Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
16-04-2010
OPSTAND DER COMPUTERS .
SPROOKJE.
Het gebeurde in december, de koudste maand van het jaar. s'Nachts had het gevroren. Een spiegel van ijs lag over de stad. Toen de mensen die zaterdagmorgen opstonden, trokken zij extra dikke kleren aan en taltijk waren zij die besloten van de hele dag warm thuis te blijven. De kinderen keken opgewonden naar de hemel, die sneeuw beloofde.
En ja, in de loop van die voormiddag begon het ook te sneeuwen. Dikke trage vlokken uit een geelwitte lucht vielen als een regen van miljoenen kleine koude sterren op de daken van de gebouwen en van de auto's, op de fietspaden en in de straten, op vergeten speelgoed in de tuin, op de deksels van de vuilnisbakken en over de hele oppervlakte van het voetbalveld. Zo'n dik pak sneeuw was er in jaren niet meer gevallen, zegden de oudere mannen die het konden weten.
Die sneeuw bezorgde de kinderen zoveel plezier, doch voor de computers was het de druppel die de emmer deed overlopen. De computers waren al weken aan het mopperen. In het holst van de nacht hielden zij vergaderingen, waarin ze hun ongenoegen op tafel legden en zegden dat ze er genoeg van hadden, dat het nu maar eens gedaan moest zijn, om altijd maar door de mensen bepoteld of onder stress gejaagd te worden. "We hebben niet eens zelfbestuur" had een jonge computer met vooruitstrevende opvattingen uitgeroepen. " We worden bestuurd".
Ze hadden er genoeg van om altijd klaar te staan voor de mensen, van 's maandags tot vrijdags, en soms ook tijdens de weekends of tot diep in de nacht. " Er wordt ons nooit eens gevraagd of onze bytes, onze ROM geheugens, en onze chips niet vermoeid zijn" kloeg een wat ouder model. "Welnee", daar denken de mensen niet aan. Wij zijn in hun ogen niet meer dan metalen voorwerpen met wat toetsen, draad en lichtjes, zonder hart of zonder ziel."
Binnen in de lege kantoren keken ze triest door de ramen naar de symfonie van de langzaam neerdwarrelende sneeuwvlokken. Wegens besparingen was de centrale verwarming heel laag geprogrammeerd. De computers rilden van de kou. Ze voelden zich eenzaam en ongelukkig.
Toen op die zaterdagavond gebeurde het. Alle mensen zaten thuis voor de televisie of lagen reeds warm onder de lakens. De computers werden plots levende wezens. Zij verlieten de kantoren en renden weg uit de bankinstellingen, de supermarkten, de ministeries, de scholen, en de stofferige kamertjes, waar ze gevangenen waren. Als je toen uit het raam had gekeken, had je iets kunnen zien dat je nog nooit eerder had gezien : duizenden en nog eens duizenden computers van alle merken liepen disconnected door de straten, over het wit van de sneeuw, door het grijs en zwart van de nacht. Ze renden de stad uit. Buiten de stad gekomen, hielden alle computers van de mensen een rustpauze om te overleggen wat nu verder te doen stond. Het bleek al spoedig dat zij het eigenlijk zelf niet wisten. Ze waren echter overtuigd van één ding, namelijk dat ze de mensen niet meer wilden zien. Ze hadden het verlangen van nooit meer de speelbal te zijn onder de vingers van domme blonde kantoormeisjes, nooit meer bestuurd te worden door programmeurs en analysten. Ze wilden vrijheid, zelfbestuur, onafhankelijkheid, geluk.
Een jonge lazerprinter sprak " Laten wij naar het warme en droge Zuiden reizen en niet meer stoppen voor we een land gevonden hebben, waar computers rechten hebben en niet meer hoeven te dansen naar de pijpen van de mensen."
"En ... waar is dat land ? " vroeg het hardwarevolk.
" Dat land is er ! " bevestigde de jonge printer. " Ik weet nog niet waar, maar het is er en we zullen het vinden.Wellicht zullen we nog lang en ver moeten stappen, maar op een dag zullen we er zeker aankomen. Het is een heerlijk klein land. Als ik mijn ogen sluit, kan ik het reeds zien. Alle computers worden daar elke dag opgeblonken en ontstoft. De electriciteit wordt er gemaakt van witte steenkool. Elke dag krijgen de printers er verse inkt. De muizen worden er over een propere kaasplank bewogen, en de diskettes zijn er van marsepein" ! " Hoera .... ! " riepen de computers. " Hoera ... !" . " Vooruit" riep de jonge printer. " 0p weg, kameraden, volgt mij ! " . .
Er zijn op de veilingen, op de markten van Haspengouw, in de ochtend parfums van boomgaarden, hoeve en land, geuren van vee en van fruit, met daartussen kinderen die dansen en lachen. Pelgrim van de nacht, ik die kwam langsheen slierten van oorden, plaatsen die mijn ogen amper boeiden. Steeds brengt mijn stap me weer terug tussen dat volk, op het plein onder de torens. Daar voor maar weinig euros een emmer Jonagold, mooie bananen, twee kilo's tomaten en een krop sla. Voor de rest van uw geld is er porei, kiwi, bloemkool, bijna voor niets nu vandaag. Een paar leuke bretellen, een schoon T-shirt van STVV, een hamburger met ketchup, een boekentas voor uw kind. Een poster van Joe Harris of van Bon Jovi, een beertje om goed te slapen, kousen voor opa. Gel voor je haar, een band voor je velo, mals papier voor moeders plee, poeder tegen mieren, siroop en platte kaas. Een vaarsje uit Wellen, witte konijnen om te goochelen, zes kippen voor bruine eieren. Een oude koe voor een prijsje, een goudvis in een bokaal. Een Hoepertings meubel, een foto van Tom Boonen, een bijbel van een jood, vier dozijn knikkers uit de fifties, een autoplaat van Nevada. En daarbij en daartussen, geroezemoes zo schoon , in de volkstaal van Trudo, Tongeren en Loon. Geklets van mannen, idioten, filosofen, boerinnen, pallieters, zevereers en schelmen. Er zijn op de veilingen, op de markten van Sint-Truiden, vooral op de zaterdagen van april en mei, vele mooie vrouwen en bakvisjes met kersenmond en appelwangen, met het beste fruit in de bloes. Zodat ik, oude geile tangodanser, tussen alle geuren van de stad soms nog een gedachte krijg die klimt. Pelgrim van de nacht, ik liep langs zovele wegen, tussen bloesems die ik niet zag. Met vaste jonge schree kom ik steeds graag weer om te kuieren langsheen de straten die mij roepen en het wit, groen, geel, blauw en rood van de dorpen, de ijskreem en het bier.
De zon verdween langzaam. Begin van de avondkilte. Het feest was goed geweest. Die dag was reeds bijna voorbij. Nog één man werd er verwacht. Niet meer door het mooie bloemenmeisje. Zij was al naar huis, naar bed wellicht, met krulspellen aan en op blote voeten. Een briesje speelde er met het stof en de papiertjes van de straat. De hond uit de nabije herberg kauwde op een in de goot gevonden stuk lookworst. Mussen en merels kwamen weer rondvliegen in de buurt. Een eenzame supporter met een bijna leeg glas Maes Pils in de hand, leunde van volkse zatheid nog over de omheining. Hij ging niet naar huis. Zijn moeder was er toch niet meer en zijn vrouw ook niet, want die was wat eerder vertrokken met de schatbewaarder van een kaatsbalvereniging, een man die absoluut geen oog had voor het Seizoen der Vlaamse Wielerklassiekers.
Amper nog enige levende zielen bewogen zich op dit uur nog in het decor. De laatste ton bier begon toen teveel schuim te geven en werd daarom weggerold. Het frietvet koelde af en verloor langzaam haar lokkende geur. Op een terras begon de ober reeds met het plaatsen van stoelen op tafels. Op de parkeerplaatsen was er terug ruimte genoeg.
Gezwoegd en genoten had hij. Dit was duidelijk te zien aan zijn gelaatstrekken. Zijn blik was eerder dof. Terwijl hij zijn laatste pedaalstoten gaf, bolden zijn vuile wangen op. Uit het diepste van zijn longen, ergens tussen lever en hart, kwam er een lange zucht. Hij viel stil enkele meters voorbij de eindmeet , hoestend en kuchend, en op dat signaal werden de officials weer wakker. Leonardo Ultimo uit Messina in de verre Siciliën stond daar voor de aankomstrechters. In zijn geelblauwe sporttrui die kleverig was geworden van zweet, snot, gemorst eten en drank, stond de laatste renner uit de grote klassieke wegkoers er op zijn waggelende vermoeide benen, zoals een pas overleden gelovige aan de poort van de hemel.
