Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
14-06-2011
ACHTERVOLGEND naar COMPOSTELA.
Wilfried Journée en Renaat Grandry.
Vijftig jaren geleden waren het slechts zotten of zonderlingen die te voet naar Compostela stapten. Dat was de mening in het grootste gedeelte van Spanje. Ook bij ons bij de pastoors en de hoger geplaatsten in de Kerk was dat zo. Slechts enkele tientallen 'pélerins' trokken nog langs La Route de Saint-Jacques. Uiterst rechtse Fransen met hun Société des Amis de Saint-Jacques bewaarden het uitzonderlijk erfgoed uit wat werd genoemd ' de duistere Middeleeuwen ' en maakten er een Franse aangelegenheid van.
In 1980 legden twee bekende wielertoeristen uit Antwerpen de historische pelgrimstocht af via Vezelay. Een kleine maar zeer goede reisgids werd over hun fietstocht gepubliceerd. Plots begonnen meerdere sportieve kerels uit het Vlaamse land dezelfde route te volgen. Al deze herontdekkers van de oude boeteweg kwamen met schone verhalen en zelfs met wild enthousiasme terug, en niet zelden waren zij persoonlijk zeer diep onder de indruk van wat zij hadden ervaren.
Vanaf 1946 werd in het baanwielrennen de discipline ' achtervolging ' ingevoerd . Namen van grote wielerkampioenen sieren deze vorm van competitie. Ongetwijfeld is het duel over de 5 km tussen Gerrit Schulte en Fausto Coppi een bijzonder hoogtepunt geweest in 1948. Persoonlijk was ik in 1963 een van de Belgische supporters die te Rocourt voor de wereldtitel bij de internationale amateurs over 4 km, zeer hard had geschreeuwd om onze Jan Walschaerts te helpen winnen tegen de vertegenwoordiger van de Sovjet-Unie. Ja, achtervolging op de wielerbaan, dat was vaak de moeite waard. Ik noem geen andere namen van renners of rensters die vroeger hoog hebben gescoord in de achtervolging. Vandaag wordt er te weinig aandacht geschonken in ons land voor het gebeuren op de wielerbaan. Maar het is nog altijd de waarheid dat bijzonder sterke wielrenners op het podium komen van de grote tornooien in de achtervolging. Ik onderlijn wel dat Bradley Wiggins, de kopman van Team Sky voor de komende Tour, een grote achtervolger was en dat de huidige wereldkampioen in de achtervolging Taylor Phinney is, de grote belofte van BMC .
Het was geen waanzin, maar louter toeval of misschien ook wel de wil van de Apostel, hetgeen nu in de komende paragrafen volgt. Op Hemelvaartdag 31 mei 1984, na 2 jaren mentale en fysieke voorbereiding, goed gedocumenteerd over oude verhalen van pelgrims van weleer, alsook na het uitpluizen van wegkaarten en via het nieuwe boekje van zijn vriend Wilfried Wyn, de pionier van de moderne Vlaamse pelgrims, vertrok Renaat , de anonieme wielrijder op een mistige morgend voor een rit van 2.200 km op de Ruta Xacobea. Terwijl vandaag het oppassen is geblazen om niet op hielen te trappen van zij die net voor je lopen, of om niet door een valpartij te sneuvelen wegens zigzaggende vermoeide zwakkelingen die de weg versperren, was dat op het begin van de hooimaand in 1984 zeker niet hetzelfde. Er was toen nog bijna niemand op die lange pelgrimsroute naar Compostela, en er waren meer torens van oude kerken dan authentieke peregrinos uit onze tijd. Ik beweer niet dat mijn cijfers de juiste zijn, de boekhouding werd in dat jaar nog niet goed bijgehouden, maar er zouden te paard, per fiets of te voet nog niet meer dan 470 pelgrims geweest zijn, terwijl dat in 2010 meer dan 200.000 zou worden. Bovendien bezoeken in de XXIste eeuw nu jaarlijks ook, komende met gemotoriseerde tuigen, in de wolken, op de zee, in de treinen, en op de snelwegen, minstens 4 miljoen toeristen-pelgrims de stad Santiago de Compostela.
Op 25 mei 1984, eveneens op de route via Vezelay uit het kostbare handboek van Wilfried Wyn , was een andere Wilfried vertrokken uit de Pepijnstad, bakermat van de Karolingers. Op 1 juni 1984 fladderde deze Wilfried Journée, na zijn wegvergissing van de vorige dag, weg uit Aigurande. Op zaterdag 9 juli 2011 zal daar de achtste rit van de Tour de France starten. Op 1 juni 1984 gleed Renaat verder van uit Signy l'Abbaye. Grote vraag : Zou de sterke eenzame Antwerpenaar, lid van de vermaarde Koninklijke Antwerpse Wielrijdersclub, vereniging met meer dan 200 leden, de solo-rijdende Landenaar, lid van miniclubje Black Diamond Cyclo Association, met slechts 2 leden, na een lange achtervolging kunnen inhalen ?
Die ene fietsende pelgrim wist helemaal niets af van het bestaan van die andere fietsende pelgrim, maar toch werden zij, tijdens het afknabbelen van de kilometers, tijdens dorst, tegenwind, bergop, en zadelpijn voortdurend gekweld door vragen zoals dit : ' Ik ben maar een deeltje van een lange ketting ! Wie rijdt of wie stapt juist voor mij ? Wie zijn die vele anderen geweest die mij zijn voorafgegaan, iets wat al gedurende duizend jaren is gebeurd, en ook wie zal de man zijn die me binnen een uur ,of een dag,of een week, zal inhalen, een andere eenzaat op een Brooks-zadel die sterker is dan ik, die gemakkelijker over de bergen zal geraken, die minder lang zal stoppen onderweg ... ! Wie is hij die ik volg, die ik misschien zal inhalen, en wie is hij die na me komt ? Zullen, in de eeuwen der eeuwen, er nog velen na mij komen op deze route vol voelbare energie en mysterie ? Heb ik in een vorig leven , eeuwen geleden, toen iedereen de Apostel eerde of vreesde, ook al niet deze pelgrimstocht gemaakt, want soms kom ik op plaatsen, doorheen landschappen, aan waterlopen, waar ik het vreemde gevoel heb dat ik daar al eerder was, alhoewel dat nooit kan gebeurd zijn volgens de normale logica die nog in mijn kop zit ?
Op 4 juni , precies op de veertigste verjaardag van Wilfried, zijnde W.J. en niet W.W. , komt de Antwerpenaar voor het eerst te weten dat er een andere pelgrim niet in gedachten, niet in het boekje, maar in de werkelijkheid ook aan het vorderen is op weg naar de Donejakue Bidea. Vele jaren later kunnen we nog lezen wat Renaat Grandry in die dagen optekende .
cfr. blz 21- Dagboek van de hedendaagse pelgrim : Neuilly-en-Dun. Marie-Claude die goed van tongriem is gesneden heeft haar naam zelf gezien in het boek dat werd geschreven. door de Antwerpse pelgrim die vier jaar eerder bij haar kwam schuilen. Want verleden week kwam hier nog een fietser pelgrim en die had het boek bij zich. Wie is deze eenzame fietser die vijf dagen voor me uitrijdt ? Zal ik hem inhalen of zal ik hem later ooit ergens op Vlaanderens mooie wegen ontmoeten ?
cfr. blz 42- Dagboek van de hedendaagse pelgrim : Tierra de Campos . Misschien vind ik daar de fietsende pelgrim die bij Marie-Claude overnachtte. We zouden dan een eindje samen door deze uitdrogende hitte kunnen rijden. Enkele kilometers maar want hij zal ook wel een individualist zijn. Veel zullen we met mekaar niet praten want we weten van elkaar hoe lastig het soms was met die verdomde regen in Frankrijk, maar ook hoe mooi het is iedere dag een overwinning op jezelf te halen. Hem nu ontmoeten zou heerlijk zijn. Verder fietsen, verder mijmeren. Ontmoeting met Mme Simone Hauterive die zijn drinkbus met Vichywater vult. Zo geraakt hij op zinderend asfalt toch in Olmillos de Sasamon, zonder zijn vriend de fietsende pelgrim die hij als in een fatamorgana even voor zich uit zag rijden nabij een meer dat onbestaande was !
cfr. blz 43 - Dagboek van een hedendaagse pelgrim : Meson de Villalcazar de Sirga. Vier maal wordt mijn glas gevuld door Don Pablo. Hij en zijn vrienden vertellen me dat verleden week ook een fietser pelgrim voorbijkwam, ' tambien de Belgica'. Als ik hen mag geloven moet het een reus geweest zijn , wel twee meter lang en zeker honderd kilo zwaar en met een zwarte baard. Hij zal niet door de knieën gegaan zijn van vier glazen Sangria of Liquor del Peregrino. M'n onbekende vriend zal zeker de Apostel al omarmd hebben in Santiago, waar hij misschien op me wacht. Mijn stuurtas werd volgepropt met fruit en gebak, en tientallen mensen kwamen mij omhelzen.
cfr. blz 50- Dagboek van een hedendaagse pelgrim : El Acebo. Op de vlucht uit de enge ruimte van onze stopkontaktenmaatschappij wil ik aan het bronnetje van Manjarin mijn drinkbus vullen, maar het water is niet zuiver en daarom moet ik zonder drank verder. In de verschrikkelijke bergaf probeer ik elders water te vinden, maar ik struikel en val languit neer. Zo ontmoet ik een herder die onder de beschutting van een boompje een dutje doet. De tandenloze man wijst me de 'Fuente de la Trucha' met haar kristalhelder water. De herder vertelt mij over een 'peregrino de Belgica' die hij ontmoette in de nacht van Pinksterenzondag. De Vlaamse pelgrim werd lastig gevallen door zijn hond. Als ik zijn Spaanse woordenvloed goed begrijp heeft hij het over dezelfde pelgrim die me in Neuilly-en-Dun en Villa-Sirga gesignaleerd werd. Wie ben jij Peregrino Flamenco, zullen we elkaar ooit ontmoeten ?
De Compostelane van Grandry werd overhandigd op zondag 17 juni en die van Journée op 13 juni. Zondag 17 juni 1984 was een speciale datum vermits er toen voor het eerst Europese Verkiezingen waren. De twee achtervolgende pelgrims hebben mekaar dat jaar niet leren kennen noch op de Camino noch in de straten van Santiago omdat de Landenaar reeds op vrijdag de trein naar Irun nam, waarna hij tot zondagavond nodig had om per fiets Bordeaux te bereiken. Een nachtelijke treinrit bracht hem tot Parijs, vanwaar hij in drie dagen terug Haspengouw bereikte. Grandry nam de trein naar Antwerpen en was op maandagavond reeds weer thuis, terwijl zijn onzichtbare tochtgenoot pas op woensdagavond zijn pelgrimsavontuur afvlagde en in het gewone leven terug moest instappen.
Zij ontmoetten elkaar voor het eerst tijdens een bijeenkomst in de Sint-Andriesabdij van Zevenkerken nabij Brugge, en later kwamen zij mekaar zelfs soms tegen op zondagochtend wanneer zij broodjes gingen kopen bij dezelfde bakker. Hun vriendschap duurde nog jaren. Grandry werd echter ongeneeslijk ziek en stierf op het einde van 2001. Toen reed Journée naar Vung Tau ( Cap Saint- Jacques) in Vietnam. De Wilfried uit de Pepijnstad schreef van uit het Verre Oosten, van nabij de zee waar de zon opkomt, toen nog in een brief aan Renaat in Edegem dat hij deze keer op weg naar de eeuwigheid, naar 'Costa da Morte', en 'In finibus Terrae', naar de ondergaande zon, maar even na hem aan het rijden was. Hoeveel dagen dat zal zijn wist op dat ogenblik zelfs ' the apostle Saint James' nog niet . ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
SANTIAGO DE COMPOSTELA.
Fils du tonnerre Lumière de notre historia Gloire de la Galice Patron de l'Espagne Tu as semé la foi Sur notre noble terre Et ton épée conduit la charge Contre l'envahisseur Par toi féconde l'Espagne fut La mère des nations et dans le monde le peuple d'Espagne lumière resplendissante d'amour . ( composé par J.Perez )
Op 13 juni 1984 ontving ik mijn eerste Compostelane.
Wilfredo sacratissum Templum pietatis causa devote visitasse.
D. Antonius M- Ronco Varela hujus Almae Apostolicae et Metropolitanae Ecclesiae Compostellanae Dignitas Decani et sigilli Altaris Beati Jacobi Apostoli custos, ut omnibus Fidelibus et Peregrinis ex toto terrarum Orbe, devotionis affectu vel voti causa, ad limina Apostoli Nostri Hispaniarum Patroni ac Titularis SANCTI JACOBI convenientibus, authenticas visitationis litteras expediat, omnibus et Singulis praesentes inspecturis, notum facio : ........... Dr- JOURNEE Wilfried ( Landen) ... hoc sacratissimum Templum pietatis causa devote visitasse. I quorum fidem praesentes litteras, nomine meo subscriptas et sigilo ejusdem Sanctae Ecclesiae munitas, ei confero. Datum Compostellae die 13 mensis junii anno Dni 1984 .
DEL EXMO.DEAN Y CABILDO DE LA STA APOPST.METROP. IGLESIA DE SANTIAGO con boligrafo azul por el secretario ( Ronde stempel met Santiago Matamor) Canonicus Deputatus pro Peregrinis
Ons keelgat is vol stof gevloghen van seer te gaen so laet ons hier terwijl wij moghen wat stille staen Laet ons voor dat drooch stof en sant ons keelgat spoelen al met den roomer in de handt den drooghen dorst vercoelen. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Reeds op het einde van het eerste millenium trokken ontelbare gelovigen, boetelingen, avonturiers, bedelaars, huurlingen, artiesten van alle soorten, naar de plaats die werd beschouwd als de verst bereikbare van de toen gekende wereld. Daar in het verre Westen waar de zon ondergaat was volgens de beweringen van belangrijke mannen het graf herontdekt van de apostel Jacob de Meerdere. De voetstappen van de miljoenen pelgrims die zich naar dat verre oord hebben begeven lieten langs die weg sporen en tradities na die nooit werden uitgewist.
In juni 1984 zwierf ik met mijn fiets langsheen de aloude route via Vezelay en Roncevalles tot Padron waar de schelpen werden gevonden. Ik kon veel ontdekken en ontmoeten. Ik had mijmeringen doch ook diepe gedachten en ik leerde mezelf beter kennen tijdens mijn tocht van 29 dagen. Mijn droge keel heb ik gespoeld met koele landwijn en mijn lege maag werd gevuld met wat voor de voorbijganger door de Apostel werd voorzien. Toen ik terug thuis was gekomen, begon ik boeken te zoeken over Compostela en te doorbladeren, in alle talen die ik in die tijd machtig was, en ik noteerde veel in mijn schrijfboeken. Ik had het grootse plan van zelf een dik boek te schrijven over wat ik had gevoeld en meegemaakt tijdens mijn pelgrimstocht. Ik geraakte niet zo ver, want het onderwerp was voor mij te groot geworden nadat ik meer kennis had vergaard. Werk, familie, sport, stoorden voortdurend mijn concentratie om over de Camino een ernstig en waardevol werk af te ronden. Op zekere dag las ik het volgende :
' L'essentiel vous ne savez pas le dire . Parfois immobile dans votre lit, les yeux grands ouverts sur la nuit, il vous semble encore être sur le chemin comme un chien endormi devant l'atre et qui fait en revant le simulacre de poursuivre quelque gibier superbe. A ces moments-là, quand le chemin vous reprend dans sa houle, quelque chose vous étreint le coeur. '
Later vond ik ook dit lied : ' Devoir des Pélerins - La Grande Chanson des Rossignols de Valenciennes'
Qui fait ce saint voyage peut beaucoup mériter mais si d'esprit volage il s'en voulait vanter ne lui prête l'oreille corrigeant doucement soit qu'il veuille ou ne veuille son coeur très promptement.
Deze twee oude Franse raadgevingen deden mij afzien van te grote plannen, van een avontuur in de boekenwereld. Maar toen het weer tijd was om in 1986 mijn bijdrage te schrijven voor Het Open Venster , het tijdschrift van de Kring van Kunst en Kennis van het personeel van mijn werkgever de ASLK , leverde ik echter wel dit kortverhaal af dat onder volgende lijn komt : ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
14 januari 1402. Te Lier wordt Jan Bluds wegens ' onsede en sammenheyt ' veroordeeld door de rechters tot pelgrimage naar ' Sente Jacobs '. Vermits hij niet beschikt over de 14 geldstukken die hem kunnen vrijkopen , moet hij voor de derde zonsopgang na dit vonnis definitief uit de stad zijn verdwenen, zoniet zal de beul zijn grote teen afhakken. Uitgedreven door zijn geboortestad, uit zijn gilde, een doorn geworden in het oog van iedere klerk, handelaar en vakman, heeft Jan Bluds geen andere keuze dan als banneling zich te laten meedrijven op de mensenstroom die in die jaren van stad tot stad trok tussen Vlaanderen en Bourgondië. Hij schuilt zich tussen de reizigers, de bedelmonniken, de meisjes van plezier, de zwermen zwervers allerhande. Het duurt enkele weken eer hij zijn draai kan vinden tussen dat volk van daklozen. Weldra kent ook hij zijn rol, want op de lange voetweg is hij een pelgrim, een beetje vroom, een plantrekker, een ontdekker van nieuwe oorden, andere talen, vreemde mensen. Te Vezelay, waar de kruisvaarders zich vroeger groepeerden, vereert hij de schone Maria-Magdalena, en daar leert hij andere stervelingen kennen die een schelp op hun hoed dragen. De lente ging voorbij en Jan is onderweg. Zijn hoedeken is diep over zijn kop getrokken, zijn palster, zijn scerpe, zijn leerse, slijten met de dag. Er is nu eelt op zijn voeten. Er zijn geen pijnlijke blaren meer op zijn tenen zoals tijdens het stappen van de eerste dagen. Zon, open ruimte en lucht deden zijn longen goed. Hij voelt zich vederlicht en sterk. Hij is nooit alleen want de natuur is zijn vriend. Hij leert elke dag nieuwe woorden, schone en lelijke, uit vreemde talen. Soms blijft hij wat langer in een boerderij of in een klooster, wanneer hij er wat drank kan verdienen of goed mag eten, na wat werken op het veld, in de stallen, in de keuken, op de daken. Doch, zoals dat moet op strafbedevaart, blijft hij nooit langer dan drie dagen op dezelfde plek. Hij probeert steeds om mee te gaan met een groep andere pelgrims. Zo loopt hij niet op verkeerde wegen, bereikt hij betere slaapplaatsen, en wordt hij niet gepest of bestolen.
