VIJFDE ZONDAG DOOR HET JAAR Lc 5,1-11 Vers 11: 'Ze brachten de boten aan land en lieten alles achter om Hem te volgen.' Hoe verklaar jij dat die vissers plots alles achterlaten om Jezus te volgen? Is het niet zo als je de parel van je leven gevonden hebt , dan heb je de rest niet meer nodig. Als je in je éne hand alles krijgt wat je nodig hebt, dan kan die andere hand moeiteloos al de rest toch loslaten, niet ? Maar zolang je die schat niet gevonden hebt, blijf je zoeken en twijfelen. Is dat niet de kracht van het vertrouwen? Hugo Dierick, Rosier 26,2000 A