In de Deense hoofdstad Kopenhagen mochten de mannen elite vandaag hun WK-tijdrit afhaspelen. Twee vlakke ronden van 23,2 km moesten worden afgelegd. Om niet in elkaars vaarwater terecht te komen, startten de 65 renners in vier blokken. Vijfenzestig min één zou het uiteindelijk worden, want de Algerijn Azzedine Lagab zou niet aan de finish verschijnen. Azzedine wie zegt u? In een WK staan nu eenmaal een aantal exoten aan de start zoals ook de Eritreeërs Semere Mengis en Ferekalsi Debesay. Alle favorieten voor de overwinning waren in blok vier gegroepeerd. Daarbij titelverdediger Fabian Cancellara en zijn grootste uitdager Tony Martin. De Zwitser versus de Duitser, dat was het verwachte duel. Voor België streden Thomas De Gendt en Dominique Cornu tegen de klok.
Over het WK van de Belgen kunnen we kort zijn. Hun prestatie was ronduit teleurstellend. Thomas De Gendt, die vooraf hoopte op een plaats bij de top tien, zou pas vijftigste worden op bijna zes en een halve minuut van de winnaar. Te weinig kracht zei De Gendt na afloop. Zijn vierde plaats in de tijdrit op de voorlaatste dag in de Tour liet nochtans beter verhopen. Hij eindigde toen op 1'29" van Tony Martin. Wellicht begint ook het lange seizoen door te wegen voor de ritwinnaar uit Parijs-Nice. De tweede man uit de Belgische selectie, Dominique Cornu, deed het beter dan De Gendt. Een 29ste plaats kan echter niet denderend genoemd worden. Op een parcours dat iets lastiger had mogen zijn volgens de wereldkampioen bij de beloften van 2006, finishte Cornu op net iets meer dan vijf minuten van de winnaar. Dan mogen de Nederlanders veel meer tevreden zijn. Lieuwe Westra werd immers knap achtste. Waren het voor ons Belgen dan wel de best mogelijke renners die werden geselecteerd? Maxime Monfort reed een minder goed BK vanwege een tube die was afgesprongen. Zijn uitstekende Vuelta, waar hij zesde werd in het eindklassement, zou hem ook niet per definitie hebben belet een mooi resultaat neer te zetten. Dat bewezen Jakob Fuglsang en Bradley Wiggins, respectievelijk elfde en derde in de Ronde van Spanje, die in het WK beiden top tien reden.
De eerste bekende naam die enige tijd aan de leiding stond was de Nieuw-Zeelander Jesse Sergent. De winnaar van de Driedaagse van West-Vlaanderen deed beter dan de onbekende Griek Ioannis Tamouridis. De 23-jarige Sergent is nog iets te groen achter de oren om al een grootse prestatie van hem te verwachten op dit WK. Hij zou pas 18de worden. De eerste die onder de tijd van de Kiwi ging was de Kazak Aleksandr Dyachenko die in het tweede blok van start ging. De Kazak was meer dan een minuut sneller. De eerste twee hot seats zouden voor lange tijd worden ingenomen door Dyachenko en de Spanjaard Jonathan Castroviejo. Tijdens dit WK was er even opschudding toen vlak voor de Fransman Laszlo Bodrogi, die vroeger als Hongaar door het leven ging, een man door enkele agenten in bedwang werd gehouden. Het is nog niet duidelijk wat de reden was. Vervolgens was er even paniek toen uit het grijze wolkendek enkele druppels begonnen te vallen. Gelukkig kon iedereen toch onder zo goed als droge omstandigheden rijden. En onder een grote publieke belangstelling, dat toch ook even meegeven.
In het laatste blok zat de jonge Australiër Jack Bobridge, de wereldkampioen tijdrijden bij de beloften uit 2009. Hij knalde uit de startblokken en zette overal de beste tussentijd neer. Hij deed Dyachenko van de eerste plaats verdwijnen en reed als eerste onder de 56 minuten. Hij zou vijfde eindigen op 2'13. Dat is 16" sneller dan zijn landgenoot Richie Porte. Voor de medailles zou het gaan tussen de Duitsers Tony Martin en Bert Grabsch, de Zwitser Fabian Cancellara en de Brit Bradley Wiggins. Cancellara was de regerende kampioen, die ook al had gewonnen in 2006, 2007, 2009 en 2010. In 2008 had Bert Grabsch gewonnen in afwezigheid van Spartacus die datzelfde jaar wel de tijdrit won op de Olympische Spelen in Peking. Net als Bobridge vertrok ook Martin als een speer. Hij startte als voorlaatste, voor Cancellara, en had het geluk mikpunten te hebben onder de vorm van David Millar en Mikhail Ignatiev. Twijfel er echter niet aan dat hij anders ook uitstekend zou gepresteerd hebben! Cancellara had bij het eerste tussenpunt, na 10,8 km, een achterstand van 10" op Martin. Geen nood er waren nog dertig kilometer te rijden, dus alles was nog mogelijk voor de Zwitserse krachtpatser. Aan punt twee, ongeveer vijf kilometer verder, was de achterstand van Cancellara ongeveer status quo.
Even kijken naar de balans bij de eerste doortocht aan de finish. Martin dook 47" onder de tijd van Bobridge. Cancellara verloor toen al 19", de Duitser liep dus verder uit. Grabsch volgde op 20" van Cancellara, Wiggins op nog een drie seconden. Dat Cancellara zichzelf niet zou opvolgen en dat Martin op weg was naar een eerste wereldtitel werd langzaamaan duidelijker. Na 34 km had Martin al meer dan veertig seconden voor op Cancellara. Met overwicht pakte Tony Martin de wereldtitel. Hij legde het 46,4 km lange parcours af in 53'43". Dat betekent een gemiddelde van 51,8 km per uur. De Duitser is in elk geval een grote aanwinst voor het nieuwe team Omega Pharma-QuickStep. Bert Grabsch had lange tijd de hoop gekoesterd het brons mee naar huis te nemen, maar Bradley Wiggins was uiteindelijk 16" sneller aan de eindmeet. Verwacht werd dat Cancellara zilver zou wegkapen. Maar in de slotfase schatte hij een bocht verkeerd in en reed zich in de nadar. Hij kon recht blijven, maar verloor wel de tweede plaats met vijf seconden.
De knoop is doorgehakt. Vanaf 2012 komt de Ronde van Vlaanderen voor ten minste zes edities aan in Oudenaarde. Daarmee komt een einde aan een traditie van 38 jaar waarbij Vlaanderens Mooiste arriveerde op de Hallebaan in Meerbeke. Deze deelgemeente van Ninove was vragende partij om aankomstplaats te blijven, ook Ronse en Oudenaarde hadden hun kandidatuur ingediend. Oudenaarde kreeg dus de voorkeur. Naast de verplaatsing van eindmeet komt er nog eens bij dat zowel de Bosberg als de Muur van Geraardsbergen verdwijnen uit het parcours van de Ronde. De Oude Kwaremont en de Paterberg, elk drie maal te beklimmen, moeten de nieuwe scherprechters worden. Een ware revolutie waar heel wat gemengde reacties op komen.
Sinds 1973 fungeerde Meerbeke, deelgemeente van het Oost-Vlaamse Ninove, als aankomstplaats. Na 38 jaar komt daar een einde aan. Een harde klap voor de inwoners en ook vele volgers vinden het jammer. Aan de andere kant is er uiteraard vreugde in Oudenaarde. Al jaren lobbyen ze voor de aankomst van Vlaanderens grootste klassieker. De stad huist al het Centrum Ronde van Vlaanderen en vindt dit de ultieme bekroning. De burgemeester Marnic De Meulemeester toonde al trots de nieuwe aankomststrook van Vlaanderens Mooiste. De streep zal getrokken worden op ongeveer 400 meter van de Grote Markt. Ietwat euforisch vergeleek de trotse burgervader de arrivé al met de Champs-Elysées.
Niet alleen de aankomst verandert, ook het parcours wijzigt drastisch. De Muur van Geraardsbergen en de Bosberg verdwijnen. Twee sleutelpunten uit de Ronde. Wie herinnert zich niet hoe Fabian Cancellara vorig jaar wegreed van Tom Boonen op de flanken van De Muur? Of hoe Edwig 'Bosberg' Van Hooydonck de basis voor zijn zeges in '89 en '91 telkens legde op de slothelling. De nieuwe glansrol is weggelegd voor de Oude Kwaremont en de Paterberg die beide drie maal beklommen moeten worden. De laatste doortocht op de Paterberg ligt op 12 km van de finish. De nieuwe Ronde omvat drie lussen. Dat ontlokte de burgemeester van Geraardsbergen, Freddy De Chou, trouwens de uitspraak dat het om een veredeld criterium gaat. Wedstrijdorganisator Wim Van Herreweghe verdedigt deze keuze door te stellen dat het de toeschouwers ten goede komt doordat zij de renners nu drie keer kunnen zien passeren en niet meer van hot naar her moeten rennen om de koers meerdere malen te zien passeren. Keerzijde van de medaille is natuurlijk dat anderen de kans niet krijgen om de Ronde voor hun deur te zien passeren. Elk verhaal heeft immers twee kanten.
En dat blijkt ook uit de reacties van de wielerwereld. Nick Nuyens, de laureaat van dit jaar, vindt dat we het parcours een kans moeten geven. Stijn Devolder, winnaar in 2008 en 2009, is het helemaal niet eens met de vernieuwing. "Ik mag nog tien keer winnen in Oudenaarde, het zal nooit hetzelfde gevoel zijn als finishen in Meerbeke." Devolder geeft wel mee dat de drie beklimmingen van de Kwaremont en de Paterberg in zijn voordeel kunnen spelen. Fabian Cancellara vindt het jammer dat de Muur verdwijnt. Hij vergelijkt het met het wegnemen van de Poggio uit Milaan-Sanremo, het bos van Wallers uit Parijs-Roubaix of de Saint-Nicolas uit Luik-Bastenaken-Luik. Hoewel er nu veel ophef is rond de wijziging zijn zowel Eddy Merckx als Rik Van Walleghem, directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen, overtuigd dat binnen enkele jaren iedereen aan het nieuwe parcours gewend zal zijn.
Een oproep op de website van Sporza om deel te nemen aan de quiz op Radio 1. Waarom niet? Wie niet waagt, niet wint! Na de inschrijving begin je wel eens te mijmeren over hoe het zou kunnen zijn als je het VIP-pakket naar de Champs-Elysées zou winnen, maar ja het zou al moeten lukken. En dan na vier dagen is het zover. De telefoon gaat over. Of je wil deelnemen aan de quiz die namiddag. Natuurlijk! Je wint, met een tikkeltje geluk, en je mag naar Parijs. Een prijs geschonken door de Nationale Loterij. De volgende weken droom je over hoe het zou kunnen zijn. Je stoutste dromen worden echter overtroffen.
Afspraak aan de Heizel om halfzeven. Na een rit van vier uur aankomst in Parijs. Door de kwakkelzomer die we tot nu toe al gehad hebben, zat de regenvest in de zak. Gelukkig zou die daarin mogen blijven. Naarmate we de Lichtstad naderden kwamen er meer en meer gaten in het wolkendek. Eerst even uitstappen aan Trocadéro voor een kiekje van de Eiffeltoren. Nadien een wandelingetje rond en onder hét Parijse symbool vooraleer op een boot te stappen voor een tocht op de Seine. En wat voor een boot, een echte luxeboot. Met het Louvre, de Notre Dame en het Musée d'Orsay als decors konden we genieten van een uitgebreid middagmaal. Met livemuziek in de achtergrond. Klassiekers als Paris s'éveille en Aux Champs-Elysées passeerden de revue. Bij het horen van dat laatste nummer steeg de spanning. Rond drie uur reden we met de bus richting de beroemde Parijse avenue.
We namen plaats op de tribune Grand Palais, 150 meter voor de meet. Recht tegenover ons stond een scherm waarop we de BMC-ploeg op kop zagen rijden met uiteraard Cadel Evans in de gegeerde gele trui. Op het ogenblik dat we toekwamen was het nog 70 km tot de streep. Binnen 20 km zou het Tourpeloton voor een eerste keer de finish overschrijden! De zenuwen gierden door de keel. Na drie weken de Tour intens volgen, zouden de renners nu voor onze neus passeren. In een golfbeweging bereikte het geschreeuw en handgeklap onze tribune. Uiteraard werden ook de fototoestellen bovengehaald. En daar waren de renners. Een onbeschrijflijk gevoel als de Tourhelden eindelijk voor de tribune verschijnen. Acht ronden lang is het genieten! Telkens is het twee keer kopjes kijken, zoals Michel Wuyts dat zo mooi kan zeggen. De snelheid die de renners ontwikkelen is indrukwekkend, doordat ze op een lint reden viel het echter beter mee dan verwacht om ze te herkennen. Klassementsruien? Check! De gele van Cadel Evans, de groene van Mark Cavendish, de bollen van Samuel Sanchez en de witte trui van Pierre Rolland. Andere opvallende verschijningen waren de wereldkampioen Thor Hushovd en de nationale kampioenen Fabian Cancellara, Sylvain Chavanel en onze Philippe Gilbert.