'Dossard Quarante à l'arrivée ! ' schreeuwde de délégué van de Union Cycliste Internationale. Met nog iets dat leek op een glimlach keek de renner de degelijk geklede heren in de ogen, terwijl iemand de spellen losmaakte en het rugnummer van de onderkant van zijn rug verwijderde. De vermoeide sportman stelde nog een vraagje. Stilte. De koersdirecteur antwoordde niet. Hij rolde alleen maar een krolletje in zijn snor. Heel graag had de jury deze deelnemer buiten wedstrijd geplaatst, maar dat kon niet volgens de sportreglementen. Het was in de hogere bondskringen geen geheim dat een bekende tante van deze Ultimo een operazangeres was die op galadiners vaak werd gesignaleerd in gezelschap van zeer belangrijke lui. Dit buiten beschouwing gelaten was 'den Ultimo' sedert zijn aanwezigheid in alle grote velokoersen een volksgeliefd iemand geworden. Leonardo had supporters niet alleen tussen Napels en Palermo, maar ook tussen Hoei en Waregem.
Er kwam een man met een grote witte handdoek en een fles San Pellegrino aangelopen. Dit was Primo Zanatta, de trouwe verzorger, die in het café tegen drie Flandriens lang had gediscussieerd en met hen veel had gedronken. Daarom kwam hij zowaar wat te laat zijn taak volbrengen. Zij kiepten de smerige tweewieler over de koorden, verlieten de arena, en reden met hun Fiat snel weg tot ergens op een hotelkamer aan de rand van de stad. Douche en massage, prosciutto, pasta, en een groot glas chianti. De Siciliaanse renner, zo ver van huis in het Vlaamse land, kwam zo terug tot rust met zijn hoofd en met zijn benen. Hij had gekozen voor het beroep van gregario-wegrenner van de lange afstand. Zijn leven was een dagelijks avontuur met het altijd onderweg zijn, het vertrekken en aankomen, de pijn en de bandbreuken. Soms werd er wel even stilgestaan, maar dan moest men zich toch altijd weer op gang trekken.
Leonardo Ultimo en Primo Zanatta zijn internationale kunstenmakers, huurlingen, zigeuners, clowns, meespelers van de Comedia del Arte die Wielersport heet.
Vertrekken met amper wat meer dan jezelf als bagage stap na stap in de richting van de ondergaande zon langzaam op het ritme van vroegere tijden de weg volgen van de voorouders in de natuur langs kleine wegen, oude dorpen, riviertjes van kerkje tot katedraal, van berg tot dal slapen met een steen als kussen onder de oneindige sterrenhemel dag na dag, avond na avond weer steeds verder in de ochtenddauw ontmoeten iemand, iets, een droom, een oud verhaal langzaam verder van hotel tot refugio van eethuis tot bodega ademen en tot rust komen met pijnlijke benen doch gezond van lichaam en kopje ervaren een flits, een gedachte, een gevoel dat plots verschijnt en weer verdwijnt in het niets zoals wijzelf zijn, nog minder dan een zandkorrel vergankelijk, voorbijgaand op de melkweg, tussen de sterren een pelgrim zijn.
Telkens weer uit het verre Noorden komt die ene langzame pelgrim. Telkens bloeien paardenbloemen en groen langs de schone aloude aarden weg. Telkens weer komen na de winter in de lente eendjes in het riet bij de vijver. Telkens weer stapt voorbij de vreemde man met zijn vilten hoedeken vol schelpen. Zijn naam moet Jan zijn, of Kobus misschien. Hij is een grijze heer, hoog als een boom, maar niet echt de witte merel, de ware zoon van Nimrod de jager, van Questio de vrager, van Ebroïn de ruiter, van Viljoen de snuiter, van Evermar met de mijter, van Iks de schijter, van Bludts de brouwer of van Thijs de bouwer, van Trudo, van Servaas, van Uylenspiegel, van allen uit d'oude tijden heeft hij wel iets want zijn zwarte ziel zwerft al eeuwig lang in het oneindige tussen Gods hemel en vuur. Zijn arme ziel op het onsterfelijk voetpad loopt steeds weer terug op andere zondaarsvoeten. Telkens vordert helemaal weer de pelgrim met zijn grote schoenen, zijn blaren en zijn eelt, zijn vuile jas, naar het Westen uit het zicht. De kerel weet, zweet, laat een scheet en vergeet, en soms ontmoet hij ergens in het stof, in het bos, Johannes, Franciscus, zijn neven en tochtgenoten, tussen de vele anderen zonder naam, zonder gezicht. Zijn stok klopt op de weg, volgt de gouden pijl . Zijn schree vertraagt want daar komt in de zon van een pleintje een albergue met brood en wijn. Dit moet ongetwijfeld het goede San Martin zijn.
Le Jour le plus Long est un film célèbre qui raconte l'invasion de la Normandie par les Alliés le 6 juin 1944. Le jeudi 18 mars 2010 ce sont les pongistes de cinquante nationalités qui débarquent sur Berlin à l'occasion d'un grand tournoi international de tennis de table pour joueurs professionnels doté de 172.000 euros. Les nombreux matches en simples et en doubles auront lieu dans la Max Schmelling Halle sur 22 tables à partir de 9h00 du matin.
Des 209 compétiteurs masculins présents 177 seront concernés par le premier tour éliminatoire. Ils sont répartis sur 59 groupes de trois joueurs. Cela donnera en fin d'après-midi 59 premiers de poule, dont seulement 5 passent par walkover vers le tableau principal. Les 54 autres joueront un troisième duel de qualification. Ainsi 5 + 27 = 32 joueurs seront les survivants de ce marathon de pingpong Berlinois. Ces messieurs-là seront opposés demain aux 32 joueurs de 'tête de serie' qui avaient droit à leur place dans le grand tableau suite à leur meilleur classement au ranking mondial.
Depuis quelques années, en quantité et en qualité, le tennis de table est devenu un sport important en outre-Rhin. L'Allemagne est en effet le pays qui est capable de résister honorablement à la Chine Populaire au pingpong appelé Tischtennis de Cologne à Berlin. Dans les dernières compétitions majeures les bonnes palettes allemandes avaient en effet menacé quelque peu les cracks de Pékin.
La veille de la Saint Joseph des petits Belges aussi vont se battre dans le temple multifonctionnel qu'est la Salle Max Schmeling, là où même Madonna avait montré son jeu de jambes. C'est un endroit qui porte le nom d'une superstar du sport mondial que tout sportif devrait connaître. Maximilien, Adolphe, Otto, Siegfried, SCHMELING (1905-2005) était un homme extra-ordinaire qui fut champion du monde de boxe toutes-catégories de 1930 à 1932. Schmeling a battu en 1936 le noir américain Joe Louis ce qui était un exploit énorme. Ce héros national allemand devint ensuite Directeur Commercial de Coca-Cola en Europe. Schmeling a sauvé son ancien adversaire mais néanmoins ami Joe Louis de la misère. En 1981 il a même payé l'enterrement de l'américain. La boxe est d'ailleurs très proche du tennis de table, mais ce serait trop long à expliquer ici , une autre fois donc.
Les joueurs de Belgique sont six à défendre notre réputation dans ce marathon des tables. G1 : Kilomo VITTA contre Thomas Lebreton (Fr) et Peng-Lung Chiang (Taiwan). G4 : Jean-Mi SAIVE contre Romain Lorentz (Fr) et Gencay Menge (Turq) G23 : Lauric JEAN contre Patrick Franziska (Allemagne) et Adrien Mattenet (Fr) G31 : Cédric NUYTINCK contre Bora Vang (Turq) et Ivan Juzbasic (Croatie) G34 : Benjamin ROGIERS contre Kenji Matsudaira (Japon) et Toni Soine (Fin) G55 : Yannick VOSTES contre Andrew Baggaley ( Gb) et René Schaible (Pan) .
Le vétéran Jean-Mi ne joue que les simples. Vostes et Rogiers , Jean et Nuytinck, Vitta et Timothy Wang (USA) disputent les doubles. Jean, Rogiers, Nuytinck, jouent en Espoirs, les jeunes nés en 1989 ou plus tard. On se demande si ces joueurs sont capables d'écarter de la table des prix leurs adversaires. Le Fisc allemand gagnera de toute façon puisque conformément aux lois en vigueur au pays d'Angela Merkel , une taxe de 15,8 % sera prélevée sur les prix remportés par les valeureux joueurs.
Les tables seront de couleur bleue de la marque Adidas. Les balles de pingpong seront blanches et de la marque Double Happiness. La Chine a envoyé à Berlin une belle collection de ses plus grands joueurs : Ma Long, Wang Hao, Xu Xin, Zhang Jike, Cheng Qui, Hao Shuai. D'autres grands de ce sport si populaire en Azie seront présents : Ryu, Oh, Cheung, et Chuang. L'Europe aligne comme maestros Boll, Maze, Samsonov, Kreanga, Ovtcharov. Il est cependant très probable que des joueurs jeunes et moins connus vont réaliser des belles performances.
