Contador en 1'09" op Evans. Hij doet dus een heel slechte zaak. Oudere broer Fränk verloor 18" op Contador. Kevin De Weert (QuickStep) verliest zijn tiende plaats in het algemeen klassement. Hij staat nu twaalfde. Jelle Vanendert klimt dan weer van de twintigste naar de achttiende plaats.
Rit 16: Saint-Paul-Trois-Châteaux - Gap (162,5 km)
Na een welverdiende rustdag moeten de renners zich weer op gang trekken in de etappe richting Gap. Deze stad doet terugdenken aan de negende etappe van de Tour 2003 toen Joseba Beloki zwaar ten val kwam in de afdaling van de Côte de la Rochette. Ook die rit eindigde in Gap. Het was toen zeer warm waardoor stukken asfalt waren gesmolten en dat nekte Beloki. De onfortuinlijke Bask brak zijn rechterdijbeen, rechterelleboog en rechterpols. Hij zou nooit meer de oude worden. En ja, dit was inderdaad ook die keer dat Lance Armstrong door het veld ging rijden.
Hopelijk verloopt de etappe dit jaar vlekkeloos. Vast staat dat het geen meter vlak is. De hele dag gaat het gestaag bergop. De tussenspirnt ligt weer ver in de koers, namelijk na meer dan 110 km. Hier kan weer een strijd plaatsvinden tussen Mark Cavendish (HTC-Highroad), José Joaquin Rojas (Movistar) en Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto). Het is echter niet ondenkbaar dat Gilbert mee gaat in een ontsnapping met het oog op de dagzege om zo meteen heel wat punten te pakken voor de groene trui. In de rechtsreekse confrontaties met de sprinters komt hij toch tekort.
Er ligt slechts één officiële helling op het parcours. Het gaat om de Col de Manse (2de cat.). Deze Col is 9,5 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 5,2%. De top ligt op 11,5 km van de aankomst. Het gaat volledig in dalende lijn tot de finish. De voorbije week liet Gilbert zien dat hij ook al goed bergaf kan rijden, dus hij maakt zeker kans op een tweede ritzege.
De laatste etappe voor de tweede rustdag was er één op maat van de sprinters. Dat weerhield vijf mannen niet om toch mee te gaan in de vlucht van de dag en hun kans te wagen. Uiteraard was Mickaël Delage (FDJ) weer van de partij. De Fransman kreeg twee landgenoten met zich mee, meer bepaald Samuel Dumoulin (Cofidis) en Anthony Delaplace (Saur-Sojasun). Ook Mikhail Ignatyev (Katusha) en Niki Terpstra (QuickStep) waren erbij. Ze zouden mede door de rugwind nooit meer dan 3'30" voorgift krijgen. In het peloton staken de ploegmaats van groene trui Mark Cavendish (HTC-Highroad) de handen uit de mouwen. Ze kregen wel wat steun van Europcar, de ploeg van leider Thomas Voeckler.
Eén hellinkje lag er op het parcours. De Côte de Villespassans (4de cat.), waar Ignatyev het puntje meegraaide. Het enige grote wapenfeit onderweg was de tussensprint. Die lag op iets meer dan 45 km voor de finish. Bij de koplopers streden Dumoulin en Delage voor de geldprijs. Delage versloeg de kleinste man in het peloton. Dumoulin is namelijk maar 1,59 meter groot. Het belangrijkste was hoe de drie tenoren voor groen het er zouden van afbrengen. Vijf vluchters, dat betekende nog maximaal tien punten te verdienen voor Cavendish, Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) of José Joaquin Rojas (Movistar). Cavendish toonde zich, geloodst door Mark Renshaw en Bernhard Eisel, de snelste. Rojas sleepte negen punten in de wacht. De Belgisch kampioen pakte er eentje minder.
Op het ogenblik van de tussensprint bedroeg de voorsprong van de vluchters nog één minuut. Een hopeloze zaak dus. Toch kwam er op iets meer dan 20 km van de streep nog een uitval van Ignatyev. Terpstra haakte zijn wagonnetje aan. 6,5 km voor de aankomst zette Ignatyev zich recht toen het peloton genaderd was tot op tien seconden. Terpstra trok nog even door en zou daar de prijs van de strijdlust aan overhouden. Het peloton walste hem wel plat op 3 km van de finish. In het peloton kreeg HTC hulp van Garmin-Cervélo dat Tyler Farrar graag zijn tweede rit zou zien winnen. In volle aanloop naar de sprint sprong Gilbert weg. Anthony Roux (FDJ) en Marco Marcato (Vacansoleil) sloten bij de Belg aan, maar dat was allemaal tevergeefs. Het moest en zou een massasprint worden. Lampre zette met Grega Bole nog een mannetje op kop in functie van Alessandro Petacchi, maar in de ultieme fase nam HTC weer over. Mark Renshaw fungeerde weer als perfecte leadout voor Cav. De Brit maakte het werk van zijn ploeg perfect af. Farrar strandde op plaats twee, voor Petacchi. André Greipel (Omega Pharma-Lotto) raakte in de sprint het wiel van zijn ploegmaats kwijt en kwam niet in het verhaal voor.
Cavendish won vandaag zijn negentiende Tourrit. Het record van Eddy Merckx staat op 34. De 26-jarige Brit is aan dit tempo aardig op weg om dat ooit te evenaren. En zelfs te breken. Maar goed dat is toekomstmuziek. Van groter belang is dat hij een goede zaak doet voor groen. In de eindsprint pakte Gilbert geen punten. Hij volgt nu op 71 punten van Cav. Rojas werd vijfde in de eindsprint, wat 22 punten oplevert. Cavendish krijgt er als winnaar 45 bij. Dat maakt dat Rojas tweede staat in het puntenklassement op 37 punten achterstand.
Wij Belgen kunnen nog nagenieten van de prachtprestaties van Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) en niet te vergeten Kevin De Weert (QuickStep). Vanendert won de rit naar Plateau de Beille en mag vandaag starten in de bollen. Terwijl hij dat deed sloop die andere landgenoot de top 10 van het algemene klassement binnen. Gisteren finishte de QuickStepper als veertiende, op 1'59" van Vanendert. De Weert duikt nu net de top 10 binnen. Hij stond twaalfde voor de rit, maar Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) viel er begrijpelijkerwijze van tussen, net als Nicolas Roche (AG2R) die een slechte dag had en 3'39" minuten verloor op de favorieten. Rigoberto Urán (Sky) is de eerste renner na De Weert. De Colombiaan, die de witte trui draagt, staat 1'37" achter op onze landgenoot. Proficiat Jelle en Kevin!
In deze vijftiende rit kunnen ze het alvast wat rustiger aan doen, want het wordt een dag voor de sprinters. De etappe tussen Limoux en Montpellier is immers vlak. Er ligt slechts één hellinkje van vierde categorie (2,2 km en 4,6% gemiddeld). Deze Côte de Villespassans ligt na 80 km wedstrijd, dus dan zullen er ongetwijfeld al vluchters weg zijn waarvan iemand dan het punt kan meepakken. Op ongeveer 45 km van de streep ligt de tussensprint van de dag. Hier zullen Mark Cavendish (HTC-Highroad), Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) en José Joaquin Rojas (Movistar) ongetwijfeld weer in de clinch gaan voor de groene punten.
Aan de aankomst in Montpellier kan er weer gesprint worden. Hier zal Cavendish uitgedaagd worden door André Greipel (Omega Pharma-Lotto) en Tyler Farrar (Garmin-Cervélo). Ook Rojas zal zich wel weer mengen in de strijd. Kan Greipel voor de vierde ritzege zorgen voor de ploeg? Of pakt Cav zijn vierde overwinning in deze Tour? Dat zou zijn teller op negentien stellen. De enige sprint die na vandaag nog rest is die op de Champs-Elysées waar The Manx Express zijn twintigste Tourritzege kan behalen. Maar eerst moet hij deze rit nog winnen natuurlijk.
Rit 14: Saint-Gaudens - Plateau de Beille (168,5 km)
zaterdag 16 juli 2011
Jelle Vanendert: Bergkoning op Plateau de Beille
De laatste Pyreneeënrit zou de dag van de favorieten worden, maar dat was zonder onze Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) gerekend. Hij sleepte zowel de ritzege als de bolletjestrui in de wacht. En Thomas Voeckler (Europcar)? Die blijft tegen alle verwachtingen in in het geel. Hier een overzicht van de mooiste dag uit de carrière van Vanendert.
