Zevenentwintigste zondag door het jaar Evangelie van Marcus 10,2-16 vers 15: Voorwaar, Ik zeg u: ' Wie het koninkrijk Gods niet aanneemt als een kind, zal er zeker niet binnengaan.' Ik heb altijd gedacht dat Jezus het kind als het model voor het Rijk Gods voorstelde, tot ik ontdekte dat kind in Jezus'taal letterlijk betekent een geborene ( boreling) dus gelijk wie geboren is zelfs het kleinste kind (borelinkske). Mekaar omarmen, zegenen en de handen opleggen : dat is volgens Jezus het Rijk Gods beleven. Bij kinderen doen we dat spontaan maar de nood om omarmd te worden, gezegend te worden (= iets goeds te mogen horen over onszelf) en een hand te voelen over onze schouder .... dat eindigt toch niet als we 'volwassen' worden ? Hoe .. waar .... en wanneer ... wil ik deze week dat Rijk Gods echt beleven ?