Zoals verwacht volgde een massasprint. De mooiste spurt van het jaar zou zich voor onze ogen afspelen. Hoewel Lotto de gulle schenker was van deze prijs, supporterde ondergetekende toch volop voor Mark Cavendish en niet voor André Greipel. En jawel, op 150 meter voor de streep was het al duidelijk dat The Manx Express zijn twintigste etappe zou winnen. En voor het eerst zou de Brit het groen mee naar huis mogen nemen. Na de aankomst maakten verschillende renners rechtsomkeer en konden we ze van dichtbij bewonderen. Zij konden genieten van een oorverdovend applaus. Eén van hen was de oude krijger Jens Voigt. Op het scherm volgden we de podiumceremonie. We waren getuige van het slot van een unieke editie met een dubbele primeur. Voor het eerst stonden twee broers op het podium en Cadel Evans is de eerste Australiër die de Tour op zijn naam schrijft. Het volkslied van Down Under werd live gebracht. Er volgde een indrukwekkende stilte over de hele Champs-Elysées die enkel doorbroken werd door enthousiaste Aussies die nu en dan een stukje meekeelden.
Ten slotte was er het defilé van de renners. Voor dat begon nog eens het Luxemburgse broederpaar zien passeren. Toen vertrok Movistar als eerste voor een ereronde. Aangezien de renners die heel traag afleggen, konden we maar zes ploegen - waaronder Omega Pharma-Lotto en QuickStep - aan onze kant zien. Tegen zeven uur moesten we immers bij de bus staan. Jammer, maar de vreugde om de buitengewone dag overheerste. Bij het uitrijden van Parijs nog enkele ploegbussen gespot. En Mark Cavendish! Een betere afsluiter kon niet.
Mark Cavendish pakt twintigste Tourrit en het groen
Cadel Evans (BMC) fietste zich tijdens de afsluitende tijdrit in het geel. Het enige dat de Australiër en de rest van het peloton nog te wachten stond was een paradetocht richting Parijs waar nog acht rondes op de beroemde Champs-Elysées zouden worden gereden. Voor de start waren er enkele serene momenten. In Créteil werd een monument onthuld ter ere van Laurent Fignon. De tweevoudige Tourwinnaar overleed in augustus vorig jaar aan de gevolgen van kanker. Het peloton hield dan weer een minuut stilte te nagedachtenis van de slachtoffers van de tragedie in Noorwegen. De enige Noren in de Tour, Edvald Boasson Hagen (Sky) en Thor Hushovd (Garmin-Cervélo), stonden op de eerste rij.
In de aanloop naar Parijs konden de fotografen zoals gewoonlijk overvloedig kiekjes maken. Uiteraard van Cadel Evans en de nummers twee en drie: Andy en Fränk Schleck (Leopard). Ook de andere truidragers traden op de voorgrond. Samuel Sanchez (Euskaltel) reed rond in de bollen, Pierre Rolland (Europcar) in de witte trui en Mark Cavendish (HTC-Higroad) in het groen. De Brit was de enige die nog niet met zekerheid zijn trui mee naar huis zou mogen nemen. José Joaquin Rojas (Movistar) volgde op 15 punten. Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) stond derde in het puntenklassement met 50 punten achterstand. In theorie kon hij nog winnen, want er konden maximaal 65 punten gewonnen worden in deze laatste rit. 20 aan de tussensprint in de tweede ronde op de Champs-Elysées en 45 aan de aankomst.
Zonder ongelukken bereikte het peloton Parijs. Al scheelde het niet veel wat Evans betreft. Toen hij aan de volgwagen met een glaasje champagne poseerde kon hij nauwelijks het evenwicht bewaren. Enkele kilometers verder zou hij zijn nieuwe gele fiets omruilen voor zijn origineel model. BMC draaide als eerste de Champs-Elysées op. De renners, en het publiek, waren klaar voor acht ronden keihard knallen. Gianni Meersman (FDJ) zat klaar om mee te gaan in een ontsnapping, maar de Belg raakte niet weg. Zes renners slaagden daar wel in: Lars Bak (HTC-Higroad), Kristjan Koren (Liquigas), Sergio Paulinho (RadioShack), Christophe Riblon (AG2R), Jérémy Roy (FDJ) en Ben Swift (Sky). De Fransman Roy ging tijdens deze Tour al ontelbare keren in de aanval, hij krijgt meer dan verdiend de prijs van de superstrijdlust.
De zes passeerden aan de tussensprint. Koren was de snelste voor Roy en Paulinho. Uit het peloton werd Cavendish perfect gepiloteerd door zijn teamgenoten. Hij raapte negen punten. Rojas en Gilbert respectievelijk zeven en zes. HTC loodste Cavendish perfect richting tussensprint, maar dankzij Bak moest de ploeg geen kopwerk doen in het peloton. Gilbert nam die taak wel op zich in dienst van André Greipel. Andere ploegen die de vluchters in het vizier hielden waren Garmin-Cervélo voor Tyler Farrar, Lampre voor Alessandro Petacchi en QuickStep voor Gerald Ciolek. De zes vluchters kregen maar iets meer dan 40" voorsprong. Bij het ingaan van de slotronde hadden ze nog 15" over. Swift besliste om alles op alles te zetten en sprong vooraan weg. Bak ging achter de Brit aan en liet hem meteen achter zich. Toen gebeurde er iets opmerkelijk, het was HTC dat achter de eigen renner reed.
Bak werd door zijn eigen ploegmakkers gegrepen. In de voorlaatste kilometer verscheen Belgisch kampioen Gilbert nog een laatste keer op kop. Daarna was het tijd voor de Cavendish-show. Zijn treintje stond op de rails. Mark Renshaw zette zijn kopman perfect af. The Manx Express reed naar zijn twintigste Tourzege. Voor het derde jaar op rij wint hij op de Champs-Elysées. Het is wel de eerste keer dat Cav het groen mee naar huis mag nemen. Boasson Hagen sprintte naar de tweede plaats in de slotrit, voor Greipel. Farrar en, verrassend genoeg, Fabian Cancellara (Leopard) vervolledigen de top vijf. Voorbij de finish vierden ook de renners van BMC feest. Zij vielen hun kopman om de nek. Evans had Parijs bereikt zonder kleerscheuren.
Twee welverdiende winnaars op het podium. Mark Cavendish mocht de bloemen voor de dagzege in ontvangst nemen, en even later de groene trui. Die knuffelde hij overigens uitgebreid. Evans kon met de Arc de Triompe in de achtergrond de laatste gele trui in deze Tour om de schouders hangen. Als de Australiër opzij keek zag hij langs beide kanten een Luxemburger. Twee broers dan nog wel. Dit was een unieke editie, want nog nooit stonden twee broers op het Tourpodium. Een andere primeur was de eerste Tourwinst voor een Australiër. Met trots hing Evans de vlag van zijn geboorteland om zich. Tijdens de ceremonie werd het volkslied live gebracht. Een indrukwekkend moment en vooral een mooie afsluiter van een adembenemende Tour.
Het monument ter ere van Laurent Fignon in Créteil
Cavendish zegeviert op de Champs-Elysées
Evans is de eerste Australische Tourwinnaar
Het podium: v.l.n.r.: Andy Schleck (2de), Cadel Evans (1ste) en Fränk Schleck (3de)
De truien: v.l.n.r.: Pierre Rolland, Samuel Sanchez, Mark Cavendish en Cadel Evans
De laatste rit in deze Tour komt traditioneel aan op de Champs Elysées. Omstreeks tien voor drie wordt de paradetocht richting Parijs op gang getrokken in Créteil. Cadel Evans (BMC) mag in de fel gegeerde gele trui rondrijden. Andy Schleck en Fränk Schleck (Leopard) vervolledigen de top drie. In het algemeen klassement zal, zonder pech, niets meer veranderen. Enkel de strijd om groen moet nog beslecht worden. Mark Cavendish (HTC-Highroad) gaat van start als leider in het puntenklassement.
Na 44 km gezellig bijpraten arriveert het peloton in Parijs. Daar worden acht ronden gereden op de Champs Elysées. In de derde ronde ligt een tussensprint. Hier zal Mark Cavendish (HTC-Highroad) al even de beentjes moeten uitslaan. Er zijn maximaal twintig punten te verdienen. In het puntenklassement volgt José Joaquin Rojas (Movistar) op vijftien punten. Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) staat derde. Hij heeft een achterstand van vijftig punten op Cavendish. De Belgische kampioen lijkt uitgeteld. Aan de meet krijgt de winnaar 45 punten. Daar zal Cav naar alle waarschijnlijkheid sneller zijn dan Rojas. De Brit maakt de meeste kans op groen. Als hij wint, behaalt hij zijn twintigste ritzege in de Tour. Uitdagers van The Manx Express zijn ritwinnaars André Greipel (Omega Pharma-Lotto) en Tyler Farrar (Garmin-Cervélo).
Ondergetekende zal de aankomst volgen op de Champs Elysées zelf. Maandag volgt een uitgebreid verslag!
Vandaag was de dag van de waarheid in de Tour. De afsluitende tijdrit zou beslissen over winst en verlies. Andy Schleck (Leopard) mocht starten in het geel, maar had slechts een voorsprong van 57" op nummer drie Cadel Evans (BMC). Broer Fränk stond tussen de twee in, op 53" van Andy, maar hem werden geen kansen meer toegedicht op eindwinst. De tijdrit, 42,5 km lang, was dezelfde uit de Dauphiné Libéré. Evans had hem daar al in competitie gereden en bovendien apart verkend. Deze ochtend legde hij het traject nog een keer af. De Schlecks maakten deze ochtend voor het eerst kennis met het parcours. Ze legden het één keer per fiets af en een keer met de wagen. Dit verschil in voorbereiding zou wel eens fataal kunnen zijn.
Wereldkampioen tijdrijden Fabian Cancellara (Leopard) was bij de eerste starters. Hij schreef de voorlopig beste tijd op zijn naam, maar zou pas achtste worden. De hele Tour presteerde de Zwitser al onder zijn niveau. Wie boven zichzelf uitstijgt is Thomas De Gendt (Vacansoleil). De eerste twee weken raakte hij na een val niet meer vooruit, maar dat maakte hij de laatste dagen goed. Op Alpe d'Huez werd hij knap zesde. Vandaag liet hij zien dat hij kan tijdrijden. Aan de meet ging hij één seconde onder de voorlopige besttijd van Richie Porte (Saxo Bank). In de eindafrekening staat hij vierde op 1'29" van de winnaar. Tony Martin (HTC-Higroad) won deze tijdrit in de Dauphiné en deed ook nu een gooi naar de ritzege. De Duitser reed bijna tegen een volgwagen van Sky, maar kon een aanvaring net ontwijken. Martin dook aan de meet bijna anderhalve minuut onder de tijd van De Gendt. Op het einde van de dag zou zijn tijd - 55'33" - voldoende blijken voor de ritzege. Edvald Boasson Hagen (Sky) was goed onderweg en was aan de tussenpunten sneller dan De Gendt. De jonge Noor had echter stukken en moest van fiets wisselen. Hij werd pas twaalfde op 2'10" van de winnaar. Zonder pech zou hij wellicht ook niet gewonnen hebben. Zowel Boasson Hagen als Thor Hushovd (Garmin-Cervélo) zaten tijdens de tijdrit uiteraard met hun gedachten bij de tragedie die zich in hun thuisland Noorwegen gisteren heeft afgespeeld.
Alberto Contador (Saxo Bank) deed niet meer mee voor het podium, maar top vijf zat er wel nog in. En inderdaad, in het algemeen klassement springt hij over Damiano Cunego (Lampre), die 24" voor de Spanjaard stond. De drievoudig Tourwinnaar zal dit jaar als vijfde eindigen. Cunego zakte overigens meteen naar de zevende plaats. Samuel Sanchez (Euskaltel) springt naar de zesde plaats. Contador eindigde in de tijdrit overigens derde, op 1'06". Niet alleen de ereplaatsen stonden op het spel, ook de witte trui voor beste jongere. Pierre Rolland kon zijn leidersplaats vasthouden. Rein Taaramae (Cofidis) blijft tweede in dit klassement. De kloof van 1'33" kon hij maar terugbrengen tot 46".
Uiteraard was de gele trui datgene waar het vandaag allemaal om draaide. Al in in de eerste tien kilometer had Andy Schleck een halve minuut moeten prijsgeven op Evans. Aan het eerste tussenpunt na 15 km was het verlies 36". Evans zette aan dat tussenpunt overigens de tweede tijd neer. Hij was dus ook in de running voor de etappezege. Niet lang na deze officiële tijdsopname reed Evans tot op 5" van Andy. Dit kon Andy nog even vasthouden, maar het was duidelijk dat het kalf verdronken was. De achterstand van Andy op Evans bleef groeien en aan tussenpunt twee, op 15 km van de meet, bedroeg die al 1'41". Dat betekende al een voorsprong van 44" voor Evans in het algemeen klassement. De jongste Schleck bleef maar tijd verliezen. Hij zou uiteindelijk 2'31" moeten prijsgeven. Evans reed een uitstekende tijdrit en kwam amper 7" tekort voor de dagzege. Maar wat geeft dat. Het geel is binnen voor Cadel. Andy moet zich voor de derde opeenvolgende keer tevreden stellen met een tweede plaats. Het verschil met Evans bedraagt 1'34".