In het Baskenland krijgt hij een ongevaarlijke maar pijnlijke messteek van een struikrover. Razend door het zien van eigen bloed verdrinkt hij die malle kerel bijna in de rivier. Te Pamplona wint hij op de jaarmarkt een prijs in een wedstrijd paalklimmen. Te Estella helpt hij een boerendochter tijdens de verkoop van haar geiten. Te Burgos dobbelt en drinkt hij met de tempeliers. Maar zijn voornaamste zorg is telkens op het einde van de dag ergens te kunnen rusten en wat te eten. Dit is voor de pelgrims van de Camino Frances mogelijk in de passantenhuizen, hospitalen, herbergen, kloosters, alhoewel het bij de boeren, bij de herders, of onder de blote hemel ook soms leuk en heerlijk kan zijn. Het gebeurt bij te warm weer ook dat hij gewoon de hele nacht verder stapt, onvermoeibaar, kloek en jong, onder de sterren van de melkweg. Het kan ook wel eens gebeuren dat een paar geldstukken in zijn hand worden gestoken. Hij moet dan kaarsen branden, een gebed doen, in kerken die op zijn weg volgen en hij mag daarmee ook brood, kaas, en wijn kopen voor zichzelf. Hij ontmoet vrome zielen, maar hij ziet ook galgen en brandstapels . Terwijl hij zijn bierbuikje is kwijt geraakt en als een gezond beest over de vele hellingen geraakt, moet hij soms tochtgenoten meeslepen tot aan het volgend hospitaal , en in de ergste gevallen moet hij ze zelfs begraven.
In een groot land waar zovele bedden leeg zijn omdat de krijgers niet terugkwamen, vermist of gedood tijdens kruistocht of reconquista, werd hem soep en brood aangeboden aan de blonde jongeling uit het Noorden. Soms was daarbij ook vlees in de pan of onder de lakens. Het ging zelfs zo ver dat hij meegetrokken werd naar een bruiloft, een dansfeest, een vrolijke romeria. Zoals zijn landgenoot Uylenspiegel moest Jantje Bluds dan ook meer dan eens bij dageraad stiekem met zijn leerse in de hand vertrekken, omdat hij anders nooit in Compostela zou zijn geraakt. Maar het was niet altijd feest, want dikwijls kwelde de honger zijn maag en waren de nachten ijskoud in de bergen, of pikten zijn ogen van het vuile stof van de weg, of was zijn huid rood gebakken door te veel zonnewarmte of door ongedierte gebeten. Meer dan eens vielen lelijke magere honden hem aan, die hij met moeite kon doen weglopen na flinke meppen te hebben uitgedeeld met zijn puntige wandelstok. De nachten, de avonden, waren soms te lang, op rottend stro liggend, of tijdens regenbuien in een stinkende schuur ergens in een van God verlaten oord, in onaangenaam gezelschap van vuile onbekenden. Dan waren er ook nog die vieze venten uit Navarra die lustgevoelens kregen zowel bij het zien van een vrouw, als van een schaap of een muilezel, als van een jonge buitenlander .
Vandaag is de Spaanse zon en zijn de Spaanse hoogvlakten zeer mooi. Met zijn geoefende pas vordert Jan Bluds langsheen de Sint -Jabobsweg. Meer dan vijf maanden reeds verliet hij zijn Netestad in Boergondisch Vlaanderen. Rode klaprozen sieren de rand van zijn weg. Voorbij zijn de dorre landschappen van de Cebreiro, de akkers van de Bierzo, want daar in de verte daagt op het groene land van Galissiën. Zou dit reeds de zeelucht zijn van Finis Terrae die hem de neusgaten prikkelt ? Santiago, de zeer goede en heilige stede, kan niet ver meer zijn. Hij stapt tussen de huizen van Arzua voorbij. Pelgrims, zeer veel pelgrims, voor en na hem, gaan vooruit met hoog tempo. Een zanger uit Hagetmau laat een prachtig liet over de Camino klinken. Een man staat boven op een tafel langs de weg en speelt op een doedelzak. Vrouwen kijken naar de voorbijgangers en geven water of wijn aan zij die daar nood aan hebben. Volgens wat Jan ziet zijn er op dat ogenblik wel duizend voetgangers op de weg, en daarom versnelt hij zijn pas. Weldra voert hij met wel twee boogscheuten de hele bende aan van de voetgangers van Santiago .
Jan arriveert als eerste te Lavacolla, waar de klokken beginnen te luiden. Daar wordt hij verplicht door enkele paters en assistenten om zijn vuile kleren, zijn ransel, zijn hoed, zijn stok, af te geven . Naakt zoals hij op deze wereld kwam, plonst Jan in de rivier en hij wordt weldra proper geschrobd door zwaarlijvige nonnen die zelfs zijn hoofdhaar, zijn baard, zijn schaamhaar, en de nagels van zijn handen en zijn voeten knippen, waarna zij hem ook nog met iets uit een welriekend flesje besprenkelen. Hij krijgt nieuw ondergoed, nieuwe sokken , en zo moet hij een paar uren lang gaan zitten op harde houten banken, luisterend naar sermoenen die door welsprekende geestelijken worden gegeven , meezingend met de groepen die daar ook plaatsnemen. Ondertussen krijgt hij wel een natje en een droogje van jonge nonnetjes die hem hebben opgemerkt.
Eindelijk krijgt hij zijn eigen kleren terug. Deze werden in kuipen gekookt, gestoomd, en gestreken, van alle vlooien en bacillen ontdaan. Het is bijna avond als hij de top van de Monte del Gozo , de berg van de vreugde bereikt. Na tweeduizend driehonderd kilometers staat hij boven op die heuvel, en inderdaad, daar in de verte zijn de torens van de legendarische stad met de welluidende naam zichtbaar voor zijn ogen. Hij kan het niet geloven. Wat een schok ! Zoals vele andere pelgrims stort hij van emotie in mekaar. De simpele ongeschoolde jongeling die hij is, komt pas terug op bewustzijn op een ligplaats in de slaapzaal waar hij werd gebracht door onbekenden.
25 juli 1402. Het is de grote feestdag van Santiago, patroon van Spanje, overwinnaar van de Islam, apostel, neef en tochtgenoot van Jezus Christus. Tussen de menigte wringt Jan Bluds zich een weg naar de Portico. Er vallen slagen en zelfs stampen, maar onze Jan komt er. Hij laat zich zo dicht bij de kathedraal niet meer wegdrungelen , na vijf maanden avontuur . Met een kniestoot velt hij een Fries die hem nog wilde pesten en zo kan hij in vrede devoot neerknielen in de biechtstoel voor pelgrims uit Polen en Bohemen - dat was wel een verkeerde keuze - maar niet erg want de pater van dienst was eigenlijk afkomstig uit Gent, sprak negen talen, en schonk de algemene vergiffenis in het Latijn. Nog diezelfde dag benadert Jan Bluds het echte Graf van de Heilige Apostel Jacob de Meerdere, volgt verschillende erediensten, ziet de Botafumeiro door de ruimte zwieren. Hij bemachtigt daadwerkelijk de belangrijke Compostelane, het officiële certificaat , bewijs van godsvrucht en volharding, die zijn pelgrimstocht bekroont, die van hem terug een waardig en goed man maakt .
Jan voelt zich als de Lotto-winnaar van de laatste trekking. Zijn heel leven is nu plots geslaagd. Want in die dagen waren goud, diploma's, partijkaarten, en kapitaal, nog niet zo belangrijk als heden. Nog niet verblind door zovele onnodige dingen, vonden de mensen de hoogste rijkdom nog op spiritueel en godsdienstig vlak. Dag na dag , blijft Jan de kathedraal bezoeken, telkens nieuwe wonderen ontdekkend, en hij is aanwezig tijdens plechtige missen opgedragen door kardinalen en prelaten. Hij stapt ook mee in processies en volgt rituelen die hij niet begrijpt, maar die schoon en belangrijk zijn. Op het einde van de week heeft hij in zijn bezit bewijzen van drie volledige aflaten, en dan ook nog tweeduizend dagen aflaat, deelbaar door tien. De jonge geslaagde pelgrim van Compostela is een gelukkige kerel. Hij veroverde wat belangrijke mannen nog niet bezaten. Hij de kleine deugniet, de brouwersgast, die te vaak zat was en dan niet meer wist wat hij uitrichtte, die nooit mocht misdienaar zijn, en zelfs nooit zijn plechtige communie mocht doen, noch het vormsel krijgen, had nu een ransel gevuld met volle aflaten.
Na zes maanden op de lange Camino de Santiago, afgeschuurde zolen, een gepolijste ziel, liep hij even terug naar Lavacolla waar hij als eerste was aangekomen . Daar mocht hij zijn familienaam veranderen. Hij koos voor Jean Leroy. Het was immers ook toen reeds zo dat wie promotie maakt in het leven niet meer zijn Vlaamse moedertaal gebruikt. Van die Jean Leroy werd verder nooit nog iets vernomen . Zeker is wel dat Jan Bluds nooit terug te Lier arriveerde. Onder welke naam ook bleef deze pelgrim ergens plakken op een plaats waar hij nog lang en gelukkig heeft geleefd.
Een kort verhaal zoals dit, over de lange pelgrimsweg, over een succesvolle pelgrimage, werd van mond tot oor graag verteld en gehoord in de prachtige tijden van vroeger. Deze verhalen waren niet altijd echt waar, maar ongetwijfeld toch schoon en goed verteld, en onze voorouders hebben er van gehouden. Het geloof van onze voorvaderen was enorm . Langsheen de pelgrimsweg, in het centrum van onze oude steden, op vele plaatsen in Europa, liggen nog vele bewijzen van de vroegere betekenis van de Heilige Jacobus de Meerdere. Wie gefascineerd wordt door de tocht naar Galissiën en door de studie van dat verleden, geraakt er nooit meer van los !
Eens, 27 jaren geleden al, was ik een enkeling die van het voorrecht mocht genieten , me los te maken van thuis, van mijn werk, van mijn lasten en zorgen, en ik legde de aloude weg af die mijn lichaam veredelde, mijn geest heeft verruimd, en wat betreft mijn ziel weet ik dat ik mag tellen op de Heilige Jacobus om die zaak in orde te brengen .
Na lang en doelbewust zwerven, zal de hedendaagse pelgrim , in de schaduw van San Martin de Fromista of elders, tijdens het nuttigen van een banaan en een homp brood, wellicht ook beseffen dat Jan Bluds daar eigenlijk nog niet zo lang geleden was voorbij gekomen, want in de Rio Arga weerspiegelde de Puente nog steeds als in 1402. Naast zijn bestofte rugzak, zijn vuile fiets, krijgt ook nu deze moderne pelgrim wellicht dat eigenaardig gevoel , dat kortstondig inzicht in het tijdloze, in de eeuwigheid. Dat gebeurt niet omdat hij te lang in de Spaanse zon heeft gewandeld of gefietst.
1986. Jacobus, U die zoveel eer werd aangedaan, waarom zijn we U vergeten ?
Santiago de Compostela, Spaans galjoen met zoveel rijkdom, hoe diep ben je gezonken in de oceaan van de onverschilligheid van deze tijd ?
Journée Wilfried.
( aangepaste versie uit 2011 van wat in 1986 werd gepubliceerd in Het Open Venster )
In de Verenigde Staten werden de wielerkampioenschappen voor profs op de weg in 2011 verschoven van september naar het laatste weekend van mei. Eén week na de sterk aan belang winnende Amgen Tour of California zijn de eliterijders van de USA in forme, is er meer aandacht van media, sponsors, publiek , en ligt de economische bedrijvigheid stil ter gelegenheid van Memorial Day ( maandag 30 mei - de dag van herinnering aan allen die hun leven gaven in militaire dienst), zodat de overheid vlotter wielerkoers toelaat op de openbare weg. Voor de titels, individueel tijdrijden en wegkoers in omlopen, werd er gestreden te Greenville City in South-Carolina gelegen in het Zuidoosten. Dit is de thuishaven van George Hincapie. Deze wielerkampioen is door ons allen goed gekend. Hij reed 16X de Ronde van Vlaanderen, 14 X Gent-Wevelgem, en 14 X Parijs-Roubaix . Hij betwistte 15 X de Tour de France, als meesterknecht van Lance Armstrong. Hincapie nam ook deel aan 5 Olympische Spelen. Greenville hoopte dus zeker dat haar George in eigen stad voor de vierde maal de belangrijke trui zou in zijn bezit nemen. Een andere bekende from Greenville is de zeventigjarige dominee Jesse Jackson, voorvechter voor mensenrechten, die tweemaal in de running was voor president van de USA .
Op zaterdag werd de tijdrit gewonnen door specialist David Zabriskie (zesde titel), voor Tom Zirbel op 31", en voor Matthew Busche en Brent Bookwalter op 59". Nazicht van de chrono's en de computers bewees dat Busche één tiende van een seconde minder nodig had om de 33,3 km af te leggen. Hij kreeg de bronzen medaille. Precies één week eerder in de finale van de voorlaatste rit van de Ronde van California , tussen Claremont en Mt Baldy, op een klim van 8,9 % , hadden de laat opblijvende wielerfanaten zoals ik op Eurosport Televisie gezien hoe ene ' Bou-Shaye' plots met ' amazing good legs' het tempo verhoogde van de kopgroep zodat de koers werd beslist ten voordele van zijn kopmannen Horner en Leipheimer. Zelfs de klimmer Andy Schleck werd uit de wielen gereden. Wie is die ' Bou-Shaye' ? Wel , in beschaafd niet-Amerikaans is dat Busche !
Matthew Busche heet die man. Mogen deelnemen als knecht in het grote Radioshack Team aan de Ronde van California was een enorme ' boost' voor deze wel speciale figuur die in het wielrennen van het hoogste niveau nu pas is verschenen. In de vroegere amateurtijden van de sport was het al een gewoonte geworden dat één jaar voor de Olympische Spelen uit het enorme menselijk potentieel, dat aanwezig is op Amerikaans grondgebied en nog altijd wordt verbeterd door de immigratiegolven van nieuwe witte, bruine, zwarte, en gele jonge mensen, er plots uit het niets als het ware, althans voor ons met de weinige info die we kregen op onze sportbladzijden, uit het universitair milieu plots een lange gespierde slungel verscheen die zeer 'cool and clever ' wereldrecords begon te evenaren of te verbeteren, in het lopen, het springen, het zwemmen, het boksen, het scoren voor een dreamteam.
In de tijden van vandaag kunnen wij de sport ' life' volgen op TV en op PC. Als er een nieuw mannetje of vrouwtje verschijnt tussen de winners, de revelaties, de ontdekkingen in de bonte sportwereld, dan weten wij het nu direct ook. We houden echter toch altijd nog even het hout van onze tafel vast wanneer we nieuwe prestaties zien die buiten het normale liggen. Het spook van de doping en omkoperij blijft immers in de hedendaagse sporten rondfladderen. Ik ben nog iermand die gelooft in de echtheid van alle uitslagen en dit zolang deze niet worden gewijzigd door mensen die dat kunnen en mogen.
TEAM RADIOSHACK . ( www.teamradioschack.com ) The ' Boss' Armstrong en de manager Bruyneel bouwden vanaf eind 2009 een internationaal PRO-TEAM samen met de internationaal bekende ploegleiders Demol, Gallopin, Azevedo, Ekimov, Beppu,Bewley,Brajkovic,Busche,Cardoso,Deignan,Hermans,Horner,Hunter,Irizar,King,Kloden,Kwiatkowski,Leipheimer,Lequatre, Machado,McCartney,McEwen,Muravyev,Oliveira,Paulinho,Popovych,Rast, Rosseler.Rovny,Selander,Sergent,Zubeldia, zijn de renners uit alle continenten die in 2011 de kleuren van dit team verdedigen. De Texaanse sponsor RADIOSHACK is een keten van 4.400 winkels waar de consumenten alle grote en kleine electronische toestellen kunnen kopen . Vroeger dan het jaar 2000 was de naam TANDY.
Matthew Busche, geboren op 9 mei 1985, 1m77 en 70 kgr, was reeds als student intens bezig met duursport, maar dan niet met fietsen maar wel met lopen. Hij deed niet zo maar aan wat jogging, maar hij won tweemaal het nationale kampioenschap in het veldlopen en in de 3000m steeple op de piste werd hij in de nationale ploeg geselecteerd. Problemen met een knie in 2005 verplichtten hem echter van minder te lopen en zo begon hij voor de conditie te fietsen terwijl hij ook vorderde met zijn studies. Met een diploma op zak begon M.B. op het einde van 2007 meer en meer met vrienden te rijden. Deze duwden hem weldra in de koersen voor amateurs. Het talent en de inzet van Busche was zo groot dat hij in twee jaren omhoog jumpte van wielertoerist tot de beste Elite z/c van Wisconsin. Op 14/8/2009 kreeg Busche een telefoontje van Jonas Carney met de vraag of hij als stagiaire vier dagen in de Tour of Utah wilde rijden voor de ploeg Belly Benefits. Daar toonde M.B. zijn kwaliteiten als tijdrijder en als klimmer door het behalen van een zevende plaats tussen schoon volk. Drie maand later kreeg M.B. terug een telefoontje van iemand met een buitenlands accent, blijkbaar een Belg, die zo maar vroeg of hij niet voor Lance Armstrong wilde rijden. Matthew dacht dat het een studentengrap was van één van zijn vrienden die graag imiteert. Het bleek achteraf toch de waarheid. Johan Bruyneel viste deze renner uit het niets op en bood hem een profcontract, een ongelooflijke kans.
EEN OVERWINNING DIE EEN LEVEN WIJZIGT .
Het was vochtig en warm, ' a soaring temperature' toen de renners van start gingen, reeds 90° Fahrenheit ( 32,2 C°). Goed eten en drinken, zich afkoelen met wollen sokken waarin ijsblokjes steken, was vitaal in zulke omstandigheden en werd aangeraden door de medewerkers van het Team Radioshack. De moeder en de vrouw van Busche zorgden langs het parkoers voor extra-drinkbussen. Jason McCartney was mee in de vroege vlucht, zodat de twee andere vertegenwoordigers van de ploeg , de titelverdediger Benjamin King en Matthew Busche rustig in de wielen bleven. De koers bedroeg 115 miles ( 186 km) verdeeld over 4 grote rondes van 22,5 miles doorheen het National Paris Mountain Park waar telkens een stevige helling werd beklommen, en daarna volgden 3 kleine rondes van 4,2 miles. Ondanks de hitte werd er 16 minuten sneller gereden dan voorzien op het snelste schema. Toen de vroege vluchters ' the breakaway fellows' even voor in de laatste klim allen werden terug ingelopen kon Jason Mc Cartney nog hulp bieden aan ploegmakkers die volgden, zodat Tejay Van Garderen werd geneutraliseerd op het gepaste moment toen er nog 30 kanshebbers overbleven . In het land waar eens de Cherokee Indianen woonden bereikten twee renners samen de rode vod , de ene was in dit sprookje de haas en de andere de schildpad. Het was duidelijk dat Hincapie de begeerde trui met de Stars and Stripes zou gaan winnen. Maar op die magische dag van mei had de Grote Manitoe beslist dat ' Bou-Shaye' mocht winnen. Voor die ongewone sportman werd Memorial Day onvergetelijk, 'with this career-changing and life-changing victory !.) . Hij beloofde dat hij zijn kampioenentrui nog veel eer zal aandoen; Wel, ik vind dat het de moeite waard is om die Matthew Busche voortaan met interesse te volgen .