Omstreeks twaalf uur trok het peloton zich op gang onder een open hemel. Het zou eindelijk nog eens een zonnige dag worden met een aangename temperatuur. Gianni Meersman (FDJ) was de eerste aanvaller. Jammer genoeg raakte onze landgenoot niet mee in de ontsnapping van de dag. Die werd opgezet onder impuls van de Franse kampioen Sylvain Chavanel (QuickStep). Maar liefst negentien renners kwamen zich bij hem vervoegen. Dit is het uitgebreide lijstje: Maxime Bouet (AG2R), Sandy Casar (FDJ), Anthony Charteau (Europcar), Mickaël Delage (FDJ), Rémy Di Grégorio (Astana), Julien El Fares (Cofidis), Linus Gerdemann (Leopard), Gorka Izagirre (Euskaltel), Kristjan Koren (Liquigas), Marco Marcato (Vacansoleil), David Millar (Garmin-Cervélo), Bauke Mollema (Rabobank), Manuel Quinziato (BMC), Christophe Riblon (AG2R), Luis-León Sanchez (Rabobank), Egor Silin (Katusha), Arthur Vichot (FDJ), Jens Voigt (Leopard) en Xabier Zandio (Sky). Deze omvangrijke groep trok richting de Col de Portet d'Aspet (2de cat.). Tijdens de klim passeerden ze de Stèle Fabio Casartelli. Dit monument werd er geplaatst ter nagedachtenis van de Italiaanse renner die in de Tour van 1995 dodelijk ten val kwam in de afdaling. Dat jaar werd de Aspet in omgekeerde richting beklommen. Delage, die de hele Tour al zeer actief is, reed als eerste voorbij de top. Een minuut na de koplopers passeerden Rui Costa (Movistar), Adriano Malori (Lampre), Ruben Perez (Euskaltel) en Jérôme Pineau (QuickStep). Na de tussensprint, waar Delage de snelste was in een sprintje met Millar, sloten de vier vooraan aan. De kopgroep bestond nu uit drieëntwintig man. Dat Delage zo veel als mogelijk in de kijker wil rijden, en prijzen binnenrijven, bewees hij door ook als eerste te passeren op de Côte de la Core (1ste cat.). Op deze beklimming moest Mark Cavendish (HTC-Highroad) een eerste keer lossen. Bernhard Eisel stond zijn kopman bij en besprenkelde hem met wat water. Over de punten aan de tussensprint moest Cav zich alvast geen zorgen maken, want die waren al allemaal weg. Na de klim kon de Brit wel terug aansluiten bij het peloton, maar dat het een zware dag zou worden stond wel vast.
In de afdaling van de Côte de la Core reden Casar en El Fares weg van hun metgezellen. Hardrijder Millar zou op het vlakke komen aansluiten. Het peloton volgde op iets meer dan negen minuten. Dat maakte van Casar heel even de virtuele gele trui, want hij stond 8'47" achter op Voeckler. Op de Col de Latrape (2de cat.) zette Leopard zich op kop van het peloton. Voor Cavendish was het alweer te zwaar en hij loste nu definitief met alweer Eisel aan zijn zijde. Duimen maar dat hij binnen tijd zou aankomen. Terwijl Cav achterop hinkte, reed Casar als eerste over de top van Latrape. Hij had samen met El Fares en Millar een voorsprong van 1'34" op de achtervolgers en meer dan acht minuten op het peloton.
De beklimmingen volgden elkaar snel op. Na de Latrape volgde de Col d'Agnes (1ste cat.). In de eerste kilometer sloot Riblon bij het koptrio aan. even later moest Millar afhaken. De Col d'Agnes is 10 km lang en ongeveer halfweg voegde Silin zich bij de leiders. Nadien volgden nog Charteau, Izagirre, Voigt en Zandio. Ook Chavanel en Gerdemann zouden kunnen terugkeren. De Franse kampioen zou als eerste de top bereiken. Het peloton volgde vijf minuten later. In de afdaling kwam Laurens ten Dam (Rabobank) ten val en viel hij landde hard op zijn gezicht. Omzwachteld zou hij wel de streep bereiken.
Na de Col d'Agnes volgde de Port de Lers, een klim van derde categorie. Hier trok Izagirre ten aanval en na de vier kilometer lange helling had hij bijna een minuut voorsprong op zijn naaste belagers. Daarvan werd Voigt uitgeschakeld in de afdaling. De Duitser viel tot twee keer toe. Hij zou wel nog van nut blijken voor zijn ploeg. In de vallei richting Plateau de Beille waren het nog Fabian Cancellara en Stuart O'Grady die het werk verrichten in dienst van de broertjes Schleck. Ze knabbelden ferm aan de achterstand op de vluchters. Daar heerste er geen goede verstandhouding tussen de achtervolgers op Izagirre. Velen onder hen voelden zich geroepen bommetjes te droppen. Uiteindelijk zou Izagirre op 20 km voor de finish gegrepen worden onder impuls van Chavanel. Hij vormde samen met Sanchez en Perez de nieuwbakken kopgroep. Perez zou het het langste uitzingen maar aan de voet van Plateau de Beille werd ook hij weer ingelopen.
Plateau de Beille is een klim buiten categorie met een lengte van 15,8 km en een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9%. Nog maar vier keer eerder lag er hier een aankomst. De winnaars waren niet van de minste: Marco Pantani (1998), Lance Armstrong (2002 en 2004) en Alberto Contador (2007). Zij zouden telkens ook de Tour winnen. Zou vandaag ook de toekomstige Tourwinnaar winnen? In de eerste meters al demarreerde Casar. Hij had een voorgift van 2'10" op de klassementsrijders. Dat was wel heel krap om de ritwinst te kunnen pakken. Maar wie niet waagt, niet wint. Het was Leopard dat bij aanvang de achtervolging leidde met Maxime Monfort, Jens Voigt en Linus Gerdemann. Daarna nam Christian Vande Velde (Garmin-Cervélo) het over. Zijn ploegmaat Tom Danielson stond tiende. Na vier kilometer leek het alsof de favorieten er aan zouden beginnen. Andy Schleck plaatste een demarrage. De eerste van velen zou blijken. In het groepje van Andy zaten ook zijn broer Fränk, Jelle Vanendert, Ivan Basso (Liquigas), Alberto Contador, Damiano Cunego (Lampre), Cadel Evans (BMC), Jean-Cristophe Péraud (AG2R), Samuel Sanchez (Euskaltel), Rigoberto Urán (Sky), Thomas Voeckler en zijn ploegmaat Pierre Rolland.
Na een tweede prik van Andy probeerde ook zijn broer Fränk het eens. Evans dichtte het gat. Daarna was het weer de beurt van Andy, dit maal was het Contador zelf die de kloof dichtte. De demarrages van de Schlecks getuigden niet van echte scherpte. Telkens als ze enkele meters hadden, hielden ze in in plaats van door te zetten. Nochtans was het zeker het moment, want nu en dan reageerde Contador niet erg gezwind. Omdat de favorieten naar elkaar bleven kijken en niemand doorzette, besliste onze Jelle Vanendert om zelf ten aanval te trekken op 7 km van de streep. Op dat moment reed Casar een halve minuut voorop. Vanendert ging naar hem op zoek. Bij de favorieten loste Cunego. Hij zou even later opnieuw kunnen aanklampen, maar aan de aankomst zou hij op de klassementsrijders toch bijna veertig seconden verliezen.
Na een halve kilometer had Vanendert Casar al te pakken. Hij kreeg wel terecht de prijs van de strijdlust. Maar Vanendert zat dus op koers naar de dagzege. Toen viel Samuel Sanchez aan. Jawel, de man die Jelle vrijdag klopte op Luz-Ardiden. Zou hij Vanendert weer tot de tweede plaats veroordelen? Bij de favorieten plaatste Basso een aanval, maar Voeckler en Andy Schleck brachten de anderen terug. Op 2,5 km van de streep volgde een nieuwe poging van Basso. Alweer volgde Voeckler gezwind. Ook Evans, Andy Schleck en Contador deden dat. Fränk Schleck uiteindelijk ook, maar hij bleef toch even wat hangen. De favorieten vormden in elk geval geen gevaar voor Vanendert.