Beide Schlecks zullen in Parijs op het podium staan. Fränk Schleck reed zoals verwacht een nog zwakkere tijdrit van zijn broer. Hij wordt derde op 2'30" van Evans. Aan de houding van Fränk te zien, leek het op het eind alsof hij er volledig zou doorzakken en eventueel een podiumplaats zou moeten vergeten, maar dat gebeurde niet. Thomas Voeckler (Europcar) valt net naast het podium, met een verschil van 50" op de oudste Schleck. Kevin De Weert (QuickStep) blijft dertiende in het klassement. Daarmee doet de Belg vijf plaatsen beter dan vorig jaar. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) behoudt zijn twintigste plaats. Onze klimrevelatie blijft Rob Ruigh (Vacansoleil), de beste Nederlander, voor met 1'22".
Cadel Evans strandde zowel in 2007 als 2008 op de tweede plaats. In 2007 werd hij verslagen door Alberto Contador en een jaar later door Carlos Sastre. De 34-jarige Australiër maakt zijn grote droom waar. De stugge Evans, die na zijn wereldtitel in 2009 heel bedeesd even zwaaide, kwam ook nu heel rustig over de streep. Op dat ogenblik was hij echter al zeker. Maar goed, nooit te vroeg victorie kraaien zeker. Nadat de Schlecks waren aangekomen, begon hij toch een lach op het gezicht te krijgen. Hij kreeg zelfs de tranen in de ogen. Dit is het mooiste moment uit zijn carrière. Het moet gezegd: Evans heeft de eindzege niet gestolen. De voorbije dagen nam hij zijn verantwoordelijkheid op. In de rit donderdag, leidde hij tien kilometer lang in zijn eentje de achtervolging op de ontketende Andy Schleck. Gisteren hielp zijn ploeg, en ook hijzelf, in de achtervolging op Andy schleck en Contador. Op Alpe d'Huez liet hij zijn defensieve stijl achterwege en probeerde weg te rijden van de Schlecks. Dat lukte echter niet. In elk geval verdient hij het om morgen in het geel Parijs binnen te rijden. Hij behaalde ook een ritzege in deze Tour. Evans versloeg Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) op diens verjaardag in de vierde etappe. De aankomst lag toen op de Mûr-de-Bretagne.
Na drie weken Tour is nog steeds niet beslist wie in Parijs het geel mag omgorden. Andy Schleck (Leopard) begint als leider aan de tijdrit van 42,5 km in en rond Grenoble. Zijn broer Fränk staat tweede op 53". De grootste concurrent voor Andy is echter Cadel Evans (BMC). De Australiër moet 57" goedmaken op de jongste van het broederpaar. In 2007 en 2008 maakte Evans ook kans om in de afsluitende tijdrit het laken naar zich toe te trekken. Telkens zou hij tweede eindigen in het algemeen klassement. In 2007 kwam hij amper 23" tekort om Alberto Contador van zijn eerste Tourzege af te houden. Een jaar later moest Evans de duimen leggen voor Carlos Sastre, die de Tour met 58" won.
Andy Schleck eindigde de voorbije twee edities op de tweede plaats na Alberto Contador. Vorig jaar begon hij de tijdrit op zaterdag met 8" achterstand op El Pistolero. In de aanvangsfase kon Andy gelijke tred houden. Daarna begon hij tijd te verliezen op Contador. Toch reed hij een heel sterke tijdrit, de beste van zijn leven. Hij moest slechts 31" prijsgeven op zijn rivaal en zou de Tour verliezen met 39". Exact de tijd die hij op de Port de Balès was verloren door een kettingincident. De jongste Schleck kan dus wel wat meer op cruciale momenten. Vandaag mag hij dan ook nog eens de tijdrit rijden als allerlaatste mét het geel om de schouders. En dat geeft vleugels. Kijk maar naar wat Thomas Voeckler (Europcar) allemaal presteerde in de Pyreneeën en de Alpen.
In normale omstandigheden is Cadel Evans echter de beste tijdrijder, maar dit is de Tour. Daarbij komt dat het parcours niet echt vlak is. Er zitten dan wel geen hellingen in, de weg gaat toch op en af. Na 15 km krijgen we een eerste indicatie aan het tussenpunt in Vizille. 15 km voor de meet volgt weer een tijdsopname. Het laatste tussenpunt ligt op 5 km van de streep. Ofwel weten we op dat ogenblik al met zekerheid wie de Tour op zijn naam kan schrijven, ofwel blijft het spannend tot op de meet en komen we in de buurt van de historische acht seconden van Greg Lemond en Laurent Fignon in 1989.
We stevenen dus af op een duel tussen Andy Schleck en Cadel Evans voor het geel. Fränk Schleck zou dan de derde plaats moeten bekleden in Parijs. Tenzij dat Thomas Voeckler nog een allerlaatste keer alles uit de kast haalt. De Franse publiekslieveling volgt op 1'17" van Fränk. Naast het podium staan nog heel wat ereplaatsen op het spel. Alberto Contador (Saxo Bank) bijvoorbeeld staat 24" achter op Damiano Cunego (Lampre), hij zou dus nog in de top vijf kunnen finishen. Al zeker als Voeckler geen begenadigde dag heeft. Kevin De Weert staat momenteel dertiende en dat lijkt zo te blijven. Daarmee bereikt hij zijn doel: beter doen dan vorig jaar. Toen was hij achttiende. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) staat twintigste. De Nederlander Rob Ruigh (Vacansoleil) is zijn dichtste concurrent op 1'23".
Uiteraard wordt er ook gestreden voor ritwinst. Vorig jaar won Fabian Cancellara (Leopard) de afsluitende tijdrit. Deze Tour gaf hij geen heel sterke indruk. Hij moest in de bergen heel vroeg lossen. Toch mag Spartacus niet onderschat worden. De voorbije twee jaar ontpopte Tony Martin (HTC-Highroad) zich als uitdager van de Zwitser. Ook bij zijn staat van paraatheid zijn er vraagtekens. Een andere hardrijder die nog in deze Tour rondrijdt is David Millar (Garmin-Cervélo). De tijdrit is dezelfde als in de Dauphiné Libéré. Toen was Martin de beste. Maar op het einde van de Tour zijn de verhoudingen helemaal anders dan gewoonlijk. Het zou dus wel een verrassende winnaar kunnen zijn.
Pierre Rolland is verrassende winnaar op Alpe d'Huez
Een korte, maar krachtige etappe stond de renners te wachten daags voor de tijdrit. Het peloton moest in deze korte afstand over volgende Alpenreuzen: Col du Télégraphe (1ste categorie), Col du Galibier (buiten categorie) en Alpe d'Huez (buiten categorie). Naast de ritzege en het algemeen klassement stond ook het bergklassement op het spel waarvoor de allerlaatste keer punten verdeeld werden. Maximaal 70 punten konden gewonnen worden. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) stond op kop met een totaal van 74. Samuel Sanchez (Euskaltel) en Andy Schleck (Leopard) volgden op respectievelijk vier en twee punten. Om kans te maken zou Vanendert het beste meegaan in een ontsnapping.
Een vlucht kwam al onmiddellijk tot stand nadat de vlag naar beneden was gegaan omstreeks twintig voor drie. Johnny Hoogerland (Vacansoleil) sprong als eerste weg. Veertien renners sloten bij de Nederlander aan. Vanendert was daar niet bij. Wel aanwezig: Mickaël Buffaz (Cofidis), Marcus Burghardt (BMC), Alberto Rui Costa (Movistar), Leonardo Duque (Cofidis), Imanol Erviti (Movistar), Juan Antonio Flecha (Sky), André Greipel (Omega Pharma-Lotto), José Iván Gutierrez (Movistar), Maxim Iglinskiy (Astana), Gorka Izagirre (Euskaltel), Kristjan Koren (Liquigas), Jérôme Pineau (QuickStep), Christophe Riblon (AG2R) en Pablo Urtasun (Euskaltel). Tegen de Télégraphe hadden ze 2'45" voorsprong. Dan gebeurde er bij de favorieten iets onverwacht. Alberto Contador (Saxo Bank) viel aan! Wilde hij een nummertje opvoeren zoals Andy Schleck de dag voordien? Contador vertrok zelfs op meer dan 90 km van de finish. In tegenstelling tot Andy zou El Pistolero niet alleen wegraken. Andy Schleck, Cadel Evans (BMC) en Thomas Voeckler (Europcar) sprongen mee. Voeckler dichtte in zijn eentje de kloof overigens op zeer indrukwekkende wijze. Ook Fränk Schleck was eerst mee met Contador, maar hij stond ineens geparkeerd toen de Spanjaard een tweede keer versnelde.
Contador zette zich nog verschillende keren recht op de trappers en dat werd ook Voeckler teveel. Evans stond eveneens aan de kant. De Aussie sukkelde vervolgens wat met zijn materiaal en wisselde enkele keren. Of dat de oorzaak was dat hij niet meekon is twijfelachtig. Hij zou terechtkomen in het peloton met daarin Fränk Schleck, Ivan Basso (Liquigas) en Damiano Cunego (Lampre). Basso liet enkele van zijn mannen aan de kop sleuren, net als Evans. Contador en Schleck raapten de gelosten één voor één op en fietsten naar de leiding van de race. Op de top had de groep Evans 1'35" achterstand op de kopgroep. Voeckler bleef tussenin hangen op iets meer dan een halve minuut. Wellicht had hij zich op dat ogenblik beter laten uitzakken. Op de Télégraphe werd hij bijgestaan door Pineau die hij onderweg opraapte. Boven gaf Voeckler zijn landgenoot een schouderklopje.
Na een dalende strook van vijf kilometer begon de Galibier. Hier werd de kopgroep uitgedund tot vijf man: Contador, Costa, Izagirre, Riblon en Schleck. Contador vroeg aan zijn medevluchters om over te nemen, daar werd eerst aarzelend op gereageerd door Andy Schleck. Uiteindelijk zou de Luxemburger toch meedraaien. In de groep Evans bleven BMC en Liquigas het tempo bepalen. Voor Vanendert ging het te snel. Onze landgenoot zou de bollen dus niet mee naar huis nemen. Hij heeft echter een prachtige Tour achter de rug, vooral door zijn overwinning op Plateau de Beille. Halfweg zouden ook Rein Taaramae (Cofidis) - de witte trui - en Kevin De Weert (QuickStep) lossen. Zij zouden echter in de afdaling weer kunnen aansluiten. Enkele kilometers voor de top zette niemand minder dan Evans zich op kop. Door zijn tempoversnelling werd Voeckler bij de lurven gegrepen. Basso hing tegen het einde van de col aan de staart en zou hij uiteindelijk moeten lossen. Door prikken van Samuel Sanchez (Euskaltel) en Evans zou ook Voeckler moeten afhaken. Hij liet het niet na wat show te verkopen. Zo ketste hij een drinkbus keihard tegen de grond.
Op de top passeerde Andy Schleck als eerste en pakte 20 punten. Dat bracht hem op een totaal van 98 punten, want op de Télégraphe was hij tweede, goed voor acht punten. De voorsprong op de achtervolgers was wel fel verkleind. Sanchez kwam boven na 25", Evans en Fränk Schleck na 34" en Basso na 1'09". Voeckler volgde op anderhalve minuut. Als excellente daler vond Sanchez de aansluiting bij de kopgroep. Er zou een grote hergroepering komen 25 km voor de aankomst. Alle favorieten zaten opnieuw bij elkaar: Basso, Contador, Cunego, Evans, Sanchez en de Schlecks. In de achtergrond reden enkele ploegmaten van Voeckler de ziel uit hun lijf om hun kopman terug te brengen. Eén mannetje van de ploeg zat wel in de eerste groep: Pierre Rolland. Hij voelde zich zo goed dat hij op 20 km van de streep demarreerde. Ryder Hesjedal (Garmin-Cervélo) ging als enige mee. Twee kilometer voor de klim naar Alpe d'Huez begon, kreeg de groep favorieten het gezelschap van Voeckler en co. Bij de gele trui zaten ook Kevin De Weert en Thomas De Gendt (Vacansoleil). De tussensprint van de dag lag aan de voet van de Alp. Hesjedal passeerde als eerste voor Rolland. Ze hadden 55" voorsprong. Cofidis bepaalde het tempo, want Rolland stond maar 33" achter hun witte trui Taaramae.
Op Alpe d'Huez vloog Jakob Fuglsang (Leopard) er meteen in. Een beetje te enthousiast, want de broertjes Schleck zaten achterop en er viel een gaatje. Fuglsang hield in, maar Evans en Bauke Mollema (Rabobank) zetten door. Fuglsang zou zijn kopmannen echter terugbrengen. Na één kilometer prikte Contador. Andy Schleck en Evans gingen eerst nog gezwind mee. Door de versnelling werden de koplopers ingelopen op 12 km. Contador prikte nog eens. Dit keer moesten Schleck en Evans passen. Deed El Pistolero enkel een gooi naar de ritzege, of hoopte hij op meer?