Laten wij nu eens lezen wat hijzelf schreef op zijn leuke blog in het vliegtuig op weg naar Europa :
http://matthewbusche.blogspot.com We sprinted down the right side of the road, tight to the barriers. The crowd noise was deafening. I remember seeing the meter signs coming by for 200, 150, 100 and then 50 meters to go. The line was approaching way too fast. I moved left and sprinted with everything I had left. It came down to a bike throw and neither George or I knew who had won. I waited anxiously to hear the results. Time seemed to stand still. I stood in the middle of the road as the cameras and press began to swarm. I watched as others finished. Time passed soooo slowly until finally the radio crackled through with the numbers of the top three racers. Two, thirteen, thirty two... I had won! I had beaten the legendary, three time US pro champion George Hincapie to win my first US national title. Wow !
UITSLAG USPRO'11 (Roadrace).
1. Matthew BUSCHE , 2. George HINCAPIE, 3. Ted KING op 2", 4. Tejay VAN GARDEREN op 7", 5. Kyle WANSLEY op 29" , 6. Alex CANDELARIO, 7. Kenneth HANSON, 8. Ben KING, 9. Brent BOOKWALTER, 10. Chase PINKHAM, 11. Danny PATE , 12. Christopher JONES, 13. Oscar CLARK, 14. Jeff LOUDER , 15. Lucas EUSER, 16. Frank PIPP, 17. Tyler WREN, 18. Matthew COOKE, 19. Bernard VAN ULDEN , 20..Timothy DUGGAN ...... Er waren 44 finishers, en 66 opgevers ( waaronder Leipheimer, Horner, Farrar, Danielson, Talansky,Zabriskie,Phinney, ...) .
In de Tour of California werd ik een veel beter renner.
De linkshandige Ding Ning uit Beijing is in de late namiddag van zaterdag 14 mei 2011 te Rotterdam Wereldkampioene in het Dames Enkelspel geworden. Tijdens een fascinerend duel tegen haar landgenote Li Xiaoxia kon deze felle en snelle meid op het einde een reeks van zeven zegevierende punten scoren waarmee zij bewees van de allerbeste te zijn, de nieuwe koningin van de belangrijkste sport in China. De twintigjarige Ding Ning ( ° 2 juni 1990)stormde aanvankelijk naar een 3/0 voorsprong, maar toen klapte zij plots in mekaar, niets scheen haar nog te lukken, en haar ervaren tegenstreefster kon de partij helemaal omkeren. Het werd een finale om kippenvel van te krijgen. De beste won zeer verdiend en dat is steeds mooi in elke sport. De score : 12/10, 13/11,11/9, 8/11,8/11 en tenslotte 11/7 nadat het 4/7 was geweest.
Wegens haar oneindig talent werd de vandaag gekroonde Ding Ning reeds als tienjarige aanvaard in de vermaarde Shichahaï Sportschool van de Chinese hoofdstad, de kweekvijver voor de wereldkampioenen. Haar naam werd bekend vanaf 2005 toen zij wereldkampioene werd bij de meisjes-juniores. Naast eeuwige roem in China en aangrenzende Aziatische landen, volgt voor deze jonge sportvrouw ook financieel een schone toekomst door de nieuwe betere economische situaties, de sponsoring en de media in haar land. Bravo Ding Ning . Ik heb werkelijk genoten van deze pingpongmatch, en ik was je supporter vanaf de eerste rally.
De oppermachtige Ding Ning versloeg deze week zeven sterke speelsters en werd wereldkampioene.
Tussen de Passo del Bocco en Rapallo ligt Chiavari.
Op weg naar Rome en verder, over de Strade Bianche, de Etna, de Grossglockner, de Zoncolan, liggen nog zovele moeilijkheden voor de Giro-renners van 2011 alvorens zij als helden van berg en dal de Piazza del Duomo van Milano bereiken op zondag 29 mei. In het dorpje Mezzanego na de Passo del Bocco kwamen een klim, een doortocht en een afdaling die niet vreesaanjagender waren dan een geitje terwijl nog dinosaurussen, draken, buffels en grizzly's zouden komen tijdens de volgende twee weken, is het nog volledige peleton het noodlot tegengekomen. Een jonge kerel, zo welgekend en graaggezien als W.W. en troef van de flamboyante nieuwe topploeg uit Luxemburg is met zijn kop tegen de rotswand gebotst. De jonge sandwichman van Leopard-Trek was op slag dood, ' ... no ha sofferto ...' was ons aller enige troost. Ellende, verdriet, angst, volgden na dit fatale drama. Het dorpje Mezzanego kwam plots ook in de geschiedenisboeken te staan want daar verongelukte op 10 mei 2011 de Vlaamse wielrenner Wouter Weylandt.
De aanvallers bereikten bijna Chiavari. Ik was me al aan het afvragen wat de heren reporters van de televisie zouden gaan vertellen over Chiavari en Rapallo. Zij leren onze kijkers toch zoveel over het diepe Italië, met haar wijnen en haar heiligen, haar zangers, filmsterren, en campionissimi van vroeger, en dit jaar uiteraard over de vrijheidsstrijders van Garibaldi, in hun tijd terroristen maar omdat zij doorbeten en wonnen, vandaag historische helden van de Republica Italiana. Onze reporters waren sprakeloos en K.O. want in één flits was niets nog belangrijker in deze Giro dan wat de Goden hadden voorzien voor de gevallen renner, voor de drager van het rugnummer 108, en wat de volgende dag op de hoofdbladzijde zou komen van La Gazzetta dello Sport.
Sul lungomare aan de Golf van Tigullio, waar de Entella de zee instroomt, zal het leven verder gaan. Te Chiavari zullen nog steeds mooie stoelen worden gemaakt en verkocht. De Ligurische Zee, de gekleurde huizen, de arcadegalerijen, de vissershaven, de plezierboten, de wijn, de zon, de bloemen en de schone vrouwen, zullen te Chiavari de bezoekers verder doen komen. Slechts enkelen zullen de naam Weyland voor het nageslacht blijven bewaren met een eerbiedige ' Memento Homo ...' .
Chiavari kwam reeds in 1949 in het grote wielerboek te staan. Niet met een bijzondere sombere bladzijde als nu, doch met een bladzijde van vrede, overeenkomst, goede afspraken, kalmte en hoop. Met 'Il Patto di Chiavari' gesloten door Alfredo Binda tussen Gino Bartali en Fausto Coppi, kwam er in juni 1949 kalmte tussen de aartsrivalen, hun supporters en hun waterdragers in de Ciclismo su Strada . ' Un accordo de non belligerenzo' werd bereikt zodat de grootste Italiaanse coureurs aller tijden samen in één ploeg zouden samenwerken 'alla conquista della maglia giallo' in de Tour de France. Oudere wielerfanaten weten hoe geweldig die Tour 1949 is geweest, zo prachtig beschreven in de betere wielerboeken van Buzzati, van Nucéra, en van andere penneridders uit de fifties en later. Voor de nog jonge TV-reporters schijnt de wielersport begonnen te zijn in de Merckx-tijd, maar dat is niet waar. Alfredo Binda ' en grand seigneur' bereikte te Chiavari een vredesovereenkomst die niet minder betekende dat wat Garibaldi had gepresteerd . Op weg naar Rome ligt ook Rapallo en ik weet niet of het belangrijk is geweest dat Nietsche daar op vakantie was gekomen en er enige tijd zelfs had nagedacht over de zin en de onzin van het menselijk leven. Ik weet wel dat er tijdens de toekomende jaren fietsende pelgrims zullen langs komen niet voor Nietsche en niet voor niets, met enige gedachten over het ongelukkige cijfer 108, maar ook omdat te Rapallo Vredesverdragen zijn geweest in 1920 die de grenzen tussen Italië en het Koninkrijk der Serven, Kroaten, en Slovenen bepaalden, en in 1922 toen de Weimar Republiek Duitsland losmaakte van oorlogsschuld en de Bolsjevieken als de nieuwe machtshebbers in het grote Rusland erkenden.
Het leven gaat verder, zowel voor de grote denkers, als voor de gewone mensen, als voor de gladiatoren uit de sport. Even stoppen te Mezzanego voor Wouter, en ook voor de plaatselijke Beschermheilige Rochus van Monpellier, zou ik als voorbijtrekkende pelgrim op de weg naar Rome niet vergeten. Indien mogelijk zal ik er een bloemetje leggen, een kaarsje branden, enige eurocenten in de offerblok stoppen. In de jachthaven, aan het strand, tussen de kleurrijke huizen, zou ik wat later wel iets drinken of eten om het goed gevoel van de gelukkige mens te behouden.
Brood en Spelen eist slachtoffers. De renners van de Giro zijn de helden van de weg en vele helden hebben gemeen dat zij spijtig genoeg te vroeg zijn gestorven. Wij vergeten ze niet.
De dood kwam op de vijfde dag van de vijfde maand.
NAPOLEONE DI BUONAPARTE
Napoleone zoon van Carlo Buonaparte en Laetizia Ramolino, werd geboren te Ajaccio ( Corsica) op 15 augustus 1769. Hij is gestorven, vandaag precies 190 jaren geleden, op het vulkanische eiland St-Helena ( Zuidelijke Atlantische Oceaan) op 5 mei 1821. Die zo belangrijke man stierf daar ontgoocheld en gebroken in zijn 52ste jaar. Het is nooit duidelijk geweest welke de ware doodsoorzaak was, want medische kennis was toen veel minder dan vandaag. Zijn vele vijanden waren maar al te blij dat hij dood was. De Italiaanse dokter-filosoof-chirurgijn die door mama Buonaparte naar St-Helena was gestuurd om zijn gezondheid te verbeteren, had een meningsverschil met de andere aanwezigen betreffende de medische conclusies. Objectieve wetenschappers zouden vandaag de resten van des keizers lichaam eens helemaal goed moeten onderzoeken. Deze worden als relikwie bewaard in de Dome des Invalides te Parijs. Het zou teveel geld, tijd en discussie kosten aan de Franse Overheid om dat te realiseren.
De enkele mensen die de voormalige keizer nog trouw omringden op St.Helena, waar zij door politieke tegenstanders en door 2000 Engelse militairen werden in het oog gehouden, wensten niet naar thuisland Frankrijk terug te varen na de dood van Napoleon. Met eigen have en goed, en in het bezit van talrijke voorwerpen van Napoleon zoals ondermeer zijn bed en zijn laatste uniform, emigreerden in de andere richting naar Haïti, en later naar de Cuba. Napoleon's dokter François Antommarchi zwierf nog een tiental jaren rond in Europa, met zijn boeken en zijn kennis, maar weldra was hij er politiek ongewenst voor de nieuwe machtshebbers. Die trouwe dienaar van de familie Buonaparte emigreerde naar Louisiane, naar Mexico, vervolledigde zijn studies over oogziekten, opereerde met succes cataract. Enkele jaren nadien werd hij gevraagd een blinde dame te helpen op Cuba. Na een zoveelste verhuis met dienstboden, slaven, kostbare meubelen en Empire inboedel, kwam Dr François Antommarchi terecht in Santiago, waar zijn broer een handel in koffie had en waar ook vele andere asielzoekers met een Empire-verleden een nieuw leven hadden opgebouwd. De medische wetenschapper heeft er nog enkele jaren geleefd, doch stierf in 1838 door gele koorts. Hij liet daar studies en geschriften achter die hem als arts onsterfelijk maakten.
Persoonlijk kon ik in januari 2002 zijn gedenkplaat op het kerkhof van Santiago de Cuba terugvinden. Dit nadat ik enige dagen eerder te Havana het Museo Napoleonico had bezocht , waar ik zelfs even ben gaan zitten op het bed waarin Napoleon op 5 mei 1821 zou zijn gestorven
Het Museum van Napoleon te Havana werd op 30/3/2011 na renovatie terug geopend. Het bevat 8000 authentieke stukken uit de tijd van Napoleon, de nalatenschap van de Corsicaanse arts, de Empire collectie van suikerbaron Lobo ( de rijkste man van Cuba in 1959), andere schenkingen komende uit meerdere landen van Amerika en die wijzen op de rijkdom van de daar aanwezige Fransen op het begin van de XIXde eeuw, en ook giften van nog bestaande familieleden van Napoleon aan de leiders van het Cubaanse volk, Fidel en Raoul Castro.
Bonaparte was een groot militair en een groot staatsman. Alhoewel hij maar gedurende slechts 15 jaren de absolute leider van Frankrijk en van een groot deel van Europa is geweest, wordt hij beschouwd als een van de grootste figuren uit de wereldgeschiedenis. Tot vandaag zijn er voor ons allen nog gevolgen door beslissingen, wetten, organisatie, die dateren uit die periode. Meer zal ik daarover hier niet schrijven. Ik kan geen bewonderaar van de Franse keizer zijn. Omwille van macht en glorie van hemzelf, van La Grande Armée, en van la France, zijn vele jonge mannen van bij ons gesneuveld op de slagvelden. Over de machtige Napoleon, over zijn genie en over zijn fouten, over zijn sexleven en zijn familie, over zijn tijd, werden ongeveer 200.000 boeken geschreven, en werden ook talrijke films gemaakt .
Na een rampzalige veldtocht om Rusland te veroveren, met 500.000 man en 100.000 paarden, werd hij op 6 april 1814 gevangen genomen en verbannen naar het eiland Elba. Toekomende woensdag 11 mei 2011 start de vijfde rit van de Giro d'Italia te Piombinoaan de kust van Toscanië. Het is uit deze haven dat verliezer, de tiran, het monster, was gebracht naar zijn gevangenis op Elba. Hij zou daar tien maanden later ontsnappen om nog eens terug te keren via La Route Napoleon naar Grenoble. Onverbeterlijk en gevaarlijk als hij was, begon hij daar terug een leger te vormen om aan het laatste hoofdstuk van zijn heldenleven te beginnen, de 100 dagen die later zouden eindigen dans le feu et le sang de la morne plaine de Waterloo.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Vita e leggenda di GINO BARTALI.
De zwijgzame, de vrome, de mystieke, de monnik, de renner met gewijd water in zijn bidon, de winnaar die na de koers ging overleggen met zijn biechtvader indien hij had gevloekt, gespuwd, of ploegmakkers die zijn naasten waren slecht had behandeld, soms haalde hij een schurkenstreek uit om de koers te winnen doch daarna had hij altijd berouw en ging hij zelfs in een kerk of een kapel wat bidden .... . Is er ooit een misdienaar geweest die zo goed kon bergop fietsen als de Gino ? Gino Bartali zoon van Torello en Giulia, geboren op 18 juli 1914 en gestorven op 5 mei 2000 te Ponte-a-Ema nabij Firenze. Om de Kerk van Rome te redden zou het Vatikaan weldra best, na Johannes Paulus II , ook nog Gino Bartali mogen zalig verklaren. O, ja, het is waar, ... Bartali kan niet zalig worden verklaard omdat hij zijn leven lang zondigde, en dagelijks meer dan een pak sigaretten heeft gerookt, zeer ongezond, een slecht voorbeeld. Zonder zoveel rook te hebben in- en uitgeblazen zou de sterke Bartali nu nog altijd tegen 30km/u over de Strade Bianche hebben gereden, terwijl die gedopeerde Coppi al vijftig jaar zou dood zijn geweest. Foei Gino ! Het vagevuur zal je goed doen ! ... In welke koers is er een vagevuur ? ... in elke koers !
Gino Bartali, l'Uomo de ferro, le Lion de Toscane, is een bijzondere kerel geweest uit de interbellum tijd die niet meer zal terugkomen, uit een prachtig deel van de wereld met een blauwe hemel zoals er maar één is, en hij heeft gereden tegen renners (°) die zo verschrikkelijk goed waren in de Gouden Tijd van het Cyclisme. De tweede wereldoorlog heeft echter de loopbaan van deze wielerkampioen verdeeld in twee delen. Ondanks dit staan op het palmares van Bartali zovele grote overwinningen, en droeg hij 23 dagen de gele trui en 50 dagen de roze trui. Hij speelde 'n hoofdrol in 17 Milaan- San Remo, 13 Ronde van Lombardije, 13 Giro d'Italia, en 8 Tour de France. Hij was viermaal campione d'Italia . Op het einde van zijn leven werd hij Cavaliere di Gran Croce Ordine al Merito della Republica Italiana.
De schone stad op de Arno, Firenze , waar zoveel beroemde mensen leefden en werden geboren, wil Gino Bartali eren - omdat het in 2014 zijn 100ste verjaardag wordt - en zal uitpakken met een nooit geziene stunt , een geweldige handdruk van Frankrijk aan Italië, LE GRAND DEPART DU TOUR DE FRANCE aura lieu en Toscane au pays de Bartali.
Dante is een groot dichter, maar Bartali is een zeer groot atleet werd door de tifosi op de muren geverfd.
(°) tegenstrevers van Gino Bartali = Fausto Coppi, Fiorenzo Magni, Louison Bobet, Raphael Geminiani, Ferdi Kubler, Hugo Koblet, Stan Ockers, Raymond Impanis, Briek Schotte, Rik Van Steenbergen, Félicien Vervaecke, Sylvère Maes, Wim Van Est, Mariano Canardo, Miguel Poblet, ... enz.
Enige uitleg over dubbelspel, overspel, dobbelen, dubbelgangers, enz. .
TAFELTENNIS
De W.J. POPE TROPHY 1948 - Dubbelspel Dames. Knappe beker, ook omdat mijn initialen er op staan (W.J. = Wilfried Journée). De
De Zdenek Heydusek Cup 1948 is voor Mixed Doubles, en de Iran Cup 1947 voor Men's Doubles.
In de snelste balsport ter wereld is het dubbelspel zoals het wordt betwist door de Aziatische tafeltennistoppers een specialiteit waar de ploegen jarenlang voor trainen. Terwijl in het tennis de spelers de keuze hebben om de bal terug te spelen op een groter veld, moeten de tafeltennissers dat om de beurt doen, hetgeen veel vraagt van hun benen. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen zullen de Chinezen domineren. Voor de rest kan men verwachten dat veel koppels leuke momenten zullen meemaken tijdens de kwalificatiewedstrijden op dit wereldtornooi. Toch gebeurde het in het verleden dat ploegen die niet werden verwacht wereldkampioen werden, zoals Rosskopf-Fetzner in 1989, en Secrétin-Bergeret in 1977, maar nu zal dit waarschijnlijk niet meer gebeuren.
Mijn kleine Van Dale uit 1995 maakt het duidelijk met volgende woorden :
Dubbelspel = partij van twee tegen twee . Gemengd Dubbelspel = partij tussen twee teams, elk bestaande uit een man en een vrouw. Overspel = Geslachtsgemeenschap van iemand met een vaste relatie, met een ander dan zijn vaste partner. Dubbelspion = spion die voor twee elkaar bespiedende of bestrijdende partijen werkte. Dubbelganger = iemand die zozeer op een ander lijkt, dat hij voor deze kan doorgaan. Dobbelen = met teerlingen werpen om daarvan winst of verlies te laten afhangen.
Maar laten we vandaag toch maar zoeken op het internet want daar staat meer dan in onze woordenboek.
Jean-Mi , de grote gladiator, een oude grizzly die nog kan vechten. De jonge Lily Zhang uit het land van Mickey Mouse.
De grootmeesters spelend voor The Iran Cup . De duo's zijn samengesteld uit één linkshandige en één rechtshandige . De witte lijn verdeelt de tafel in twee gelijke delen en bepaalt de zone's voor de opslag.
