ACHTENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR. LC.17,11-19. Vers 18:' Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling ? Vrijwillig God prijzen, loven en danken voor de genezing die deze melaatsen zo maar gekregen hadden, deed er maar eentje van de tien. Waaraan is nu de meeste vreugde te beleven? Doen wat Jezus gevraagd had of dankbaar terugkeren naar Jezus. Hoe verklaren wij dit verschijnsel ? Ligt de verhouding tussen geschenk en dank bij mij ook maar rond de 10 procent ? Wat doet mij dat ? Hugo Dierick, Rosier.
ZEVENENTWINGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2 Tim. 1,6-8,13-14. Vers 14:' Bewaar de u toevertrouwde schat met de hulp van de heilige Geest die in ons woont.' Timoteus maakt ons attent op de gaven die ons gegeven worden. In feite hebben wij alles gekregen. Dat vergeten wij gemakkelijk. Die vergetelheid is zonde. De grootste schat is toch wel de genade dat we kunnen beminnen. Wat een energie komt daardoor niet vrij ? Met de hulp van de heilige Geest, schrijft Timoteus. Geest betekent : adem ( roeach) en ruimte (revech) waardoor ons beminnen veel ruimer wordt en zuurstof en adem geeft. Die Geest zorgt ervoor dat liefhebben niets verstikkends heeft maar openbloeit: ruimer, breder, dieper, hartstochtelijker dan ooit. Van welke bekrompenheid wil ik los komen ? Hugo Dierick,Rosier