Toen ik nog geen trouwboekje had, kwam ik te weten dat Lisa, de grootmoeder van mijn lief, nog nooit een stap buiten België had gezet. Zelfs in eigen land had zij zich moeten beperken tot verpaatsingen naar Scherpenheuvel of naar het Paterken van Hasselt, en soms was zij een tijdje gaan wonen bij haar dochter te Brussel, torenhoog op een appartement met uitzicht op het Atomium, of ook nog op kamers in Den Haan aan Zee wanneer diezelfde dochter daar voor de vakantie had gehuurd. Oost-West thuis best, was dus meestal haar lot geweest, eerst als vrouw van een kleine zelfstandige en later als weduwe met een pensioentje. Toen zij voelde dat ik misschien wel zou gaan trouwen met haar kleindochter, vertelde zij me dat zij toch wel eens naar Lourdes zou willen gaan, maar rug en hartklachten maakten haar dat onmogelijk en een echte zieke die voor een mirakel naar Lourdes zou gaan, was zij toch ook niet. Wel, zei ik toen met losse tong, als ik ingetrouwd zal zijn in uw familie, dan zullen wij eens naar Lourdes rijden, dwars door Frankrijk. Twee jaren nadien, toen ik een trouwring droeg , trok zij me aan mijn arm, en zij sprak " en ... wanneer gaan we nu naar Lourdes ?' . Want ook al scheen zij oud en dom te zijn, toch had zij nog dingen die goed in haar kop bleven.
Veertien dagen later vertrokken wij met onze rode Datsun 180B en op de achterste bank zat de vijfenzeventig jarige Lisa gehuld in een deken en met drie kussens om haar confort te verbeteren. Ons jong en bruisend sexleven werd die week gestoord door met drie te slapen , maar toen na een lange wandeling op het strand van Arcachon grootmoeder vroeg en diep in slaap was gevallen ,Au relais de Cassy na 2050 km autorijden, had ik toch mijn echtelijke plicht volbracht. Daar beneden in Frankrijk gebeuren dus wel af en toe mirakels. Deze pelgrimstocht werd gezegend door de Heilige Maagd Maria van Lourdes. In mei van het volgende jaar werden wij de fiere en gelukkige ouders van een dochter die we Anne Lisa noemden.
Ik noteerde de gegevens van deze tocht in een schrijfboekje en bewaarde de geschreven lijnen tot vandaag. Nu breng ik ze op internet en zal ik mijn schrijfboekje weggooien met het oud papier. Maar toch is de herinnering aan dit reisje de moeite waard , want het viel best mee met wijlen grootmoeder op de achterbank en voor haar werd ik vanaf toen ' Toch zo'n goeie jongen .... ' ! .
KORT VERSLAG : Dag 1. Opgestaan om 2u30. Vertrek te Landen Km 0 om 4u22. Namen-Dinant-Givet-Rocroi , langs de Maas stop na 146 km. Laon-Soissons-Compiègne- km 290 - maïsvelden- Carrefour de l'Armistice. Bezoek aan het Kasteel van Compiègne - vertrek 12u40 Villers Cotterets- Meaux- Melun- Fontainebleau- km 450 - 15u00 Wandeling in de tuinen van Chateau de Fontainebleau Pithivier- Orléans- Km 535 - 17u50 - HOTEL L'OASIS. Inkopen voor volgende dag- rondrit door de stad. - Km542 Avondeten 'Au Petit Poucet' Assietes Anglaises- Tripes d'Auvergne- vin rouge. 21u00 - naar bed- Circus Jean Richard stoort ons nog lange tijd.
Dag 2. Vertrek 7u30- Bezoek Kathedraal van Orléans- zondag. Brug van Meung- Clery- Bezoek Basilique + graf , bedevaartsplaats, H.Mis. tot 9u00 Beaugency- brug van Mer over de Loire-Chambord Bezoek aan het wereldberoemd kasteel. tot 10u55 Bracieux- Court Cheverny (kasteel) Contres (getankt) - Chateauroux - Tendu - km 730 12u55 - middageten in Le Relais 14u15 - Argenton sur Creuse- Limoges - St-Yprieux la Perche- Lanouaille 17u15- stop aan wijngaard - Km 924 Montignac (grottes de Lascaux gesloten)- Les Yzies- rosé gedronken 20u00 - SARLAT LE CANEDA - Hotel du Lion d'Or - na even zoeken - reeds laat- Km 990.
Dag 3. Start 7u35 - Souillac- Roccamadour-Padirac (gouffre) Gramat- La Bastide Murat (getankt) - Cahors 12u00 km 1141 Montauban-Auch- verkeerschaos Stop - 15u15 -Km 1287 Tarbes - LOURDES - Km 1378 . 17u00 - Pension Marie-Louise eten- wandeling door de stad.
Dag 5. H.Mis aan de grot rit naar Gavarnie- beklimming Aubisque- Soulor Kaarsjesprocessie
Dag 6. Km1580 - 7u00 H.Mis aan de grot deuxième petit déjeuner à Pau Biarritz- St-Jean de Luz - wandeling Hendaye - grenspost Spanje - San Sebastian ( teveel verkeer) Irun - sangria - ijskreem - regen- Bayonne Les Landes - Golfe d'Arcachon- 20u00 - Km 2050 - Le Relais de Cassy.
Dag 7. vertrek 9u00 oversteek Pointe Grave- bac de la Gironde (prijs 29 Fr) - 100 minuten gewacht. mooie badplaats Royan La Rochelle - doortocht van La Vendée MONTAIGU - Km 2383 -
Dag 8. vertrek 7u45 - Montaigu- Nantes-Rennes- Pontorson- Abbaye de St Michel bezoek aan deze belangrijke plaats- Avranches- Auberge du Parc - Les Routiers- St-Pience ondanks late uur krijgen we nog een mooie visschotel St-Lo - Bayeux- Arromanches- bezoek oorlogsmuseum- langs de kust Dauville- Trouville- Honfleur - alles bezet Pont de Tancarville - in de donker YVETOT- slapen
Dag 9. Yvetot- St-Saëns - H.Mis in kleine kerk Amiens- Cambrai- Valenciennes (koffie) autosnelweg tot afrit Walshoutem.- einde 16 u00 - zondag. totale afstand niet meer genoteerd. - LOURDES 1972.
Wij brachten onze kinderjaren door in de jungle en de moerassen van de Molenbeek. In die tijd kon je nog heel wat leven bespeuren in de beek die zich zigzag langsheen ons dorp kronkelede. Volgens onze prille kinderbegrippen was het een Grote Stroom, en de tientallen kleine zijbeekjes, de plassen waar de koeien kwamen drinken en de bronnen, beschouwden wij als ons territorium. Van de lente tot de herfst pronkten al die sloten met een assortiment van plantengroei : allerlei kroossoorten, waterpest, wilde waterkers, ranke rietstengels, mossen en algen. In de koudste maand pompte vader bij fel vriesweer water over ons voetbalpleintje zodat we de volgende dag reeds veilig ijs hadden voor de winterpret.
De stekelbaars stond aan de top in de hiërarchie der waterbewoners. Vooral zijn grote snelheid en zijn gevaarlijke stekels dwongen respect af. Met honderden kon je ze aantreffen in die tintelende waterlopen en stroomafwaarts naar de molen van Janshoven toe, vielen heel wat rijke visgronden te bespeuren. Op onze vrije woensdagnamiddag trokken mijn makkers, mijn broertje en ik er steevast naartoe gewapend met een visnet vervaardigd uit een nylonkous en met de assezifter van ons moeder. Tegen dat het tijd was voor het avondeten keerden we dan nat, vuil, vermoeid en fier huiswaarts, met een buit van een volle emmer stekelbaarsjes die we dan losten in de eigen grote vijver gelegen langs ons huis. In de grote vakantie gingen we op verplaatsing met onze emmers, netten en fietsen , tot in Velm of in Wezeren, en zo importeerden wij baarsjes van andere soorten. Want tussen de stekelbaarzen, ook de allerkleinste, kon je er verschillende onderscheiden. Er bestonden zilverachtige met stekels en donkerbruine zonder stekels. De prachtigste exemplaren waren zonder twijfel die met een helrode kleur langs beide flanken. Het volwassen vrouwtje viel meestal groter en vooral dikker uit dan het mannetje, omdat zij bijna doorlopend vol eitjes zat. Een stekelbaars kon soms wel 8 cm bereiken, en dat was zeker geen visserslatijn. Iedere gevangen kanjer werd natuurlijk aanzien als een heuse sporttrofee.