Evans en Schleck zouden worden bijgehaald door een groep met Fränk Schleck. Voeckler was niet mee en zou zijn gele trui nu echt moeten afstaan. Om beurten namen de broers de kopbeurten voor hun rekening. Hun tempo lag niet voor iedereen hoog genoeg. Rolland ging in de achtervolging. Peter Velits (HTC-Higroad) demarreerde. Samuel Sanchez sprong er naartoe en zette alleen door. Ook De Gendt versnelde, hij zou tot bij Velits rijden. Sanchez vormde een duo met Rolland. De Schlecks volgden op iets meer dan een minuut van Contador op 4 km van de top. Zijn klassement redden zat er niet meer in voor Contador. De ritzege zou ook niet makkelijk worden, want Rolland en Sanchez zaten op slechts 12". Op 2,5 km haalden ze de Spanjaard bij. Rolland haalde direct alles uit de kast en demarreerde. De jonge Fransman reed naar de ritzege op Alpe d'Huez! Winst en verlies bij Europcar op één dag: geel kwijt, maar een ritzege én de witte trui. Rolland blijft Taaramae met 1'33" voor. Sanchez werd tweede op Alpe d'Huez en pakt de bollen mee naar Parijs. Contador werd derde. Aan zijn escapades houdt El Pistolero wel de prijs van de strijdlust over. Bij de favorieten viel Evans tot twee keer toe aan. Andy volgde, maar zelf aanvallen zat er niet meer in. Ze raapten Velits en De Gendt op, maar uit de achtergrond konden Fränk en enkele anderen terugkeren. De Gendt zou knap zesde worden. Andy kwam doodop over de streep, maar het geel maakte ongetwijfeld alles goed. Met 53" voorsprong op broer Fränk en 57" op Evans begint hij aan de tijdrit. Voeckler staat na deze etappe vierde. Hij volgt op 2'10" van de jongste Schleck. Wie weet zit een podiumplaats er nog in.
De bus kwam net als in de vorige alpenrit buiten tijd. Dit keer met slechts enkele seconden. Opnieuw werden ze opgevist, en verloren ze twintig punten. Dit keer was dat niet zo erg voor Mark Cavendish (HTC-Higroad), want nu zat ook José Joaquin Rojas (Movistar) in de gruppetto. Eén man kwam nog na de bus over de eindmeet, en voor hem had de organisatie geen genade: Björn Leukemans (Vacansoleil). Hij moet zijn eerste Tour noodgedwongen op twee dagen van Parijs verlaten. Hij zal niet meer terugkeren. De Belg gaf eerder al mee dat de Tour niets voor hem is. Zijn ploegmaat De Gendt deed het dus veel beter met een zesde plaats. De Weert werd dan weer achttiende op 2'46" van Rolland. In het algemeen klassement blijft hij dertiende. Vanendert zakt van de achttiende naar de twintigste plaats.
De etappe gisteren was werkelijk genieten. Tot ieders verbazing plaatste Andy Schleck (Leopard) een demarrage op de Col d'Izoard. Pas meer dan 60 km verder lag de meet. Die was ook nog eens getrokken op de Col du Galibier: met 2644 m de hoogste aankomst ooit. Op de Izoard bouwde hij al een voorsprong van twee minuten uit. In de afdaling en de vallei kon hij die zelfs vergroten, ondanks de tegenwind. Ploegmaat Maxime Monfort speelde daar een cruciale rol in. Medevluchter Dries Devenyns (QuickStep) deed ook wat kopwerk. Tegen de voet van de Galibier waren alle koplopers gevat door Schleck. Tegen de Lautaret reed hij nog alleen. Een solo richting de top van de Galibier, waar de bevrijding wachtte. De jongste Schleck boekte zijn derde Tourrit, maar met voorsprong de mooiste. Het geel zat er niet in. Die dekselse Thomas Voeckler (Europcar) bleef standhouden en heeft nog 15" over. Schleck doet wel een belangrijke zaak door tijd uit te lopen op Cadel Evans (BMC), die een veel betere tijdrijder is. Evans zette gisteren ook een knappe prestatie neer door in 10 km in zijn eentje de achterstand op Andy met twee minuten te verkleinen.
Er doen nog vier mensen mee voor de Tourzege. De gebroeders Schleck en Evans. De vierde man is Voeckler. Wat tijd betreft staat hij nog steeds op kop. Normalerwijze wordt hij geacht te breken, maar dat wordt nu al een week gezegd. Hij kraakte niet in de Pyreneeën en totnogtoe overleefde hij ook in de Alpen. Het podium lijkt alvast niet langer een onmogelijke zaak. Voeckler staat dus op één, gevolgd door Andy op 15". Broer Fränk staat 1'08" achter. Evans staat vierde op 1'12". De eerste vier staan dus werkelijk op een zakdoek bijeen. Het valt af te wachten of Andy en Evans de inspanningen van gisteren goed verteren. Mogelijk wordt Fränk de winnaar van de dag.
De rit vandaag wordt een korte, maar heel krachtige. Slechts 109 km lang, maar wel bezaaid met volgende kleppers: Col du Télégraphe (1ste cat.), Col du Galibier (buiten categorie) en Alpe d'Huez (buiten categorie). Vanuit de startplaats Modane gaat het de eerste tien kilometer in dalende lijn om in Saint-Michel-de-Maurienne aan de Télégraphe te beginnen voor een tocht van 11,9 km aan een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1 %. Na de top wordt de renners weinig of geen rust gegund, want daar doemt al de Galibier op. Die wordt vandaag langs een andere kant beklommen dan gisteren. Dit keer is de beklimming 16,7 km lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,8 %. Vanaf boven af gaat het via een afdaling van om en bij de 50 km naar de voet van Alpe d'Huez. Deze slotklim is 13,8 km lang. Het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt maar liefst 7,9 %. De eerste twee stroken stijgen aan meer dan 10 %. Tussen kilometer negen en tien ligt een strook van 11,5 %. De laatste drie kilometer stijgt het dan weer niet meer boven de 5,5 %.
Niet alleen het geel en de etappezege staan op het spel vandaag. Ook de andere truien. Te beginnen met het groen. Gisteren kwam Mark Cavendish (HTC-Highroad) buiten tijd, samen met meer dan tachtig andere renners! De grupetto werd opgevist, maar iedereen verloor wel twintig punten. Ook Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) zat in die bus, hij is uitgeteld voor groen. José Joaquin Rojas (Movistar) daarentegen was wel intijds binnen, waardoor hij nu maar vijftien punten achterstand op Cav heeft. De tussensprint ligt aan de voet van Alpe d'Huez, dus die zal geen rol spelen.
In deze Alpenrit staat ook de bolletjestrui op het spel. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) staat momenteel nog aan de leiding met een totaal van 74 punten. Samuel Sanchez (Euskaltel) volgt nog steeds op twee punten. Door zijn overwinning op de Galibier, goed voor veertig punten, is Andy Schleck geklommen tot de derde plaats. De Luxemburger heeft 70 punten. Ook de andere favorieten hebben gisteren heel wat punten gesprokkeld. Fränk Schleck en Cadel Evans hebben respectievelijk 56 en 50 punten. Vandaag is het de beslissende dag voor het bergklassement, want in de twee laatste ritten zijn geen punten meer te winnen. Vanendert gaat het beste mee in de ontsnapping, want op Alpe d'Huez zal hij meer dan waarschijnlijk na de favorieten eindigen. Op de Télégraphe liggen tien punten klaar voor de eerste, op de Galibier zijn dat er twintig. Op Alpe d'Huez liggen voor de winnaar 40 punten klaar. Er wacht ons Belgen een spannende dag. Ook voor het algemeen klassement overigens. Kevin De Weert (QuickStep) staat momenteel dertiende en Vanendert zestiende. Het verschil tussen beide Belgen is 1'47". Ten slotte wordt er ook gestreden om de beste jongere te zijn. Rein Taaramae (Cofidis) heeft een voorsprong van amper 33" op Pierre Rolland (Europcar). Hij is degene die Voeckler in de bergen bijstond. Rigoberto Urán (Sky) zakte gisteren van de eerste naar de derde plaats. De Colombiaan heeft een achterstand van 3'10".
Rit 18: Pinerolo (Italië) - Galibier Serre-Chevalier (200,5 km)
donderdag 21 juli 2011
Andy zet Tour op z'n kop
Vandaag stond de koninginnenrit van deze Tour op het programma. Er moesten drie hellingen buiten categorie beklommen worden: Col Agnel, Col d'Izoard en de Col du Galibier. Er werd een grote strijd verwacht tussen de kanshebbers op de eindzege. En alweer zou Thomas Voeckler (Europcar) het geel verliezen. Deze rit verliep echter op een geheel andere manier dan alle scenario's die vooraf geopperd waren. Dankzij Andy Schleck (Leopard), die met veel lef al zestig kilometer voor de aankomst demarreerde. Een verslag van een gekke dag in de Alpen.
Negentien renners lieten zich niet afschrikken door het loodzware parcours en kozen resoluut voor de aanval. Daarbij twee Belgen. Dries Devenyns (QuickStep) was één van hen. De andere was Maxime Monfort (Leopard) die samen met Joost Posthuma vooruit was gestuurd als luitenant van de Schlecks. Cadel Evans (BMC) had eveneens twee mannen in de leidersgroep: Brent Bookwalter en Marcus Burghardt. Ook onze noorderburen lieten zich niet onbetuigd. Twee Nederlanders zaten mee in de kopgroep: Maarten Tjallingii (Rabobank) en Johnny Hoogerland (Vacansoleil). Dit zijn de namen van hun medevluchters: Mickaël Delage (FDJ), Anthony Delaplace (Saur-Sojasun), Leonardo Duque (Cofidis), Imanol Erviti (Movistar), Danilo Hondo (Lampre), Maxime Iglinskiy (Astana), Markel Irizar (RadioShack), Ramunas Navardauskas (Garmin-Cervélo), Ruben Perez (Euskaltel), Nicolas Roche (AG2R), Egor Silin (Katusha) en Pablo Urtasun (Euskaltel). Ze kregen een maximale voorgift van meer dan acht minuten. Deze vluchters kaapten alle punten weg aan de tussensprint na 40 km. Duque was daar de snelste.
De eerste col van de dag was de Agnel (23,7 km en 6,5 % gemiddeld). Of liever de Agnello, want hij werd beklommen via de Italiaanse kant. Met zijn 2744 m is de Agnello het hoogste punt in deze Tour. Een groepje met onder meer Robert Gesink (Rabobank), Levi Leipheimer (RadioShack) en Lieuwe Westra (Vacansoleil) reed er weg van het peloton. Dat werd gemend door Stuart O'Grady (Leopard). Enkele van zijn ploeggenoten moesten vroegtijdig lossen: Fabian Cancellara en Jakob Fuglsang. Ook Alberto Contador (Saxo Bank) verloor met Benjamin Noval een belangrijk mannetje voor het vervolg van de etappe. Contador zelf zat verdacht ver achteraan. Was dat een teken aan de wand? Voorin reed Iglinskiy dan weer als eerste over het dak van deze Tour en streek er de Souvenir Henri Desgrange op.
In de afdaling verscheen Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) in beeld. Hij nam ploegmaat Jelle Vanendert, Kevin De Weert (QuickStep) en gele trui Thomas Voeckler op sleeptouw. Ze reden tot bij de groep met Gesink, waardoor deze ontsnapping meteen teniet werd gedaan. Het peloton volgde immers in het zog. Bij aanvang van de Col d'Izoard ( 14,1 km en 7,3 %) reden nog tien renners op kop: Devenyns, Erviti, Hoogerland, Iglinskiy, Irizar, Monfort, Posthuma, Roche, Silin en Urtasun. Posthuma bepaalde het tempo tijdens de beklimming. De Leopards deden dat eveneens in het peloton. Jens Voigt en opnieuw O'Grady namen die taak op zich. Daardoor moesten enkele van hun teamgenoten echter de rol los. Wederom Fuglsang, maar verrassend genoeg ook Linus Gerdemann. Noval moest voor de tweede keer afhaken. Leipheimer, die even voordien nog mee in de aanval was, kon evenmin nog volgen. Maxime Bouet (AG2R) voelde zich wel nog goed en liet het peloton achter zich. Ver zou zijn onderneming echter niet dragen. Bij de koplopers voelde Iglinskiy zich opperbest en plaatste een demarrage op 5,5 km van de top. Juist nadat Posthuma was gelost.
Dan gebeurde het! Zes kilometer voor de top viel niemand minder dan Andy Schleck (Leopard) aan. Geen enkele renner volgde hem, want het leek een onbegonnen onderneming met nog meer dan 60 km tot de aankomst. Waaronder nog de slotklim naar de Galibier. De demarrage van Schleck getuigde wel van lef. Daar leek het de broers in de Pyreneeên wat aan te ontbreken. Schleck fietste onmiddellijk een mooie voorsprong bijeen. Voor de top haalde hij Posthuma in, die hem niet heel lang meer van dienst kon zijn. Op de top kwam Schleck 1'50" na Iglinskiy boven. Het peloton volgde op twee minuten van de Luxemburger. In het peloton was het Europcar die het kopwerk deed. Saxo Bank zette met David Navarro wel een man mee aan het werk. Toch leken de favorieten er gerust in te zijn dat Schleck zijn vlucht niet tot een goed einde zou brengen.
