Derde Zondag door het Jaar: Lc1, 1-4; 4,14-21. Lc 4,21: Toen begon Hij hen toe te spreken:' Het schriftwoord dat gij zojuist hebt gehoord, is thans in vervulling gegaan.' Deze 'vervulling' staat voor invulling waarmee het volgende duidelijk wordt : De teksten van vroeger, wat wij Oud Testament zijn gaan noemen, zijn bedoeld om ingevuld te worden. Zo deed Jezus hier in de tempel. Hij vult deze bekende en oude tekst ( uit de profeet Jesaia)die Hem werd opgedragen om voor te lezen nu in met zijn eigen leven. Dat is de bedoeling bij het lezen van de bijbel. Zo wordt onze eigen creativiteit bij elke lezing van het evangelie weer aangesproken en geactiveerd. Hoe zal mijn invulling bij het lezen van deze tekst eruit zien?
Tweede zondag door het jaar: De bruiloft van Cana. Jo. 2,1-12.
Vers 4 : Jezus zei tot haar: 'Vrouw, is dat soms uw zaak ? Nog is mijn uur niet gekomen.' In die vertaling is Jezus'antwoord tamelijk scherp en niet zonder verwijt. In feite zou je zijn antwoord ook zo letterlijk kunnen lezen:' Er is iets dat u betreft en er is iets dat mij betreft. Nu betreft het mij nog niet . ' Dat is geen vlotte vertaling maar geeft wel trouwer de oorspronkelijke tekst weer. Vertalingen zijn soms wat zwak of wat scherp en juist in die kleine varianten ligt de gevoeligheid van het oorspronkelijke.
Lc 3, 22b: ' Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb Ik mijn welbehagen gesteld. '
Jezus wordt door zijn hemelse Vader aangesproken als Zoon. Nogal evident ware het niet dat het woord Zoon in Jezus' taal( BEEN) een specifieke betekenis heeft die het in onze talen niet heeft. ZOON betekent er letterlijk Opgegroeid tot, Opgetrokken tot. Om het woord zoon in zijn oorspronkelijke betekenis te verstaan mag men dus niet vertrekken vanuit de vader want dan zou het woord zoon de bijklank kunnen hebben van : ondergeschikt aan, jonger dan , niet evenwaardig aan de vader. Niets is minder waar. Zoon in Jezus taal = op niveau van de vader gebracht: Gelijkwaardig. Een liefdesrealtie houdt immers op te bestaan vanaf het moment dat er geen gelijkwaardigheid meer is tussen de geliefden. Onze Westerse afbeeldingen van Vader-Zoon gaan bij het voorstellen van de Zoon meestal uit van de Vader ten koste van de gelijkwaardigheid Vader-Zoon. Roublev in zijn bekende drievuldigheidsicoon schildert de Zoon gelijkwaardig aan de Vader waardoor wij worden uitgenodigd om tot die Vader en tot die Zoon te bidden. Hugo Dierick, Rosier.