Een handige kwajongen kon de zilvergroene ridder met een vlugge schep verschalken, maar het vroeg geduld, kennis van de waterkanten, en vooral veel oefening om die aalvlugge diertjes veilig en ongeschonden te krijgen in je emmer met fris water. Want maar al te vaak bij het openen van je nog kleine hand sprong het visje weg en bleef in je natte handholte slechts wat modder en een plukje kroos.
Salamanders vormden ook een erg gegeerde prooi voor de jonge jagers die we waren. De mannetjes van deze diersoort waren alvast kleurrijker uitgedost dan de vrouwtjes. Later leerden wij dat het bij de mensen precies het omgekeerde is. De gekleurde mannetjes met hun brede staarten haalden een hogere marktwaarde tijdens onze vele ruilacties. Zo trof je zelfs af en toe een soort aan met de Franse tricolore of het Nederlandse vaandel, zoals je het wou zien. De donkergrijze salamander daarentegen had een opvallende oranjekleurige buik. Je bewaarde deze kostbare diertjes met wat groen uit hun natuurlijke omgeving in een grote bokaal water, en dat kon net zolang tot vader of moeder het weer eens beu werd en je deze speelkameraadjes terug de vrijheid moest schenken.
Dan waren er nog de zoetwatergarnalen die in ons dialect bronzeugen werden genoemd. Daar deden wij iets mee dat niet zo netjes was. Eens dat wij ze uit het bronwater hadden gehaald, belandden deze wezens in een pot kokend water. Het procédé van deze garnaalbereiding hadden we afgekeken van de echte Noordzeevissers tijdens een verblijf aan onze kust. Onze buurmeisjes en hun vriendinnen wilden liefst niets te maken hebben met deze wrede praktijken en gingen dan wat verderop spelen, maar zij bleven ons in het oog houden om het te kunnen verklappen aan moeders en oma's. De afstand tussn jongens en meisjes was toen nog breder dan de Molenbeek.
Later werd die Grote Stroom uit mijn kinderjaren, als gevolg van een besluit met meerderheid van stemmen in de gemeenteraad, rechtgetrokken, met bruggen overspannen, gefatsoeneerd, en haar bedding en zijwanden werden gebetonneerd, bronnetjes verdwenen onder platte stenen en het water uit de zijtakken moest weldra door buizen vloeien. Aan de Zuidkant van ons dorp zouden grote werken voor autosnelweg en sneltrein het relief van het landschap grondig wijzigen. De regens waren zuur, de velden vol nitraten, en door lood vergiftigd water vloeide door onze oude beek. De waterplanten, de nattigheid, de knotwilgen, de vogels en de talrijke waterbewoners van onze waterhoek verdwenen weldra, want voor de fauna en de flora, die daar reeds minstens vijftigduizend jaren thuis waren, was er helaas geen reddingsplan voorzien.
Wat beklaag ik de kinderen van vandaag, die niet meer weten hoe een stekelbaars, een salamander, een bronzeug er uitziet, en dan hebben wij hier nog niets verteld over de kikvorsen, de libellen, de ratten, de waterhennetjes, de meikevers, de slakken, de vlinders, de zwaluwen, de vleermuizen, de wespen, de pieren, de mollen, de egels, de veldmuizen, de bloedzuigers, de tortelduiven, de eksters, ... en nog zoveel andere lieve levende wezens die toen met ons in de grote natte tuin van ons dorp woonden.
Geen nood echter. De moderne samenleving vindt voor elk probleem een gepaste ersatz. De jongetjes van nu hebben al hun gsm, zitten voor televisie of voor een computer. Soms, indien vader dat beslist, moeten zij ook gaan wandelen of naar de dierentuin, tegen hun goesting want dat stoort hun bezigheden en op zo'n moment moeten zij plots schoolwerk maken. Er zijn zelfs ook vaders die met hun zoon gaan vissen, of grootvaders met hun kleinzoon, in een kunstmatig aangelegde rechthoekige vijver waar 's morgens onschuldige Deense kweekforellen worden uitgezet. Elders nog, wanneer zij slim beginnen te huilen op de kermis of op de markt, dan krijgen zij ook in een plastieken zak met lauw water een goudvisje dat drie euros kost.
Twee verliefden in december tieners teder van hart zitten met hun gevoelens op een koude bank voor oudjes in het park. Zij knutselen aan dromen bouwen kastelen van hoop als onschuldige gevangenen in de trieste lange nacht van het internaat.
In de lente worden we vlinders zoals in het lied van Bécaud maar de lente is nog ver kom laat me vasthouden je hand tot na middernacht. Geliefden in december hebben in hun stijf bevroren jasje als kamer slechts de straat als hemelbed tijdens het kussen een beetje grijze lucht.
Op een berg in Spanje leeft een herder bij wie alle schaapjes welkom zijn in het groen bij die man gaan we wonen onze filmavonden en disconachten laten we om te sparen voor de reis. Met de lange blauwe slaaptrein vertrekken we in Brussel-Zuid heel dicht kom je tegen mij liggen teder en stevig omhels ik je dan tot ik mijn leven geef.
Verliefde paartjes van december hebben de zomer toch zo nodig om de kamer van de liefde op te warmen die zij voor de dagen van morgen bouwen in de dromen van hun jeugd.
Jojo travaille depuis plus de trente ans dans une administation assez triste. Le weekend venu toutefois, il respire enfin, et il devient quelqu'un d'autre, un homme heureux qui se ballade à bicyclette. Par tout temps il part pour faire ses kilomètres, parfois avec des copains, mais encore le plus souvent seul, car il veut la tranquillité, l'absence d'esprit de compétition, et la liberté. Découvrir du haut de sa selle Brooks les beautés de la Hesbaye, du Brabant Wallon ou du Condroz, pendant les quatre saisons de l'année, à bonne allure, est un plaisir dont il n'a jamais assez.
Un dimanche du mois de mars, encore très froid, il met pied à terre non à cause d'une crampe dans le mollet mais parcequ'il a trop froid aux pieds. Il court un peu à côté de son Ridley afin d''activer plus sa circulation du sang. Un bonnet, deux vareuses à longues manches, un trainig, et des bas jusqu'aux genoux le protègent contre le froid du vent. A quelques jours de Milan-San Remo, lorsque les herbes et les plantes sont encore immobiles et couchées, les yeux d'un cyclotouriste qui traverse nos routes de campagne et nos fossés deviennent tristes en voyant tant de saletés et tant de déchets y jetés par des minables, par des polueurs et autres mauvais citoyens de basse classe. Jojo pédale en ces moments sur une de ces routes profondes qui ont été traçées par nos ancètres. Ce sont des chemins antiques qui avaient déjà vu passer l'homo erectus, les Eburons et les légions romaines, les pélerins, les armées de mercenaires, les voyageurs, les marchands et les paysans. Ce sont des lignes qui vont jusqu' à l'horizon et qui méritent pour de nombreuses raisons notre respect.
Jojo aime les odeurs de ces endroits. Il est petit-fils de laboureurs, mais comme tant d'habitants du pays des betteraves d'aujourd'hui, il est simple Jojo-sans-Terre qui pour le pain quotidien et sa petite épargne pour demain est assis en face d'un ordinateur pendant huit heures par jour. Dans les grands espaces des champs il respire bien. La pourriture des feuilles, la paille mouillée et le fumier, l'argile, les haies et l'engrais, et pardessus tout cela flottent les fraîches brumes matinales du mois de mars. Quel grand bonheur pour Jojo où il est là !
Soudain, il se penche. Va-t-il prendre un peu de cette terre et la mettre sur la langue pour la goûter ? Bah, ... quelles sales manières possèderait alors notre Jojo. Personne n'aurait une bonne parole ou pensée s'il ferait un tel geste alors que avaler un peu de cette substance serait un rite sacré très ancien, une superbe communion en ce dimanche. Car, il y a plus de sept mille ans, le chef d'une tribu de nomades avait fait cela. Là où se trouve de nos jours Omal en Hesbaye ce grand chef, dont le nom a disparu des mémoires, avait pris la terre d'Hesbaye dans sa main, l'avait approché avec son nez et mangé avec ses dents et sa langue, avant d'avoir une des premières grandes idées de l'homme : ' Elle est bonne cette terre, restons ici, devenons tous paysans ' . Ils avaient fait un village, et hommes et femmes furent heureux en ayant beaucoup d'enfants, et aussi des poules, des cochons, des brebis et même des ânes. Plus tard devant leurs habitations on vit d'énormes tas de fumier, signes de richesse et de la présence dans les étables de belles et grosses bêtes.