Op de top was Iglinskiy dus als eerste gepasseerd. Anderhalve minuut later volgden Devenyns, Monfort en Silin. Tussenin reed Roche. Monfort wachtte in de afdaling zijn kopman op. Samen reden ze dan het gaatje op Devenyns en Silin dicht. Ook Roche moest er aan geloven. In de vallei, waar tegenwind stond, moesten Monfort en Schleck aanvankelijk het werk alleen opknappen, maar uiteindelijk zou Devenyns overstag gaan en mee kopwerk doen. Het vijftal haalde Iglinskiy in op 30 km van de streep. Dat is zeven kilometer voor de voet van de Galibier. In het peloton volgde er overleg tussen Alberto Contador en Samuel Sanchez (Euskaltel) die de voorbije dagen al lieten zien dat ze elkaar graag met raad en daad bijstaan. Euskaltel hielp de Saxo's dan ook in de achtervolging. Tegen de vallei kwamen veel mannen terug uit de achtergrond, zoals Rigoberto Urán (Sky) die op de Izoard had moeten lossen en in de afdaling tegen de vlakte ging. Contador maakte van de vallei gebruik om zijn fiets te wisselen. Het feit dat zoveel mannen terugkeerden, duidde er op dat er geen haast was om Schleck bij te halen. Andy had aan de voet van de Galibier een voorsprong van meer dan drie minuten.
Dan kon men beginnen aan de slotklim. De top van de Col du Galibier ligt op 2645 m waardoor dit meteen de hoogste aankomstplaats ooit was. Men herdenkt dit jaar dat 100 jaar geleden deze col voor het eerst werd beklommen. Morgen staat de Galibier nog eens op het programma. De lengte van deze mythische col is 23,0 km en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 5,0 %. De eerste helft zijn er geen stroken van meer dan 5,5 %. Ook hier hadden de renners nog wind tegen. Dat zou het geval zijn tot aan de top van de Lautaret op 9 km van de streep. Toch weerhield de wind Schleck er niet van om op 20 km van de aankomst al een voorsprong van 3'48" bijeen gereden te hebben. Dat was voor een groot deel ook te danken aan het berewerk van onze Monfort. Drie kilometer verder moesten Monfort en Devenyns afhaken. Niet veel later volgde Silin.
Andy Schleck bleef maar van de andere favorieten wegrijden. 15 km voor de top hadden zij al een achterstand van vier minuten. Het sein voor Contador om zelf op kop te beginnen rijden. Voor even toch. Cadel Evans (BMC) sprong bij. Hij vroeg hulp aan Pierre Rolland (Europcar) maar hij mocht niet overnemen van zijn kopman Voeckler. Contador liet Navarro dan nog maar wat kopwerk verrichten. Echte organisatie van alle klassementsrijders kwam er niet. De voorsprong bleef echter oplopen tot 4'30". Evans trok het tempo nogmaals op. Van af dat ogenblik zou hij de koppositie niet meer verlaten tot 3 km voor de top.
Roche moest Schleck en Iglinsky laten gaan op 10 km van de top. Bovenop de Lautaret liet Andy ook Iglinskiy achter zich. De faviorieten kwamen hier door op 3'34". Nog steeds een mooie voorsprong voor de jongste Schleck. Bij de favorieten volgden geen aanvallen. Evans bleef maar mennen. Voor Samuel Sanchez werd het allemaal te veel. Hij moest lossen. dat zou goed kunnen zijn voor Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) die slechts twee punten voor stond in het bergklassement. Vanendert moest even verder echter zelf lossen en zou niet voor de bergpunten kunnen meespelen. Vier kilometer voor de top was dit de samenstelling van het groepje onder leiding van Evans: Basso (Liquigas), Contador, Cunego (Lampre), Fränk Schleck, Rolland en Voeckler. Nog steeds had Andy meer dan drie minuten voorsprong. Op drie kilometer voor de top gebeurde iets heel verrassend: Contador moest lossen! Na wat hij de voorbije dagen had laten zien, was dat geheel oneverwacht. Het beeld van Contador die aan de staart bengelde op de Agnello was dus wel degelijk een teken aan de wand. Contador was niet goed (genoeg). Toen Basso zag dat Contador loste, nam hij het werk van Evans over. Ook Rolland mocht meerijden van Voeckler. Die maakte immers kans zijn gele trui te redden, want Schleck stond in het klassement 2'36" achter op de Fransman en het was nog mogelijk de trui te redden. In de laatste twee kilometer had Andy nog drie minuten over.
In elk geval bracht Andy Schleck een heroïsche vlucht tot een goed einde. Hij boekte zijn mooiste zege ooit. Het is lang geleden dat een favoriet voor het eindklassement zo een onderneming heeft durven opzetten. Eddy Merckx keek mee in de wagen van de Tourdirectie en zag dat het goed was. Broer Fränk maakte het familiegeluk copmleet en finishte als tweede. Voor Evans en Basso. En jawel, Voeckler redde voor de zoveelste keer zijn trui. Hij heeft nu nog 15" voorgift op Andy Schleck. Die naast de ritzege binnen te rijven ook een goede zaak doet in het algemeen klassement en terug in de running is voor de eindzege. Andy staat nu derde in het bergklassement met slechts vier punten minder dan Vanendert. Het gevaar voor onze landgenoot lijkt dus vanuit Luxemburgse hoek te komen. De grote verliezer is Contador. El Pistolero kwam 3'50" na Schleck binnen. Die kreeg overigens meer dan verdiend de prijs van de strijdlust.
De bus met sprinters Mark Cavendish (HTC-Higroad) en Tyler Farrar (Garmin-Cervélo) kwam buiten tijd aan. De tijdslimiet lag op 33'07" en de grupetto kwam binnen op 35'40". De renners werden opgevist, maar verloren wel 20 punten. Dat betekent dat José Joaquin Rojas (Movistar), die in een eerdere groep binnen was gekomen, nu maar 15 punten achterstand meer heeft op Cav. Ook in het jongerenklassement waren er verschuivingen. Rein Taaramae (Cofidis) neemt de witte trui over van Urán. Hij staat 33" voor op Rolland, de meester-helper van Voeckler.
Nog even meegeven dat Vanendert 14de werd op 3'50" van Schleck. De Weert finishte als 22ste op 5'35". In het algemeen klassement staat De Weert nu 13de en Vanendert 16de.
Rit 18: Pinerolo (Italië) - Galibier Serre Chevalier (200,5 km)
De koninginnenrit in de Alpen vertrekt in het Italiaanse Pinerolo waar de rit gisteren aankwam. De eindstreep ligt 200 km verder op de top van de Galibier (2645 m). Nog nooit was de Galibier het decors voor een aankomst, nog nooit lag de finish zo hoog. Vooraleer de renners aan de Galibier kunnen beginnen, moeten ze eerst nog over twee andere cols buiten categorie: de Agnel en de Izoard. Alsof het parcours op zich nog niet loodzwaar genoeg is, zal ook het weer een rol spelen. Vooral over de omstandigheden op de Galibier was veel te doen, nadat deze week tweehonderd wielertoeristen moesten worden geëvacueerd doordat ze werden verrast door de sneeuw. Vandaag zal het weer eveneens grillig zijn. Aan de voet van de Galibier is het open weer, maar naarmate de top nadert kunnen de renners in regen- en sneeuwbuien terechtkomen.
Vooraleer het grote klimwerk begint, ligt er een tussensprint na 46,5 km in het Italiaanse Verzuolo. Hier zal Mark Cavendish (HTC-Highroad) ongetwijfeld nog wat punten willen pakken vooraleer hij aan een lange dag in de achterste gelederen van het peloton begint. Vanaf de sprint is het nog veertig kilometer tot de voet van de Col Agnel, maar ook op dat stuk loopt de weg al omhoog. De Col Agnel (buiten categorie) is 23,7 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 6,5 %. Met een hoogte van 2744 m vormt deze berg het dak van de Tour. Degene die als eerste bovenkomt passeert krijgt de Souvenir Henri Desgrange, een extra premie. Het zwaartepunt ligt in de tweede helft van de klim waar stroken liggen van meer dan 10 %. Voorbij de top rijdt het peloton Frankrijk binnen. Na een afdaling van 20 km kunnen de renners zich bevoorraden in de vallei. Hier kunnen ze krachten opdoen vooraleer de beklimming van de Col d'Izoard (buiten categorie) aan te vatten. De Izoard heeft een lengte van 14,1 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,3 %. Ook hier is de tweede helft steiler, met stroken van 10 %.
Daarna is het dalen tot even voorbij Briançon. Vervolgens gaat het weer bergop. De slotklim naar de top van de Galibier (buiten categorie) is 22,8 km lang. Het gemiddeld stijgingspercentage is niet zo hoog: 4,9 %. Het is wel een slopende klim vanwege de lengte en het feit dat de hele etappe al loodzwaar is geweest. In de eerste acht kilometer stijgt het nooit meer dan 5,0 %, dus wellicht zullen de favorieten hier nog even afwachten. Het is pas in de laatste negen kilometer dat er stroken zijn van 8 en 9 %. Dat is voorbij de top van de Lautaret.
Wellicht zullen de klassementsrijders voor de ritzege strijden. Ook onze Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) zal zich in de debatten moeten mengen op de slotklim wil hij zijn bolletjestrui deze avond opnieuw om de schouders hebben hangen. Momenteel heeft hij maar twee punten voorsprong op Samuel Sanchez (Euskaltel). Op cols buiten categorie zijn maximaal twintig punten te verdienen, maar dat wordt verdubbeld als de aankomst boven is. Aan de streep is dit de puntenverdeling: 40, 32, 24, 16, 8 en 4. Opdracht voor Jelle: finishen voor Sanchez. Naast de bolletjestrui en de etappezege staat vooral de gele trui op het spel. Thomas Voeckler (Europcar) mag voor de negende keer starten in het geel. Zijn voorgift op nummer twee Cadel Evans (BMC) bedraagt 1'18". Fränk Schleck (Leopard) is derde op 1'22". Zijn broertje Andy (Leopard) staat nog meer dan een minuut verder. In de Pyreneeën prikte de jongste Schleck enkele keren, maar kon hij nooit wegrijden. Fränk Schleck kon dat wel op weg naar Luz-Ardiden. Beiden moesten echter lossen op de Col de Manse, twee dagen terug. Daar maakte Alberto Contador (Saxo Bank) een sterke indruk. Samen met Samuel Sanchez en Cadel Evans kon hij afstand nemen van de concurrenten. Gisteren vormde hij alweer een tweespan met landgenoot Sanchez in de afdaling, maar voor de streep werden ze bijgehaald onder impuls van de Schlecks. De voorbije dagen leken de Schlecks zwakker en Contador sterker dan in de Pyreneeën. El Pistolero zou wel eens genadeloos kunnen toeslaan op de Galibier.
Net als in de vorige etappe ging het er hard aan toe in de aanvangsfase. Te hard voor Paolo Tiralongo (Astana), want hoewel de aankomst in zijn thuisland lag besliste hij er toch de brui aan te geven. In de ontsnapping van de dag, die bestond uit veertien man, was één landgenoot mee: de lang verwachte Björn Leukemans (Vacansoleil) die tot nog toe onopvallend doorheen Frankrijk fietste. Dit zijn de namen van zijn medevluchters: Andrey Amador (Movistar), Edvald Boasson Hagen (Sky), Borut Bozic (Vacansoleil), Sandy Casar (FDJ), Sylvain Chavanel (QuickStep), Julien El Fares (Cofidis), Dmitriy Fofonov (Astana), Jonathan Hivert (Saur-Sojasun), Bauke Mollema (Rabobank), Dmitriy Muravyev (RadioShack), Maciej Paterski (Liquigas), Ruben Perez (Euskaltel) en Maarten Tjallingii (Rabobank).
Vijf hellingen lagen op het parcours vandaag. De eerste twee behoorden tot de derde categorie. Sylvain Chavanel kwam zowel als eerste boven op de Côte de Sainte-Marguerite als La Chaussée ofwel de Montée de Briançon. Tussen deze twee klimmetjes in lag een tussensprint. Doordat de vluchters met veertien waren, bleef er slechts één punt over. Mark Cavendish (HTC-Higroad) reed met ploegmaat Bernhard Eisel even weg uit het peloton en hij raapte het punt op. Gisteren maakte hij al indruk door sterk te finishen in de heuvelachtige rit. Cav deelt zijn concurrenten voor groen, José Joaquin Rojas (Movistar) en Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto), een tik uit. Hij is strijdvaardig en zal zich niet gauw gewonnen geven in de komende Alpenritten. Rojas en Gilbert hopen er immers op dat de Brit buiten tijd zal arriveren in de zware bergritten, vooral vrijdag zal de tijdslimiet laag zijn. Als hij in de race blijft, zullen zijn tegenstanders het niet makkelijk hebben. Momenteel heeft Cav 35 punten meer dan Rojas. Gilbert staat 70 punten achter.
Aan de tussensprint, waar Casar de premie pakte, had de kopgroep een voorsprong van 5'50". Die vergrootte later nog tot meer dan acht minuten. Op de Col de Montgenèvre (2de cat.) trokken drie renners in de aanval. Nicolas Roche (AG2R) zette als eerste aan. Hij zou het gezelschap krijgen van Johnny Hoogerland (Vacansoleil) en Kevin De Weert (QuickStep). De Belg stond twaalfde in het klassement en hoopte om wat tijd terug te pakken. Op de top waren De Weert en zijn kompanen genaderd tot op 5'30". Dat betekende een voorgift van anderhalve minuut op het peloton. Alweer was Chavanel als eerste boven gekomen. De beklimming naar Sestrières was de enige klim van eerste categorie in deze etappe. Op 2 km van de top demarreerde Perez in de kopgroep en hij kwam als eerste boven. Ongeveer 40" later volgden de andere vluchters. Nog eens een minuut later passeerden De Weert en co de top. Even na de top reed men Italië binnen.