In de periode 1950/1955 veroverde Angelica Rozeanu-Adelstein de wereldtitel zesmaal. Zij had het hoofd en de benen, maar moest zich toen nog niet meten met de geweldige speelsters uit Azië.
De sterkste pingpongspeelster uit het begin van de XXIste eeuw, komende uit de Volksrepubliek China, de prachtige sportvrouw ZHANG Yining, nam vorig jaar afscheid van de topsport. Door de enorme druk die op de schouders van haar opvolgsters kwam, verloor één jaar geleden de grote nationale damesploeg tegen het kleine Singapore, team samengesteld met uitgeweken Chinese speelsters die van nationaliteit waren veranderd. Ook Japan werd een bedreiging, doch recent werd vastgesteld dat de coaches en de trainers ervoor hebben gezorgd dat de vertegenwoordigsters van de Volksrepubliek, het China van Peking, Sjanghai en Guangzhou, nog sterker werden en nu sterker zijn dan ooit.
In de Topsportstad Rotterdam loopt de countdown voor het wereldkampioenschap van volgende week en liggen in de coulissen van de Ahoy Arena 10.000 pingpongballetjes klaar voor de spelers en speelsters uit 121 landen. Op twee jonge dames geboren in 1988 op dezelfde plaats Anshan in het verre China ligt de enorme druk om te moeten winnen in het enkelspel, want miljoenen Chinezen zullen de wedstrijden via de televisie kunnen volgen. De wat in gestalte kleinere en linkshandige Guo Yue zal zich wellicht tevreden stellen met twee of drie schone medailles want zij heeft al zeer veel gewonnen voor haar prijzenkast, vooral als dubbelspeelster. Daarom wordt verwacht dat de nummer één op de wereldranglijst Li Xiaoxia de kroon op haar kopje zal plaatsen. Toch is dit niet meer zo zeker als vroeger toen het steeds de hoofdcoach van de nationale ploeg was die op voorhand besliste wie als eerste het glorierijke laatste punt van een finale mocht scoren.
Naast de geciteerde namen is het rijke deelnemersveld samengesteld uit de ervaren Guo Yan die ook de plaats op de top waard is en vier andere leden uit de Volksrepubliek China, maar dan zijn er de directe concurrenten Korea, Japan, Singapore, Taipeh, Hongkong, Macao, Mongolië, en ook de speelsters uit de Chinese gemeenschappen die zich overal elders in de wereld hebben ingeplant of daarmee flink bezig zijn in alle sectoren. Zo zullen speelsters van het gele ras meespelen met de nationaliteit van Nederland, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Polen, Oostenrijk, USA, Turkije, Dominikaanse Republiek, Nieuw-Zeeland, Australië, Congo-Brazzaville, Trinidad, Canada, en El Salvador. Vertegenwoordigen zij het gele gevaar, of het terrorisme ? Zeker niet ! Pingpong is vredelievend, brengt alle mensen samen , en wordt gespeeld met fairplay door goed volk.
Ariel HSING uit Californië, de jonge kampioene, heeft als levensdoel te bewijzen dat de Chinezen uit USA ' the Best of the World ' zijn en dat is dan ook de lat zeer hoog leggen, een ' challenge' die de moeite waard is, volgens haar supporters Billy Gates en Warren Buffett .
De St.Bride Vase is de wereldberoemde Wisselbeker die voor een periode in het bezit blijft van de speler die de individuele WERELDKAMPIOEN TAFELTENNIS werd tijdens een tornooi ingericht door de Internationale Federatie gedurende enkele opeenvolgende dagen in dezelfde sportzaal. Deze trofee voor de wereldkampioen werd een eerste maal overhandigd aan de legendarische kampioen FRED PERRY in 1929. De toekomstige winnaar van de GAC GROUP WK te Rotterdam zal binnen twee weken deze trofee mee naar huis mogen nemen. Deze St-Bride Vase ging in 2009 te Yokohama naar WANG HAO, eerder te Zagreb in 2007, te Shangaï in 2005, te Osaka in 2001 naar WANG LIQIN, en in 2003 te Parijs naar WERNER SCHLAGER.
Wang Hao verdedigt zijn titel tegen Timo Boll, maar nog vele Chinezen zullen ook te Rotterdam wezen.
De inschrijvingen voor de WK 2011 overtroffen alle verwachtingen. Rotterdam hoopte op 700 spelers en speelsters. Er zullen er meer dan 800 komen, en zij zullen ook nog vergezeld zijn van meer coaches, leiders van federaties, familieleden en supporters. Van de 440 spelers die van plan waren te komen, bevestigden 19 niet. Zij werden geschrapt. Omdat zij medisch niet in orde zijn moeten twee kampioenen forfait geven, en enkele Chinezen en een Koreaan treden slechts aan in dubbelspel. Dat betekent dat de strijd voor de St.Bride Vase wordt betwist door 417 spelers, waarvan de 64 best genoteerden op de wereldranking zorgvuldig op de hoofdtabel worden geplaatst voor de eerste ronde. Voor een talrijk publiek en voor het oog van de camera's wordt trapsgewijze geloot zodat de allersterksten mekaar niet in een te vroege fase zouden uitschakelen. De minder sterke 353 spelers betwisten de kwalificatiematchen die ook 64 tornooispelers in de hoofdtabel brengen. De hoofdscheidsrechters zorgen dat spelers met dezelfde nationaliteit niet tegen mekaar in het strijdperk komen tijdens de aanvangsronden. Zij die verliezen moeten hun palet nog niet weggooien, want Dubbelspel Heren en Dubbelspel Gemengd behoren ook nog tot het WK programma, alsook op woensdag-donderdag een WK Rotterdam Troosting Tornooi van hoog niveau.
Onze landgenoot Jean-Michel SAIVE speelt als 41 op de ranking (zie linksboven op deze blog) en . moet zich niet doorheen de voorronde wringen, smashen en pingen. Na lottrekking krijgt hij zijn plaats toegewezn tussen 33 en 64 op de hoofdtabel.
Onze Jean-Mi zal maar één enkel puntje moeten spelen en dan zal hij officieel in zijn sport aan twintig wereldkampioenschappen hebben deelgenomen (*). Dat is een wereldrecord ! Hij overtreft dan zelfs qua deelnames de legendarische Victor BARNA.
Via enige echte prestaties op deze GAC GROUP WORLDCHAMPIONSHIPS 2011 zal de Luikse topspinner zich misschien kunnen handhaven op de wereldrangschikking N° 6 die volgt op de grote krachtmeeting van volgende week. Door het feit dat maar maximum twee Chinezen, twee Koreanen, twee Duitsers, twee Japanners, twee Zweden, twee Russen, twee Oostenrijkers, twee van Hongkong, ... door het gewijzigde reglement op de Londen Olympics zullen mogen deelnemen, staat Jean-Mi voorlopig op de 26ste plaats van de 28 spelers die reeds op 1 juni 2011 een recht op deelname in tafeltennis zullen verwerven voor hun nationaal Olympisch team.
Met enige irritatie las ik vorige week ergens in een domme krant dat maar 28 tafeltennissers naar de Olympische Spelen mogen. Dit is volledig fout. Tafeltennis is een grote sport in Azië en wordt Olympisch als zeer belangrijk aanzien vooral omdat in de armere landen van de Derde Wereld deze sport zowel voor jongens als meisjes helemaal open staat en goedkoop is voor de beoefenaars. Ook voor gehandicapten en ouderen biedt tafeltennis schone mogelijkheden.
Het I.O.C. , nog altijd onder de leiding van Dr Jacques Rogge, voorziet 172 plaatsen voor de tafeltennissers op de Spelen van Londen, 86 mannen en 86 vrouwen uit meer verschillende landen als voorheen, omdat deelnemen belangrijk is. Een eerst selectie volgend op het WK geeft 28/86 plaatsen. Tussen 1/6/2011 en 22/4/2012 worden er Olympic Qualifications betwist op de 6 continenten voor een tweede trein met 40/86 plaatsen ( Africa 6, Asia 11, Europa 11, Latijns America 6, Noord-Amerika 3, Oceanië 3). In derde instantie wordt er een Finale Wereldqualificatie betwist met nog 2 spelers die mogen aanzetten in enkelspel, maar ook nog met 14 bijkomende spelers die slechts als derde pion in de 16 landenteams zullen aantreden. Ten slotte zijn er ook nog twee invitaties, één voor iemand uit het gastland en één verdienstelijke speler uit de rest van de wereld. Voor de vrouwen loopt dezelfde procedure.
Hopelijk kan de veteraan Saive zich weldra plaatsen, want voor Peking liep dit vier jaar geleden helemaal niet vlot. Een zevende deelname aan de Olympische Spelen zou natuurlijk iets fantastisch zijn voor deze Grote Globetrotter uit de bij ons nog altijd kleine tafeltennissport.
(*) Jean-Michel SAIVE 20 ( Tokyo, New Delhi, Dortmund, Chiba, Gothenburg (2), Tianjin, Manchester, Einhoven, Kuala Lumpur, Osaka, Parijs, Doha, Shangai, Bremen, Zagreb, Guangzhou,Yokohama, Moscou, Rotterdam, ... ) Victor BARNA 19 (Wembley (4), Bucharest, Bombay, Wenen, Stockholm, Parijs (2), Cairo , Baden (2) , Praag (2), Budapest (3), Berlijn .)
In 1965 scoorde ene Michel uit Courbevoie onvoorstelbaar hoog met een eerste liedje dat hij toen bracht Chez Laurette. In 2011 beseffen de senioren die we zijn maar al te goed hoe schoon die jaren van toen wel zijn geweest. Alles is verdwenen , onze jeugd, het kleine café op de hoek waar we op de flipper konden spelen en onze centen in de gleuf van de juke-box staken. Die moederlijke bazin van toen, vrouwen zoals er waarschijnlijk geen meer achter de tapkast staan, zij hebben ook geleefd maar dan in een tijd toen de biertjes nog minder dan één euro kostten en alle jonge kerels rookten omdat dit nog niet schadelijk was voor de gezondheid.
Plots, na een lang leven met hoogten en laagten, dook Michel de zanger van toen weer op . Deze zestigplusser zingt beter dan ooit en er zijn nu in la France de la Chanson ernstige personen die beweren hij eigenlijk zo goed was en zo onsterfelijk is .... als Brassens, Brel, Bécaud, Ferré, enz. ... . Op internet Youtube is het mogelijk terug naar de liedjes van Michel Delpech te luisteren. Wat een klasse heeft die man toch !
MICHEL DELPECH Paroles de Chez Laurette:
Bij Loretta À sa façon de nous app'ler ses gosses Op haar manier noemde zij ons 'haar studentjes' On voyait bien qu'ell' nous aimait beaucoup En zo zagen wij dat zij veel van ons hield C'était chez ell' que notre argent de poche Het was bij haar dat ons zakgeld Disparaissait dans les machines à sous Verdween in de geldmachines. Après les cours on allait boire un verre Na de lesuren gingen we een pint drinken Quand on entrait Laurette souriait Als we binnenkwamen glimlachte Loretta Et d'un seul coup nos leçons nos problèmes En meteen verdwenen lessen en vraagstukken Disparaissaient quand ell' nous embrassait Uit onze kopjes na een zoentje van haar C'était bien, chez Laurette Het was goed bij Loretta Quand on faisait la fête Wanneer we plezier maakten Elle venait vers nous.. Lau - rette Kwam zij tussen ons zitten .... Loretta.
C'était bien, c'était chouette Quand on était fauché Elle payait pour nous.. Lau - rette
Et plus encore afin qu'on soit tranquille Dans son café y avait un coin pour nous On s'y mettait pour voir passer les filles Et j'en connais qui nous plaisaient beaucoup
Si par hasard on avait l'âme en peine Laurette seule savait nous consoler Ell' nous parlait et l'on riait quand même En un clin d'il ell' pouvait tout changer
C'était bien chez Laurette On y retournera Pour ne pas l'oublier Iaurette
Ce s'ra bien ce s'ra chouette Et l'on reparlera, Des histoir's du passé Chez Laurette
Ce s'ra bien ce s'ra chouette Et l'on reparlera, Des histoir's du passé Chez Laurette
À sa façon de nous app'ler ses gosses On voyait bien qu'ell' nous aimait beaucoup C'était chez ell' que notre argent de poche Disparaissait dans les machines à sous
Après les cours on allait boire un verre Quand on entrait Laurette souriait Et d'un seul coup nos leçons nos problèmes Disparaissaient quand ell' nous embrassait
C'était bien, chez Laurette Quand on faisait la fête Elle venait vers nous.. Lau - rette
C'é tait bien, c'était chouette Quand on était fauché Elle payait pour nous.. Lau - rette
Et plus encore afin qu'on soit tranquille Dans son café y avait un coin pour nous On s'y mettait pour voir passer les filles Et j'en connais qui nous plaisaient beaucoup
Si par hasard on avait l'âme en peine Laurette seule savait nous consoler Ell' nous parlait et l'on riait quand même En un clin d'il ell' pouvait tout changer
C'était bien chez Laurette On y retournera Pour ne pas l'oublier Iaurette
Ce s'ra bien ce s'ra chouette Et l'on reparlera, Des histoir's du passé Chez Laurette
Ce s'ra bien ce s'ra chouette Et l'on reparlera, Des histoir's du passé Chez Laurette
Cela s'etait passé il y a 27 ans déjà. Immobilisé pendant trois mois suite à une opération, les médecins m'avaient obligé à ne pas faire de la bicyclette ce printemps-là. C'est seulement après Pâques qu'il m'était permis de pédaler à nouveau. J'avais remis moi-même ma bicyclette en ordre , mais maladroitement, car un nouveau rayon dépassait un peu trop la jante et le ruban protecteur était trop mince, ce qui fut rapidement déjà la cause de trois crevaisons lors de ma première sortie du lundi de Pâques. Me voilà donc avec un pneu plat dans la campagne entre Cras-Avernas et Walshoutem. Avant de mettre une Rustine pour réparer une troisième fois, après 50 km ce qui était déjà bien pour une reprise. J'ai enlevé mon tricot et mon maillot, et torse nu je me suis étendu dans l'herbe d'une prairie pour profiter du magnifique soleil de ces moments-là. Couché sur le dos, le visage face au soleil du ciel et les yeux fermés, je me suis mis à penser à mes projets de cycliste et à mes vacances de 1984, et c'est là et alors que j'ai pris la décision de faire à bicyclette en solitaire pendant un mois la Route de Saint Jacques de Compostelle. Je me trouvais au coeur de la Hesbaye où les provinces de Liège, Limburg et Vlaams-Brabant se rencontrent en un seul point. C'était donc dans cette campagne où en une année lointaine, en 1213, le Prince-Evêque de Liège Hugues de Pierrepont avait remporté la Bataille de Steppes qui serait très importante dans l'histoire de la Ville Ardente. Ce bon Prince y fit alors la promesse de faire le grand pélerinage de Compostelle pour remercier la Vierge, les Saints, et le Bon Dieu, pour la victoire remportée et pour la sauvegarde de la vie de beaucoup de citoyens, chefs de famille, artisans, amis et alliés de la Cité de Liège.
C'est ainsi que ma route vers le Finisterre de l'Espagne débuta. Environ mille jours après ce lundi de Pâques, par mon pélerinage, j'étais devenu un homme bien transformé et meilleur. C'est alors que l'idée m'était venu d'écrire en alexandrins antiques ce qui ressemble à un poème. Regardez. Lisez ce qui suit.
Le Jacquet qui pédalait.
Un beau matin un Hesbignon prit la route Il mit dans sa besace un casse-croûte Et vers le Sud remonta le fleuve Meuse Jusqu'en ce bois vert où source il se creuse Des pluies fortes au pays de Vercingétorix L'obligèrent à bien se frictionner au Vicks Après avoir rencontré le serpent T.G.V. Son pneu-avant soudainement a éclaté Vezelay, beauté perchée sur la colline Au coeur du Morvan, qualité de vie fine
A l'hôtel des bons cyclistes de Limoges En vue du réveil il mit tôt ses horloges Sa grande distraction en cette matinée Causa un demi-tour pour remettre la clé Bon anniversaire il eut en Gascogne Mais coups de pédales furent sa besogne Son superbe maillot noir de joyeux coucou Au Musée de Massie fut pendu à un clou De jour en jour il poursuivit son avance Sur départementales de belle France
Son but était les terres de Don Quichotte Contre les vents il luttait à la Briek Schotte Enfin il arriva aux portes d''Espagne Pays des conquistadores, pays de cocagne Coquille au guidon, béret très bizarre A grand braquet il traversa la Navarre Ce n'est certes pas un mensonge de gamin Saint Jacques a voulu qu'il suivit Indurain Ses pneus Michelins écrasaient la poussière Et vin du Bierzo était moins bon que bière
N'ayant pas de bourdon pour écarter les chiens Il les frappa avec sa pompe et ses mains Près de bien mille années après tant d'autres Cet homme se rapprocha du grand Apôtre Pour la simple raison qu'un lundi de Pâques A Steppes il jura d'aller à Saint-Jacques Si mauvais sujet de l'Eglise de Rome Dans les couvents il n'était guère welcome Pourtant de ce vrai pèlerin grand et barbu Les pas étaient bénis par l'ami de Jésu
Estella, Santo Domingo, Foncebadon C'était l'antique chemin roman du pardon Que jadis des Flandres, de Xanten, de Paris Des milliers de nos ancètres avaient suivi L'Aigle de Tolède dans le Col du Poyo En danseuse avait grimpé comme un sot Ce cyclo a souffert comme une bête Jusqu'en Galice il fit course en tête A Monjoie un compagnon lui dédia chanson Un air bien connu dans le Nord plein d'émotion
Portique de la Gloire et Cathédrales Pèlerin du Chemin au Champ des Etoiles.
Nonkel Ping vertelt : ' Onlangs heb ik terug Nancy Wu ontmoet. Dat gebeurde per toeval eigenlijk , doch ons wederzien was heerlijk. '
叔叔平说:我最近又见面了胡定欣。这真的发生意外,但我们的团聚是美好的。'
Shūshu píng shuō: Wǒ zuìjìn yòu jiànmiàn le húdìngxīn. Zhè zhēn de fǎ shēng yìwài, dàn wǒmen de tuánjù shì měihǎo de. '
Het was reeds veertien jaren geleden immers dat ik haar de Hsu Shao Fa Opslag had geleerd die zij sedert Sydney 2000 perfect kon uitvoeren van uit ontelbare posities. Vele uren brachten wij in die tijd samen door in de Opperman Tischtennis Club van Adelaïde waar ik vrijwilligerswerk deed voor mijn Kerk en aan de jongeren iedere avond vanaf 18.00 uur onderricht gaf in het tafeltennis. Nancy was mij nooit vergeten want mijn lessen en mijn goede raad hadden haar leven bijzonder boeiend gemaakt. In plaats van dienster in Restaurant The Rising Sun van haar familie was zij een internationale sportvrouw geworden, een kampioene uit Australië bekend van Tuvalu tot Qatar, en van Cape Town tot Séoul. Zij wist zelfs nog dat ik haar had geleerd hoe een pingpongbal ongezien met zweet of speeksel kan worden nat gemaakt zodat hij op het palet van de tegenstreefster gewoonweg uitritst of dood valt. Nee, zij was mijn geduld, mijn aandacht, mijn inzet, mijn tijd, niet vergeten. Toen ik haar op de stoep tegenkwam en zij uit een taxi stapte met twee andere jonge dames, huppelde zij speels naar me toe, en toen zij echt zeker was dat geen persoonsvergissing mogelijk was en wij de tijd hadden, nodigde zij me uit om in de bar van het hotel een glaasje champagne te drinken. Terwijl Wang Yining en Zhang Yue zorgden voor alle bagage zaten wij weldra heerlijk samen, ik met mijn grijs wordende baard en zij met haar onvergelijkbare glimlach.