Bij het ingaan van de slotkilometer had de Limburgse klimmer 23" voorsprong op Sanchez. Dat was voldoende om Vanendert zijn grootste profzege te laten boeken. En wat voor één. Hij is zowaar de beste op Plateau de Beille nadat hij in volle finale de klassementsrijders achter zich had gelaten. Vanendert krijgt op de koop toe ook nog de bolletjestrui om de schouders. Hij heeft twee punten meer dan Sanchez. Het is echt een prachtige dag. Dertig jaar na Lucien Van Impe wint er nog eens een Belg een bergrit in de Tour. De vreugde in het kamp Omega Pharma-Lotto kan niet op nadat André Greipel en Philippe Gilbert ook al een rit wonnen. Gilbert reed overigens al lachend over de streep en viel nadien zijn vriend en kamergenoot in de armen. De sfeer bij de ploeg is optimaal, ondanks dat daar in de eerste week twijfels over waren ontstaan.
Het geel blijft onverwacht om de schouders van Thomas Voeckler die zijn voorsprong van 1'49" op Fränk Schleck behoudt. Andy Schleck sprokkelde in de laatste honderd meter nog 2" voorsprong op de anderen. Sanchez springt van plaats twee naar plaats zes. Hij wisselt met Cunego. Kevin De Weert komt net de top 10 binnen. Hij arriveerde in deze rit 1'59" na Vanendert op de veertiende plaats. Het groen blijft in handen van Cavendish die vandaag binnen tijd de aankomst bereikte. De Colombiaan Rigoberto Urán neemt dan weer wel de witte trui over van Arnold Jeannesson (FDJ) die is weggezakt tot de vierde plaats in het jongerenklassement. Rein Taaramae (Cofidis) staat tweede met een achterstand van 1'07". Robert Gesink is hier al gezakt tot plaats negen nadat hij ook vandaag moest afhaken. Eén man kwam buiten tijd: William Bonnet (FDJ).
Rit 14: Saint-Gaudens - Plateau de Beille (168,5 km)
Vandaag staat de koninginnenrit in de Pyreneeën op het programma. Het gaat de hele dag op en af met als sluitstuk de slotklim naar Plateau de Beille. Het wordt een belangrijke dag voor de pretendenten op de eindzege. De laatste dagen rezen er twijfels over de fysieke paraatheid van Alberto Contador (Saxo Bank). In deze etappe zal duidelijk worden hoe het met El Pistolero gesteld is. Hoe dan ook zal er gestreden worden tussen de favorieten. Hoogst waarschijnlijk zal één van hen de ritzege wegkapen. Reeds vier keer kwam een etappe aan op Plateau de Beille, telkens stond de ritwinnaar in het geel in Parijs. In 1998 was dat Marco Pantani, in 2002 en 2004 Lance Armstrong en Contador won in 2007.
De eerste klim van de dag is de Portet d'Aspet (4,3 km en 9,7% gemiddeld). Deze klim van tweede categorie is onlosmakelijk verbonden met Fabio Casartelli die in 1995 in de afdaling dodelijk ten val kwam. Op de top staat een monument ter ere van de Italiaan. Na de Aspet ligt de tussensprint. Het moment voor Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) om punten te sprokkelen, want Mark Cavendish (HTC-Highroad) en José Joaquin Rojas (Movistar) zullen er niet meer bij zijn. Vervolgens is het klimmen geblazen op de Col de la Core (1ste cat.) die 14,1 km lang is en een gemiddeld stijgingspercentage heeft van 5,7%. Na de afdaling ligt de bevoorradingszone waar de renners krachten kunnen opdoen vooraleer aan de tweede helft te beginnen. Eerst is er de Col de Latrape, een klim van tweede categorie (5,6 km en 7,2% gemiddeld). Dit is de opwarmer voor de Col d'Agnes (1ste cat.). Deze Col heeft een lengte van 10,0 km en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 8,2%. Na enkele kilometers dalen is er nog een knikje onder de vorm van de Port de Lers (3de cat: 3,8 km en 5,5%). Na 40 km dalen kunnen de renners beginnen aan de slotklim naar Plateau de Beille. Op deze klim buiten categorie, 15,8 km lang, zal de boel openbarsten. Het gemiddeld stijgingspercentage is 7,9%. Al van bij de aanvang is het steil, met stroken van 9%.
Thomas Voeckler (Europcar) mag starten in het geel, maar er kan met zekerheid gesteld worden dat de Fransman de trui vandaag zal moeten afgeven. Fränk Schleck (Leopard) is het best geplaatst. Cadel Evans volgt op 17". Alberto Contador staat 2'11" achter de oudste van de Schlecks. Andy staat 1'43" voor Contador. Philippe Gilbert staat sinds gisteren op de negende plaats, maar dat zal hij niet kunnen vasthouden. Kevin De Weert (QuickStep) staat momenteel twaalfde en van hem wordt wel verwacht dat hij blijft meespelen voor een goed eindklassement.
De tweede rit door de Pyreneeën was een korte met twee kleine hellingen en de Col d'Aubisque (buiten categorie). De top van deze klepper lag wel nog op meer dan 40 km van de meet. De klassementsmannen zouden zich wel koest houden. Het leek een ideale dag te gaan worden voor vluchters. En velen voelden zich geroepen om hun kans te wagen. Zo ook Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) en Sylvain Chavanel (QuickStep), maar geen van beiden kende succes. Vlak voor de Côte de Cuqueron (3de cat.) raakten drie renners weg: Anthony Delaplace (Saur-Sojasun), Egor Silin (Katusha) en Niki Terpstra (QuickStep). Ook dat was niet definitief, want op de Cuqueron versnelde Tony Martin (HTC-Highroad) en hij bracht de rest van het pak terug in zijn wiel. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) kwam als eerste boven en pakte twee punten voor het bergklassement. Lars Boom (Rabobank) die verging het niet goed. Hij had moeten lossen en had al meer dan drie minuten achterstand. Dit liep even later op tot vijf minuten en dan besliste de Nederlander er de brui aan te geven. Boom sukkelt met de achillespees. Het was niet de enige opgave van de dag. Andreas Klöden (RadioShack) was al eerder afgestapt. De gevolgen van een val wogen te zwaar door. Gert Steegmans (QuickStep) die was zelfs niet meer van start gegaan. 's Ochtends werden foto's genomen en daaruit bleek een scafoïde breuk, een breuk van een handwortelbeentje dus. Steegmans liep de breuk reeds op in de vijfde etappe toen hij samen met ploegmaat Tom Boonen ten val kwam. Later op de dag zou ook de opgave volgen van Vladimir Isaychev (Katusha).
Nu terug naar het koersverloop. Voorbij de Côte de Cuqueron, na ongeveer 50 km koers, demarreerde Jérémy Roy (FDJ) en dat was het begin van een succesvolle onderneming. Het was al de vierde keer dat de Fransman mee zou zijn in de vlucht van de dag. Roy kreeg het gezelschap van negen anderen: Lars Bak (HTC-Highroad), Edvald Boasson Hagen (Sky), Dmitriy Fofonov (Astana), Vladimir Gusev (Katusha), Thor Hushovd (Garmin-Cervélo), David Moncoutié (Cofidis), Alessandro Petacchi (Lampre), Jerôme Pineau (QuickStep) en Maarten Tjallingii (Rabobank). Aanstoker Roy zou het enige punt pakken op de Côte de Belair (4de cat.). Hij stond derde in het bergklassement en zijn doel was duidelijk om na de rit met de bollen te mogen pronken. Toen had hij nog een achterstand van 15 punten op Samuel Sanchez (Euskaltel).
Vooraleer aan de Aubisque te beginnen was er nog de tussensprint. Bij de koplopers werd er niet voor gevochten, het was Boasson Hagen die als eerste voorbijreed. Tien koplopers dat betekende nog maximaal vijf punten voor de mannen in het peloton. Gilbert moest passen toen de sprint werd aangetrokken voor Mark Cavendish (HTC-Higroad). De Belgische kampioen zou geen punten pakken. José Joaquin Rojas (Movistar) speelde op de verrassing en sprong uit het wiel van Cavendish en diens loods Mark Renshaw. De Spaanse kampioen sleepte de vijf punten in de wacht. Cav moest zich tevreden stellen met één punt minder. En dat was blijkbaar niet zo makkelijk. Cav maakte wat misbaar, maar er was niets mis met de sprint van Rojas.
Na dit intermezzo kon de beklimming van de Col d'Aubisque beginnen. Deze col van buiten categorie is 16,4 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 7,1%. Deze Pyreneeënreus schrikt een man als Thor Hushovd blijkbaar niet af. In de eerste kilometer versnelde de Noorse krachtpatser. Enkel Roy raakte tot bij de wereldkampioen en liet hem op 9 km van de top achter zich. Moncoutié zou op dat moment dan weer de aansluiting maken bij Hushovd. In het peloton moest Fabian Cancellara (Leopard) relatief vroeg lossen. Ofwel wilde hij zich sparen voor de laatste Pyreneeënrit ofwel verkeert de Zwitser niet in optimale conditie. Andere renners voelden zich dan weer beter en kozen voor de aanval. Mickaël Delage (FDJ) en Maxime Bouet (AG2R) zouden opnieuw worden gegrepen door het peloton, maar Bauke Mollema (Rabobank) zou wel voorop kunnen blijven. In de spits van de wedstrijd zou hij echter niet meer geraken. Hij zou elfde worden.