Tijdens de afdaling moest Hoogerland afhaken. In het peloton ging Garmin-Cervélo Europcar bijstaan op kop. Zij wilden waarschijnlijk de top 10 positie van hun ploegmakker Tom Danielson verdedigen. De Weert stond 2'56" achter Danielson in het algemeen klassement. Door zijn ontsnapping was De Weert al meer dan zes minuten uitgelopen. Aan de meet zou daar op de favorieten maar een halve minuut van overblijven. Enkel op Ivan Basso (Liquigas), en Danielson, maakte hij iets meer dan 50 seconden goed.
Perez begon als koploper aan de laatste helling van de dag, de Côte de Pramartino (2de cat.), met een voorsprong die kleiner was dan een minuut. Paterski demarreerde als eerste, maar hij raakte niet ver weg. Ook Fofonov mislukte in zijn opzet. Frans kampioen Chavanel slaagde er wel in om naar Perez toe te rijden. Hij liet de Bask zelfs achter zich. Boasson Hagen dichtte in zijn eentje de kloof. Vlak voor de andere vluchters terugkeerden, demarreerde Boasson Hagen opnieuw. De jonge Noor ging op zoek naar zijn tweede ritoverwinning in deze Tour. Solo arriveerde hij aan de meet in Pinerolo. Gisteren moest Boasson Hagen nog de duimen leggen voor zijn landgenoot Thor Hushovd. Ook voor de wereldkampioen was het zijn tweede etappezege. Samen met Groot-Brittannië, waar Mark Cavendish voor alle vier de ritzeges zorgde, is Noorwegen de meest succesvolle natie in deze Tour.
Vlak voor het peloton aan de Pramartino begon kwamen enkele renners ten val. Onder hen Rob Ruigh (Vacansoleil). De Nederlander kon de achterstand niet meer goedmaken en zakt van de 19de naar de 22ste plaats in het klassement. Van de favorieten was het alweer Alberto Contador (Saxo Bank) die het initiatief nam. Tot twee maal toe. De broertjes Schleck (Leopard) volgden gezwind. Fränk Schleck controleerde de rest van de beklimming en niemand zou wegrijden. Na de top volgde een gevaarlijke afdaling, gelukkig lag die droog. Toch werd er gevallen. Jonathan Hivert, die samen met Mollema, op zoek was naar Boasson Hagen, ging enkele keren uit de bocht. Hivert reed zelfs een terras langs de kant van de weg op, gelukkig ontweek hij de afrastering. Ook gele trui Thomas Voeckler (Europcar) zou dat terras oprijden. Titi zou er ongeschonden uitkomen, maar wel tijd verliezen. In de afdaling schuwden Samuel Sanchez (Euskaltel) en Alberto Contador de risico's niet. Ze liepen uit op de Schlecks en Cadel Evans (BMC). Het leek alsof de twee Spanjaarden voor de tweede dag op rij een goede zaak zouden doen. Dat was echter zonder de vechterslust van de Luxemburgse broers gerekend die in de slotkilometer de kloof dichtten. De Schlecks, Evans en Damiano Cunego (Lampre) verloren geen tijd. Dat was dus wel het geval voor Voeckler die in het geel blijft, maar 27" moest toegeven. Ivan Basso (Liquigas) was eveneens in dat geval. Hij verloor voor de tweede opeenvolgende dag tijd. Gisteren verloor hij 54" op Evans.
Morgen staat een zware rit met aankomst op de Galibier op het programma. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) moet de bolletjestrui verdedigen. Hij heeft slechts twee punten voorgift op Samuel Sanchez. Voeckler start in het geel, hoewel het al eerder werd voorspeld en de Fransman iedereen verbaasde, zal hij het kleinood morgen meer dan waarschijnlijk moeten afgeven.
Vandaag trekt de Tour de Alpen in. Er liggen vijf beklimmingen onderweg. De eerste twee behoren slechts tot de derde categorie. Eerst is er de Côte de Sainte-Marguerite (2,8 km en 7,4% gemiddeld). Een goeie tien kilometer verderop ligt La Chaussée ofwel de Monteé de Briançon (1,4 km en 8,3% gemiddeld). De top ligt ongeveer halfweg deze rit. Tussen deze twee hellingen in ligt de tussensprint. Na La Chaussée kunnen de renners zich bevoorraden vooraleer aan de Col de Montgenèvre (2de cat.) te beginnen. Die is 7,9 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 6,1%. Als ze de renners de top hebben bereikt, rijden ze Italië binnen. In de Laars ligt de aankomst van deze etappe. Er liggen ook nog twee beklimmingen. De belangrijkste is de klim naar Sestrières. Dit is de enige berg van eerste categorie in deze rit. De top ligt op 2035 meter hoogte na 11,1 km klimmen. Het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 6,3%. Het lijkt op het eerste zicht dat de favorieten zich hier niet zullen roeren omdat het nadien nog meer dan 60 km naar de finish is. 40 km daarvan gaat in dalende lijn. Na wat er gisteren gebeurd is, kan het natuurlijk zijn dat de Schlecks (Leopard) toch iets zullen proberen. Eigenlijk zouden ze moeten. Alle mogelijke kansen moeten ze immers aanwenden om tijd terug te pakken op Alberto Contador (Saxo Bank). De dalende strook is ook ideaal voor Samuel Sanchez (Euskaltel). Aangezien hij vijfde staat in het klassement, zal hij niet makkelijk wegraken. In volle finale ligt nog een helling van tweede categorie: de Côte de Pramartino (6,7 km en 6% gemiddeld). Vanaf de top is het nog 8 km dalen naar de aankomstlijn in Pinerolo. De Côte de Manse, waar Contador in de vorige rit demarreerde was ook een helling van tweede categorie. Misschien dat El Pistolero het vandaag opnieuw probeert om klassementsrijders tijd te doen verliezen.
Rit 16: Saint-Paul-Trois-Châteaux - Gap (162,5 km)
dinsdag 19 juli 2011
Andy Schleck is verliezer van de dag
In de rit na de tweede rustdag deden de renners het niet bepaald rustig aan. Met een vliegende vaart van 48,9 km per uur werden de eerste twee wedstrijduren afgehaspeld. Het duurde maar liefst 100 km vooraleer een groep vluchters wegraakte. Er waren voorheen al pogingen geweest van onder andere Sylvain Chavanel (QuickStep), Thomas De Gendt (Vacansoleil), Dries Devenyns (QuickStep), Johnny Hoogerland (Vacansoleil), Gianni Meersman (FDJ) en David Millar (Garmin-Cervélo). 60 km voor de meet slaagden tien renners er dan toch in een definitieve kloof te slaan. Gele trui Thomas Voeckler (Europcar) zette zich op kop van het peloton en dat was het teken om het helse ritme daar te doen stilvallen. Dit zijn de namen van de koplopers: de Belg Dries Devenyns (QuickStep), Andriy Grivko (Astana), Edvald Boasson Hagen (Sky), Ryder Hesjedal (Garmin-Cervélo), Thor Hushovd (Garmin-Cervélo), Mikhail Ignatyev (Katusha), Marco Marcato (Vacansoleil), Tony Martin (HTC-Highroad), Alan Perez (Euskaltel) en de onvermijdelijke Jérémy Roy (FDJ). Drie renners bleven hangen tussen het peloton en de koplopers. Het ging om Samuel Dumoulin (Cofidis), Fabrice Jeandesboz (Saur-Sojasun) en Bauke Mollema (Rabobank). De tien leiders kregen een maximale voorsprong van zes minuten. Dat was de achterstand aan de tussensprint. Ook al waren daar na de passage door de vluchters nog twee en één punt te rapen, werd daar in het peloton niet voor gestreden. Bij de kopgroep was het Dries Devenyns die als eerste passeerde.
Hoewel het de hele dag gestaag bergop liep, was er maar één helling die meetelde voor het bergklassement. De Col de Manse (2de cat.) is 9,5 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 5,2 %. De klim ving aan op 21 km van de streep. Ignatyev voelde zich van aan de voet geroepen om te versnellen. Devenyns wilde de sprong wagen, maar kon de Rus niet bijbenen. Hesjedal slaagde daar halfweg de klim wel in. Ignatyev bleef in het wiel hangen. Al snel had Hesjedal daar genoeg van en liet de Katusha-man achter. Begon de Canadees aan een solo naar Gap? Dat was zonder twee sterke Noren gerekend. Boasson Hagen en Hushovd, een ploegmaat van Hesjedal, sloten zich in het vooruitzicht van de top bij Hesjedal aan. Met hun drieën zouden ze in Gap voor de overwinning strijden.
In het peloton was het tegen alle verwachtingen in vuurwerk. Het was niemand minder dan Alberto Contador (Saxo Bank) die het vuur aan de lont stak. Fabian Cancellara (Leopard) bracht de broertjes Schleck terug in het wiel van de Spanjaard. Net als Thomas Voeckler, Samuel Sanchez (Euskaltel) en Cadel Evans (BMC). Vervolgens plaatste Sanchez een versnelling. Andy Schleck was degene die het gaatje dichtte. De jongste van de broers probeerde het ook even zelf, maar sloeg geen grote kloof. Contador prikte nog een tweede keer. Voeckler ging gezwind mee en ook Andy Schleck volgde. Fränk Schleck hinkte wat achterop. Contador probeerde het nogmaals en toen was noch Fränk, noch Andy mee. Sanchez en Evans konden El Pistolero wel volgen. Op de top van de Col de Manse had Contador al een halve minuut voorsprong op Andy Schleck. Die zou in de afdaling nog meer tijd verliezen. Na de aankomst gaf Andy mee dat hij de afdaling te gevaarlijk vond.
De drie koplopers zouden in elk geval onder hen uitmaken wie zou winnen. Hesjedal begon de sprint van op kop. Wereldkampioen Hushovd zat in het wiel van Boasson Hagen. Hushovd sprong vanuit die laatste positie weg en pakte zijn tweede ritwinst in deze Tour. Zijn landgenoot werd tweede. Hesjedal reed al juichend als derde over de streep. Devenyns finishte bijna twee minuten later als negende. Evans had in de afdaling afstand genomen van Sanchez en Contador. Aan de meet bleven daar nog drie seconden van over. Na Sanchez arriveerden José Joaquin Rojas (Movistar) en Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto). Dat leverde hen respectievelijk drie en twee punten op voor het puntenklassement. Groene trui Mark Cavendish (GTC-Higroad) kwam alleen binnen als 43ste. Dat was slechts zeven plaatsen na Andy Schleck die op sleeptouw werd genomen door ploegmaat Maxime Monfort. Andy verloor 1'06" op Contador en 1'09" op Evans. Hij doet dus een heel slechte zaak. Oudere broer Fränk verloor 18" op Contador. Kevin De Weert (QuickStep) verliest zijn tiende plaats in het algemeen klassement. Hij staat nu twaalfde. Jelle Vanendert klimt dan weer van de twintigste naar de achttiende plaats.
Rit 16: Saint-Paul-Trois-Châteaux - Gap (162,5 km)
Na een welverdiende rustdag moeten de renners zich weer op gang trekken in de etappe richting Gap. Deze stad doet terugdenken aan de negende etappe van de Tour 2003 toen Joseba Beloki zwaar ten val kwam in de afdaling van de Côte de la Rochette. Ook die rit eindigde in Gap. Het was toen zeer warm waardoor stukken asfalt waren gesmolten en dat nekte Beloki. De onfortuinlijke Bask brak zijn rechterdijbeen, rechterelleboog en rechterpols. Hij zou nooit meer de oude worden. En ja, dit was inderdaad ook die keer dat Lance Armstrong door het veld ging rijden.
Hopelijk verloopt de etappe dit jaar vlekkeloos. Vast staat dat het geen meter vlak is. De hele dag gaat het gestaag bergop. De tussenspirnt ligt weer ver in de koers, namelijk na meer dan 110 km. Hier kan weer een strijd plaatsvinden tussen Mark Cavendish (HTC-Highroad), José Joaquin Rojas (Movistar) en Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto). Het is echter niet ondenkbaar dat Gilbert mee gaat in een ontsnapping met het oog op de dagzege om zo meteen heel wat punten te pakken voor de groene trui. In de rechtsreekse confrontaties met de sprinters komt hij toch tekort.
Er ligt slechts één officiële helling op het parcours. Het gaat om de Col de Manse (2de cat.). Deze Col is 9,5 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 5,2%. De top ligt op 11,5 km van de aankomst. Het gaat volledig in dalende lijn tot de finish. De voorbije week liet Gilbert zien dat hij ook al goed bergaf kan rijden, dus hij maakt zeker kans op een tweede ritzege.