Wij zijn drie dagen samen gebleven in dat Pullman Airport Hotel van Guangzhou. Daarna moest de grote speelster het vliegtuig nemen naar Singapore waar zij de volgende zondag als halve finaliste een prijs van 10.000 $ zou veroveren. Voor haar vertrek schonk zij me echter haar Tibhar sportzak, een dozijn Friendship balletjes, en een schone foto van haar waarop zij aan de achterkant haar handtekening plaatste en en een aantal lieve woorden schreef die voor mij alleen waren bedoeld. ( Hieronder deze foto van Nancy de knappe pingpongster die me nog altijd graag ziet ... ! ) .
Tuesday, April 19 2011- Grosseto - Grosseto - 148 km
Wednesday, April 20 2011- Follonica - Casciana Alta - 162 km
Thursday, April 21 2011- Lucca - Montecatini - 140 km
Friday, April 22 2011- Capannori - Subbiano - 165 km
Saturday, April 23 2011- Subbiano - Gaiole in Chianti - 145 km
Na zijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen voor Beloften in terra fiamminga , werd Salvatore PUCCIO door zijn tifosi de nieuwe Magni, Ballerini, Tafi, Bartoli, ... genoemd. Hij moet het nu opnemen tegen een zeer sterk deelnemersveld in eigen Toscane in de vierde proef voor de Beker der Naties voor wegrenners die in 1989, 1990, 1991 of 1992, werden geboren.Vijfentwintig teams stonden vandaag aan de start van deze rittenkoers. De senioren wielerfans die nog met nostalgie terugdenken aan de oude tijd van de landenploegen in de Tour de France, zullen ongetwijfeld wakker worden en interesse hebben voor de strijd tussen de nationale ploegen in Toscane, regio met schitterende landschappen, culturele erfenissen, sfeervolle oude steden, fantastische wijnen en streekgerechten, maar ook Terra di ciclismo en land van dichters en mooie vrouwen.
Sean De Bie en Martijn De Baene kregen het vertrouwen van bondscoach Dubois voor editie 2011 van De Ronde van Toscane voor Beloften.
Tim Wellens, 1m83 en 62 kgr, de klimmer en aanvaller uit Aalst-bij-Sint Truiden moet nog 20 jaar oud worden.
Deelnemende landenploegen. Partenti. Frankrijk - België- Groot Brittanië- Rusland- Italië- Denemarken-Nederland- USA - zijnde de besten in het algemeen klassement na de drie ééndagskoersen van april (Ronde van Vlaanderen, La Côte Picarde en France, ZLM Tour Nederland) en voor de komende rittenkoersen ( Toscane- Ville de Saguenay Canada- Tour de l'Avenir France). De andere teams : Australië, Canada, Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Ukraïne, Roumenië, Luxemburg, Zwitserland, Slovenië, Kazakstan, Spanje, Portugal, Eritrea, en tenslotte nog het opleidingscentrum van de U.C.I. te Aigle met haar stagiaires uit Iran, Ethiopië Korea, Uzbekistan, Mongolië, Algerijë. Prachtig deelnemersveld ongetwijfeld.
De Belgische ploeg onder leiding van Jean-Pierre Dubois treedt aan met een sterke kern van Omega Pharma Lotto Davo en dat zijn Tosh Van der Sande, Tim Wellens, en Zico Waeytens. Zij worden aangevuld met Sean De Bie van Koninklijk Balen CT, Eliot Lietar van Beveren 2000, en Martijn De Baene van Ovyto Eijssen Acrog CT. Ik meen dat Tosh Van derSande uit Wijnegem mag beschouwd worden als de kopman en ook in de Italiaanse pers wordt zijn naam geciteerd. Reeds gewezen wereldkampioen op de wielerbaan, en dit jaar sterk in de Triptyque des Monts et Chateaux, in de Ronde van Normandië, in de Schelde Prijs voor Beloften, en vooral winnaar ( nog maar geleden van zaterdag) in de kleine Luik-Bastenaken-Luik. De Limburgers en Luikenaars weten echter wel over welk potentieel Tim Wellens beschikt op hellende vlakken. Een gunstig koersverloop kan deze jonge kerel naar de top van de rangschikking brengen. Zico Waeytens, ook met reeds veel internationale ervaring, is zaterdag gevallen doch zal toch in de ploeg blijven. De drie andere renners zijn vaste waarden voor de toekomst. Zij zullen ongetwijfeld bewijzen dat zij hun selectie voor deze reis naar Toscane waard zijn en verdienden.
Eerste rit : een fantastische Sean De Bie wint in de sprint tegen 40 man en grijpt drie leiderstruien.
Organisator Giancarlo Brocci is een gelukkig man op deze 19de april 2011 want hij brengt ' un ciclismo bello' op deze zonnige dag in Toscane. 147 jonge renners uit 30 naties nemen de start en zullen deze koers rijden met een gemiddelde snelheid van 43,063 km/u. Ploegleider Dubois is ook tevreden want in een schone kopgroep van 12 vluchters zit Eliot Lietar en zo werd het voor alle thuisblijvers duidelijk dat Eliot op zijn plaats is in de selectie. De vluchters worden ingelopen en dan laat Tim Wellens zien dat hij de nieuwe Lucien Van Impe is. La maglia arancione (classifica Gpm)e' endata a Tim Wellens, che ha attacato sulle pendenze di Scansana , unica salita di giornato. Tim komt eerste boven met 18" voorsprong. Bravo. Deze eerste rit eindigt te Grosseto op vlakke wegen . In de finale scheurt de groep in twee stukken. Russen en Kazakken schijnen te domineren, maar de snelle Sean De Bie weet maar al te goed dat het op de lijn zelf is dat de prijzen worden verdeeld. Te volgen tot en met zaterdag op volgende websites :
Il belga Sean De Bie ha vinto allo sprint la prima tappa di Toscana, Terra di ciclismo, disputata oggi da Grosseto a Grosseto .
1. Sean De Bie (Belgio) , 2. Youcef Reguigui ( UCI- Algerie), 3. Alexey Lutsenko ( Kazak) , 4. Alexey Tsatevich ( Rusland), 5. Christian Delle Stelle ( Italia), 6. Philipp Ries ( Duitsland), ... en in dezelfde groep ... 22. Tosh Van der Sande (Belgio), ... 40. Zico Waeytens (Belgio) ... op 45" volgt 71. Tim Wellens (Belgio).... 97. Eliot Lietar ( Belgio).... op 3'13" volgt 119. Martijn De Baene (Belgio) ...
C'est au printemps de 1954, qu' Emile-Joseph Glibert découvrit la joie de la grande liberté que la bicyclette offre à l'individu qui s'élance sur les routes et les sentiers. Mais avant d'en arriver à cet instant, ce jeune garçon sacrifia bien des dimanches, empruntant le chemin austère de l'église, en délaissant le plaisir des jeux.
Le petit Jo, comme il était surnommé, avait déjà depuis un certain temps envie d'une vraie bicyclette et il n'arrêtait pas d'en demander une à ses parents et même à sa tante de sucre. Déjà beaucoup de ses camarades faisaient des tours sur leurs bécanes. Lui restait condamné à une immobilité qui lui donnait le cafard. Chaque jour donc, et certainement quand il y avait du soleil, il renouvelait sa demande, mais une fois en plus les refus catégoriques de son père et de sa mère lui étaient opposés. Pourtant il avait déjà plus de huit ans et il était très adroit dans tous les domaines. Donc, également il se sentait capable de pédaler honorablement. Dans sa collection d'images et de photos, il y avait Fausto Coppi en neuf exemplaires et Stan Ockers en quatre. Bien sûr, petit Jo était loin encore de vouloir déjà les égaler, mais il faut un début à tout.
Entendre tous les jours la même litanie finit par irriter la personne la plus calme. Un jour sa mère, cette sainte femme, en eut assez et il lui proposa un marché. C'était un peu du chantage. Elle proposa à son fils qu'il aurait un vélo d'occasion à la prochaine brocante de Hannut s'il accepterait d'aller au mois de juillet en colonie de vacances avec les jeunes de la paroisse. La colonie de vacances n'inspirait pas notre Jo. Un instituteur et le vicaire, entourés par quelques joueurs de football et coureurs à pied, y dictaitent des règles spartiates et militaires. Vivre pendant les belles vacances avec ces gens-là n'enchantait pas le fils Glibert, ni l'idée rouler avec une bicyclette de peu de qualité d'ailleurs.
' Alors tu n'auras pas de vélo...! ' précisa sa mère. Cette sentence était prononçée et irrémédiable. Quelque temps plus tard, une autre décision allait être prise à l'encontre d'Emile-Joseph Glibert, pour le bien de son éducation. Sous le prétexte de l'éloigner des activités dangereuses pour son esprit et pour son corps, mais aussi pour augmenter la respectabilité de sa famille, il fut décidé qu'il serait enfant de coeur. Très croyante et pratiquante maman Glibert avait inscrit son fils à la sacristie et y avait plaidé et obtenu son admission. Il n'etait pas vrai qu'il aurait la vocation sacerdotale, mais l'idée n'était pas si mauvaise que cela à cause de quelques profits existants en religion catholique.
Tous les dimanches, il fallait servir deux messes et les vêpres l'après-midi. De plus, il y avait les mariages, les baptèmes et les enterrements, les processions, les communions, et quelques autres évènements. La maman de Jo constata une belle assiduité pour la nouvelle fonction de la part de son fils et était très fière de lui. Il arrivait souvent le premier et servait en surplis et chasuble rouge avec beaucoup de détermination. Tous ceux qui avaient connu avant ce gamin s'étonnaient de son brusque changement, et de sa bonne conduite. Il est vrai que le vieux curé de ce village ne grondait pas souvent les enfants de coeur, il ne voyait même pas qu'ils buvaient régulièrement du vin de messe.
Emile-Joseph trouvait que le meilleur moment de la messe était celui où le curé demandait à ses honorables paroissiens d'avoir un geste pour le denier du culte et que les fidèles, fouillant dans leurs poches et leurs saccoches, sortaient les pièces de monnaie pour l'offrande. Les enfants de coeur qui assuraient le service ramenaient le trésor récolté à la sacristie. Si pas trop de boutons, ni saintes médailles et ni pièces d'avant-guerre se trouvaient dans les corbeilles, directement après prestation dès la fin de la messe les jeunes assistants du curé étaient bien payés pour leur âge, et ces petits épargnants pouvaient ainsi remplir rapidement leurs tirelires.
La cagnotte du petit Jo au bout de quelques mois, dans un silence complet, capitalisait si bien qu'il comptait et qu'il recomptait ses avoirs en arrivant à la même conclusion : l'achat d'une bicyclette de sport devenait possible ! Il faut ajouter au crédit de ce gamin chrétien qu'il ne dépensait aucun franc de ce qu'il gagnait à l'église, car ces pièces étaient un don du Bon Dieu.
C'est ainsi que Pâques ce cette année-là se présenta, sainte année de son dixième anniversaire. Enfin Emile-Joseph fit à sa mère la révélation des raisons de sa dévotion pour les exercices religieux, et petit Jo, expliquant que le chocolat fait trop grossir les femmes et les cyclistes, expliqua qu'il préférait recevoir un beau billet au lieu de ses oeufs de Pâques, juste le peu qu'il lui fallait encore pour, avec ce que Monsieur le Curé lui avait donné après les quêtes à l'église, s'acheter le vélo rouge et noir avec selle Brooks qui se trouvait dans la vitrine du marchand de cycles. Surpris par les dons de comptable et de trésorier de son fils si jeune encore, Madame Glibert disait enfin ' Oui ' à son gamin , ' Oui' pour cet objet dont il rêvait depuis presque trois ans.
C'est ainsi que le Jour de Pâques de l'Année 1954, le Bon Dieu qui créa le ciel, la terre, la montagne, les pavés, les routes de France et de Navarre, les sables et les océans, avait aussi permis à un champion cycliste en herbe de se mettre position pour pédaler. Depuis ce jour, à l'heure où les cloches des églises, et même des cathédrales, sonnent un cycliste en maillot rouge et cuissard noir, laissant porter la soutane à ceux qui ont cette vocation-là, préfère aller faire ses bonnes dévotions le long des chemins. Il fait entendre aux filles, aux pélerins, aux paysans, aux militaires, le bruit de la sonnette de son guidon. C'est une musique aussi sainte que le ton cristallin des clochettes de l'Elévation lors de la messe du dimanche.
Quelques lignes cyclopoétiques avant le départ de la Doyenne.
Ces hommes vinrent du pays vert des collines des champs,de nos mines et profondes vallées ou parfois des quartiers tristes des usines têtes dures, jambes belles et bien musclées.
Certains aussi avaient les coudes très pointus des poignets gros, des mains qui étaient des pattes et avec leur courage ils tiraient bien plus sur leur guidon maudit comme des diables.
De La Rochelle, Luchon et de Grenoble aux parents, frères, amies, ils ont expédié des timbres de France sur cartes postales jamais dans le Tour ils voulaient abandonner.
De Paris ils revinrent poches pleines d'or qui servit à acheter cochons et vaches pour bien vivre, être heureux jusqu'à la mort buvant bières aux cafés de nos villages.
Bourgeois sont devenus d'autres,riches marchands de cycles et meubles qui du Peyresourde si souvent encore parlaient les yeux brillants de leur vie au grand air de mémoires lourde.
Héros du peuple lors des soirées de fête il leur arriva de pleurer, de se soûler les souvenirs les plus mauvais dans la tête car douleurs en surface peuvent remonter.
Au fil du temps anges ou démons un à un dernière ligne droite, puis enterrement les pédaleurs qui nous ont charmé sont défunts et hélas les jeunes les oublient maintenant.
Het is de moeite waard om op 11 april terug eens de schijnwerpers te brengen op een belangrijke overeenkomst die de geschiedenis van Europa in een nieuwe richting had gestuurd. Ik wil het hebben over de Vrede van Utrecht van 1713 die nooit mag verward worden met de Unie van Utrecht van 1579. De Unie was de laatste stap die na talrijke pogingen steden en gewesten uit het huidige Nederland en Vlaanderen tot samenwerking bracht tegen de Spaanse overheersers. Het ging over een regionaal conflict . De Vrede van Utrecht verwijst naar dezelfde stad, kwam in een verdere eeuw na vele oorlogen met partners en tegen concurrenten na een strijd om machtsverhoudingen op wereldvlak.
De Vrede van Utrecht 1713 is een bijzondere historische gebeurtenis, omdat deze vrede tot stand kwam na diplomatieke besprekingen en niet niet na een bloedbad op een slagveld wanneer de verliezers de wet van de sterksten moeten ondergaan. De onderhandelingen te Utrecht duurden 15 maanden en besloten de Spaanse Successieoorlog en ook de koloniale oorlog aan de Oostkust van Canada en de Verenigde Staten die zich hadden afgespeeld tussen 1701 en 1713. De tegenstanders in deze oorlog waren aan de ene kant de Koninkrijken van Frankrijk en Spanje, en aan de andere kant de coalitie van Het Verenigde Koninkrijk van Groot Brittanië en De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Het Hertogdom van Savoye, en Het Koninkrijk Portugal. Ongeveer twee eeuwen was er een reeks verwoestende oorlogen geweest tussen de grote mogendheden in Europa, alsook in India, Afrika en Aerika. Op 11 april 1713 kwam een vredesregeling op wereldniveau, na dialoog tussen culturen die thans nog in Europa naast mekaar bestaan. Deze belangrijke gebeurtenis van toen zal in 2013 te Utrecht worden herdacht op gepaste wijze. Het is niet mijn bedoeling hier een lange bespreking te laten volgen . Ik wil alleen even onderlijnen hoe belangrijk de datum van 11 april 1713 is geweest. Louis XIV kreeg een eervol einde , maar hij was wel de grote verliezer van de Vrede van Utrecht en door de wijzigingen in Noord Amerika zou de Franse taal daar plaatsmaken voor de Engelse taal . Meer daarover op internet en in de geschiedenisboeken.
Octave Lapize (Fra) van La Francaise wint en wordt de Eerste Monsieur Paris - Roubaix !!! Bittere tranen voor de Flandrien Cyrille Van Hauwaert. gemiddelde snelheid 31,294 km/u - 120 vertrekkers.
Sedert op 19 april 1896 voor de eerste maal een wegkoers tussen Parijs en Roubaix werd gehouden groeide de algemene belangstelling voor dit jaarlijks gebeuren in het Noorden van Frankrijk. Duizenden arbeiders gingen op zondagnamiddagen naar de wielerbaan te Roubaix waar elke meeting een feestelijk gebeuren was. Toen op 16 april 2011 (Pasen) de 16de editie van de grote wegkoers werd gelopen gebeurde dit niet meer zoals eerder met gangmakers op de fiets of met gangmaking door auto's zoals in 1898-1899-1900. Zoals het jaar voordien was het een individuele koers over een afstand van 266 km. Start 07h00 -Route de St-Germain, 47, Chatou, richting St-Ouen-L'Aumone-:Pontoise, Beauvais- Place Jeanne Hachette, Breteuil - Place de l'Hotel de Ville, Doulles -Taverne Moderne, Arras- Place de la Cité, Hénin-Liètard, Seclin -Auberge du Forgeron, ROUBAIX- Vélodrôme du Parc Barbieux, tussen 16u00 en 18u00.
De poorten van de wielerbaan worden geopend om 12u00. Muziek, eten, en drinken wacht er op de sportmannen. Vanaf 15u00 is er een sportief programma met een atletiekproef over 5km met 10 lopers. Baanrenners uit Parijs, Brussel, Rouen, Rijsel, Amiens, Béthune en Roubaix, bekampen mekaar vor geldprijzen over 1000 m (3 ronden) in de Grote Prijs van Pasen voor sprinters, in de Regionale voor profs, in koersen op tandems, in de Herkansing Grote Prijs Snelheid van Pasen. Amateurs sprinten voor medailles en prijzen in natura in de Proef van l'Union Vélocipédique Française. Het is de eerste maal dat zo'n prachtig programma in afwachting van de aankomst der wegrenners doorgaat. Op Paasmaandag volgt een andere aantrekkelijke meeting met een individuele over één uur voor de wegrenners die Parijs-Roubaix eindigden, met de Finale Snelheid van de Grote Prijs van Pasen, met koersen op tandems, met animatie door premiesprinten, met een koers waarin 5 snelheidsduivels op motorrijwielen optreden.
De taaie Maurice LETURGIE was de winnaar geweest van de Grote Schelde Prijs van Schoten 1907 toen de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik nog niet werden gereden.