Roy kwam als eerste op de top van de Aubisque, wat goed was voor 20 punten. Hij zou na de etappe de bollen mogen overnemen van Sanchez. Moncoutié passeerde 53" na Roy. Hushovd had een achterstand van iets meer dan twee minuten op Roy. Zij maakten alle drie nog aanspraak op ritwinst, mits een goede afdaling. Nog even vermelden dat Jelle Vanendert nog op zoek ging naar punten op de Aubisque, maar hij kwam te laat. Het peloton bereikte de top van de Aubisque acht minuten later dan Roy.
Na de top van de Aubisque moesten de renners na enkele kilometers dalen wel nog een fameuze knik verteren, meer bepaald een deel van de beklimming van de Col du Soulor. Deze telde niet mee voor het bergklassement. Boven had Roy zijn voorsprong op Moncoutié vergroot tot 1'20", maar Hushovd was genaderd tot 1'45". Hushovd smeet zich als een steen naar beneden. Moncoutié pikte zijn wagonnetje aan. Op 20 km van de streep lagen ze nog iets meer dan een minuut achter op Roy. Vijf kilometer verder was de achterstand gehalveerd. 13 km voor de aankomst begon een vlakke strook tot Lourdes. Hier liet Hushovd zijn metgezel achter en ging op zoek naar Roy. Op ongeveer twee kilometer had hij de onfortuinlijke Roy te pakken. Hushovd bleef enkele meters in het wiel en versnelde dan om solo naar de finish te rijden. Het is een prachtprestatie van de Noorse wereldkampioen. Hushovd weet dat hij in de echte massasprints te kort komt tegen mannen als Cavendish en is zich daarom meer gaan toeleggen op zwaardere parcours. Dit is de bekroning van hard werken. Lourdes was voor de twee maal aankomstplaats en kreeg na Gino Bartali alweer een grote kampioen als winnaar.
Roy moest genoegen nemen met de derde plaats, want Moncoutié haalde hem nog bij in de slotfase. Er zijn echter heel wat troostprijzen voor Jérémy Roy. Hij krijgt de prijs van de strijdlust, maar het belangrijkste is dat hij de bollen in zijn bezit heeft. Hij heeft vijf punten meer dan Sanchez en elf meer dan Vanendert. Gilbert die was in de afdaling van de Aubisque in de aanval getrokken, werd tiende en pakte zo nog zes punten voor het puntenklassement. hij sluipt ook de top 10 binnen. Rojas greep nog vier punten mee. Cav blijft in het groen met een voorsprong van 13 punten op Rojas en 24 op Gilbert. Thomas Voeckler (Europcar) blijft in het geel. De laatste die in Lourdes zou aankomen was een Belg, namelijk Romain Zingle (Cofidis). Hij was gevallen in de afdaling van de Aubisque en kwam 27'41" na Hushovd binnen. Het peloton arriveerde in Lourdes na 7'37". Behalve Fofonov overleefden alle vluchters. Hij was onderweg ingelopen en verloor meer dan 22 minuten.
De tweede Pyreneeënrit is een korte van ongeveer 150 km. De enige grote Col is de Aubisque. Aangezien de top op meer dan 40 km van de aankomst ligt, moeten we geen grote inspanningen verwachten van de klassementsrenners. Het wordt wellicht een dag waarop een ontsnapping tot een goed einde zal worden gedragen. Tenzij een meester-daler als Samuel Sanchez (Euskaltel) zijn duivels nogmaals ontbindt en voor de tweede dag op rij wil winnen.
Vooraleer aan de Aubisque te beginnen liggen er al twee kleine hellingen. Eerst is er na 40 km de Côte de Cuqueron van derde categorie (1,5 km en gemiddeld 8,1%). Een goeie 20 km verder op ligt de Côte de Belair (1,0 km en gemiddeld 8,4%). Dit is een klimmetje van vierde categorie. Nadien ligt de dagelijkse tussensprint. Van daar loopt het al gestaag bergop tot aan de voet van de Col d'Aubisque. Deze Col buiten categorie is 16,4 km lang. Het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 7,1%. Tussen kilometer zeven en acht ligt een strook van 10%. De tweede helft van de klim is merkelijk steiler. Zoals gezegd wordt hier geen grote uithaal verwacht van de favorieten, maar net als gisteren kunnen er uiteraard belangrijke mannen lossen. Dat was het geval met Robert Gesink (Rabobank) en Andreas Klöden (RadioShack).
De top van de Aubisque ligt op 42,5 km van Lourdes. Na enkele kilometers dalen komt er nog een knikje ter hoogte van de Col du Soulor. Daarna gaat het bergaf tot in Ayzac-Ost. Van daaruit volgen nog 13 km relatief vlakke kilometers. In Lourdes kan dan eventueel worden gesprint om de zege. Tegen alle verwachtingen in vertrekt Thomas Voeckler (Europcar) vandaag opnieuw in het geel.
Vanaf de rit naar Luz-Ardiden zou alles beginnen, werd haast overal geopperd. We kunnen echter stellen dat al heel wat is gebeurd in de eerste helft van de Tour. Verschillende renners zijn al naar huis moeten keren na een val, waaronder klassementsrijders Jurgen Van den Broeck (Omega Pharma-Lotto) en Bradley Wiggins (Sky). Anderen verloren ettelijke minuten door pech, zoals Levi Leipheimer (RadioShack). Alberto Contador (Saxo Bank), Robert Gesink (Rabobank) en Andreas Klöden (RadioShack) waren ook al betrokken bij een valpartij. Contador stond zelfs al anderhalve minuut achter Andy Schleck (Leopard). De twaalfde rit betekende wel dat er een versnelling hoger werd geschakeld. Het bergluik in de Pyreneeën werd aangevangen. In deze eerste rit zaten twee kleppers van buiten categorie, namelijk de Tourmalet en Luz-Ardiden. Daarenboven was de rit langer dan 200 km.
Laurent Mangel (Saur-Sojasun) liet zich alvast niet afschrikken en vanaf kilometerpaal nul demarreerde de Fransman op zijn nationale feestdag. Vijf renners sloten bij hem aan. Eerst en vooral zijn landgenoten Jérémy Roy (FDJ) en Biel Kadri (AG2R). Daarnaast gingen ook Gerraint Thomas (Sky), José Ivan Gutierrez (Movistar) en Ruben Perez (Euskaltel). Perez ging ook in de vorige etappe al in de aanval. De zes kregen een maximale voorsprong van negen minuten. Thomas was de best geklasseerde, op 5'51" van Thomas Voeckler (Europcar), en was een hele tijd virtueel leider.
Na bijna 120 km lag de tussensprint. Mangel passeerde als eerste, voor Roy en Kadri. Mark Cavendish (HTC-Higroad) was de snelste van het peloton en die zevende plaats was goed voor negen punten. José Joaquin Rojas (Movistar) kon zeven punten pakken, Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) slechts drie. Geen van de drie zou aan de aankomst nog meedoen voor de punten. Cav verstevigde dus zijn leiderspositie in het puntenklassement. Hij heeft nu 18 punten voor op Rojas en 26 op Gilbert. Na de tussensprint trok Johnny Hoogerland (Vacansoleil) even door. Daar kon hij nog niet wegrijden, het lukte hem wel op de Hourquette d'Ancizan (1ste cat.), die voor het eerst in de het Tourparcours was opgenomen. Hoogerland kreeg de Franse kampioen Sylvain Chavanel (QuickStep) mee. La Machine reed overigens op een speciale fiets ter gelegenheid van Quatorze juillet. De Franse driekleur was er opgespoten, net als zijn bijnaam. Roman Kreuziger (Astana) kon naar Hoogerland en Chavanel toe rijden. Kreuziger bepaalde het tempo en dat lag te hoog voor Hoogerland. Ook elders waren er gelosten. Bij de kopgroep kon Gutierrez niet mee. In het peloton moest sprinter Denis Galimzyanov (Katusha) als eerste lossen. Het zou een ware lijdensweg worden voor de Rus. Hij zou doorzetten, maar als enige buiten tijd aankomen. Aangezien Romain Feillu (Vacansoleil) niet meer aan de start is gekomen vanwege kniepijn, doen nu nog 175 renners mee aan de Tour.