De laatste etappe voor de tweede rustdag was er één op maat van de sprinters. Dat weerhield vijf mannen niet om toch mee te gaan in de vlucht van de dag en hun kans te wagen. Uiteraard was Mickaël Delage (FDJ) weer van de partij. De Fransman kreeg twee landgenoten met zich mee, meer bepaald Samuel Dumoulin (Cofidis) en Anthony Delaplace (Saur-Sojasun). Ook Mikhail Ignatyev (Katusha) en Niki Terpstra (QuickStep) waren erbij. Ze zouden mede door de rugwind nooit meer dan 3'30" voorgift krijgen. In het peloton staken de ploegmaats van groene trui Mark Cavendish (HTC-Highroad) de handen uit de mouwen. Ze kregen wel wat steun van Europcar, de ploeg van leider Thomas Voeckler.
Eén hellinkje lag er op het parcours. De Côte de Villespassans (4de cat.), waar Ignatyev het puntje meegraaide. Het enige grote wapenfeit onderweg was de tussensprint. Die lag op iets meer dan 45 km voor de finish. Bij de koplopers streden Dumoulin en Delage voor de geldprijs. Delage versloeg de kleinste man in het peloton. Dumoulin is namelijk maar 1,59 meter groot. Het belangrijkste was hoe de drie tenoren voor groen het er zouden van afbrengen. Vijf vluchters, dat betekende nog maximaal tien punten te verdienen voor Cavendish, Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) of José Joaquin Rojas (Movistar). Cavendish toonde zich, geloodst door Mark Renshaw en Bernhard Eisel, de snelste. Rojas sleepte negen punten in de wacht. De Belgisch kampioen pakte er eentje minder.
Op het ogenblik van de tussensprint bedroeg de voorsprong van de vluchters nog één minuut. Een hopeloze zaak dus. Toch kwam er op iets meer dan 20 km van de streep nog een uitval van Ignatyev. Terpstra haakte zijn wagonnetje aan. 6,5 km voor de aankomst zette Ignatyev zich recht toen het peloton genaderd was tot op tien seconden. Terpstra trok nog even door en zou daar de prijs van de strijdlust aan overhouden. Het peloton walste hem wel plat op 3 km van de finish. In het peloton kreeg HTC hulp van Garmin-Cervélo dat Tyler Farrar graag zijn tweede rit zou zien winnen. In volle aanloop naar de sprint sprong Gilbert weg. Anthony Roux (FDJ) en Marco Marcato (Vacansoleil) sloten bij de Belg aan, maar dat was allemaal tevergeefs. Het moest en zou een massasprint worden. Lampre zette met Grega Bole nog een mannetje op kop in functie van Alessandro Petacchi, maar in de ultieme fase nam HTC weer over. Mark Renshaw fungeerde weer als perfecte leadout voor Cav. De Brit maakte het werk van zijn ploeg perfect af. Farrar strandde op plaats twee, voor Petacchi. André Greipel (Omega Pharma-Lotto) raakte in de sprint het wiel van zijn ploegmaats kwijt en kwam niet in het verhaal voor.
Cavendish won vandaag zijn negentiende Tourrit. Het record van Eddy Merckx staat op 34. De 26-jarige Brit is aan dit tempo aardig op weg om dat ooit te evenaren. En zelfs te breken. Maar goed dat is toekomstmuziek. Van groter belang is dat hij een goede zaak doet voor groen. In de eindsprint pakte Gilbert geen punten. Hij volgt nu op 71 punten van Cav. Rojas werd vijfde in de eindsprint, wat 22 punten oplevert. Cavendish krijgt er als winnaar 45 bij. Dat maakt dat Rojas tweede staat in het puntenklassement op 37 punten achterstand.
Wij Belgen kunnen nog nagenieten van de prachtprestaties van Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) en niet te vergeten Kevin De Weert (QuickStep). Vanendert won de rit naar Plateau de Beille en mag vandaag starten in de bollen. Terwijl hij dat deed sloop die andere landgenoot de top 10 van het algemene klassement binnen. Gisteren finishte de QuickStepper als veertiende, op 1'59" van Vanendert. De Weert duikt nu net de top 10 binnen. Hij stond twaalfde voor de rit, maar Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) viel er begrijpelijkerwijze van tussen, net als Nicolas Roche (AG2R) die een slechte dag had en 3'39" minuten verloor op de favorieten. Rigoberto Urán (Sky) is de eerste renner na De Weert. De Colombiaan, die de witte trui draagt, staat 1'37" achter op onze landgenoot. Proficiat Jelle en Kevin!
In deze vijftiende rit kunnen ze het alvast wat rustiger aan doen, want het wordt een dag voor de sprinters. De etappe tussen Limoux en Montpellier is immers vlak. Er ligt slechts één hellinkje van vierde categorie (2,2 km en 4,6% gemiddeld). Deze Côte de Villespassans ligt na 80 km wedstrijd, dus dan zullen er ongetwijfeld al vluchters weg zijn waarvan iemand dan het punt kan meepakken. Op ongeveer 45 km van de streep ligt de tussensprint van de dag. Hier zullen Mark Cavendish (HTC-Highroad), Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) en José Joaquin Rojas (Movistar) ongetwijfeld weer in de clinch gaan voor de groene punten.
Aan de aankomst in Montpellier kan er weer gesprint worden. Hier zal Cavendish uitgedaagd worden door André Greipel (Omega Pharma-Lotto) en Tyler Farrar (Garmin-Cervélo). Ook Rojas zal zich wel weer mengen in de strijd. Kan Greipel voor de vierde ritzege zorgen voor de ploeg? Of pakt Cav zijn vierde overwinning in deze Tour? Dat zou zijn teller op negentien stellen. De enige sprint die na vandaag nog rest is die op de Champs-Elysées waar The Manx Express zijn twintigste Tourritzege kan behalen. Maar eerst moet hij deze rit nog winnen natuurlijk.
Rit 14: Saint-Gaudens - Plateau de Beille (168,5 km)
zaterdag 16 juli 2011
Jelle Vanendert: Bergkoning op Plateau de Beille
De laatste Pyreneeënrit zou de dag van de favorieten worden, maar dat was zonder onze Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) gerekend. Hij sleepte zowel de ritzege als de bolletjestrui in de wacht. En Thomas Voeckler (Europcar)? Die blijft tegen alle verwachtingen in in het geel. Hier een overzicht van de mooiste dag uit de carrière van Vanendert.
Omstreeks twaalf uur trok het peloton zich op gang onder een open hemel. Het zou eindelijk nog eens een zonnige dag worden met een aangename temperatuur. Gianni Meersman (FDJ) was de eerste aanvaller. Jammer genoeg raakte onze landgenoot niet mee in de ontsnapping van de dag. Die werd opgezet onder impuls van de Franse kampioen Sylvain Chavanel (QuickStep). Maar liefst negentien renners kwamen zich bij hem vervoegen. Dit is het uitgebreide lijstje: Maxime Bouet (AG2R), Sandy Casar (FDJ), Anthony Charteau (Europcar), Mickaël Delage (FDJ), Rémy Di Grégorio (Astana), Julien El Fares (Cofidis), Linus Gerdemann (Leopard), Gorka Izagirre (Euskaltel), Kristjan Koren (Liquigas), Marco Marcato (Vacansoleil), David Millar (Garmin-Cervélo), Bauke Mollema (Rabobank), Manuel Quinziato (BMC), Christophe Riblon (AG2R), Luis-León Sanchez (Rabobank), Egor Silin (Katusha), Arthur Vichot (FDJ), Jens Voigt (Leopard) en Xabier Zandio (Sky). Deze omvangrijke groep trok richting de Col de Portet d'Aspet (2de cat.). Tijdens de klim passeerden ze de Stèle Fabio Casartelli. Dit monument werd er geplaatst ter nagedachtenis van de Italiaanse renner die in de Tour van 1995 dodelijk ten val kwam in de afdaling. Dat jaar werd de Aspet in omgekeerde richting beklommen. Delage, die de hele Tour al zeer actief is, reed als eerste voorbij de top. Een minuut na de koplopers passeerden Rui Costa (Movistar), Adriano Malori (Lampre), Ruben Perez (Euskaltel) en Jérôme Pineau (QuickStep). Na de tussensprint, waar Delage de snelste was in een sprintje met Millar, sloten de vier vooraan aan. De kopgroep bestond nu uit drieëntwintig man. Dat Delage zo veel als mogelijk in de kijker wil rijden, en prijzen binnenrijven, bewees hij door ook als eerste te passeren op de Côte de la Core (1ste cat.). Op deze beklimming moest Mark Cavendish (HTC-Highroad) een eerste keer lossen. Bernhard Eisel stond zijn kopman bij en besprenkelde hem met wat water. Over de punten aan de tussensprint moest Cav zich alvast geen zorgen maken, want die waren al allemaal weg. Na de klim kon de Brit wel terug aansluiten bij het peloton, maar dat het een zware dag zou worden stond wel vast.
In de afdaling van de Côte de la Core reden Casar en El Fares weg van hun metgezellen. Hardrijder Millar zou op het vlakke komen aansluiten. Het peloton volgde op iets meer dan negen minuten. Dat maakte van Casar heel even de virtuele gele trui, want hij stond 8'47" achter op Voeckler. Op de Col de Latrape (2de cat.) zette Leopard zich op kop van het peloton. Voor Cavendish was het alweer te zwaar en hij loste nu definitief met alweer Eisel aan zijn zijde. Duimen maar dat hij binnen tijd zou aankomen. Terwijl Cav achterop hinkte, reed Casar als eerste over de top van Latrape. Hij had samen met El Fares en Millar een voorsprong van 1'34" op de achtervolgers en meer dan acht minuten op het peloton.
De beklimmingen volgden elkaar snel op. Na de Latrape volgde de Col d'Agnes (1ste cat.). In de eerste kilometer sloot Riblon bij het koptrio aan. even later moest Millar afhaken. De Col d'Agnes is 10 km lang en ongeveer halfweg voegde Silin zich bij de leiders. Nadien volgden nog Charteau, Izagirre, Voigt en Zandio. Ook Chavanel en Gerdemann zouden kunnen terugkeren. De Franse kampioen zou als eerste de top bereiken. Het peloton volgde vijf minuten later. In de afdaling kwam Laurens ten Dam (Rabobank) ten val en viel hij landde hard op zijn gezicht. Omzwachteld zou hij wel de streep bereiken.
Na de Col d'Agnes volgde de Port de Lers, een klim van derde categorie. Hier trok Izagirre ten aanval en na de vier kilometer lange helling had hij bijna een minuut voorsprong op zijn naaste belagers. Daarvan werd Voigt uitgeschakeld in de afdaling. De Duitser viel tot twee keer toe. Hij zou wel nog van nut blijken voor zijn ploeg. In de vallei richting Plateau de Beille waren het nog Fabian Cancellara en Stuart O'Grady die het werk verrichten in dienst van de broertjes Schleck. Ze knabbelden ferm aan de achterstand op de vluchters. Daar heerste er geen goede verstandhouding tussen de achtervolgers op Izagirre. Velen onder hen voelden zich geroepen bommetjes te droppen. Uiteindelijk zou Izagirre op 20 km voor de finish gegrepen worden onder impuls van Chavanel. Hij vormde samen met Sanchez en Perez de nieuwbakken kopgroep. Perez zou het het langste uitzingen maar aan de voet van Plateau de Beille werd ook hij weer ingelopen.
Plateau de Beille is een klim buiten categorie met een lengte van 15,8 km en een gemiddeld stijgingspercentage van 7,9%. Nog maar vier keer eerder lag er hier een aankomst. De winnaars waren niet van de minste: Marco Pantani (1998), Lance Armstrong (2002 en 2004) en Alberto Contador (2007). Zij zouden telkens ook de Tour winnen. Zou vandaag ook de toekomstige Tourwinnaar winnen? In de eerste meters al demarreerde Casar. Hij had een voorgift van 2'10" op de klassementsrijders. Dat was wel heel krap om de ritwinst te kunnen pakken. Maar wie niet waagt, niet wint. Het was Leopard dat bij aanvang de achtervolging leidde met Maxime Monfort, Jens Voigt en Linus Gerdemann. Daarna nam Christian Vande Velde (Garmin-Cervélo) het over. Zijn ploegmaat Tom Danielson stond tiende. Na vier kilometer leek het alsof de favorieten er aan zouden beginnen. Andy Schleck plaatste een demarrage. De eerste van velen zou blijken. In het groepje van Andy zaten ook zijn broer Fränk, Jelle Vanendert, Ivan Basso (Liquigas), Alberto Contador, Damiano Cunego (Lampre), Cadel Evans (BMC), Jean-Cristophe Péraud (AG2R), Samuel Sanchez (Euskaltel), Rigoberto Urán (Sky), Thomas Voeckler en zijn ploegmaat Pierre Rolland.
Na een tweede prik van Andy probeerde ook zijn broer Fränk het eens. Evans dichtte het gat. Daarna was het weer de beurt van Andy, dit maal was het Contador zelf die de kloof dichtte. De demarrages van de Schlecks getuigden niet van echte scherpte. Telkens als ze enkele meters hadden, hielden ze in in plaats van door te zetten. Nochtans was het zeker het moment, want nu en dan reageerde Contador niet erg gezwind. Omdat de favorieten naar elkaar bleven kijken en niemand doorzette, besliste onze Jelle Vanendert om zelf ten aanval te trekken op 7 km van de streep. Op dat moment reed Casar een halve minuut voorop. Vanendert ging naar hem op zoek. Bij de favorieten loste Cunego. Hij zou even later opnieuw kunnen aanklampen, maar aan de aankomst zou hij op de klassementsrijders toch bijna veertig seconden verliezen.