Belangrijkste wielerkampioenen van dat ogenblik, beroepsrenners met of zonder naam, drungelen zich naar de inschrijvingstafel vanaf 5h25 wanneer de heren van l'Auto de registers openen voor wat volgens de krant La Vie Sportive zou moeten worden 'La Grande Journée' . Bij de bookmakers staan Lapize en Garrigou 3/1, Van Hauwaert en Faber 4/1, en dan komen tegen 8/1 Trousselier, Ganna, Petit-Breton, Brocco en Emile Georget. Dit wat betreft de favorieten. De wielerliefhebbers zijn triest omdat nummer 5 afwezig blijft, Crupelandt die door valpartij in de lappenmand ligt. Zij hopen op een goed verweer van Leturgie en Niedergang, eveneens uit Roubaix. Om 7 h13 wordt niet langer gewacht op zij die nog niet het controleblad tekenden en een kwartier later vertrekken 120 dapperen, goed voorzien van banden, eten en drinken want er is geen bevoorrading. Smak en nog eens smak ... verschillende mannen liggen op de grond , zodat reeds het peleton in twee stukken komt met op kop van de koers Louis Trousselier die een rijdt aan recordsnelheid. Een groot renner heeft zes minuten achterstand, Lucien Petit-Breton. Hij is gewond aan het hoofd, verliest bloed, vecht moedig verder tot Amiens waar hij uit koers wordt genomen. De sterksten zijn nog samen na 160 km in de helling van Doullens, waar de finale van de koers meestal begint. Georget, Garrigou, Lapize, verdelen daar de premies en tekenen op het controlepunt . Nog 40 renners zijn vooraan gegroepeerd, maar dan volgt een akelige situatie . Er liggen nagels op de wel en vele bandjes sneuvelen, zelfs autobanden van auto's van officials. Even na 14h00 blijven 9 renners op kop van de koers, met 7 minuten op Passerieu en Niedergang , op 9 minuten komen 8 andere concurrenten waaronder Trousselier die de hele namiddag zijn krachten verkwistte. Het moment komt voor Lapize en Van Hauwaert om toe te slaan. Zou het opnieuw een duel worden tussen die twee, een spurt op de wielerbaan die helemaal is gevuld met supporters ? In het stof van de weg komen diverse wagens aangereden . Daar komt dan de eerste, de aanstaande winnaar voor wie geld en glorie wacht op de lijn. De Belgen , zeker zij die veel bier dronken en geen Frans verstaan schreeuwen ' Cyriel, Cyriel, .... ' , maar de Fransen hebben hem wel herkend , want hij de winnaar van de Tour , held van de zware bergritten, hij is de Lapize die alles en overal wint, Octave, bijgenaamd ' Le Frisé ' wegens zijn krollekopje. Hij is klein van gestalte, amper 1m65 en hij is gehandicapt want hij is doof. Maar wat een kampioen ! Na hem volgt Charpiot uit Lyon , niemand weet van waar die komt want hij was tot op dat ogenblik nog niet in het koersverhaal... en hij is ongelooflijk vuil en onherkenbaar, hij reed de koers van zijn leven . De Belgen menen dat hij Van Hauwaert moet zijn , de geweldige Flandrien uit Moorslede en uit de Sportwereld van Karel Van Wijnendaele. Zij roepen zijn naam ... maar het blijkt dan toch die Charpiot te zijn. ' Qu'ils sont bêtes ces Belges...' zeggen de wielerkenners uit Roubaix ....!
Eugène Christophe en Charles Crupelandt, sterke kleppers, geliefde renners, zo vaak pechvogels.
Lapize rijdt onder het applaus en het geschreeuw van de supporters dat hij niet kan horen de vier toeren op de piste en dan nog een ereronde, terwijl de Marseillaise reeds wordt gespeeld door de fanfare op het middenplein. Hij heeft 4 minuten voorsprong op Charpiot. Cyrille Van Hauwaert kreeg een platte achterste band bij de doortocht van Ascq . Door de ontgoocheling rijdt hij zijn laatste meters al wenend van miserie. Hij wil zelfs geen podiumbloemen meer . Oei, oei, ook voor de stevige Vandenberghe, die in zijn sprint tegen Garrigou nog eens valt, is de Hel zonder genade, zodat de Fransman gemakkelijk zijn schone ereplaats verovert.
Octave Lapize was nog zeer jong toen hij op die zondag driemaal op één rij Parijs-Roubaix won. Pas in 1980 zou Francesco Moser een gelijkaardig record evenaren. Octave Lapize stierf aan het front in 1917. Door zijn doofheid werd hij afgekeurd als dienstplichtige, maar hij tekende later toch als vrijwilliger om zijn vaderland te dienen. In het boek 'Un siècle de vélo , des hommes et des machines, à Huy' van André Chapelle en Roger Wéry kan worden gevonden op blz.70 dat op een wielerbaan van 500 m, te Hannut er op 4 juni 1911 een koers over 80 km is geweest met een uitslag waarin we terugvinden ... 3. Lapize, 4.D'Awans, 5. Vandenberghe ... Wellicht ging het om een tijdelijke velodroom op gras of in gestampte aarde, reeds lang verdwenen en door niemand nog gekend. Op 25 juni 1911 zouden tijdens een andere meeting Garrigou en Van Hauwaert daar ook hebben gekoerst op die toch wel lange wielerbaan in het Haspengouwse stadje Hannuit .
G.Garrigou Het debuut van de nieuwe grote kampioen Henri Pelissier.
1924 - De vluchtelingen Misha en Knar, verdreven uit Armenië door de burgeroorlog in Rusland bekomen te Parijs hun visum niet voor de USA omdat er al te veel immigranten uit hun regio waren dat jaar. Hij is bariton zanger en zij is zwanger en artieste. Het koppel moet zich dus nog voorlopig te Parijs vestigen. Om geld te verdienen beginnen zij in de Rue Huchette een restaurantje waar vrij spoedig immigranten, muzikanten en artiesten komen eten, vooral Russen want vader Misha is de zoon van iemand die ooit nog gekookt had voor de tsaar. Een kind wordt daar op 22 mei geboren, een zoontje met als officiele naam Chahnour Varinag Aznavourian. Vader verdwijnt na enige jaren en moeder vestigt zich als naaister in het Quartier Latin, nabij een school voor artiesten. De kleine Charles gaat onregelmatig naar school, verdient zakgeld met de verkoop van kranten, en met zijn moeder geraakt hij reeds voor bijrollen in film en theater. Hij bezoekt ook de artiestenschool waar ontdekt wordt dat zijn stembanden gedeeltelijk verlamd zijn en hij zeker nooit zo goed zal kunnen zingen als zijn vader. Bovendien is hij een klein, mager en lelijk ventje zonder enig talent volgens de leraars. Charles probeert het dan maar als danser in nightclubs, en grijpt alle jobs die hem worden aangeboden om toch maar wat te verdienen. Vanaf 1944 doet hij een stap voorwaarts. Samen met Pierre Roche maakt hij liedjes die hijzelf zingt of in duet met deze compagnon. Charles gelooft nog steeds niet dat hij enige kans maakt om wat te worden in muziek en cabaret, maar toch mogen Roche & Aznavour op meer en meer plaatsen optreden, zodat zij stilaan in het milieu thuishoren, zij het dan wel als laag betaalde artiesten. Kritiek komt weldra in de kranten wegens de obscene taal in de slechte liedjes die zij brengen, en de censuur van het Ministerie van Cultuur plaatst de liedjes zelfs op de index. De schorre stem van Aznavour hoort niet thuis in een zangtheater van enig niveau, alzo andere tegenstanders. Maar ondertussen eindigden de optredens met Roche en is Aznavourtje een goede vriend geworden van dat kleine vrouwtje met de naam Edith Piaf en ook van Juliette Gréco, de opkomende ster van Saint Germain des Prés. Piaf wordt zijn beschermvrouwe. Hij schrijft liedjes voor haar, is tevens haar secretaris en privé-chauffeur. Samen werken zij heel hard en in 1948 vertrekken zij naar Amerika. In Frankrijk ongewenst, probeert Charles zijn composities te verkopen in de USA, maar dat lukt hem niet, terwijl Edith Piaf wegens ziekte niet meer kan optreden. Daarom begint hij rond de wereld te zwerven, af en toe voor weinig centen (pour un minable cachet ...) optredend in obscure clubs. Pas in 1956 duikt hij met enig succes op te Casablanca, hetgeen hem een jaar later brengt in de Olympia te Parijs waar het publiek razend enthousiast wordt door zijn timide stem en zijn charismatische houding op het podium. Na vele moeilijke jaren loopt alles zeer goed voor hem en schittert hij op een avond ook in de Carnegie Hall van New York waar een optreden slechts mogelijk is als men de absolute top heeft bereikt . Talrijke filmregisseurs werken graag met hem samen en blijven hem vragen, want de fans van de zanger zien de filmster Aznavour graag op het witte doek. De kleine melancholische man van 1m60 zal trouwens spelen in niet minder dan 60 speelfilms. Naast acteur zal Charles Aznavour natuurlijk vooral een zanger zijn en een liedjesschrijver en dichter. Hij maakte 1000 liedjes voor zichzelf, voor anderen en met anderen. Hij zong 800 van deze liedjes in het Frans, Engels, Italiaans, Spaans, en Armeens. Hij veroverde de hele wereld door verkoop van 100 miljoen platen.
Charles Aznavour trouwde met Micheline (1946), Evelyne (1956), Ulla (1967) en heeft 2 + 1 + 5 = 8 kinderen. Deze man is werkelijk een onverwoestbaar artiest . Op bijna 87-jarige leeftijd treedt hij nog steeds op. Sedert 1960 is hij een wereldberoemd zanger en acteur. Voor de Armeniërs verspreid over de hele wereld is hij een levende heilige. Aznavour woont in Zwitserland.
In 1998 ging Time Magazine na onderzoek over tot de Verkiezing van Entertainer van de XXste Eeuw. Dit was de uitslag :
1. Charles Aznavour 2. Frank Sinatra 3. Bob Dylan 4. Elvis Presley .
2011 - Nog steeds het boegbeeld van het Franse chanson.
(1) - Mon ami Charles .
Op het einde van het jaar 1965 verscheen ik na afwezigheid wegens legerdienst terug in mijn dorp. Ik had weinig geld, nog geen auto, mijn kameraden waren verdwenen omdat zij waren getrouwd, op hun beurt legerdienst vervulden en dan meestal in Duitsland, of zich op zondagen verstopten op plaatsen die me toen onbekend waren. Alzo was ik noodgedwongen een nieuwe klant geworden van Rachel, de dochter van de melkboer, die op een hoek van de straat die wij vroeger namen om naar de jongensschool te gaan een dorpscafé had geopend. Rachel was niet van het soort jonge vrouwen die mannen kon lokken door haar sexy uiterlijk. Daarentegen was zij vriendelijk, eerlijk, en was haar nieuw café proper. De plaats had nog andere troeven, namelijk een nieuwe vogelpik spel dat pas later bekend zou worden als darts, een nieuwe geluidmakende flipper, en een juke-box Rock-ola eigendom van de melkboer. Aan de toonbank waren vele merken sigaretten, alsook mogelijkheid om Tuborg te drinken in de hoge fijne glazen, en in andere aangepaste glazen die nergens anders in het dorp reeds in gebruik waren Gueuze Bellevue met grenadine, tomatensap met selderpeper, en Schweppes Tonic met ijs en citroen. Vleesballen met ketchup, cervelas van de plaatselijke beenhouwer, en chips met zout of paprika waren er ook. Zeker niet mis voor een simpel adres uit een boerendorp uitgebaat door de dochter van een kleine zelfstandige. Dit café kende een zestal jaren groot succes. Toen verdween dochter Rachel in het huwelijkbootje met een kerel die niemand van ons ooit had gezien, een bediende van de Boerenbond die iedere avond en ook 's zaterdags nog overuren deed als notarisklerk. De café werd toen gesloten, terwijl hij toch zeker drie jaren lang een goudmijn was geweest. Een van de pluspunten van het staminee Bij de Melkboer was in de sixties de kwaliteit en de diversiteit van de 45-toeren plaatjes die er op de glinsterende juke-box werden gedraaid. Commercieel inzicht had de dochter des huizes een magnum fles laten plaatsen op de toog naast de tapkranen. Daar kon iedereen de overschot van zijn zondagse pree induwen en achterlaten voor een goed doel, een doel dat beter was dan waarvoor de schaal van de pastoor diende. Iedere maand werd de inhoud van de grote glazen spaarpot eerst geteld en daarna verdubbeld door de jonge lokaalhoudster. De alzo bekomen som werd besteed aan de aankoop van de allernieuwste platen voor de jukebox van het café. Evenwel hadden de klanten die met hun vijffrank stukken zorgden voor muziek democratisch inspraak. In een schriftje werden de titels en de zangers genoteerd volgens de desiderata van de trouwe tooghangers. Er kwam evenwel kritiek omdat het altijd dezelfde personen waren die de nieuwe platen voorstelden, diegenen die de evoluties van de hitparades volgden en op de hoogte waren door de muziekprogramma's op radio en televisie. De tijd van toen werd volledig beheerst door het Beatlemania. Een lange lijst met plaatjes van de jongens uit Liverpool behoorde tot de keuzes. Verder werden tot ieders bijna-doofheid Pretty Woman van Roy Orbison, Strange Effect on you van Dave Berry, Satisfaction van de Rollingstones, Wooly Bully van Sam the Sham & the Pharaons, zeer dikwijls gedraaid en waren Elvis Presley en Paul Anka moeilijk te omzeilen, zoals uiteraard ook The Shadows, Nat King Cole, en Bill Haley. Net toen de keuze van die maand werd gemaakt viel ik Bij de Melkboer binnen. Omdat er een vrij ernstige discussie aan de gang was, werd mijn advies gretig gevraagd door Rachel. Had zij toen een oogje op mij of wilde zij mij definitief binnenlokken in haar café om haar verkoopcijfers van Tuborg te zien stijgen ? Ik vond dat er een naast al die Engelse en Amerikaanse hits ook plaats moest zijn voor het Nederlandstalige lied, de Duitse schlagers, la Chanson Française, Spaanse en Italiaanse liedjes. Maar zeker moest er ook een nieuw overzichtelijk klassement komen, want vele schone 45-toerenplaten waren in de bonte wanordelijke mengeling maar maar moeilijk terug te vinden, zeker voor zij die met een sigaret in de mondhoek en een pint in de hand de toetsen met letters en cijfers wilden intikken in het rumoerige café. De Waal Pierrot, record consument van Horse Ale in Houtain Village, stelde zich aan mijn zijde op en bekloeg zich over het gebrek aan musique et chansons francophones. Het was niet omdat de nieuw taalgrens ons dorp uit de Province de Liège had overgeheveld naar Brabant dat er geen Franse chansons op de jukebox mochten staan in een Maison du Peuple gelegen aan de hoek van de Piercostraat, waar de fabrieksbus van Cockerill-Ougrée het werkvolk kwam halen en brengen. Rachel wilde nadenken en de volgende dag vertelde een leeftijdsgenoot me dat zij de beslissing had genomen van mijn gedacht te volgen. Vele platen zouden vervangen worden. Een tombola met als prijs de afgedankte platen zou zorgen voor meer geld in de spaarfles. Ik was aangesteld om een lijst van nieuwe Franse chansons op te stellen die door Rachel zouden worden aangekocht.
Vijfenveertig jaren gingen voorbij, maar ik ben niet vergeten wat op mijn lijstje kwam :
Gilbert Bécaud : Nathalie, Quand il est mort le poète, Et Maintenant. Charles Aznavour : La Mamma, Que c'est triste Venise, Et Pourtant. Henri Salvador : Zorro est arrivé. Alain Barrière : Ma Vie. Adamo: Vous permettez, Monsieur. France Gall : Poupée de cire, poupee de son. Hervé Villard : Capri, c'est fini. Richard Anthony : J'entends siffler le train .
En inderdaad, toen ik volgende zondagnamiddag Bij de Melkboer binnen was gestapt, behoorden al deze nummers tot de selectiemogelijkheden op de Rock-ola. Ik kon van dat moment af niets anders meer doen dan heelwat van mijn geldstukken te laten verdwijnen in de gleuf van die muziekmachine.
Het was vooral tijdens volgend liedje dat in ons dorpscafé, de bijna zatte mannen, de rokers, de kaartspelers, de flipperaars, de toogfilosofen, de afgewezen verliefde jongelingen, de lustige weduwenaars of de gelukkig gescheiden mannen, en de anderen, even verstilden om te luisteren naar Charles de entertainer met zijn speciale stem.
Que C'est Triste Venise Charles Aznavour
Que c'est triste Venise Au temps des amours mortes Que c'est triste Venise Quand on ne s'aime plus
On cherche encore des mots Mais l'ennui les emporte On voudrait bien pleurer Mais on ne le peut plus
Que c'est triste Venise Lorsque les barcarolles Ne viennent souligner Que des silences creux
Et que le coeur se serre En voyant les gondoles Abriter le bonheur Des couples amoureux
Que c'est triste Venise Au temps des amours mortes Que c'est triste Venise Quand on ne s'aime plus
(2) - Mon ami Charles .
Samen met mijn echtgenote was ik met de Reizen Lauwers naar Praag getrokken, die prachtige stad toen nog gelegen achter het ijzeren gordijn. Met onze groep kwamen we op een avond terecht in een kelder waar werd gezongen, gedanst, gerookt, gebabbeld, en vooral gedronken. De halve liters pils werden door stevige dames rondgebracht. Pieter Breugel de Oudere zou er ongetwijfeld inspiratie gevonden hebben voor een mooie schilderij, door de vrolijkheid van de bezoekers die op die avond de Praagse bierkelder vulden. Ik had plaats genomen aan een tafeltje waarop onnoemelijk veel pinten Pils werden afgeladen, en ik had bovendien ook het genoegen van te zitten naast een mooie dame die onze gids was en die graag met mij Frans wilde praten om zich in deze taal te verbeteren. De andere Vlamingen van onze groep spraken immers liever Duits of Engels met onze begeleiders. Aan een andere tafel rechts van ons was gezeten een gezelschap van goed uitziende mensen, zwart van haar en bruin van vel, die een heel vreemde taal spraken. In het Russisch begon een van hen vragen te stellen aan mijn buurvrouw, de Praagse gids. Zo kwam ik te weten dat een paar Armeniërs ook wel graag Frans wilden spreken, ook al was hun schoolse kennis van die taal miniem omdat zij nog nooit Westerse mensen hadden ontmoet. Door het uitstekend bier van Tjechoslovakijë was ik die avond in grote forme, en ik stortte me dus hals over kop in een dialoog met een vriendelijke Armeniër. Over wat praten echter met zo iemand met een dikke zwarte snor uit de verre Kaukasus ? Opeens komt in mijn hoofd het idee dat ik me moet uiten als een grote fan van Charles Aznavour. Ik sta dus recht met een grote pint pils in mijn hand en ik roep uit volle borst : Vive l'Armenie ! Vive l'Armenie ! Je vais vous chanter une chanson de Charles Aznavourian, le célèbre Arménien que nous aimons tant en Belgique. En ik probeer het volgende te zingen, ook al zijn de woorden die ik gebruik soms wat anders dan die van Charles, en dan breng ik nog andere stukken van Aznavourian liedjes, terwijl ook de Armeniêrs brokken uit het repertoire van le Napoléon de la Chanson Aznavour beginnen te zingen in hun taal. Niet veel later willen die Arméniërs me op de danspiste zien om met hun vrouwen te dansen, een soort kuskusdans, een boerenpolka uit hun land of van waar ook in het Wolgagebied. Ik moet nog meer pinten drinken op kosten van mijn buren uit Armenië.