Mangel bereikte als eerste de top van de Hourquette voor Perez en Kadri. Gutierrez zou een minuut later boven komen. Chavanel en Kreuziger volgden op 3'54". Hoogerland passeerde bijna driekwart minuut later. De Zeeuw zou tegen zijn zin de bollentrui moeten afgeven. Hij zou in de afdaling in elk geval wel recht blijven en dat kon niet van iedereen gezegd worden. Thomas ging tot tweemaal toe uit de bocht en viel zo weg uit de kopgroep. Ook in het peloton schoven ze onderuit. Gele trui Voeckler was de eerste. Onder meer Andreas Klöden, Peter Velits (HTC-Highroad), Pablo Urtasun (Euskaltel) en Jimmy Engoulvent (Saur-Sojasun) gingen tegen de vlakte.
Na enkele achtervolgingen en fietswissels kon de Tourmalet worden aangevat. Op dat ogenblik keek het peloton tegen een achterstand aan van 7'40". Leopard, de ploeg van de Schlecks, nam vanaf daar het heft in handen. Vooraan konden Thomas en Gutierrez opnieuw bij de leiders aansluiten. Kreuziger zou Chavanel dan weer achter zich laten. Onder het tempo van Leopard, barstte en buigde Gesink. De voorbije dagen zag het er nochtans beter uit. Hij zou vandaag echter pas de finish bereiken op 17'44" van de winnaar. De Nederlandse witte trui had het al snel door dat het een jour sans zou worden, want hij gaf ploegmaat Carlos Barredo teken dat hij mocht doorrijden. Leopard soupeerde echter ook al snel eigen mannetjes op. Jakob Fuglsang, tiende in het algemeen klassement, was één van de eersten. Ook Fabian Cancellara moest relatief rap afhaken. Onze landgenoot Maxim Monfort zou voor de top ook lossen, maar kon in de afdaling terug aansluiten. Jens Voigt knapte het meeste werk op van de Leopard-mannen.
In het skioord La Mongie reed Thomas alleen voorop. Roy zou echter kunnen terugkeren en als eerste de top van de Tourmalet bereiken. Hij kreeg de Souvenir Goddet, een geldprijs van 5000 euro. Iets meer dan drie minuten na Roy en Thomas kwam het peloton boven. Andy Schleck had anderhalve kilometer van de top van wiel moeten wisselen en had even voet aan grond gezet nadat hij een collega aantikte, maar voor de rest viel er niets te melden over de favorieten. Behalve dat Klöden moest afhaken. Hij mag na vandaag een goed klassement op zijn buik schrijven.
Voor de top was Laurens Ten Dam (Rabobank) weggereden uit de groep met favorieten. In de afdaling zou hij onder meer gezelschap krijgen van Gilbert en diens ploegmaat Jelle "Rachid" Vanendert. Ook Samuel Sanchez (Euskaltel) was er bij. Na een afdaling van 20 km kon de slotklim naar Luz-Ardiden beginnen. Dat is 13,3 km klimmen aan een gemiddeld stijgingspercentage van 7,4%. Na twee kilometer moest sterke beer Jens Voigt zich aan kant zetten. Pierre Rolland (Europcar) bepaalde daarna het tempo. Kevin De Weert (Quickstep) wilde anticiperen op een versnelling van de grote namen en demarreerde. Hij zou enkele kilometers voor hen kunnen uitrijden. Ook Thomas De Gendt (Vacansoleil) prikte even. De Belgen voelden zich duidelijk goed, want Vanendert ging samen met Sanchez op zoek naar de koplopers. Die vonden ze ook. En ze lieten de twee meteen achter. Thomas zou aan het avontuur wel de prijs van de strijdlust overhouden.
Bij het ingaan van de laatste vijf kilometer hadden Vanendert en Sanchez 1'10" voorsprong op de groep met klassementsmannen Contador, de Schlecks, Cadel Evans (BMC) en Ivan Basso (Liquigas). Ook Voeckler zat er nog steeds bij. Een kilometer verder volgde een miniprik van Andy Schleck. Daarna was het aan zijn broer Fränk. Na een poging van Ivan Basso (Liquigas), versnelde Fränk Schleck nog een keer. Dit keer dichtte Contador zelf het gat. Drie kilometer voor de top kon de oudste van de Schlecks echter wel voldoende afstand nemen en zette hij de achtervolging in op het kopduo. Bij het ingaan van de laatste twee kilometer volgde Schleck op 49". Op 500 meter was hij heel kort bij en op dat moment plaatste Vanendert een aanval. Onze landgenoot werd echter bijgebeend door Sanchez. Vanendert moest zich in het zadel planten. Een geëmotioneerde Sanchez sleepte de dagzege in de wacht. Vanendert werd heel knap tweede. Hij was na de meet ontgoocheld, want hij had echt gehoopt op de overwinning zei hij. Hij zette echter een formidabele prestatie neer. Schleck legde beslag op plaats drie.
Voeckler had moeten lossen in de laatste twee kilometer. Ook Contador kon niet mee met Basso, Evans en Andy Schleck. De Spanjaard verloor vandaag 13" op deze drie renners en 33" op Fränk Schleck. Iedereen kwam uitgeput over de meet. Zowel Andy Schleck als Contador pakten zich over de streep vast aan de nadarafsluiting. Voeckler kwam moe, maar tevreden over de streep. Onverwacht houdt de Franse publiekslieveling op de nationale feestdag de gele trui nog in zijn bezit. De bollen worden overgenomen door Sanchez die acht punten voorsprong heeft op Vanendert. Het wit komt in handen van Arnold Jeannesson (FDJ). Rein Taaramae (Cofidis) staat tweede op 1'37". Twee Belgen staan na deze eerste bergrit in de top vijftien. Kevin De Weert is momenteel elfde op 5'07" van Voeckler. Gilbert is twaalfde op 5'24".
Op Quatorze Juillet snijdt de Tour de Pyreneeën aan. Van bij de start gaat het al in trapjes omhoog. De eerste echte klim bevindt zich wel pas na 130 km. Vooraleer die aan te vatten is er een tussensprint. Die ligt op een hellende strook waardoor Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) mogelijk wat punten terugpakt op groene trui Mark Cavendish (HTC-Highroad). Daarna is het klimmen geblazen op de Hourquette d'Ancizan (1ste categorie). Deze is 9,9 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 7,5%. De Hourquette fungeert als voorgerecht voor het duo Tourmalet en Luz-Ardiden. Hopelijk blijven deze niet te zwaar op de maag liggen van de favorieten. De top van de Tourmalet ligt op 2115 meter. Het hoogste punt dat de Tour in de Pyreneeën aandoet. Hier ligt de trofee Goddet te wachten. De Tourmalet is een beklimming buiten categorie die 17,1 km lang is en een gemiddeld stijgingspercentage heeft van 7,3%. De beklimming wordt aangevangen in Sainte-Marie-de-Campan. In dit dorpje ging Eugène Christophe in 1913 langs in de smederij nadat hij in de afdaling van de Tourmalet zijn voorvork had gebroken. De toenmalige leider in het algemeen klassement herstelde zelf zijn fiets. Doordat hij 14 km naar de smidse had moeten lopen en zijn fiets had moeten repareren was hij al ver achterop geraakt. Op de koop toe kreeg hij een extra strafminuut omdat een jongentje de blaasbalg bediende. De Fransman verloor de Tour door dit incident.
Vanaf de top van de Tourmalet is het nog een goeie 20 km dalen tot de voet van de slotklim van 13,3 km naar Luz-Ardiden (buiten categorie). Het gemiddeld stijgingspercentage is 7,4%. Wellicht zal hier de strijd tussen de klassementsrijders openbreken. Alberto Contador (Saxo Bank) zegt dat het aan de broertjes Schleck (Leopard) is om aan te vallen aangezien hij beter is in het tijdrijden. Toch lijkt het niet onwaarschijnlijk dat Contador zelf zal demarreren. Als hij goed is, zal hij dat zeker willen tonen aan zijn concurrenten. Na de eerste Tourhelft is Cadel Evans (BMC) de best geplaatste klassementsrijder. Fränk Schleck volgt op 3" en zijn broer Andy op 11". Contador staat 1'41" achter op Evans. Bij RadioShack is enkel Andreas Klöden nog in de running voor het algemeen klassement nadat Janez Brajkovic en Chris Horner moesten opgeven na een val. Levi Leipheimer lag ook al dikwijls tegen de grond, maar heeft kunnen doorzetten. Hij kijkt wel al tegen een fameuze achterstand aan. Ook Robert Gesink maakte al dikwijls kennis met het Franse asfalt, maar staat wel nog voor Contador. Samuel Sanchez (Euskaltel) verloor een groot deel van zijn tijd in de ploegentijdrit, namelijk 1'22". Ryder Hesjedal (Garmin-Cervélo) is normalerwijze ook een man voor de top 10, maar hij heeft al veel kopwerk geleverd en al veel tijd verloren. Roman Kreuziger (Astana) die verloor door valpartijen en de gevolgen daarvan al bijna vijftig minuten. Een overzicht:
Favorieten
Cadel Evans
Fränk Schleck
op 3"
Andy Schleck
11"
Tony Martin
12"
Peter Velits
z.t.
