'Maria sprak: God richt mij op, brengt mij tot bij Jezus die mij redt. Hij heeft gezien dat ik aan Hem gehecht ben. Nu wijs ik alle generaties Zijn weg. Hij die richting geeft, doet grootse dingen aan mij. Ik bewaar Zijn naam in mijn hart. Hij is puur genade voor wie Hem aanhankelijk is. Hij is een krachtige God die mijn onrust wegneemt. Hij behoedt mij voor mijn trots en bevestigt mij in mijn eenvoud. Wie hunkert naar zingeving, vervult Hij met het goede en wie genoeg heeft aan zichzelf laat Hij gaan met lege handen. Hij ondersteunt wie Hem genegen zijn Hij herinnert me aan Zijn trouw, Zijn genade ooit gegeven aan Abraham en Zijn nakomelingen tot en met de tijd die nu nog voor ons verborgen is.' Uit het vervolg op het evangelie van de vierde zondag van de Advent: Lc1, 46-55. Deze tekst beter gekend als het Magnificat van onder het stof van de vertalingen gehaald, nodigt ons uit om het te bidden in deze dagen.
'Ik doop u met water, er komt iemand die sterker is dan ik. Ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.'Lc 3, 16. Het woord vuur in deze tekst zijn niet de vlammen die wij spontaan in tegenstelling brengen met water. Het gaat hier over het licht van het vuur dat helderheid brengt. Zoals de vlam van één kaars helderheid verwekt in een donkere ruimte, zo doopt Hij die sterker is met helderheid en met de Heilige Geest ( Gods verruimende adem die gericht is op liefhebben) Derde zondag van de advent: Lc3,10-18.