Een uurtje later zal ik echter op het podium worden gesleurd door de orkestleider om mee te doen aan een internationale match bierdrinken Italië-Rusland-Armenië-België. Helaas, ik ben dan al goed poepeloere zat, en tot boven gevuld en zo nat als een kozak. Ik kan helaas niet meer met grote snelle slokken bijkomend nog een pul van één liter leegdrinken om de eer van mijn vaderland te verdedigen. Ik word in schande vierde en laatste van die match voor harde pilsdrinkers.
Hier encore J'avais vingt ans Je caressais le temps Et jouais de la vie Comme on joue de l'amour Et je vivais la nuit Sans compter sur mes jours Qui fuyaient dans le temps
Mes jours passent, mes nuits pleurent Et pleure le temps Ma raison sombre et se meurt Quand meurt le temps Ce temps mort que je regrette Tant et tant Car sans joie ma vie s'arrête Et je t'attends
J'attends l'air que je respire Et le printemps J'attends mes éclats de rire Et mes vingt ans Mes mers calmes et mes tempêtes En même temps Car sans joie ma vie s'arrête Et je t'attends
Je t'attends Viens ne tarde pas D'où que tu viennes, qui que tu sois Viens le temps est court Je t'attends Mon rêve inconnu Quel est ton nom, quel est ton but Le mien c'est l'amour
(3) - Mon ami Charles.
De hele avond hadden wij lekker gegeten, gedronken, naar de televisie gekeken, op klokslag van middernacht mekaar gekust, een champagnefles ontkurkt en schuimend in de glazen geschonken, een paar pijlen vuurwerk afgeschoten in de tuin, en dan telefonisch onze verse nieuwjaarswensen overgemaakt aan geliefde familieleden. Het nieuwe jaar begon dan zoals gewoonlijk weer met de naakte danseressen uit de Lido te Parijs die onvermijdelijk in die jaren altijd weer, zoals de zwaluwen in de lente, op ons scherm kwamen. Wij ontsnapten toen nog aan de jaarlijkse nieuwe moppen van Geert Hoste want toen de nineties aanbroken was het medialandschap nog niet zoals vandaag gevuld met zovele B.V.'s . Mijn vrouw en mijn twee dochters die nog bakvissen waren , en nog niet uitgingen op Nieuwjaarsnacht , gingen naar bed. Eindelijk was ik alleen in onze gezellige living, met open haard en malse lederen zetels, en eindelijk kreeg ik het doosje om te zappen in mijn hand, nadat ik mezelf nog een groot glas rode wijn had geschonken. Er was geen twijfel mogelijk. Nergens was het toen beter dan in mijn eigen huiskamer en ik was echt een gelukkig man toen de nieuwe muurkalender aantoonde dat de 1ste januari van 1990 was geworden, en we reeds realiseerden dat het jaar 2000 in aantocht kwam. Ik weet niet meer waar ik hem tegenkwam, op welke zender in Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, die nacht een optreden van Charles Aznavour was te zien. Tijdens de heerlijke minuten die ik beleefde, met mijn buikje goed gevuld, met mijn glas dat ik met kleine slokjes ledigde, genoot ik intens van de chansons van de legendarische Franse troubadour. Hij zong toen in een zeer grote zaal, waarschijnlijk Sportpaleis Bercy te Parijs, voor duizenden fans. Hij was klein, eenvoudig en helemaal in het zwart gekleed en toch was hij zo geweldig groot. Plots na het einde van zijn zoveelste lied werd het stil en donker in de hele zaal. Even later volgde een lichtstraal die ergens begon te schijnen tussen het publiek op een enkele vrijgelaten vierkante meters, waar de unieke kleine Armeniër stond. Hij zong helemaal alléén ' a capella' terwijl zijn muzikanten rustten. Hij zong zijn lied ' Sur ma vie' . Tijdens de volgende vijf minuten besefte ik en de mensen in de zaal definitief en voor altijd dat Charles Aznavour tot de allergrootsten uit zijn vak behoorde, dat hij een reus van een artiest was, le plus grand des grands comédiens, poètes et fantaisistes. Allen in die zaal stonden recht en klapten minutenlang in hun handen. ' Le Tout Paris ' erkende zijn meesterschap en La Légion d'Honneur was verdiend door de kleine immigrant en bohémien van weleer, de liedjeszanger die ongewenste teksten schreef.
Voici les paroles ou lyrics de Sur ma vie interprétées par Charles Aznavour :
Sur ma vie je t'ai juré un jour De t'aimer jusqu'au dernier jour de mes jours Et le même mot Devait très bientôt Nous unir devant Dieu et les hommes
Sur ma vie je t'ai fait le serment Que ce lien tiendrait jusqu'à la fin des temps Ainsi nous vivions Ivres de passion Et mon coeur voulait t'offrir mon nom
Près des orgues qui chantaient Face à Dieu qui priait Heureux je t'attendais Mais les orgues se sont tues Et Dieu a disparu Car tu n'es pas venue
Su ma vie j'ai juré que mon coeur Ne battrait jamais pour aucun autre coeur Et tout est perdu Car il ne bat plus Mais il pleure mon amour déçu
Sur ma vie je t'ai juré un jour De t'aimer jusqu'au dernier jour de mes jours Et même à présent Je tiendrai serment Malgré tout le mal que tu m'as fait Sur ma vie Chérie Je t'attendrai
Voorwoord: Na verschillende grote reizen kwam plots een grote verandering in mijn leven in maart 2002. Door een groot probleem aan mijn linkerheup kreeg ik van de dokters de raad om in mijn 58-jarig lijf een totale heupprothese te laten plaatsen aan mijn linkerzijde. Dat zou voor me veel beperkingen betekenen in mijn toekomst. In april 2002 werd deze heelkundige ingreep uitgevoerd en begon ik aan een langdurige revalidatie. Mijn oudste dochter Anne was na haar verblijf te Glasgow met snelle schreden vooruit gegaan in het leven. Zij had ondertussen een diploma, een job, een echtgenoot, een stuk bouwgrond. Mijn tweede dochter Martine had ook al de man van haar leven ontdekt, en in de voetstappen van grote zus was zij vertrokken naar Aberdeen om haar studie van bio-ingenieur te vervolgen. Vermits nu de studies verliepen volgens semesters zou zij in Schotland gedurende een kortere tijd verblijven. Door het niet precies overeenstemmen van de leerstof , en door onenigheid tussen de hoogleraars verliep haar start te Aberdeen moeilijk tijdens haar eerste weken in het land van de Angus Beef. Als zorgzame ouders, vader reeds op vervroegd pensioen en moeder met nog onnoembaar veel op te nemen vakantiedagen, besloten wij om reeds een week na het vertrek van de studente uit Leuven (waar zij haar studentenkot bleef behouden) een aantal voorwerpen naar Schotland te verhuizen om daar het confort van haar kamer te optimaliseren.
23/9/2002. Landen . Vertrek op maandagmiddag met VW Passat. Enige vrees omdat auto reeds 262.000 km afgelegd had en onze tocht lang en zwaar zou worden Jaren later pas zouden wij beseffen met welke goede auto we toen echter reden. Na 200 km stop te Damme, wandeling en drankje. Om 16u00 bereiken wij Zeebrugge Haven. Ferryboat Seafast. Afvaart om 18u30. Na aperitief volgt avondbuffet met als wijn van de week een witte Côte de Beaune Latour voor 15 - à volonté garnalen, vis, vlees, desserts, fruit.We slapen in de zetels van Conference Zaal B maar tijdens de nacht missen we wel een slaapzak of een deken. Die liggen onbereikbaar in onze wagen. Weinig volk maakt de overtocht op deze datum.
24/9/2002. Redelijk goed geslapen, niet in een duur en eng kajuit waar Sonja angstig wordt. Om 7u30 kijken we naar de Noordzee die zich vrij kalm gedraagt. Breakfast Buffet. Fantastisch goed. De twee maaltijden op de ferry werden op het reisbureau gereserveerd voor 55,00 £ per persoon.Er speelt reeds een orkestje in de grote zitplaats wanneer wij door de Firth of Forth varen en de haven van Rosyth bereiken. Onze eerste pogingen om links te rijden verlopen zonder ongeluk. We beslissen om door te trekken tot Aberdeen, gelegen op 180 km, want onze dochter Martine wacht op de bagage die wij brengen. In de buurt waar de studenten wonen, in de Don Street waar het Hillhead South House ligt, vinden wij wel haar kamer maar niet ons kind. Aangezien het uur niet zo gunstig is om de studente te vinden, gaan we eerst op zoek in de Kingstreet naar een Bed & Breakfast. De wagen wordt geparkeerd naast een universiteitsgebouw waar onze dochter onderzoek zal doen. Mama bewaakt de auto. Papa gaat op zoek naar een kamer. Wanneer hij met de glimlach terug komt met de sleutel voor ' a room for the night' staan moeder en dochter reeds op de parking naast de wagen te babbelen, zelfs zonder telefoon zijn zij steeds verbonden via een telepathische lijn. We lopen een LIDL binnen om te zien of daar hetzelfde te koop ligt als in de LIDL op 200 m van onze thuis. We hamsteren eten en drinken, en vooral drie mooie Angus steaks omdat we vrezen dat onze studente nog niet veel heeft gegeten sedert zij te Aberdeen is, door haar vele bezigheden om vaste voet te krijgen in het voor haar nog vreemde land. Maar de scoutsleidster beweert dat zij al de problemen die zij ons enkele dagen eerder had gemeld ondertussen reeds had kunnen oplossen. Zij heeft het op de weekdagen druk van 8u00 tot 18u00.We komen aan in het studentenhuis, waar wij de drie grote steaks bakken in de gemeenschappelijke keuken. Plots komt een internationale zwerm studenten onze dochter afhalen en zij moet met hen mee te gaan naar een fuif, waar genoeg natjes en droogjes zijn. Hops, daar is onze oogappel plots verdwenen. Wij bakken toch maar de steaks verder, eten die op met brood, bier en augurken. Met de letter M op het pakje laten wij nog vlees achter in de frigo. Dan trekken de vermoeide oudjes, die we zijn, naar hun gehuurde kamer.
25/9/2002. Na de breakfast wandelen wij door Kingstreet en Unionstreet. Met mijn stalen heup gaat dit, maar ik gebruik toch ook een wandelstok, waarmee ik mijn vrouw en mezelf zou kunnen beschermen tegen honden en slecht volk. Bezoek aan Turist Info en aan Shopping Center Bon Accord. We vinden daar de baked potatoe met white cool terug, die wij in 1995 zo lekker hadden gevonden. Te voet bezoeken wij de Beach Boulevard, de duinen, het voetbalstadion, en de golfbaan. Van 15u00 tot 17u30 rusten wij op onze kamer. We eten er de aangeboden koekjes met koffie die we zelf maken met de waterverwarmer die ter onzer beschikking staat, een gewoonte in gastvrij Schotland. Om 18u00 vervoegen wij Martine in Southouse 202A. Rijdend naar het Noorden langs de zee ontdekken wij het Cook & Bull Restaurant, een eethuis van hoge kwaliteit. Soep van tomaten en brocoli, en nog veel meer. Lekkere en gezellige avond. Dessert and red Lindemans wine from Australia. Met de auto verkent ons trio nog een tijd lang Aberdeen by Night tot 22u00. Gezien haar drukke dagelijkse bezigheden moeten wij afscheid nemen van onze dochter. Wij reisden zo ver en konden haar maar gedurende 1 uur + 4 uren ontmoeten.
John O'Groats waar de beschaving eindigt.
26/9/2011. Aberdeen. Voor de twee nachten met ontbijt betalen wij 80,00 £ . We schrijven zes zichtkaarten naar familie van uit de mooie tuin van het museum der Gordon Highlanders - 10u/12u. Op de A96 naar Inverurie. Langs de weg ontmoeten wij de Morgan McVeigh Croft Shop. We neuzen er rond en eten wat haddock met chips. 15u30 - Glen Grant Whisky Distillery. Bezoek aan de romantische tuinen. Uitleg en aankoop. Tot onze verwondering is het oorspronkelijke merk eigendom geworden van Picon-Ricard die het oude topmerk commercialiseert onder de naam Chivas.Te Elgin stoppen wij aan de Turst Info. Daar zal mama de keuze maken voor wat betreft de B & B . Stortbad en relax. Wandeling. We kopen melk en een cake.
27/9/2011 . Elgin. Zeer goede breakfast voor onze 2 X 20,00 £ . Bezoek aan de XIIIde eeuwse ruïne van de cathedral. We draaien terug naar Fochabers op 15 km voor een bezoek aan Baxter Village Vistors Center. Alle lekkernijen van Schotland zijn er samengebracht. Shopping. Baxter specialities. Kerstmarkt in aantocht. Daarna terug naar Cachemire Johnstone of Elgin. De echte Barbours kosten er 159 £, hetgeen duurder is dan bij ons in België. We beperken ons tot een hapje, baked potatoe met cola, en banana split met thee. Volgt dan een autorit tot voorbij Nairn. Om 15u30 zijn we te Fort George een militair bolwerk uit de XVIIIde eeuw. Sedert onze start reden wij ondertussen 677 km. Te Milburn stoppen we in the Youth Hostel, waar we voor twee nachten boeken. Dat kost 43 £. We beschikken over een aparte kamer, doch we slapen niet op het stapelbed want we leggen onze matrassen op de grond naast mekaar. Inkopen bij Marks & Spencers. In the kitchen volgt self catering.Wij drinken wijn met onze ovenmaaltijd samengesteld uit coliflower, cheese, en lasagne.
In hedendaags Schotland zal de reizende pelgrim zeker niet van honger omkomen
Saturday 28/9/2002. Wij sliepen tot 9u30, korte breakfast, en vertrek om 10u00. 11u00 - We bereiken op de A82 Loch Ness, het langwerpige meer van 230 m diepte waarin een legendarisch monster zou leven. Bezoek aan de Exhibition. Duidelijk boerenbedrog voor 5,95 £ per persoon. Wandeling rond Urquhart Castle. Lunch voor 17 £ te Invermoriston. Wandeling te Fort Augustus. onze Passat volgt de Nessie Trail, smal en heuvelend, tot waar we koffie kunnen drinken. Net voor sluitingstijd komen we bij James Pringle Weavers d'Inverness. Blitzbezoek van amper 10 minuten maar toch twee plaids gekocht voor 30 £. We bereiken Inverness waar we in de Safeway aan km 828 Diesel tanken. De prijs is 0,749 £ per liter. Kleine shopping in de Safeway voor onze self catering van die avond. In de lounge van de jeugdherberg vinden wij veel reislectuur. Naar onze matrassen om 22u00.
Sunday 29/9/2002. Ross and Cromarty. We slapen tot 9u00 en eten daarna onze scones als ontbijt en we rijden naar een punt waar dolfijnen en walvissen worden geobserveerd, maar op zondag geeft niemand de bezoekers uitleg. 12u00. Dunrobin Castle tussen Golspie en Brora, bij The Earl of Sutherland & Stafford. Ingang 12,5 £ voor twe personen, hetgeen duur schijnt maar zoveel volk dat aanschuift toont ons dat het wel de moeite waard zal zijn, en dat wordt bevestigd. Driedelig programma voor groepjes met gids. Kamers met meubilair en souvenirs. Museum met jachttrofeën en archeologische verzamelingen. Vooral de demonstratie op de Falcony is merkwaardig. We zien beschermde roofvogels. We leren dat er enorm verschil is tussen een arend, een valk en een havik. Te Wick, veel hoger op onze landkaart, bekend voor het glasblazen, is er niet veel meer te zien op de Glass Verrerie. Negatieve indruk. We bereiken het befaamde geographische eindpunt John O'Groats om 17u30 na 1043 km. Foto op deze mythische plaats. Ik verken er een Bed & Breakfast in een oud huis. Kleine dure kamer. Ik stoot ook mijn kop tegen de balk van een te lage deur, duidelijk teken dat de plaats niet goed kan zijn. Het begint te regenen en we schuilen in de wagen, maar dan toch na een soep en een stuk taart. Op zomerdagen worden hier mooie boottochten georganiseerd naar de Orkney Islands, zeker de moeite waard, maar het seizoen is reeds voorbij als wij er aankomen.Verder naar Thurso, zoekend naar een in de Trotter Gids aanbevolen B & B, waar de baas niet 40 jaar oud is zoals ons boekje vermeldt maar minstens 70 jaar. We schrijven ons daar toch in. De Bancontact van de plaatselijke Lloyd's bezorgt ons 200 £. Zo kunnen wij met aangevulde beurs in Lounge St-Clair gaan eten voor 18,60 £, twee pints beer per persoon inbegrepen.
30/9/2002. Thurso. Na het betalen van 32 £ starten we om 9u00. We genieten langs Bettyhill, Tongue en Durness van fantastische landschappen. Na 2 uren heeft onze Passat ons 100 km verder gebracht. Verbazende panorama's. Uitwijkplaatsen op smalle weg. Scourie op de West Highland Tourist Road. Om 14u00 stop te Kylestrome Harbour voor een gastronomisch etentje dat ons 30,20 £ zal kosten. Sonja koos crab cake met groentjes en Thaï dressing, geroosterde langoustines met lookmayonnaise, frieten. Wilfried koos mosselen in lobstersaus met look, tagliatelle met crevetjes in roomsaus. Daarbij, om dit seafood door te spoelen, twee frisse pints beer. We maken daarna een schitterende lus in westelijke richting naar Point of Stoer, langs een smalle weg over een nooit geziene gevaarlijke toboggan. Lochinver. Elphin. Om 18u50 bereiken wij de jeugdherberg van Ullapool. Overnachten kost daar 19,50 £. Wandeling. Koffie met cake als avondmaal. Geweldige rit voor rallyrijders over 286 km.
Dinsdag 1/10/2002. Ullapool. Wakker om 7u30. Koffie in de jeugdherberg. Bezoek aan the Highlands Stoneware potteries, zoektocht naar kunst in de Quilt winkeltjes. Museum Ullapool-Loch Broom. Brood, koolsla, bacon, gekocht. Vertrek om 11u00. Langs snelweg A835 terug naar Inverness. Te Tomatin gaan we eten in The Little Chef. We rijden op de A9 naar Aviemore, een druk toeristisch gebied met veel commercie. Stop aan de forelkwekerij en aan de voet van de Gairloch. Koffie en scones. Te Kincraig bezoeken wij de schapenboerderij met de befaamde collies, de afgerichte honden, de slimste honden ter wereld. Wachten tot 16u00 voor de demonstratie. Een man met een speciaal fluitje laat 12 honden, de kampioenen van Schotland, een groep schapen verzamelen. Prachtig. Zonder stoppen vorderen we over Kingussie, Newtonmore, Dalwhinnie, tot Blair Atholl. Knitwearcentrum.We vinden een B & B voor 2 X 17 £ . Wandeling tot aan het imposante Atholl Arms Hotel waar we verwonderd zijn dat het bier duurder is dan elders.