Andreas Klöden
17"
Ivan Basso
1'10"
Kevin De Weert
1'21"
Robert Gesink
1'35"
Alberto Contador
1'41"
Christian Vande Velde
2'27"
Samuel Sanchez
2'35"
Levi Leipheimer
4'50"
Ryder Hesjedal
13'06"
Roman Kreuziger
49'47"
Het geel zal vandaag van schouders veranderen. Fransman Thomas Voeckler (Europcar) mag op de nationale feestdag in de leiderstrui van start gaan, maar vanavond zal hij niet meer op het podium mogen om een nieuwe aan te trekken. Naast de strijd om het geel is er uiteraard die voor de dagzege. Of het aan vluchters zal zijn of aan de klassementsrijders valt af te wachten. Ook de bollen staan op het spel vandaag. Op de Hourquette zijn maximaal tien punten te verdienen. Bovenaan de Tourmalet, liggen twintig punten te wachten. De aankomst bovenop Luz-Ardiden zorgt voor een verdubbeling wat veertig punten oplevert voor de winnaar. Johnny Hoogerland (Vacansoleil) vertrekt in de zijn geliefde bolletjestrui, maar zal die vandaag wellicht moeten afgeven. Hij heeft momenteel een totaal van 22 punten. Meegaan in een vlucht om punten te sprokkelen, zal er door zijn blessures niet inzitten.
John Gadret (AG2R), vierde in de voorbije Giro, verscheen niet aan de start van de elfde rit. Dat betekent dat er nog 177 renners aan de laatste etappe voor de Pyreneeën begonnen. Die werd overigens verreden onder een grijs wolkendek en nu en dan zetten de hemelsluizen zich open. Zes man besloten toch ten aanval te trekken: Lars Boom (Rabobank), Mickaël Delage (FDJ), Jimmy Engoulvent (Saur-Sojasun), Andriy Grivko (Astana), Ruben Perez (Euskaltel) en Tristan Valentin (Cofidis). Onderweg lagen twee hellingen. De eerste was de Côte de Tournac (3de cat.) waar Boom en Grivko de punten en de geldprijs meegraaiden. Op dat ogenblik reden de zes ongeveer vier minuten voor het peloton uit. Daar nam HTC-Higroad het grootste deel van het werk voor zijn rekening. Gisteren werd hun sprinter Mark Cavendish (HTC-Highroad) geklopt door André Greipel (Omega Pharma-Lotto). Cav zou zeker revanche willen nemen.
De beentjes zou hij al even kunnen strekken tijdens de tussensprint die halverwege lag. Bij de koplopers was het Delage die eerste mocht worden voor Engoulvent en Boom. Het belangrijkste was echter de strijd tussen Cavendish, José Joaquin Rojas (Movistar) en groene trui Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto). De ploegmaats van Gilbert trokken de sprint aan, maar Phil bleef hangen. Mark Renshaw was de laatste man van Cav en die ging lopen met negen punten. Rojas pakte er acht, Greipel zes en Gilbert vijf.
Ter hoogte van de tussensprint hadden de koplopers nog een voorgift van 3'30". Op de top van de Côte de Puylaurens (4de cat.), waar Delage het punt pakte, was het peloton al twee minuten dichter gekomen. HTC had wat hulp gekregen van Garmin-Cervélo, Omega Pharma-Lotto en Sky. De sprinterteams sloegen de handen dus in elkaar. Rojas reed lek in de laatste 20 km, dat zou hem sowieso krachten kosten in de sprint. Hoewel er werd afgestevend op een massasprint plaatste Boom een ultieme aanval. Het mocht echter niet baten, want onder impuls van Lampre en HTC werd hij als laatste ingelopen op 2,2 km van de meet. Hoewel Boom als enige van de kopgroep had gedemarreerd, hield hij er zelfs de prijs van de strijdlust niet aan over. Die was weggelegd voor Delage. Een Fransman natuurlijk.
Bij het ingaan van de laatste twee kilometer had Cavendish enkel nog Tony Martin en Mark Renshaw voor zich. Gelukkig verscheen Garmin aan de andere kant van de weg. David Millar duwde het tempo de hoogte in om Tyler Farrar naar zijn tweede ritzege te loodsen. Het regende pijpenstelen in de finale, maar gelukkig zou iedereen recht blijven. Het was Cavendish die doorweekt mocht triomferen in Lavaur. Hij versloeg er Greipel en Farrar. Die strandden op meer dan een fietslengte. The Manx Express mocht overigens niet alleen op het podium omwille van zijn ritzege. Hij pakt ook het groen. Een ritoverwinning in een vlakke rit zorgt voor 45 punten, de zevende plaats van Rojas was goed voor 18 punten. Gilbert nam geen punten in de eindsprint en staat nu derde met 20 punten minder dan Cav. Rojas volgt op 16 punten van de Brit. Cavendish was zo gelukkig met het groen dat hij zijn trui uitvoerig kuste. Vandaag behaalde hij zijn 18de ritwinst in de Tour, maar het groen kon hij nog nooit omgorden in Parijs. Nu zit hij alvast weer op koers.
Morgen trekt de Tour de Pyreneeën in met kleppers als de Tourmalet en de klim naar Luz Ardiden. De elfde rit lijkt echter opnieuw een sprintfestijn te worden. Er liggen slechts twee kleine hellingen op het parcours. Eerst is er de Côte de Tonnac van derde categorie (3,6 km en gemiddeld 4,9%) na een kleine 30 km. De Côte de Puylaurens (4de cat.) ligt 100 km verder. Dit heuveltje is 4,2 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 3,8%. Vanaf de top is het nog iets meer dan 30 km voor de streep, dus geloste sprinters hebben voldoende tijd om hun ideale positie opnieuw in te nemen. Gisteren moest Mark Cavendish (HTC-Highroad) de duimen leggen voor André Greipel (Omega Pharma-Lotto). Cav zal ongetwijfeld uit zijn op revanche. Tussen de twee hellingen in ligt de tussensprint. Hier is het uitkijken naar de strijd tussen Cavendish, José Joaquin Rojas (Movistar) en groene trui Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto).
Daags na de rustdag stond een korte etappe van 158 km op het programma. Benieuwd hoe het de pechvogels Johnny Hoogerland (Vacansoleil) en Juan Antonio Flecha (Sky) zou vergaan nadat ze in de vorige rit werden weggemaaid door een auto van de Franse televisie. Zes mannen hadden de vrije dag in elk geval goed verteerd en kozen voor de aanval. Het ging om de Italiaan Marco Marcato (Vacansoleil) en vijf Fransmannen: Anthony Delaplace (Saur-Sojasun), Rémy Di Gregorio (Astana), Julien El Fares (Cofidis), Sébastien Minard (AG2R) en Arthur Vichot (FDJ). Hun voorsprong liep nooit verder uit dan 3'40". Europcar, de ploeg van gele trui Thomas Voeckler, controleerde. Het kreeg hulp van HTC-Highroad dat mikte op een massaspurt voor Mark Cavendish.
Twee renners kwamen niet meer aan de start. Eerst en vooral Alexandr Kolobnev (Katusha). Hij werd na de vijfde etappe betrapt op een vochtafdrijvend middel. De Rus heeft de analyse van het B-staal aangevraagd, maar verliet wel al de Tour. Ook Yarolsav Popovych (Radio Shack) sprong niet meer op de fiets. Hij heeft al enkele dagen koorts en was in de eerste week betrokken bij verschillende valpartijen. Ook in deze tiende etappe werd weer gevallen. Dit keer lagen onder meer Fabian Cancellara (Leopard), Levi Leipheimer (RadioShack), Björn Leukemans (Vacansoleil) en Jérôme Pineau (QuickStep) op de grond. Robert Gesink (Rabobank) moest voet aan grond zetten, maar viel niet zelf.