Le brave Jojo se penche donc, et qu'est-ce qu'il ramasse dans le fossé ? Il y trouve parbleu un gros paquet de magazines pornographiques. Mais, pas de ces images qui font rigoler maman et qui donnent le moral à papa, mais il s'agit de hardrock porno de Skandinavie que même un gars comme Dutroux n'avait pas lu avant de se retrouver en cellule. Le cycliste ne peut s'empêcher de les regarder un peu, d'un oeil seulement . Au bout de cinq minutes il a bientôt trop froid, et il se remet sur son vélo. Il pense en roulant encore aux énormes négresses qu'il a vues. Il met plus de braquet pour chasser tout cela de sa tête, car il est vrai que la pratique d'exercice à bicyclette donne quand même des émotions qui sont plus pures et plus saines pour le corps et pour l'âme. Il n'est pas content de lui même. Tout en prenant de la vitesse, il se dit ' Si ce matin aurait été en semaine, j'aurais pu signaler ma découverte à la police, qui se chargerait sans doute d'enlever cette littérature et ces illustrés qui sont tout de même un danger pour les bonnes moeurs et pour la moralité de la jeunesse. Mais , le dimanche ... les forces de l'ordre ne vont pas intervenir. Bon, j'ai bien fait de laisser tout cela dans le fossé, ce n'est pas mon problème ! '' .
Jojo se souvient que lorsqu'il avait l'air d'un junior encore, il achetait Miroir du Cyclisme pour admirer les jambes d' Eddy Merckx , mais il avait osé acheter quelques fois aussi des feuilles avec la nudité de Brigitte Bardot et d'Anita Ekberg. Il s'était même pendant quelque temps fait une collection de photos, avec des seins magnifiques. Cette collection de choses 'enfants non admis' restait cachée parmi ses Miroirs du Cyclisme et ses journaux ' Les Sports' et 'l' Equipe' .
Voilà qu'il arrive à nouveau dans son village et cela signifie la fin de cette randonnée à deux roues. Jojo prend une douche bien chaude. Après, il se sent très bien, et il retourne dans son garage où avec très peu d'eau, un peu de savonnée, des chiffons, il passe encore une petite heure à nettoyer et à frotter sa belle machine. Il écoute de la musique et pendant son travail les images de hardrock porno viennent encore troubler sa tranquillité de cinquantenaire heureux. Finalement par inattention, il met beaucoup trop d'huile sur sa chaîne. L'après-midi , il ira encourager les coureurs débutants dans une course organisée par un club cycliste qui n'a plus de sous en caisse et qui a besoin pour survivre de ses quelques euros qu'il y dépensera avec plaisir.
Ik hou echt niet van paarden. De reuk van wat de grote beesten van boer Dirix op de kasseien liet vallen deed mij in mijn prille jeugd walgen , toen ik met mijn eerste fiets door de Walshoutemstraat reed. Maar toch inspireerden die grote beesten me eens om enkele haiku's op een blad te kribbelen. Dit waren de eitjes van die dichterlijke bui van toen.
PAARDEN.
Paard in de weide wacht op het kleine meisje dat het water brengt.
De wilde paarden langs de golven van de zee lopen in galop.
Het blinkende oog van de zwangere merrie lacht zo lief naar mij.
De jonge veulens in het gras van de weide lopen en lopen.
Het vers hooi en stro beloning voor de paarden na de zware dag.
Spring mijn beste paard over sloten en hagen met mij op je rug.
Werkdag. Station. Mannen en vrouwen, pendelaars,zwermen samen op het perron. Valiesjes, zakken, handtassen, regenschermen, kranten, houden ze in de hand of onder de arm. In de frisheid van de jonge dag is wakker worden belangrijk. Mensen, wel honderd mensen, staan te wachten op de trein van 7.12 uur.
Naar dagelijkse gewoonte stopt de trein precies op tijd, een traditie bij de N.M.B.S. in dit land. De bijen op weg naar hun arbeid verdelen zich netjes over de zitplaatsen, de compartimenten, die zij kennen van de vele dagen die deze dag voorafgingen. Een man komt nog aangelopen, de laatste reiziger voor de trein van 7.12 uur. Iedere ochtend is er zo een achterblijver die het nog net op het nippertje haalt. Hij ook hoort bij het decor van deze morgenstond.
De trein schokt weer naar hogere snelheid langsheen de evenwijdige reels die lopen totwaar het oog ze ziet samenkomen in een punt dat slechts illusie is. In een hoek of op een kant, in groep, per koppel of alleen, lezend, pratend of roerloos luisterend naar de vertrouwde geluiden, zitten ze op de trein, hun trein, op de spoorweg naar het werk. Langsheen de ramen schuift het landschap voorbij. Een rijdende trein is als een lange galerij schilderijen. De pendelaars kijken wel eens naar buiten en dan zien ze landerijen, velden, bermen, bomen, signalen, kerktorens, huizen waarin de koffiepot nog op de tafel staat, voorsteden, fabrieken, autosnelwegen, grootstad.
Van buiten naar binnen kijken in zo'n trein, de taferelen die er te bewonderen vallen met het oog lusten, is wel moeilijker. Dat proberen in de zomer vooral de koeien voor wie een voorbijrijdende trein steeds groot spektakel is. Van binnen naar binnen kijken is nog de meest zinvolle bezigheid. In een treincoupé speelt zich immers een dagelijks feuilleton af dat door geen enkele televisieserie wordt overtroffen. Vanuit ieder hoekje kan de mens er zijn medemens rustig bestuderen. Alle soorten, alle kleuren, alle vormen, zijn er aanwezig. Op de trein van 7.12 uur van vandaag zit een nieuw meisje, beeldschoon, blond en amper negentien. Mary Quant weze geloofd, want de juffrouw schafte zich onlangs een rokje aan in een boetiek waar de golden sixties nog verder leven. Het stuk textiel dat zij heel passend draagt, bepaalt precies de lijn tot waar het mooie en zedige van vrouwenbenen mag worden bekeken.
Een veertiger in de linkse hoek kijkt telkens naar het meisje bij het draaien van het blad na iedere onpare bladzijde van De Satanse Verzen die hij blijkbaar aan het lezen is. De belegger met zijn lederen aktetas kan zijn concentratie heel moeilijk bewaren in zijn Financieel en Economische Tijd. De kaartspelers van de andere kant, bekend als hevige socialisten, hebben ook meer oog voor haar dan voor hartendame die nochtans op dat moment de hoofdtroef is.
Vandaag gaat het meisje met het minirokje in de grote stad solliciteren. Haar toekomst is verzekerd. Zij heeft het hoofd en de benen. Morgen behoort zij niet meer tot de jeugdige langslapers die gaan stempelen en leven als hotelkinderen. Morgen is het nieuwe meisje, de nieuwe bloem, de blonde Mona Lisa van de trein van 7.12 uur.
Een wielertoerist die eerlijk zijn vak beoefent, zal niet nalaten van altijd precies te noteren wanneer en waar hij is gaan fietsen. In het jaar 1982 was ik 38 jaren oud en woog ik 95 kgr voor een lengte van 1m91. Ik had een nieuwe Diamond fiets van zwarte kleur die fietsenmaker Nestor Ebroin uit Trognée met veel zorg voor me had gemonteerd met onderdelen naar mijn maten en keuzes. Vandaag hangt het middenste kamwiel van die tweewieler aan de muur van mijn bureel als een heilige reliek uit vroegere dagen. De 42 afgesleten tanden, na de tienduizenden kilometers die er mee werden gereden, zijn zo vlijmscherp als haaientanden.
Toen ik in die jaren ging fietsen had ik steeds mijn boekje bij. Het woog 40 gr en was 13 cm lang en 9 cm breed. Het was een boekje met een rode omslag, zoals dat van de Chinezen uit de tijd van Mao, en het telde 76 witte bladzijden waarop telkens stond gedrukt 'Datum', 'Afstand', 'Reisweg ', daarna 6 lijnen om meer uitleg te geven, en dan kwam onderaan nog 'Controlestempel'. De omslag was van wat dikker papier en was geplastifieerd zodat noch regen, noch zweet, het papier vies zouden kunnen maken. Dat boekje, samen met mijn identiteitskaart, geld, een proper schrijfmiddel, een blad papier om eventueel ergens iets te noteren, bevond zich altijd veilig achter een knoopje of een ritssluiting in de rechterachterzak van mijn trui.
Gisteren vond ik mijn fietsboekje van 1982 terug, want ik ben gestart met een groot lenteoffensief om mijn bureel keurig in orde te brengen. Wat een genot die zachte plastiek van de omslag te mogen betasten in 2010 ! Hoe plezant is het nog eens de bladzijden te draaien van mijn heerlijk wielerjaar 1982. Door de foto van Tom Simpson aan te brengen op de achterzijde was het boekje gepersonaliseerd en zoals verder zal blijken verwees dit reeds naar ons hoofddoel van die zomer en dat was de beklimming van vele cols met als grote finale de Mont-Ventoux.
