VIJFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 5,1-11 Vers 11: 'Ze brachten de boten aan land en lieten alles achter om Hem te volgen.' Hoe verklaar jij dat die vissers plots alles achterlaten om Jezus te volgen? Is het niet zo als je de parel van je leven gevonden hebt , dan heb je de rest niet meer nodig. Als je in je éne hand alles krijgt wat je nodig hebt, dan kan die andere hand moeiteloos al de rest toch loslaten, niet ? Maar zolang je die schat niet gevonden hebt, blijf je zoeken en twijfelen. Is dat niet de kracht van het vertrouwen? Hugo Dierick, Rosier 26,2000 A
VIERDE ZONDAG DOOR HET JAAR I Kor 12,31-13,13 Vers:13: 'Nu echter blijven geloven, hopen en liefhebben de grote drie; maar de liefde is de grootste. ' aldus Paulus. Peguy echter heeft een andere prioriteit. Hij laat God het volgende zeggen: 'Dat mensen geloven verwondert me niet, want mensen hebben altijd in iets geloofd. Dat ze liefhebben, verwondert me evenmin want mensen hebben een natuurlijke belangstelling voor graag zien en ze leven ervan. Maar dat mensen hopen, dat verrast me me in hoge mate want alleen zo is er toekomst mogelijk. Wat is mijn prioriteit , niet in gedachte maar in mijn manier van leven ?