Na 37 km wedstrijd lag de tussensprint. Bij de koplopers was Vichot de rapste voor Delaplace en Minard. Zes vluchters, dat betekende nog maximaal negen punten te pakken voor de strijders om het groen. Cavendish was de gelukkige. José Joaquin Rojas (Movistar) pakte zeven punten mee en Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) vijf. Onderweg lagen vier hellingen. Bij de eerste drie passeerde Marcato telkens als eerste. Hij deed dit om zijn ploegmaat Johnny Hoogerland te beschermen die momenteel in de bollen rondrijdt. Met nog 30 km voor de boeg was het peloton genaderd tot op 50". Even verder in een dalende strook reden Marcato, Minard en Vichot weg. Op de laatste helling, de Côte de Mirandol-Bourgnounac (4de cat.), demarreerde Marcato en liet zijn twee kompanen achter. In het peloton verscheen drie man van Omega Pharma-Lotto op kop: Sebastian Lang, Jelle Vanendert en Philippe Gilbert. Voor de top haalden ze Marcato bij. Vervolgens plaatste Anthony Gallopin (Cofidis) een aanval. De Belgen Dries Devenyns (QuickStep) en Philippe Gilbert reden mee. Net als gele trui Voeckler en klassementsrijder Tony Martin (HTC-Highroad). Voeckler pakte het bergpunt mee. Mogelijk worden de bollen zijn doel als hij de gele trui in de Pyreneeën kwijtraakt. Omdat Martin was weggereden, plaatsten BMC en Leopard enkele mannen mee op kop. Tot twee maal toe had Devenyns een kleine voorsprong, maar het mocht niet zijn. Gilbert bleef het langste uit de greep van het peloton.
Cavendish had op de laatste helling moeten lossen door het tempo van Omega Pharma-Lotto, maar zijn ploegmaats brachten hem terug. HTC nam in de laatste kilometers het kopwerk voor zijn rekening. Zij deden de aanvalspogingen van onder meer Rob Ruigh (Vacansoleil) en David Millar (Garmin-Cervélo) teniet. Door al die inspanningen kwamen ze een mannetje tekort. Het was Daniel Oss (Liquigas) die als laatste voor Cav reed. Vanuit zijn wiel zette de Brit aan. Maar grote rivaal André Greipel (Omega Pharma-Lotto) jumpte er overheen. Rojas vervolledigde de top drie. Greipel droeg de zege op aan zijn ploegmaats Jurgen Van den Broeck en Frederik Willems, die zondag na een valpartij moesten opgeven. Vanmorgen had het team nog een bezoek gebracht aan Van den Broeck in het ziekenhuis en hij had gezegd dat ze nog een rit moesten winnen. Jurgen vraagt, zij draaien.
Even bekijken hoe het gesteld is met de strijd om het groen. Cavendish staat nu dichter bij Gilbert in het puntenklassement. Zijn achterstand bedraagt nog 29 punten. Rojas is nog steeds tweede met 12 punten meer dan Cav en 15 minder dan Phil. Nog meegeven dat Flecha en Hoogerland de etappe uitreden. Ze kwamen iets meer dan vijf minuten na Greipel binnen. De prijs van de strijdlust ging overigens naar Marcato, de ploegmaat van Hoogerland.
Na de rustdag trekt de Tourkaravaan zich op gang met een korte etappe van 158 km door de Cévennes. Het is een heuvelachtige etappe met vier gecategoriseerde hellingen. Als Mark Cavendish (HTC-Highroad) nog een gooi wil doen naar de groene trui, zal hij vandaag punten moeten pakken. En daar kan de Brit al mee beginnen na 37,5 km. Op dat punt ligt de tussensprint. Momenteel staat Cav derde in het puntenklassement en heeft hij 64 punten minder dan de leider Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto). Ook José Joaquin Rojas (Movistar), tweede op 45 punten, is nog een te duchten concurrent voor Cav.
Het parcours omvat vier hellingen, twee van derde en twee van vierde categorie. Na een goeie 60 km is er de Côte de Figeac van derde categorie (2,3 km en gemiddeld 6%). Onmiddellijk volgt de Côte de Loupiac van vierde categorie (2,5 km en 4,1%). Wanneer de renners 100 km hebben afgelegd komen ze boven op de Côte de Villefranche-de-Rouergue (3de cat.). Deze helling van 4,1 km is de langste van vandaag. Het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 5,9%. Ten slotte is er de Côte de Mirandol-Bourgnounac (4de cat.): 3,9 km en een percentage van 4,1%. Vanaf boven is het nog 15 km tot aan de finish. Voor een gretige Cavendish, met de hulp van een stoomtrein die HTC-Highroad heet, moet de dagzege zeker mogelijk zijn.
Rampdag: Van den Broeck en Vino uit de Tour. Flecha en Hoogerland aangereden.
De laatste etappe voor de rustdag draaide uit op een rampdag met in totaal zeven opgaven en een aanrijding door een wagen van de televisie. Eén van de onfortuinlijke renners was Jurgen Van den Broeck (Omega Pharma-Lotto), de Belgische Tourhoop. Goed nieuws was er wel voor Thomas Voeckler (Europcar) die het geel overneemt en Luis León Sanchez (Rabobank) die met de dagzege aan de haal ging. Hier de weergave van de tumultueuze rit.
Deze morgen verscheen Juan Manuel Garate (Rabobank) niet meer aan de start vanwege de gevolgen van een val in de vijfde rit. Daar was ook zijn kopman Robert Gesink bij betrokken. In de vorige etappe verloor de jonge Nederlander nog meer dan een minuut op de favorieten. Het was bang afwachten of hij deze dag goed zou doorkomen. In het begin leek het van niet, want hij moest lossen bij de eerste klim. Gesink zou in de loop van de dag echter het juiste ritme terugvinden. Dat gold niet voor zijn landgenoot Wout Poels (Vacansoleil) die in de achtste etappe nipt binnen tijd arriveerde aan de finish, maar nu toch van de fiets stapte. Net als Pavel Brutt (Katusha).
Terwijl in de achtergrond vele renners - waaronder Frans kampioen Sylvain Chavanel (QuickStep) - aan het sukkelen waren, ontstond een kopgroep van zes. Na vele aanvalspogingen waren dit de degenen die konden wegrijden: Sandy Casar (FDJ), Juan Antonio Flecha (Sky), Johnny Hoogerland (Vacansoleil), Luis León Sanchez (Rabobank), Niki Terpstra (QuickStep) en Thomas Voeckler (Europcar). Voor Hoogerland was het doel duidelijk: de bollen opnieuw in zijn bezit krijgen. Op de eerste beklimming, de Côte de Massiac (3de cat.), pakte Voeckler de twee punten en Hoogerland één punt. Ver leken de vluchters niet uit te lopen. Hun voorsprong op de top van de Col du Pas de Peyrol (2de cat.) bedroeg 3'30". Terpstra had wel moeten lossen op de klim, dus boven bleven er nog vijf koplopers over. Alweer was Voeckler de eerste op de top, voor Hoogerland. En dan gebeurde het.