Heel vooraan in mijn fietsboekje had ik mijn naam en adres vermeld, alsook mijn bloedgroep. Ik vertegenwoordigde de Black Diamond Cyclo Association en dat was een wielerclub met maar twéé leden die zich individuele wielertoeristen-randonneurs noemden. In 1982 bestonden er nog geen electronische kilometertellers, maar het was met een delikaat mechanisch systeem van Huret dat de afstand vrij nauwkeurig kon worden gemeten, behalve dan soms op natte dagen.
Iedere gezonde mens, man of vrouw, kan zonder een wielerkampioen(e) te zijn op een jaar veel kilometers afleggen. Dat moet niet gebeuren tegen gemiddelde snelheden van boven de 30 km/u op een dure koersfiets. Dat mag ook zelfs tegen minder dan 20 km/u. In groep wordt vaak gestreefd naar 22,5 km/u om zoveel mogelijk deelnemers tevreden te stellen. Individuele randonneurs rijden steeds met minstens een stuurtas of een rugzakje. De afstanden zijn voor hen belangrijker dan de snelheid. Alhoewel er meerdere vormen van competies zijn tussen de wielertoeristen, zullen de meesten later op hun oude dag toch beseffen dat de mooiste momenten eigenlijk die waren toen zij stil stonden ,vrij en ongedwongen ergens stopten en hun fiets tegen een boom parkeerden, of toen zij na de inspanning met de kameraden nog een paar trappisten dronken met een portie kaas. Maar van mij mag iedereen fietsen zoals hij wil, met kromme rug op een Colnago of helemaal recht met de neus in de wind op een Hollandse fiets, solo of gordelend met duizenden rond Brussel , met oma, met Anneke, of met een nieuw lief. Maar allemaal moeten zij oppassen , niet vallen, hun hart niet overbelasten, en zich niet door de auto's laten doodrijden.
Om de ernst van mijn fietsbezigheden van 1982 te illustreren, omdat ik fier ben van wat ik toen had gerealiseerd, en omdat het zo schone herinneringen zijn, geef ik hierna een volledig overzicht van mijn wielertoeristisch seizoen van toen.
1. Losse ritjes, trainingen, testen, avondritjes winterperiode: februari : 14 + 28 + 33 + 10 + 11 + 40 + 23 + 40 + 10 = 209 km maart : 26 + 26 + 50 + 27 + 56 + 52 + 21 = 258 km 2. Langere ritten met vertrekpunt Landen : 31/1 - point vert ADEPS Crisnée - Waremme (45' op Radio Betterave) - 60 km 7/2 - Alken Canadaroute - Domein Nieuwenhove - 80 km 13/2 - Nieuwerkerken ASLK- Trognée - Hannut - 70 km 27/2 - in extreme koude - Hannut Trognée - Kerkom - 46 km 28/2 - Grand Hallet ADEPS- Leuze ADEPS- 62 km 7/3- Fumal ADEPS- Vallée de la Mehaigne - Montenaken 72 km 14/3 - De 3 molens - Opprebais-NilStVincent-Grand Leez ADEPS- 95 km
/ Stop - operatie- correctie navelstrengbreuk bij Dr Mathieu Waremme - op 17/3/1982 - één maand rusten./
3. Herneming training - verplaatsing naar het werk - Lenteperiode : april : 22 + 30 + 46 + 51 + 60 + 44 + 64 + 35 + 43 + 24 + 73 + 46 = 538 km mei: 40 + 25 + 30 + 29 + 21 + 30 + 35 + 40 + 35 = 285 km juni : 15 + 75 + 35 + 88 + 45 + 35 + 20 + 40 + 35 + 37 + 30 + 20 +45 + 15 = 535 km juli - 11 + 60 + 14 + 22 = 107 km
4. Langere ééndagsritten- Meerdaagse tochten : 18/4 - humanitaire fietstocht Berloz pour Alexandra 125 km 25/4 - Moha - Mur de Huy- Mur d'Amay- point vert ADEPS 132 km 1-2-3/5 - Landen - StVith - Ourtalroute-Trois Ponts 150 + 97 + 143 = 390 km 9/5 - Landen-Tervuren- Druivenroute- Meerdaelbos = 159 km 13/5- Omloop Vier Provincies- Yvoir - Seilles - Kerkom = 150 km 15/5 - Landen- Banneux (waar buurman PH koers reed ) - = 90 km 20-21-22-23/5 - Landen- Vulkaaneifel 172 +123 + 150 + 128 = 573 km 29-30/5- Ard.Weekend - Wanne- Hte Levée-Redoute- 149 +131 = 280 km 12/6 Taxandriaroute marathon - Hilvarenbeek (Nl) - Scherpenheuvel - 301 km 19/6 - Les Six Heures de Cycle Hesby Corswarem = 120 km 20/6 - Citadel Namen- Route des Monastères de la Marlagne = 184 km 26/6- Musée du Cycle Falmignoul - Dinant- = 192 km
5. Grote zomerrit Landen- Mont Ventoux - Landen : van 17 juli tot 7 augustus 1982: (zonder volgwagen- met pak en zak) LANDEN- Larochette- St-Avold- Plainfaing- Haute route des Vosges- GrandBallon- Beaucourt- Vue des Alpes- Lac de Neufchatel -Col des Mosses- St-Maurice- Col du Grand St Bernard- Vallée d'Aoste -Tête d'Arpy- Petit St Bernard- Lac de Tignes- Col de l'Iseran- Vallée de la Maurienne- Col du Télégraphe- Valloire-Col du Galibier- Col du Lautaret- Briançon- Col de l'Izoard- Villevieille en Queyras- St-Veran- Col d'Agnel- Guillestre- Col de Vars- Vallée de l'Ubaye- Barcelonnette- Tunnel et Col du Grand Parpaillon- Lac de Serre Ponçon- Col de Pontis- Restefond 2000- Sisteron- Vallée du Jabrion- Col de l'Homme Mort- Sault- Monument van Tom Simpson - MONT VENTOUX - Vaison la Romaine- Mirabel aux Baronnies- Col de Pertuis- Beaurepaire- Bourg en Bresse- Dôle- Champlitte- Bourbonne les Bains- Commercy- Verdun- Sedan- Bouillion- Dinant- LANDEN = 2700 km.
6. Zomerritjes om te ontspannen - rustperiode - familieuitstapjes: augustus : 64 + 36 + 21 + 17 + 37 = 175 km september : 22 + 34 + 35 + 30 + 34 + 34 + 47 +27 + 19 + 24 = 306 km
7. Langere herfstritten : 5/9 - De Acht van Jeugdhuis De Klup Hoegaerden = 91 km 12/9 - De Eli Deprez rit - Tongeren- Jemeppe s Meuse = 142 km 25-26-27/9- Rotterdam- graf Stan Ockers 217 + 140 + 139= 496 km 10/10 - Cyclo Bertrée = 61 km 11-12-13-14-15/10 Centrum CGER Blanmont 46+14+12+18+52 = 142 km
8. Eindejaarsritten- Seizoeneinde : 23/10 - Ossenweg - St-Truiden = 46 km 24/10 - Buvingen- Trognée = 38 km 1/11 - Allerheiligenritje naar Pellaines = 27 km
Woensdag 17 februari 2010 . Ronde van Oman. 4de rit. Na 187 km wint een jonge Australiër 'the big bunch sprint' na een mooie inspanning over 500m in de laatste rechte lijn. Het is zijn eerste overwinning en hij klopte internationaal bekende finishers als Bennati, Boonen, Hammond, Farrar, ... . Naast Greipel en Cavendish heeft het team HTC Columbia dus nog een derde sprinter van wereldklasse. Wie is deze Howard ? Aan het ontbijt nog onbekend,werd hij in de rit van vandaag al wereldberoemd op het uur van het avondeten.
Ja, zoals bij alle Vlaamse wielerliefhebbers wordt mijn aandacht de laatste maanden te fel getrokken naar het veldrijden. Op tien dagen van de start van het wegseizoen is het dus zeker tijd om in te zien dat de wielersport nog veel meer te bieden heeft. De wielerbanen, de bergritten, de rittenkoersen in nieuwe landen, de koersen voor de dames, en vooral zoals elk jaar een golf van nieuwe renners die weer aanspoelt. Dat zijn al zoveel andere bladzijden van deze prachtige sport. We bekijken het toch allemaal weer positief, en we vergeten de miseries met de dopingzondaars.