Na een halve kilometer had Vanendert Casar al te pakken. Hij kreeg wel terecht de prijs van de strijdlust. Maar Vanendert zat dus op koers naar de dagzege. Toen viel Samuel Sanchez aan. Jawel, de man die Jelle vrijdag klopte op Luz-Ardiden. Zou hij Vanendert weer tot de tweede plaats veroordelen? Bij de favorieten plaatste Basso een aanval, maar Voeckler en Andy Schleck brachten de anderen terug. Op 2,5 km van de streep volgde een nieuwe poging van Basso. Alweer volgde Voeckler gezwind. Ook Evans, Andy Schleck en Contador deden dat. Fränk Schleck uiteindelijk ook, maar hij bleef toch even wat hangen. De favorieten vormden in elk geval geen gevaar voor Vanendert.
Bij het ingaan van de slotkilometer had de Limburgse klimmer 23" voorsprong op Sanchez. Dat was voldoende om Vanendert zijn grootste profzege te laten boeken. En wat voor één. Hij is zowaar de beste op Plateau de Beille nadat hij in volle finale de klassementsrijders achter zich had gelaten. Vanendert krijgt op de koop toe ook nog de bolletjestrui om de schouders. Hij heeft twee punten meer dan Sanchez. Het is echt een prachtige dag. Dertig jaar na Lucien Van Impe wint er nog eens een Belg een bergrit in de Tour. De vreugde in het kamp Omega Pharma-Lotto kan niet op nadat André Greipel en Philippe Gilbert ook al een rit wonnen. Gilbert reed overigens al lachend over de streep en viel nadien zijn vriend en kamergenoot in de armen. De sfeer bij de ploeg is optimaal, ondanks dat daar in de eerste week twijfels over waren ontstaan.
Het geel blijft onverwacht om de schouders van Thomas Voeckler die zijn voorsprong van 1'49" op Fränk Schleck behoudt. Andy Schleck sprokkelde in de laatste honderd meter nog 2" voorsprong op de anderen. Sanchez springt van plaats twee naar plaats zes. Hij wisselt met Cunego. Kevin De Weert komt net de top 10 binnen. Hij arriveerde in deze rit 1'59" na Vanendert op de veertiende plaats. Het groen blijft in handen van Cavendish die vandaag binnen tijd de aankomst bereikte. De Colombiaan Rigoberto Urán neemt dan weer wel de witte trui over van Arnold Jeannesson (FDJ) die is weggezakt tot de vierde plaats in het jongerenklassement. Rein Taaramae (Cofidis) staat tweede met een achterstand van 1'07". Robert Gesink is hier al gezakt tot plaats negen nadat hij ook vandaag moest afhaken. Eén man kwam buiten tijd: William Bonnet (FDJ).
Rit 14: Saint-Gaudens - Plateau de Beille (168,5 km)
Vandaag staat de koninginnenrit in de Pyreneeën op het programma. Het gaat de hele dag op en af met als sluitstuk de slotklim naar Plateau de Beille. Het wordt een belangrijke dag voor de pretendenten op de eindzege. De laatste dagen rezen er twijfels over de fysieke paraatheid van Alberto Contador (Saxo Bank). In deze etappe zal duidelijk worden hoe het met El Pistolero gesteld is. Hoe dan ook zal er gestreden worden tussen de favorieten. Hoogst waarschijnlijk zal één van hen de ritzege wegkapen. Reeds vier keer kwam een etappe aan op Plateau de Beille, telkens stond de ritwinnaar in het geel in Parijs. In 1998 was dat Marco Pantani, in 2002 en 2004 Lance Armstrong en Contador won in 2007.
De eerste klim van de dag is de Portet d'Aspet (4,3 km en 9,7% gemiddeld). Deze klim van tweede categorie is onlosmakelijk verbonden met Fabio Casartelli die in 1995 in de afdaling dodelijk ten val kwam. Op de top staat een monument ter ere van de Italiaan. Na de Aspet ligt de tussensprint. Het moment voor Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) om punten te sprokkelen, want Mark Cavendish (HTC-Highroad) en José Joaquin Rojas (Movistar) zullen er niet meer bij zijn. Vervolgens is het klimmen geblazen op de Col de la Core (1ste cat.) die 14,1 km lang is en een gemiddeld stijgingspercentage heeft van 5,7%. Na de afdaling ligt de bevoorradingszone waar de renners krachten kunnen opdoen vooraleer aan de tweede helft te beginnen. Eerst is er de Col de Latrape, een klim van tweede categorie (5,6 km en 7,2% gemiddeld). Dit is de opwarmer voor de Col d'Agnes (1ste cat.). Deze Col heeft een lengte van 10,0 km en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 8,2%. Na enkele kilometers dalen is er nog een knikje onder de vorm van de Port de Lers (3de cat: 3,8 km en 5,5%). Na 40 km dalen kunnen de renners beginnen aan de slotklim naar Plateau de Beille. Op deze klim buiten categorie, 15,8 km lang, zal de boel openbarsten. Het gemiddeld stijgingspercentage is 7,9%. Al van bij de aanvang is het steil, met stroken van 9%.
Thomas Voeckler (Europcar) mag starten in het geel, maar er kan met zekerheid gesteld worden dat de Fransman de trui vandaag zal moeten afgeven. Fränk Schleck (Leopard) is het best geplaatst. Cadel Evans volgt op 17". Alberto Contador staat 2'11" achter de oudste van de Schlecks. Andy staat 1'43" voor Contador. Philippe Gilbert staat sinds gisteren op de negende plaats, maar dat zal hij niet kunnen vasthouden. Kevin De Weert (QuickStep) staat momenteel twaalfde en van hem wordt wel verwacht dat hij blijft meespelen voor een goed eindklassement.
De tweede rit door de Pyreneeën was een korte met twee kleine hellingen en de Col d'Aubisque (buiten categorie). De top van deze klepper lag wel nog op meer dan 40 km van de meet. De klassementsmannen zouden zich wel koest houden. Het leek een ideale dag te gaan worden voor vluchters. En velen voelden zich geroepen om hun kans te wagen. Zo ook Philippe Gilbert (Omega Pharma-Lotto) en Sylvain Chavanel (QuickStep), maar geen van beiden kende succes. Vlak voor de Côte de Cuqueron (3de cat.) raakten drie renners weg: Anthony Delaplace (Saur-Sojasun), Egor Silin (Katusha) en Niki Terpstra (QuickStep). Ook dat was niet definitief, want op de Cuqueron versnelde Tony Martin (HTC-Highroad) en hij bracht de rest van het pak terug in zijn wiel. Jelle Vanendert (Omega Pharma-Lotto) kwam als eerste boven en pakte twee punten voor het bergklassement. Lars Boom (Rabobank) die verging het niet goed. Hij had moeten lossen en had al meer dan drie minuten achterstand. Dit liep even later op tot vijf minuten en dan besliste de Nederlander er de brui aan te geven. Boom sukkelt met de achillespees. Het was niet de enige opgave van de dag. Andreas Klöden (RadioShack) was al eerder afgestapt. De gevolgen van een val wogen te zwaar door. Gert Steegmans (QuickStep) die was zelfs niet meer van start gegaan. 's Ochtends werden foto's genomen en daaruit bleek een scafoïde breuk, een breuk van een handwortelbeentje dus. Steegmans liep de breuk reeds op in de vijfde etappe toen hij samen met ploegmaat Tom Boonen ten val kwam. Later op de dag zou ook de opgave volgen van Vladimir Isaychev (Katusha).
Nu terug naar het koersverloop. Voorbij de Côte de Cuqueron, na ongeveer 50 km koers, demarreerde Jérémy Roy (FDJ) en dat was het begin van een succesvolle onderneming. Het was al de vierde keer dat de Fransman mee zou zijn in de vlucht van de dag. Roy kreeg het gezelschap van negen anderen: Lars Bak (HTC-Highroad), Edvald Boasson Hagen (Sky), Dmitriy Fofonov (Astana), Vladimir Gusev (Katusha), Thor Hushovd (Garmin-Cervélo), David Moncoutié (Cofidis), Alessandro Petacchi (Lampre), Jerôme Pineau (QuickStep) en Maarten Tjallingii (Rabobank). Aanstoker Roy zou het enige punt pakken op de Côte de Belair (4de cat.). Hij stond derde in het bergklassement en zijn doel was duidelijk om na de rit met de bollen te mogen pronken. Toen had hij nog een achterstand van 15 punten op Samuel Sanchez (Euskaltel).
Vooraleer aan de Aubisque te beginnen was er nog de tussensprint. Bij de koplopers werd er niet voor gevochten, het was Boasson Hagen die als eerste voorbijreed. Tien koplopers dat betekende nog maximaal vijf punten voor de mannen in het peloton. Gilbert moest passen toen de sprint werd aangetrokken voor Mark Cavendish (HTC-Higroad). De Belgische kampioen zou geen punten pakken. José Joaquin Rojas (Movistar) speelde op de verrassing en sprong uit het wiel van Cavendish en diens loods Mark Renshaw. De Spaanse kampioen sleepte de vijf punten in de wacht. Cav moest zich tevreden stellen met één punt minder. En dat was blijkbaar niet zo makkelijk. Cav maakte wat misbaar, maar er was niets mis met de sprint van Rojas.
Na dit intermezzo kon de beklimming van de Col d'Aubisque beginnen. Deze col van buiten categorie is 16,4 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage bedraagt 7,1%. Deze Pyreneeënreus schrikt een man als Thor Hushovd blijkbaar niet af. In de eerste kilometer versnelde de Noorse krachtpatser. Enkel Roy raakte tot bij de wereldkampioen en liet hem op 9 km van de top achter zich. Moncoutié zou op dat moment dan weer de aansluiting maken bij Hushovd. In het peloton moest Fabian Cancellara (Leopard) relatief vroeg lossen. Ofwel wilde hij zich sparen voor de laatste Pyreneeënrit ofwel verkeert de Zwitser niet in optimale conditie. Andere renners voelden zich dan weer beter en kozen voor de aanval. Mickaël Delage (FDJ) en Maxime Bouet (AG2R) zouden opnieuw worden gegrepen door het peloton, maar Bauke Mollema (Rabobank) zou wel voorop kunnen blijven. In de spits van de wedstrijd zou hij echter niet meer geraken. Hij zou elfde worden.
Roy kwam als eerste op de top van de Aubisque, wat goed was voor 20 punten. Hij zou na de etappe de bollen mogen overnemen van Sanchez. Moncoutié passeerde 53" na Roy. Hushovd had een achterstand van iets meer dan twee minuten op Roy. Zij maakten alle drie nog aanspraak op ritwinst, mits een goede afdaling. Nog even vermelden dat Jelle Vanendert nog op zoek ging naar punten op de Aubisque, maar hij kwam te laat. Het peloton bereikte de top van de Aubisque acht minuten later dan Roy.
Na de top van de Aubisque moesten de renners na enkele kilometers dalen wel nog een fameuze knik verteren, meer bepaald een deel van de beklimming van de Col du Soulor. Deze telde niet mee voor het bergklassement. Boven had Roy zijn voorsprong op Moncoutié vergroot tot 1'20", maar Hushovd was genaderd tot 1'45". Hushovd smeet zich als een steen naar beneden. Moncoutié pikte zijn wagonnetje aan. Op 20 km van de streep lagen ze nog iets meer dan een minuut achter op Roy. Vijf kilometer verder was de achterstand gehalveerd. 13 km voor de aankomst begon een vlakke strook tot Lourdes. Hier liet Hushovd zijn metgezel achter en ging op zoek naar Roy. Op ongeveer twee kilometer had hij de onfortuinlijke Roy te pakken. Hushovd bleef enkele meters in het wiel en versnelde dan om solo naar de finish te rijden. Het is een prachtprestatie van de Noorse wereldkampioen. Hushovd weet dat hij in de echte massasprints te kort komt tegen mannen als Cavendish en is zich daarom meer gaan toeleggen op zwaardere parcours. Dit is de bekroning van hard werken. Lourdes was voor de twee maal aankomstplaats en kreeg na Gino Bartali alweer een grote kampioen als winnaar.
Roy moest genoegen nemen met de derde plaats, want Moncoutié haalde hem nog bij in de slotfase. Er zijn echter heel wat troostprijzen voor Jérémy Roy. Hij krijgt de prijs van de strijdlust, maar het belangrijkste is dat hij de bollen in zijn bezit heeft. Hij heeft vijf punten meer dan Sanchez en elf meer dan Vanendert. Gilbert die was in de afdaling van de Aubisque in de aanval getrokken, werd tiende en pakte zo nog zes punten voor het puntenklassement. hij sluipt ook de top 10 binnen. Rojas greep nog vier punten mee. Cav blijft in het groen met een voorsprong van 13 punten op Rojas en 24 op Gilbert. Thomas Voeckler (Europcar) blijft in het geel. De laatste die in Lourdes zou aankomen was een Belg, namelijk Romain Zingle (Cofidis). Hij was gevallen in de afdaling van de Aubisque en kwam 27'41" na Hushovd binnen. Het peloton arriveerde in Lourdes na 7'37". Behalve Fofonov overleefden alle vluchters. Hij was onderweg ingelopen en verloor meer dan 22 minuten.