In de afdaling volgde de rampspoed. Eerst slipte Hoogerland in de afdaling. Daarna werd er gevallen in het peloton. Die valpartij berokkende heel wat schade. Op de weg lagen Frederik Willems (Omega Pharma-Lotto) en David Zabriskie (Garmin-Cervélo), met respectievelijk een sleutelbeenbreuk en een polsbreuk. Voor hen hield de Tour hier op. Andreas Klöden (RadioShack) stond aan de kant. Zou de ploeg na Janez Brajkovic en Chris Horner nu ook de Duitser verliezen? Neen, hij kon zijn tocht verder zetten. Dat was niet het geval voor Alexandre Vinokourov (Astana) die over de wegafsluiting werd gekatapulteerd. Enkele ploegmaten hielpen hem recht en toen werd duidelijk dat zijn rechterbeen sleepte. De Kazak heeft zijn dijbeen gebroken. Voor Vino was dit zijn laatste Tour. Dit zal waarschijnlijk het abrupte einde zijn van de profcarrière van de bijna 38-jarige renner. Naast Vino kroop ook Van den Broeck uit de afgrond. Hij stapte weer de fiets op. Jammer genoeg slechts voor enkele honderden meters. Onze landgenoot had te veel pijn, zette zich op de grond en moest opgeven. Van den Broeck heeft een klaplong, een breuk van het schouderblad, enkele gebroken ribben en snijwonden. De Morkhovenaar maakte de hele week al een zeer goede indruk. In de etappe op zaterdag had hij naar eigen zeggen slechte benen, maar hij kwam toch binnen met de favorieten. Zijn doel in Parijs was beter te doen dan zijn vijfde plaats vorig jaar. Hij droomde zelfs van het podium. Het hele jaar er zoveel voor doen, en vooral laten, en dan gebeurt dit. Vreselijk. Toen in het peloton duidelijk was geworden dat Van den Broeck was gevallen, zetten zijn ploegmaat en groene man Philippe Gilbert, gele trui Thor Hushovd (Garmin-Cervélo) en Fabian Cancellara (Leopard) zich op de eerste rij en lieten het tempo zakken. Andy Schleck (Leopard) deed teken naar achteren in het peloton dat men het even rustig aan moest doen. Niet veel later kregen ze via de commissaris te horen dat Van den Broeck uit de wedstrijd was gestapt. Daarna bleek de weerbaarheid van Omega Pharma-Lotto, dat nog met zes man overblijft nadat Jurgen Van de Walle al eerder had moeten opgeven. Jürgen Roelandts zette zich op kop. Ondertussen was de voorsprong van de vijf koplopers opgelopen tot bijna acht minuten, maar het was nog 70 km tot de finish. De ploeg wilde Gilbert laten meedingen naar ritwinst. Er kwam echter geen hulp van andere ploegen waardoor de voorsprong nooit onder de vier minuten zou zakken.
In de kopgroep maalden ze verder. Zij zouden pas horen van de crash na de aankomst en dan werd duidelijk hoe ze ineens tot zoveel voorsprong waren gekomen. Op de Col du Perthus (2de cat.) was Hoogerland eindelijk de eerste. Voeckler werd tweede. Er volgde een even een discussie tussen de twee. Vanaf dan beslisten ze dat Voeckler voor geel zou gaan, de Franse chouchou volgde slechts op 1'29" van Hushovd, en Hoogerland zou dan de bergsprinten mogen winnen. Zo gebeurde het dat Hoogerland als eerste bovenkwam op de Col de Cère (3de cat.) en de Col de Prat de Bouc (2de cat.). Op 37 km van de streep wilde een wagen van de Franse televisie de vijf renners inhalen. Er was daar echter te weinig plaats voor en de wagen week nog eens uit voor de wortels van een boom langs de kant van de weg. Hij reed Flecha aan en die sleurde Hoogerland mee in zijn val. De Zeeuw kwam terecht in de prikkeldraad. Hij hield er diepe snijwonden aan over aan de billen, knieën en kuiten. Zijn broek was helemaal gescheurd. Met een nieuwe broek en verbanden rond beide knieën zette hij dapper zijn tocht verder. Flecha was al iets eerder op de fiets gekropen. Casar, Sanchez en Voeckler wachtten niet en reden door richting tussensprint.
Casar kwam als eerste door aan die sprint. Belangrijker was dat Gilbert vijfde werd, Hoogerland was dan al ingelopen. De naaste belagers van Gilbert, José Joaquin Rojas (Movistar) en Mark Cavendish (HTC-Higroad), pakten geen punten. Zij hadden moeten lossen op de bergjes. Na de tussensprint haalde het peloton Flecha in. Er volgde een cynisch applaus van de Spanjaard. In de achtergrond kwam hij Hoogerland tegen. Samen zetten ze de tocht richting finish verder. Een goed kwartier na de winnaar zouden ze binnenkomen. De jury gaf hen beiden de prijs van de strijdlust. Een magere troost, maar op zich een mooi gebaar.
Hoe liep de strijd om de dagzege af ? Op de voorlaatste helling, de Côte du Château d'Alleuze (4de cat.), pakte Voeckler het enige punt. De vinnige Fransman nam het meeste kopwerk op zich, om het geel zo veilig mogelijk te stellen. Met zijn drieën reden ze de hellende slotkilometer in. Voeckler probeerde de anderen de kop op te dringen, maar dat lukte niet. Casar zat in zijn wiel en Sanchez in de comfortabele derde positie. In de laatste hectometers manoeuvreerde Voeckler zich in die laatste positie. Hij zette aan. Maar Sanchez, die op kop reed, stelde zich op de trappers en sprintte zijn medevluchters uit het wiel. De Spanjaard won zijn derde Touretappe. Bij het overschrijden van de streep zoog hij op zijn duim en beeldde hij een bollende buik uit. Blijkbaar is er een kindje op komst. Hij droeg de zege ook op aan zijn overleden broer.
Voeckler werd tweede, maar pakt wel de gele trui. Casar moest genoegen nemen met de derde plaats. De vierde plaats werd weggekaapt door Gilbert. De Belgische kampioen had op de laatste helling nog van fiets moeten wisselen, maar zichtbaar met gemak was hij gauw kunnen terugkeren in het peloton. Hij verstevigt zijn groene trui. Hij staat 45 punten voor Rojas en 64 voor Cavendish. Geel is dus voor Voeckler die een voorsprong heeft van 1'49" op medevluchter Sanchez en 2'26" op Cadel Evans (BMC). Het wit blijft om de schouders van Gesink. Rein Taaramae (Cofidis) staat tweede in het jongerenklassement met een achterstand van 51". De bollen die zijn voor de onfortuinlijke Johnny. Hij heeft zes punten meer dan Voeckler. Op het podium barstte hij in tranen uit. Daarna trok hij naar het ziekenhuis voor hechtingen. 33 kreeg hij er. Afwachten of hij na de rustdag voldoende is gerecupereerd om de Tour verder te zetten. Hetzelfde geldt voor Flecha. Hij houdt een whiplash over aan zijn tuimelperte, net als verwondingen aan de knie en elleboog. De chauffeur van de auto werd uiteraard uit de Tour gezet. Sky en Vacansoleil bedenken nog welke actie ze zullen ondernemen. Ook de Tourorganisatie zal nog nakaarten over de aanrijding en de oorzaken.
Van den Broeck moet de Tour verlaten na een val
Flecha (l) en Hoogerland (r) zijn aangereden door een wagen van de Franse televisie
Johnny Hoogerland barst in tranen uit op het podium
Daags voor rustdag staat nog een rit van meer dan 200 km door het Centraal Massief op het programma, met niet minder dan acht hellingen onderweg. Het ziet er naar uit dat iemand van de vluchters zijn onderneming succesvol zal kunnen afronden. Wie ongetwijfeld zal willen meegaan in de ontsnapping van de dag is Johnny Hoogerland (Vacansoleil). De Zeeuw raakte gisteren de bolletjestrui kwijt aan Tejay Van Garderen (HTC-Highroad) en is er op gebrand hem terug over te nemen. Vandaag zijn er maximaal 23 punten te verdienen. Laten we de hellingen even overlopen.
Na 40 km wordt de spits afgebeten door de Côte de Massiac (3de cat.: 3,4 km en gemiddeld 6,2%). De Col du Pas de Peyrol, ook wel Le Puy Mary genoemd, behoort tot de tweede categorie en is 7,7 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 6,2%. De maximale hellingsgraad bedraagt 10%. Onmiddellijk na de afdaling ligt de volgende klim van tweede categorie. Dat is de Col du Perthus met een lengte van 4,4 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9%. Tussen kilometer twee en drie kunnen de renners even verpozen, want het is er vlak. Daarna zijn er twee hellingen van derde categorie. Het gaat om de Col de Cère (2,9 km en 6,3% gemiddeld) en de Côte de la Chevade (3,0 km en 7,9% gemiddeld). Van de top is het dalen naar de voet van de Col de Prat de Bouc, ofwel de Plomb du Cantal. Deze col van tweede categorie is exact 8 km lang. Het gemiddeld stijgingspercentage is 6,1%. Vanaf de top is het nog 54 km tot de aankomst. Vooraleer aan de laatste twee klimmetjes van vierde categorie te beginnen moet er nog gesprint worden voor het puntenklassement. Rassprinter Mark Cavendish (HTC-Highroad) zal er niet meer bij zijn en als José Joaquin Rojas (Movistar) zou moeten afhaken doet Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) mogelijk een heel goeie zaak. Het hangt natuurlijk af van het aantal vluchters dat weg is.
De voorlaatste helling is de Côte du Château d'Alleuze (2 km en gemiddeld 4,9%). Op het einde volgt de slothelling naar de streep in Saint-Flour. De Montée des Orgues. Deze is 1,6 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage is 6,1%. Zoals gezegd hebben de vluchters veel kans om aan de finish in Saint-Flour aan het feest te zijn.