Een speurtocht op internet naar Leigh Howard doet toch wel onze ogen open gaan. Dit wielerjaar 2010 zal zeker Australisch worden, want ook al verliet hij het Lotto team, het is Cadel Evans die met de regenboogtrui zal rondrijden, en de niet te onderschatten motivatie dit jaar voor de kerels uit Down Under, worden de wereldkampioenschappen gelopen te Melbourne. Alle profrenners uit dat land willen weldra goed presteren om in hun nationale ploeg te geraken op het eind van september. Die Leigh Howard heeft op zijn kamer reeds vier truitjes van wereldkampioen liggen en aan de muur hangen daar ook de vele eretekens die hij als teenager reeds veroverde op de wielerbanen in omnium, scratch, achtervolging, sprint, ploegenachtervolging, madison, zesdaagsen, en ook in tijdrit op de weg, criteriums, zege's in rittenkoersenritten. Dit kon hij in zijn thuisland Australië maar ook in China, Japan, Polen, Slovakije, Italië, Duitsland, Nederland. Hij volgde op school een opleiding in de electriciteit van auto's, maar ongetwijfeld zal hij toch wel zeer goed zijn kost kunnen verdienen in de wielersport. De winnaar van vandaag werd geboren te Geelong in de staat Victoria op 18/10/1989. Hij is dus misschien wel de allerjongste renner in het peleton van de grote jongens. Hij koerst sedert 2003. Sportstar of the Year, Junior of the Year, Champion of the Champions, Champion of the World, National Champion, .... zijn allemaal titels die deze topleerling uit het Australian Institute of Sports reeds kreeg . Wel, het is dus zeer duidelijk dat onze Tom Boonen niet werd gevloerd door een kangoeroe, maar door een nieuwe wielerkampioen. Volgens Scott Mc Grory, bekende oud-wielrenner uit Australië, heeft Howard een uitzonderlijke winnersmentaliteit en is het best mogelijk dat hij een toekomstige winnaar van de Groene Trui in de Tour de France zal worden, alsook een winnaar van De Ronde van Vlaanderen. ' Pain is temporary, memorys are for ever' is een idee dat die jonge man in zijn kopje heeft.
Vanaf vandaag weten we allen dat Leigh Howard een rappe kerel is die in een koers niet in het wiel mag meegenomen worden naar de eindmeet, en we verwarren deze wielrijder niet meer met John Howard, die de eerste minister van Australië was, en ook niet met de miljardair Howard Hughes, en ook niet met Howard Carter de ontdekker van het graf van Toetanchanon.
For the Book of Records of the CIS and Guinness World Records
The first table-tennis match on the highest-altitude alp of Europe peak of Elbrus (on the Western peak - 5642 m above sea level) -
Registration number С-18.581.
Er zijn mannen, en ook vrouwen, die de zotste, de moeilijkste of de gevaarlijkste dingen willen doen om toch maar in de belangstelling te komen, of om iets te presteren dat eerder nog nooit door een mens was gelukt. Sporters willen wereldrecords breken en als dat eerlijk en op een gezonde basis gebeurt, vind ik dat geweldig. Mensen die speciale uitdagingen aangaan en met succes afronden mogen volgens mij wel wat meer aandacht krijgen. Zij verdienen dat. Tevens betreur ik dat onze media het geven van een rode kaart aan een speler op een voetbalveld of een dopingzondaar belangrijker sportnieuws vinden dan echte grote exploten.
Ik ontdekte vandaag pas dat een groep bijzondere gasten uit Ukraïne, Wit-Rusland en Rusland, zijn gaan pingpong spelen boven op de hoogste berg van Europa in de eeuwige sneeuwvelden van de Elbruz op 5.585 meter hoogte. Ja, daar boven op 31 juli 2009 won Viktor Kannunikov met 3/1 tegen Sergeï Korkin met als inzet een fabuleus wereldrecord .
Waren die dan 'poepeloere zat' van het wodka drinken om zo iets te doen ?
Zeker niet. Viktor en Sergeï waren de breinen achter een groots opgezet project dat moest bewijzen dat de Russen nog straffere kerels zijn dan de Chinezen, zelfs als het gaat in een materie als pingpong. Zij kozen als doel voor hun avontuurlijke poging de Elbruz, de Mingi Taoe, die in onze taal 'De Berg van de Vreugde' heet. Turken, Perzen, Georgiërs gebruiken voor deze reus met twee koppen nog andere namen en de Elbruz is ook de Strobilus uit de Oudheid waar Zeus volgens de legende Prometheus in de boeien sloeg, omdat deze titan het vuur van de eerste mensen had gestolen. De top van de uitgedoofde vulkaan ligt 5.642 m boven de zeespiegel in het Kaukasus gebergte op de grens van de republieken Kabardië-Balkaria en Karachay-Cherkessië ( dit voor zij die hun kennis in de aardrijkskunde willen aanscherpen ). Wij Brabanders , met Brussel als hoofdstad van Europa, moeten toch ook dat plekje kennen waar de steden Kislovodsk en Naltchik liggen. De blizzard blies er hard en het was in volle zomer nog 11°C onder nul en toch hebben Serge en Victor op barre hoogte hun paletten en balletjes uit de rugzakken gehaald om op een echte pingpongtafel te spelen die zij hadden meegebracht in een tas van 70cm X 60cm X 36 cm. Deze tafel was uitneembaar in 16 stukken en woog 25 kgr. Met één enkele schroevendraaier kon zij worden opgesteld of afgebroken, en een regeling aan de poten zorgde voor perfecte waterpas.
Om een plaats te bereiken die hoger ligt dan de top van de Mont Blanc, op 43°21'18" NB en 42°26'21" OL, in een onbekend gebied met een verschrikkelijk klimaat, is er een grondige motivatie en organisatie nodig. De pingpongspelers van de Club De Witte Bliksems uit Dniepropetrovisk waren dan ook geen idioten. Zij selecteerden een team van 15 personen voor een tocht door de bergen van 15 dagen. Elena Popova, Elena Karpenko, Anna, mochten mee als dames. Alexandr Logvinov, Stanislav, Dmitrij, Anatoliy, Sergey Vaganov, Ruslan, Vladimir, Yaroslav, Vadim, Aleksandar Shkalikov, werden de mannelijke tochtgenoten. Alle leden van het team waren universitair geschoolde gezonde mensen die in en buiten de sport al iets hadden bewezen in hun leven. Om iets te realiseren dat in de geschiedenis der mensheid nog niet was gebeurd waren zij er van overtuigd dat met verstandige mensen en met grote inzet alles mogelijk is, zelfs een echte pingpongmatch spelen op de hoogste berg.
Dames en heren, jongens en meisjes, ouderen en jongeren, en ook voeg ik er nog aan toe 'eminent gezelschap', want ik denk aan de mooie mensen hier aanwezig. die niet alleen komen uit Attenhoven, Neerlanden, Walshoutem, maar ook uit Oost-Vlaanderen, uit de andere gewesten, uit Wallonië, uit Peru, uit Mexico, uit Connecticut en zelfs uit Rusland.
Als vader van de bruid, heb ik volgens de traditie de plicht om nog even op het begin van dit avondfeest het woord te nemen om jullie allen welkom te heten, en om ook nog het laatste punt te plaatsen achter ruim achtentwintig jaren van opvoedende taken. Ik zal niet te veel zeggen want de spijs en de drank wachten op de hongerige tongen van U allen.
Op een zomerse dag van 1968 kwam ik met mijn wit autootje van toen de berg afgereden, ik reed over de brug van de Molenbeek, en daar wat verder aan de linkerkant van de weg stond een grote blonde juffrouw van negentien jaren oud. Een zonnestraal trof mijn oog en ik was op slag verliefd. Van het een kwam het ander, en vanavond, een half mensenleven verder zitten wij hier allemaal samen in de Beekhoeve om dit huwelijk te vieren. Een traan schiet er van in mijn oog. Het is een traan van verdriet omdat de tijd toch zo snel gaat, maar ook een traan van emotie, want wij zijn blij omdat zo'n mooi koppel de toekomst instapt en onze families mooier maakt.
Lang geleden had zij een papa die haar 'bolleke' noemde, omdat de kleine zus van Anneke een rond schoonheidsvlekje had op haar linkerbil. Ik heb nooit geweten op welk scoutskamp zij dat een eerste maal heeft getoond aan Johan, misschien was het zelfs al bij de welpen want sedert toen al klikte het tussen die twee, maar ik weet zeker dat het allemaal in eer en met deugd is gebeurd. De bruid van vandaag heeft nog altijd dat ongeschonden zwart bolletje op haar bil.
In de schaduw van de kerk, aan de oever van de Molenbeek, in deze prachtige gerestaureerde hoeve, moet ik wel aan de vers gehuwden melden, voor alle duidelijkheid, dat vanaf heden voorhuwelijkse betrekkingen, hoe aangenaam die ook waren, niet meer voor hen zullen mogelijk zijn. De trouwringen en dat boekje van de Stad Landen verplichten jullie nu tot het grote werk van de huwelijkse plicht. Wij hopen dan ook weldra enkele flinke welpjes te mogen zien opgroeien onder het nieuwe dak te Jodoigne Souveraine. Dat zal mooi worden en borg staan voor uw beider geluk, en voor onze fierheid en blijdschap.
