Vers:23: ' Die met Mij zijn hand in de schotel steekt, zal Mij overleveren. '
In elk van ons zit een potentiële trouwe vriend en een verrader.
En toch is het Hij die zegt : Gij zijt Petrus en op die steenrots zal ik mijn kerk bouwen.
Komt dat gevecht tegen verraad niet voortdurend terug in ons leven als een levenslange strijd tussen trouwe dienaar zijn die wij wel zouden willen zijn en het laten afweten, niet meer trouw zijn wat soms zoveel kan betekenen als verraad.
Vers : 25. ' Jezus zei haar : Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft , zal leven, ook al is hij gestorven.'
Ik ontdek pas de énige en echte waarde van mijn leven, als ik durf kijken naar het onweerlegbare feit dat ik zal sterven - wel niet wetend waar en wanneer- maar met de énige en echte realiteit van mijn eigen sterven voor ogen, leer ik op dat moment niets over de dood maar alles over de waarde van mijn leven en van mijn leven samen met...
Vers 30: 'De man gaf hun ten antwoord : Dit is toch wel wonderlijk ,dat gij niet weet vanwaar Hij is en Hij heeft mij nog wel de ogen geopend. '
De schriftgeleerden komen altijd terug op hun overtuiging dat een lichamelijke handicap te wijten is aan een morele fout. De schriftgeleerden doen precies hetzelfde als ze de wet verdedigen boven alles.
Jezus schaft niets af! Hij brengt overtuigingen en wetten tot volheid: wetten zijn bedoeld om beter te beminnen en als dat niet lukt, houd dan het beminnen overeind. Hetzelfde met overtuigingen , opvattingen zoals hier dat er een verband zou zijn tussen een kwaal en morele schuld. Waarom erkent gij, schriftgeleerden, niet dat die genezing van God komt ?