2/10/2002. Blair Athol. Breakfast 8u30. We moeten wachten tot 10 o'clock want dan pas gaat het meest bezochte kasteel pas open. Bezoek kost 6,25 £ per persoon. Wandeling in de Jardins d'Hercule en de speeltuin. Prachtig gebouw. Te bewonderen in de 30 kamers zijn kunstvoorwerpen, historische objecten, schilderijen, souvenirs van de edele familie die in het grote kasteel reeds eeuwenlang verblijft. We rijden naar Pitlochry met haar electrische centrale, dam, en zalmladder. Wandeling. We kopen er een wegwerp fototoestel Kodak, eten fish and chips, en The Bank of Scotland bezorgt ons 200 £ , en dan verder langs de A9 naar Dunkeld. Perth, richting Stirling. Doch weldra rijden wij naar Dunblane en naar the countryside. Te Doune komen we aan Farmhouse Inverardoch, overnachting aan 20 £ p.p.. Zeer goed onthaal. Prachtig zicht op kasteel en op de River Teith bekend om Salmon Fly Fishing, merkwaardig torentje. We slagen er in van onze Martine te bereiken per telefoon. Alles verloopt voor haar prima op de universiteit te Aberdeen, hetgeen ons een goed gevoel geeft. In de Spar kopen wij verse witte koolsla om in the evening op te eten nabij ons bed. We stellen vast dat in een pub op het platteland de pints veel goedkoper zijn, voor twee kost het 3,5 £ althans in de Rode Leeuw van Doune. Shell Diesel kost in dit dorp 39,40 £ voor 52,61 liter, precies aan dezelfde prijs als tijdens onze vorige tankbeurt.
3/ 10/ 2002 Zeer goede breakfast terwijl wij door de vensters in de tuin de konijntjes zien spelen. Km 1764 . Vertrek naar Callander, de poort van de Trossachs. 9u30. Stop. Parking 2 £ tot 12u22. Winkelstraat. Bezoek aan de Hamilton Toy Collection, een museum van speelgoed dat wel in een groter gebouw zou moeten komen. Het Rob Roy Visitors Centrum. Was deze volksheld een bandiet of een weldoener ? Na een ijsje rijden wij terug over Doune naar Stirling. We zien het Wallace Monument, voor een andere volksheld, die recent in de belangstelling kwam door de film Braveheart. Stirling Castle, een van de belangrijkste kastelen van Schotland, daterend uit de Renaissance. Entree kost 7 £ per persoon, maar we passen omdat wij toch al zovele kastelen zagen. Langs de oude weg rijden wij naar Edinburgh. Om 15u00 stoppen wij even te Falkirk, verplicht door een regenbui met smeltend ijs. Pech is wat later niet ver, nadat wij met onze autoband tegen een bordes reden, met een deuk in de velg als gevolg. Aan km 1847 stoppen wij te Cadgers Brae om onze wegkaart foutloos te bestuderen, voor versnapering en korte rustpauze. Via de snelweg naderen wij de hoofdstad Edinburgh in de verkeerschaos op het einde van de werkdag. Zoekend naar B & B doorkruisen wij de hele stad, tot Portobello Beach in het Oosten. Na meerdere poging om een kamer te vinden, kunnen wij terecht voor 25 £ p.p. in Guesthouse Camus, met zicht op de zeearm. Na een avondwandeling eten wij op de grote kamer chesterkaas, brood, chocolademelk.
4/10/2002. Portobello. Breakfast. 10u00. Wij vragen om onze kamer nog een tweede nacht te mogen behouden en dat is mogelijk. Op weg naar het Kasteel van Edinburgh kost een veilige parking ons 10 £ voor de hele dag. Na veel stappen betalen wij samen 16 £ om het kasteel te bezichtigen. Dit is uiteraard een hoogtepunt, het kasteel van Mary Stuart, Queen of the Scots, thuishaven van de Royal Regiments. We brengen er 4 uren door. Koffie is er slecht ondanks een koninklijke prijs. Wandeling langs het park, langs Princess Street, zolang tot onze voeten gezwollen zijn en wij met een biertje, een backed potatoe met coleslaw, rust nemen. At the Balmoral Hotel loopt 's vrijdag na het werk het Happy Hour. Heineken van 't vat wordt er geserveerd aan 1,40£. Zoveel zuipend mansvolk maakt Sonja bang. In de rustiger Pizzahut, zonder zatlapperij, eten wij voor 19 £ starters en pizza. Nadien te voet terug naar de parking komen wij in een straat waar overal in de portalen junkies onder dekens hun roes uitslapen of wachten op dealers en verzorgers. In deze onderwereld wilden twee rare kerels aan ons 5 £ wisselen. Opgepast... ! Wat was hun bedoeling ? Hoopten zij dat wij iets kwamen verkopen ? Thuis om 21u30. Vermoeiende dag en heerlijk slapen op de schone kamer van de Camus.
De Smidse van Gretna Green .
5/ 10/ 2002. 9u45. Breakfast, waarna we afrekenen. Dit bedraagt 100,00 £ mooi rond. Km 1921. Vertrek in de richting van Joppa, bekend om zoutwinning uit het zeewater, Musselburgh, and The Southeast Coast of Scotland, door East Lothian tot Berwick-on-Tweed. Natuurpark. Quilt winkeltje. The small fishing village St-Abbs. Nieuwsgierig kijken we naar de tewaterlating van een nieuwe boot voor het Rescue Team van het Dunbar Lifeboat Station. Eyemouth is een haventje bekend om zijn haring, en ook omdat een telg uit de adelijke familie Churchill als eerste titel Lord of Eyemouth droeg. We genieten er van een ijsje. Nu zijn we echt in de hoek van Schotland waar veel werd gevochten, zoals tijdens de veldslagen van Dunbar in 1296 en in 1650. Ook Berwick-upon-Tweed, garnizoenstad van groot militair belang, wijst met haar versterkte muren naar oorlogen uit het verleden. Weldra rijden we over de English Borders om te komen in Northumberland, waar we de Honey Farm bezoeken. Het is een gebied waar vele rijke abdijen waren, zoals de Benedictijnen van Kelso Abbey, en de Cisterciënzers van Melrose Abbey, waar het hart van Robert the Bruce zou begraven zijn en waar in de 14/16de eeuw een bibliotheek was van onschatbare waarde. Voor 19 £ kunnen wij te Melrose overnachten met self catering in de jeugdherberg. In een winkeltje kopen we het nodige om spaghetti te maken. Tijdens de avondstonde maken wij een flinke wandeling en we drinken Fosters Beer. We reden op deze zaterdag 196 km met de auto.
6/10/ 2002 - Melrose. Am Maol Ras ( in 't Scottish Gaelic ). Start om 9u40. Ons Schots programma is voorbij. Wat zullen wij nu verder doen ? We volgen de A72 naar Peebles, stad op the River Tweed, van waar de beroemde ontdekkingsreiziger Sir Hugh Munro was die de beschaving naar Nigeria bracht.Wandeling over the Bridge en daarna vorderen naar Biggar, waar we fish & chips eten. Volgt daarna een langdurig bezoek aan New Lanmark van de wever Robert Owen (1771-1858). Hij ijverde tijdens de vreselijke tijden van de Industriële Revolutie voor een betere wereld met meer sociale rechtvaardigheid. Hij zorgde voor nette huizen, propere straten, goede gezondheid, onderwijs voor de kinderen van de arbeiders, terwijl hij goed gedrag verlangde en geen drankzucht wilde zien bij zijn werknemers.Vijf exhibitions lopen op deze World Heritage Site. Daarna verder naar het Westen en naar Ayr aan de kust, via de A70. Om 18u20 stoppen we een tijdje te Cumnock in East Ayrshire om een boterhammetje te eten in de auto. Dit was de stad van de grote socialist James Kerr Hardie. We hadden toen 147 km afgelegd sedert Melrose. We rijden nog 30 km tot wanneer het reeds donker wordt. In de oude badplaats Ayr, groter dan verwacht, want er wonen toch 46.000 mensen stellen we vast dat de jeugdherberg werd herbouwd tot een onderwijsinrichting. We moeten dus iets anders vinden. Een dame op wandel met haar hondje wijst ons gelukkig een goed adres. 20u00. Voor 50 £ zijn we gelogeerd in een prachtige kamer met twee grote bedden.
7/ 10/ 2002. Ayr. Inbhir Air. R. JOHNSTONE - Kensington House - Millerroad 37- KA7 2AX te Ayr - Tel 012 92 266301 is zeker een zeer goed adres om te onthouden. Goede zeelucht. Vertrek om 9u30 . Na een rit van 83 km is het 11u40 en nemen we wat rust op de parking van de Safeway te Newton Stewart in Dumfries and Galloway. Daarna bollen wij 138 km om te komen op het bekende plaatsje Gretna Green. Het is dan reeds 15u00. Bezoek aan de zeer beroemde Blacksmih's Shop bekend om de Runaway Weddings.Op de oude postkoetsweg van Londen naar Edinburgh is Gretna Green het eerste dorp over de grens van Schotland. Vanaf 1710 was er een ongelijkheid in de wetten van het United Kingdom. In Engeland en Wales mochten jonge verliefde mensen pas vanaf 21-jarige leeftijd zonder toestemming van hun ouders trouwen, terwijl in Schotland dat reeds mogelijk was op 14 jaar voor de heren en op 12 jaar voor de dames. Vele te jonge koppels namen daarom de postkoets, stapten uit in Gretna Green waar de smid van de postkoetshalte tevens ambtenaar van de burgerlijke stand was die wettelijk tellende huwelijken kon registreren. Zo groeide een traditie, en het is nogal altijd zo dat er met of zonder toestemming van de ouders jaarlijks ongeveer 5.000 huwelijken worden afgesloten bij de Blacksmith, oord van de grote liefde. Dit is natuurlijk een goudmijn voor het dorp Gretna Green en haar inwoners. Dumfries. Zoektocht te Newbridge naar de 12 prehistorische menhirs die de twaalf apostelen zouden voorstellen. We rijden terug wat naar het Oosten tot in the Royal Burgh of Annan. Veel moeite om logies te vinden, maar tenslotte komen wij terecht in een prachtig oud landhuis met 8 zeer dure kamers vol antieke meubelen. Indien we dineren krijgen we echter een flinke reductie op onze overnachting en dus slapen we in het Warmanbie Country House Hotel & Restaurant *** .
8/ 10/ 2002. Annan aan de Solway Firth. Dit Country House is inderdaad a small hotel with a big welcome, een ideale plaats om relax te overnachten. We betalen 76 £ voor room, dinner, breakfast, 15,50 £ voor een fles wijn , en 4,30 £ voor een Glenfiddish whisky aan de bar. Dat valt mee. Op te merken valt dat wij bij het inschrijven reeds 50 £ moesten afdokken. Het is echter een plaats waar de gentlemen op zalm komen vissen. In het salon was er een uitgebreide documentatie voor de vissers, en een grote keuze tussen vele merken whisky, drank die absoluut heilzaam werkt na lange tijd met de mansbenen te hebben gestaan in het koude rivierwater. Er waren twee andere groepjes gasten, maar we konden geen contact leggen. Misschien was de Belgische wagen waarmee we reden te min want die dames en heren beschouwden ons als lucht. Annandale werd reeds bewoond door de Romeinen, die op de wegen naar Rome tot aan de Wall van Hadrianus kwamen. Het groeide uit tot een vrij belangrijke marktplaats en haven.
Op het programma van deze dag staat een ontmoeting gepland met Thomas Huxtable, een fietsende pelgrim die ik in 1999 had ontmoet op weg naar Santiago de Compostela en waarmee ik nadien enige correspondentie had gevoerd. Ik had hem een maand eerder verwittigd van mijn bezoek, maar onze tocht naar Aberdeen viel samen met een reis die hij met zijn vrouw naar Sicilië maakte. Zou hij al terug thuis zijn ? De onthaaldame van het Country House kent Huxtable, een gepensioneerde militair, en zij legt ons uit waar wij zijn huis zullen vinden en hoe dat huis er uit ziet. Wij ontmoeten onze Schotse tochtgenoot van op de Camino, verblijven gedurende enkele uren in zijn veranda om te babbelen en om thee en cake te eten. Maar zijn vrouw is niet zo vriendelijk. Zij zijn pas de avond voordien met het vliegtuig terug gekomen. Zij wil reeds aan de vuile was beginnen, in haar tuin werken, en Thomas was ziek in Sicilië en om 14u00 moet hij naar een afspraak in het hospitaal voor een geneeskundig onderzoek. Zeer positief is echter dat hij met zijn telefoon onze terugreis Hull - Zeebrugge regelt. Wij bekomen de code F 16003156 en zo hebben wij één dag later een reservatie met cabine. Nadien piloteert Huxtable ons met zijn wagen naar de M6. De echtgenoten Huxtable verkeren in een zware depressie omdat hun zoon onlangs zelfmoord pleegde door overdosis. Ja, ook wij zagen te Edinburgh de junkies op straat liggen, een onderwerp waarover in het fiere Groot-Brittanië niet en nergens wordt gepraat. Mevrouw Huxtable heeft het er moeilijk mee dat een voor haar totaal vreemde man hun probleem kent. Ja, pelgrims op weg naar Santiago, vertellen aan en luisteren naar mekaar, en zij biechten op Spaanse grond soms zelfs de grootste geheimen aan mekaar op tijdens de lange avonden, met een glas Rioja in de hand of gezeten naast hun fiets, knabbelend op een stuk brood en kaas, de lauwe thee uit hun bidon drinkend. Door wegwerken kunnen wij de indicaties van Huxtable niet volgen.
Na wat rust op een parking vegen we de goede Schot uit onze gedachten. We bereiken Kirkby Lonsdale, Skipton, Harrogate, en weldra York. We tanken nog eens Diesel bij Shell aan 0,749 £ per liter. De wegen waren nogal druk. Nabij het voetbalstadion van York City Football Club vinden wij een B & B voor 22,00 £ p.p.. Het huis waar we logeren en het stadion dragen dezelfde naam : Bootham Crescent. Tijdens onze wandeling naar de kathedraal gaan we voor de laatste maal Engelse poen tanken aan een geldkastje van een bankkantoor. We voelen ons voldaan, tevreden over onze autotocht die ondertussen 2785 km lang was geworden. In een pub drinken wij bier en eten wij hapjes van op één grote telloor, something to share with your sweetheart. We genieten van live music tot wanneer bedtijd komt.
9 / 10/ 2002 . Wednesday. Old City of York . Breakfast at Bootham Crescent en om 9u15 reeds on the road again. Ritje. Parking. Stapje door de straten van York. Quilt Shop gevonden. In 'n winkeltje voor toeristen een soort Pinocchio wielrenner met elastieken benen gekocht om aan het plafond te hangen, een kadootje voor mezelf. Bezoek aan de Cathedral waar vele offerblokken zijn, want ' Donations are free ... ' . York, een stevige stad met 137.000 inwoners, is gelegen aan de samenvloeiing van Ouse en Ess. De grootste kathedraal van Noord-Europa is deze van York. Het is de kerk van de aartsbisschop van York, die de tweede belangrijkste man is van de Anglicaanse Kerk, nipt volgend op de aartsbisschop van Canterbury. Te York en omgeving is zeer veel te zien maar ons jachtig nomadenbloed en de op ons wachtende boot duwen ons weer de weg op. Vaarwel dus Eboracum, Eoferwic, Jorvik, York, of welke naam je eens had. Vaarwel ook stad van de Heilige Wilfried, de eerste bisschop van York, die mijn vader in 1944 had uitgekozen om aan zijn zoontje een voornaam te bezorgen voor levenslang gebruik. Om 12u50 zijn wij terug aan het rijden op weg naar Hull. We stoppen echter nogal vlug wegens goesting en hongergevoel wanneer wij een leuke Kentucky Fried Chicken zien staan langs de weg. We zenden ook een zichtkaart naar Aberdeen om aan Martine te melden dat we terugkeren naar huis, zonder blutsen in onze wagen en in onze ziel , zonder ruzie, in uitstekende gezondheid, tevreden over al wat Schotland ons liet bewonderen.
We bereiken Kingston-upon-Hull, meestal kortweg Hull genoemd. Na wat ronddolen en draaien vinden wij in de haven het kantoor van de veerdiensten Hull- Zeebrugge. Op naam van Gournaa en Lendeman liggen daar inderdaad tickets klaar sedert een telefonische reservatie. Om 15u30 is dat helemaal in orde. We zullen overnachten in cabine 2108. We rijden terug naar het City Center van Hull, parkeren onze Passat in George Street.
Gesticht door monniken van het klooster van Meaux met de naam Wyke, was Hull reeds bekend door de vroegere zeevaarders die er wol, stoffen en huiden kwamen ruilen tegen wijn, hout, bont en kleurstoffen. Later vaarden de boten uit Hull op de Noordzee en tot ver op de Baltische zee om handel te drijven met alle Duitse en andere Hansesteden. Vanaf 1299 werd de naam van deze haven officieel King's Town upon Hull, gelegen aan de monding van de Humber en de Hull. In onze tijd is het de moeite waard om eens te gaan kijken naar de prachtige Humber Bridge, een zeer lange single-span-hangbrug.
Nu wordt het voor ons tijd om onze Engelse biljetten die we voor de veiligheid op diverse plaatsen verstopten eens goed bijeen te harken om nog wat shopping te doen. In een dieetwinkel kopen wij producten, die minder duur zijn dan in België. Ook Marks & Spencers ziet ons langs haar kassa aanschuiven. Ex-bankbediende papa kan het niet nalaten om binnen te gaan in de Bank of Scotland. Martine opende zopas een nieuwe lopende rekening bij deze bank. Is deze rekening reeds operationeel ? Ja, want de loketbediende vindt in haar computer, nummer, naam, en adres van Martine Journée, studente te Aberdeen. Zo kan papa Journée bij de Bank of Scotland te Hull reeds 630,00 £ storten op het krediet van deze nieuwe rekening en zullen er geen kosten zijn voor internationale overschrijving en wissel. Op de boot zijn ondertussen vele wagens aangekomen en overal lopen er mensen rond. Wij drinken bier en knabbelen op wat wij hebben gekocht in de winkels te Hull. We drinken ook whisky in de dancing-room waar een pianist de reizigers vermaakt. Om 21u00 reeds installeren wij ons in het matrozenkamertje in de buik van het schip. Good night everybody !
10/ 10/ 2002 - The End. Na zovele ochtenden is een typische Engelse breakfast niet zo aantrekkelijk meer. We beperken ons dus tot een koffie met een koekje en zo geraken wij onze laatste munten uit het land van de Queen dan ook kwijt. Wegens hevige tegenwinden op de Noordzee heeft de boot twee uren vertraging. Tijd dus voor een bijkomend slaapje tot 10u30 Belgische tijd uit de Eurozone. We bereiken Zeebrugge, tanken terug Diesel die me met Euros betalen aan 0,802 de liter en twee uren later vinden we ons hondje terug, onze familieleden, en ons huis waar het zo goed is.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.