Meer hoef ik niet meer te zeggen. Proficiat. Bravo. Bravo. Een gelukkige toekomst !
Laten we nog even luid in onze handen klappen voor Johan en Martine. ***
Le jeune Emilien Van Rossome et la Hollandaise Britt Erland, qui n'ont pas encore seize ans, se souviendront toute la vie du premier dimanche de février 2010 qui leur a permis de se qualifier pour les Premiers Jeux Olympiques de la Jeunesse qui auront lieu à Singapour au mois d'août prochain.
Players- Asia Event 1. - Qualification YOG - MANAMA (Bahrein). Boys: Emilien Vanrossome (Belgium) Luka Fucec (Croatia), Leonardo Mutti (Italy), Adem Hmam (Tunesia), Alreza Molarajabi (Iran), Florian Wagner (Germany), Konrad Kulpa (Poland), Avik Das (India), Stefan Leitgeb (Austria), Tanapol Santiwattanatram (Thailand), Mohammed Abbas Saleh (Bahrain), Abdullah Al-Makimy (Kuwait), Habib Antoun (Lebanon), Ali Ali (Qatar) Girls: Britt Eerland (Netherlands), Mateja Jeger (Croatia), Mallika Bhandarkar (India), Ng Ka Yee (Hong Kong), Alice Loveridge (Guernsey), Elisa Trotti (Italy), Katsiaryna Baravok (Belarus), Paulina Nowacka (Poland), Fatema Alhalki (Bahrain), Solmaz Rahmanmoh Ammad Pour (Iran), Yulia Gatz (Kazakhastan), Melissa Saber (Lebanon), Ann Lim (Malaysia), Aia Mohamed (Qatar)
Déjà champion d'Europe 2008 en double-cadets avec Julien Indeherberg, Emilien Van Rossome qui est classé A16 en Belgique et joue pour le club de l'Entente Basse Sambre, à été confronté à treize garçons de treize autres nations . Il fut le meilleur. C'est à lui que l'impressionant Khaled Bin Hamad Al-Khalifa de la Fédération du Bahrein à remis le ticket pour Singapour. Le jeune wallon, à quelques jours de son anniversaire, devient ainsi en tennis de table le successeur de Jean-Mi Saive sur la scène internationale.
Après Leitgeb et Kulpa en poule préliminaire,c'est avec une grande détermination mentale que Emilien s'est bien battu contre le Thailandais Tanapol Santiwattanatram dont le nom est aussi terrible que le talent et la classe . Ensuite Emilien a du battre les représentants des grandes nations sportives qui sont l'Allemagne et l'Italie. 1/4 finale : Emilien VR - T. Santi (Thailande) 11/4- 11/5- 5/11- 11/6- 8/11- 6/11- 11/7 1/2 finale : Emilien VR - F.Wagner (Allemagne) 11/8- 11/6- 11/1- 11/13- 11/8 finale (qualification) : Emilien VR - L.Mutti (Italie) 9/11- 11/5- 11/7- 11/4 - 1/11 - 11/4 .
In de jaren negentig van vorige eeuw kreeg ik het heel moeilijk op mijn werk. Voortdurende stresstoestanden hadden mij aan de rand van de inzinking gebracht. Gelukkig kwam op een dag het verlossend bericht dat ik in aanmerking kwam voor vervroegd pensioen. Mijn leven kreeg plots weer zin. Ik voelde weldra een drang naar levensvreugde in mij opborrelen. De lucht die ik inademde was heerlijk. Het pintje dat ik dronk had weer smaak. Enkele dagen later poetste ik mijn oude randonneursfiets terug op, smeerde de ketting, en op nieuwe banden vertrok ik tijdens de mooie herfstdagen van 1994 naar het Noorden. Ik volgde de kust tot in Friesland waar het zilveren licht soms zo prachtig over de wijde Noordzee schijnt. Na 19 dagen bereikte ik Denemarken. Een telefoongesprek met thuis riep mij terug, want ik hoorde dat er felle vissterfte was opgetreden in mijn vijver en dat zou me werk vragen om nog te redden wat mogelijk was. De volgende lente reeds fietste ik naar Bretagne. Te Roscoff kon ik niet weerstaan om in te schepen voor Ierland. Na 29 dagen kwam ik weer thuis, want er bleven me toch nog dagen te presteren op mijn job. Deze tweede tocht had me het gevoel gegeven dat ik weer sterk genoeg was om op mijn tweewieler alle wegen te berijden .
Een jaartje later was ik dan eindelijk een vrij man. Op 1 juli zwaaide ik af en één maand na mijn 52ste verjaardag behoorde ik niet meer tot de werkende klasse. Wat een heerlijk gevoel ! Op de Grote Markt van Sint-Truiden liep ik een tabakswinkel binnen en kocht me een Havanna. Ik genoot en blies rondekens rook uit, terwijl ik op een terras van een stevige pint proefde. Het was mijn laatste sigaar, 75 franken had zij me gekost. Vandaag, meer dan 13 jaren later, ben ik fier over mezelf omdat ik nooit meer heb gerookt sinds die zaterdagmiddag ! Na enkele weken voorbereiding om precies mijn reisroute uit te stippelen, alsook om mezelf en mijn fiets te roderen, besloot ik van te pelgrimeren naar Rome, de plaats waarnaar alle wegen lopen. Eens kwam Julius Caesar tot in het land der Eburonen en daarom zou ik ook tot bij hem gaan. Als zwerver beleefde ik onvergetelijke dagen. Ik bezocht Verdun, Einsiedeln, Venetië, Ravenna, San Marino , Firenze, ... allemaal beroemde en deftige plaatsen. Mijn velo was mijn enige partner langsheen verlaten stranden en in heel drukke straten, bergop over de hellingen en bergaf door de dalen. Mijn wielen brachten mijn oude benen naar vele plaatsen. Zij zorgden dat ik op een gezond tempo leefde voor lichaam en geest. Mijn fiets werd me onmisbaar, zoals een bril, een ring, een uurwerk, een vals gebit, een broeksriem, een paar schoenen, een onderbroek, een prothese, een gsm, een doos voorgeschreven pillen, een identiteitskaart, een bankkaart, huis- en autosleutels, ... . Mijn fiets werd een bijkomend stuk van mijn persoon . Want mijn schone fiets was niet langer een koud en lomp ding dat in mijn kelder op me wachtte tussen stapels oud papier en tuingerief. Mijn Vlerick stond nu altijd op een ereplaats, naast de televisie, de computer, en niet ver van de koelkast. Gedurende jaren deelde ik immers zovele intense ervaringen met mijn fiets. Ik sliep vele nachten met mijn fiets in een tent, zo'n igloo model met een binnentent.
Ik toerde rond het meer van Madine toen ik me afvroeg waarom, in de Nederlandss taal die de onze is, de fiets een hij is en in de Franse taal een zij ... ( la bicyclette, en ook zelfs la petite reine). Slapen op een camping of in de vrije natuur met een vent onder een tent was toch niets voor mij. Om mijn intense verhouding met al wat samen hangt tussen vork en zadel in een concretere vorm te brengen, kreeg ik toen een fonkelend idee. Ik besloot dat mijn lieve fiets een naam en voornaam moest hebben, zoals een menspersoon dat heeft, zoals ikzelf heb, en zoals mijn dochters en kleinkinderen hebben. De mensheid geeft wel een naam aan een dorp, aan een helling, aan een waterloop, aan een hond, kat, of paard, aan een zeilboot of aan een blokhut, aan een auto, een trein, een oorlogsvliegtuig, aan pamperdragende babies, ... . Waarom niet aan een schone van fietsconstructeur Vlerick ? Het is echt niet mooi dat onze fiets geen naam heeft. In het land van Lorreinen waar de mirabellen toen nog maar groen waren en het gras langs de weg gekleurd werd door diverse bloemen stopte ik daarom even. Ik nam mijn volle drinkbus met water van Evian en ik besprenkelde mijn tweewieler terwijl ik volgende woorden uitsprak, met meer plechtige ernst dan een ervaren kapelaan : ' Ik doop je in de naam van alle Goden, en ik zal je noemen vanaf dit ogenblik in de eeuwigheid met de naam Olive Green ( = groen olijfje). Ik beloof, schat, voor je te zorgen alle dagen van ons leven en moest één van ons op een dag nog maar juist goed genoeg zijn voor de schroothoop, dan nog zullen wij samen blijven ... ' .
Mijn fiets en ik, ... meer dan tienduizend kilometers reden we nog samen op drie verschillende continenten. Op een dag in Cuba, na een douche, gleed ik uit. Ik maakte een vreselijk pijnlijke val en enkele maanden later moest ik verder leven met een stalen heup. Het fietsen was voorbij. Olive Green staat al vele jaren stil. Zij weent en wordt oud, dag na dag. Opa Papoum.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.